====== Het evangelie ====== ==== 1. Wat betekent het woord “evangelie”? ==== - Het betekent in eigenlijke zin een goede, blijde en gelukkige boodschap die voorspoed belooft. In die betekenis wordt het door Aristofanes gebruikt, als hij zegt: ik heb hen een blijde tijding (//euangelia//) gebracht. Zo lezen we het ook bij Appianus over de dood van Cicero; ze brachten Antonius een //euangelium//, een blijde boodschap. - Het loon dat men geeft aan hen die een blijde boodschap brengen. Zie Homerus in zijn Odyssee, hoofdstuk 14: “Laat dat mijn //euangelium// (brood voor de boodschapper) zijn, zodra hij thuiskomt. Dan moet u mij mooie kleren aandoen, een overhemd en een rokkostuum.” - Het offer in verband met de blijde tijding. Zie bij Xenofon in het eerste boek over de Griekse heldendaden. Daar offerde men //euangelien//, dat wil zeggen offers vanwege de vrolijke boodschap die hij gekregen had. ==== 2. Maar in welke betekenis gebruikt de Heilige Schrift het woord “evangelie”? ==== - //Evangeliseren// betekent: verblijdende dingen verkondigen; zie Jesaja 52:7: “Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt.” De profeet gebruikt hier het woord //baschar//, wat betekent goede en nieuwe dingen verkondigen. In die zin hebben de apostelen met bijzonder goed gekozen woorden de heerlijke en blijde boodschap van de zaligheid een //evangelie// genoemd – een evangelie dat door Christus verworven is. Het is een plechtige uitroep van Gods genade die ons in Christus is geopenbaard. Zie Lucas 2:10: “Ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: u is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here.” - Het woord wordt ook in beeldende zin gebruikt voor de geschiedenis van Christus [hier op aarde], dus over alles wat Hij gezegd en gedaan heeft. In die zin zijn er vier evangeliën. - Soms betekent het woord ook de verbreiding, de verkondiging of het “evangeliseren” van de boodschap van het evangelie. Zo in 1 Korintiërs 9:14 waar gesproken wordt over “van het evangelie leven”, en in 2 Korintiërs 8:18 waar sprake is van de broeder, “wiens lof om zijn evangelie(werk) door al de gemeenten verbreid is”. ==== 3. Waarom wordt het zo genoemd? ==== Als misdadigers vanwege hun slechte streken veroordeeld worden tot een heel nare en schandelijke straf, kan hun niets fijners en heerlijkers overkomen dan wanneer ze door een wettige rechterlijke uitspraak vrijgesproken en in koninklijke eer en vrijheid gesteld worden. Zo kan ook mensen die vanwege hun zonden vervloekt en tot in eeuwigheid verdoemd zijn, niets heerlijkers overkomen, niets wat aangenamer en gelukkiger voor hen is, dan wanneer ze horen dat ze – daarvan bevrijd door de wettige uitspraak van Hem Die hen had verdoemd – tot Gods kinderen worden gerekend. ==== 4. Wat is het evangelie? ==== Het is een hemelse leer, die door de Zoon vanuit de verborgen schoot van de Vader is voortgekomen; een boodschap die door de apostelen is verkondigd en in de boeken van het Nieuwe Testament is neergelegd; een boodschap die voor de hele wereld een goede en blijde tijding betekent, dat namelijk het menselijk geslacht verlost is door de dood van Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God; een boodschap die inhoudt dat werkelijk voor ieder mens die zich bekeert en in Jezus Christus gelooft, de zaligheid en het eeuwige leven bereid is. ==== 5. Wie is de voornaamste werkende Oorzaak en Schepper van het evangelie? ==== Dat is God, Die het gewild heeft Zijn verborgen welbehagen van onze verlossing te openbaren. Daarom wordt het Gods evangelie genoemd.((*Romeinen 1:1)) De tweede oorzaak is het Woord, namelijk de Zoon van God, Die, uit de schoot van de Vader voortkomend, ons dat verkondigd heeft.((*Johannes 1:18)) Hij had Zelf in het paradijs de eerste belofte van het evangelie al gesproken toen Hij zei dat het zaad van de vrouw de kop van de slang zal vermorzelen.((*Genesis 3:15)) ==== 6. Wat is de werkende oorzaak van het evangelie of, anders gezegd, door wie is het evangelie in de wereld geopenbaard? ==== - Een engel van God heeft [tot de herders] gesproken: “Ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here” (Lucas 2:10). - Johannes de Doper heeft de inhoud van het evangelie gepredikt en Christus aangewezen, terwijl hij Hem het Lam Gods noemde, dat wil zeggen: het Verzoeningsoffer dat door God bestemd is om de zonden van de wereld te verzoenen. In dit opzicht is Johannes méér geweest dan de profeten.((*Lucas 7:26)) Maar omdat hij de kracht en de heerlijkheid die ten slotte helder heeft geschenen in de opstanding van Christus, nog niet heeft gepredikt, heeft Christus gezegd dat hij niet met de apostelen is te vergelijken.((*Matteüs 11:11)) Daarmee geeft Hij aan dat de Doper tussen de profeten de apostelen een plaats heeft gehad.((*Johannes 4:23)) - Christus Zelf heeft Zich in het vlees geopenbaard. Hij is het Die in eigenlijke zin het evangelie van het Koninkrijk van God heeft gepredikt, maar Hij deed dit alleen in het land van de Joden. - Ten slotte is het evangelie ook verkondigd door de apostelen, zoals Christus hun dat bevolen had.((*Matteüs 16:15 *Matteüs 28:19)) Dat hebben ze gedaan door hun prediking en hun geschriften. ==== 7. Hebben ook de aartsvaders en de profeten het evangelie niet gepredikt en op schrift gesteld? ==== De verborgenheid van het evangelie is aan de patriarchen vanaf het begin van de wereld geopenbaard, en de profeten hebben daarvan gesproken en erover geschreven. Zie Genesis 3:15, waar we lezen dat het zaad van de vrouw de kop van de slang zal vermorzelen. En in Genesis 12:3 [krijgt Abraham de boodschap]: “Met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.”((*Genesis 18:18 *Genesis 22:17,18 *Genesis 26:3,4 *Genesis 28:14,15)) En vanuit Genesis 49:10 weten we dat Silo – dat is Christus, het zaad van de vrouw, die zonder toedoen van de man is voortgebracht – zal komen als de scepter en de koninklijke waardigheid van het volk Israël zal zijn weggenomen. In Deuteronomium 18:15 spreekt God over de belofte van het evangelie en verklaart Hij die ook.((*Psalm 2:6-8 *Psalm 8:6 *Psalm 45:8 *Psalm 110:1-4)) Jesaja 7:14 zegt: “Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.” Deze is de sterke God met ons, want het Woord is vlees geworden (Johannes 1:14). Heel Jesaja 53 is één prediking van de dood van Christus en van de vruchten die daaruit worden ontvangen. Wat zij verkondigd hebben, zijn echter veel meer evangelische beloften geweest dan het evangelie zelf. Zij hebben geprofeteerd van iets dat nog gebeuren zou, maar ze hebben niet verkondigd dat het al werkelijkheid was geworden. Zie Galaten 3:16, waar staat dat aan Abraham de geloften gedaan zijn.((*Galaten 3:16)) Daarom zegt de apostel Paulus in Romeinen 1:1 dat hij afgezonderd is tot de verkondiging van het evangelie van God – hij moet het dus prediken – dat Hij tevoren door zijn profeten beloofd had in de heilige Schriften. Als iets beloofd is, is het dus nog niet gerealiseerd. In 1 Petrus 1:10 lezen we: “Naar deze zaligheid hebben gezocht en gevorst de profeten, die van de voor u bestemde genade geprofeteerd hebben.” De apostelen hebben de uiteindelijke vervulling van de beloften voor hun prediking overal gepredikt. Daarom noemen ze het soms “hun evangelie”, zoals in Romeinen 2:16, waar staat dat God het in de mensen verborgene oordeelt “volgens mijn evangelie”; en in 2 Korintiërs 4:3 waar staat: “Indien dan nog ons evangelie bedekt is…”, enz. Ze waren evenwel niet de uitdenkers van het evangelie, maar alleen de verkondigers ervan. ==== 8. Is het dan altijd, vanaf het begin van de wereld tot nu toe, hetzelfde evangelie geweest? Anders gevraagd: is de manier om de zaligheid te ontvangen in alle tijden dezelfde geweest? ==== Ja, want in Hebreeën 11:4 wordt gezegd dat Abel door het geloof het getuigenis ontving dat hij rechtvaardig was, en in ~Hebreeën 11:7 staat dat Noach een erfgenaam is geworden van de gerechtigheid, die aan het geloof beantwoordt. Abraham geloofde in de Here, en Hij rekende het hem tot gerechtigheid. ((*Romeinen 4:3)) In Handelingen 10:43 lezen we dat alle profeten van Christus getuigen en dat een ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam. In Hebreeën 13:8 staat dat Jezus Christus gisteren en heden dezelfde is en tot in eeuwigheid. Daarom wordt Hij in Openbaring 13:8 het Lam genoemd dat geslacht is sedert de grondlegging der wereld – nog wel niet wat de daad zelf betreft, maar Hij had daarvoor toen al de kracht en het vermogen. ==== 9. Is er dan geen onderscheid tussen onze leer en de leer van hen die onder de wet geleefd hebben? ==== Er is geen onderscheid voor wat het wezen ervan betreft, maar er is wel enig verschil als het gaat om de manier waarop het evangelie uitgedeeld en aangereikt wordt. Aan de Joden is de leer van de verzoening “vele malen en op vele wijzen” aangeboden,((*Hebreeën 1:1)) en dat houdt ook in dat dit wat duisterder, wat meer incidenteel en ook trapsgewijs gebeurde. Maar hoe dichterbij de dag van Christus kwam, hoe helderder het gebeurde. Maar nú wordt ons de volledige boodschap van het evangelie volkomen helder en duidelijk door de Zoon Zelf voorgehouden. Ook moet gezegd worden dat men in de oudtestamentische tijd maar op een sobere manier van de evangelische leer heeft kunnen proeven, terwijl wij mogen delen in een overvloedig genot ervan. Daarom zegt Christus tegen Zijn discipelen dat wij de Joden ver overtreffen in de mate van de genade: “Uw ogen zijn zalig, omdat zij zien en uw oren, omdat zij horen. Voorwaar, Ik zeg u: Vele profeten en rechtvaardigen hebben begeerd te zien wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien, en te horen wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord” (Matteüs 13:16,17). Ten slotte hebben de oudtestamentische gelovigen geloofd in de Messias Die komen zou, en wij geloven in Hem Die gekomen is. ==== 10. Wat is de stof, het onderwerp waar het evangelie over spreekt? ==== Dat is: Christus is gestorven voor onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardiging.((*Romeinen 4:25)) Het evangelie is van Hem en het verkondigt Hem ook. Het is het evangelie van God “aangaande Zijn Zoon” (Romeinen 1:3). Daarom wordt het ook het evangelie van Jezus Christus genoemd,((*Matteüs 1:1)) “het getuigenis aangaande Christus”((*1 Korintiërs 1:6)) en “het woord des kruises”((*1 Korintiërs 1:18)). En in 1 Korintiërs 1:22-24 lezen we: “De Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, doch wij prediken een gekruisigde Christus (…) de kracht Gods en de wijsheid Gods.” ==== 11. Wat is het subject van het evangelie, of anders gevraagd wie zijn het aan wie dit evangelie toekomt? ==== Christus leert in Markus 16:15: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.” Dat wil zeggen: niet aan ieder mens apart, maar aan alle volken.((*Matteüs 26:13 *Matteüs 28:19 *Lucas 24:47)) Daar wordt te kennen gegeven, zoals Galaten 3:28 het zegt, dat er in het evangelie geen sprake is van Jood of Griek, van slaaf of vrije, en van mannelijk en vrouwelijk. Daarom wordt het volgens Galaten 2:7 in de vorm van beeldspraak ook wel het “evangelie aan de onbesnedenen” genoemd of “het evangelie van de besnijdenis”. Paulus moest dat brengen onder de heidenen en Petrus onder de Joden. Maar de kracht en de actieve werkelijkheid van het evangelie of van de evangelische beloften geldt alleen voor de gelovigen en de uitverkorenen. Dat getuigt Christus ook in Johannes 17:9: “Niet voor de wereld bid Ik U, maar voor hen, die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn van U.” God verkondigt het evangelie echter aan niemand in scherts, omdat het in gebreke blijven bij de verworpenen ligt, die zich ook wel bewust zijn van hun eigen vrijwillige hardnekkigheid. ==== 12. Wat is het doel van het evangelie? ==== Het doel ervan is om ons, die door de wet schuldig verklaard en tot straf veroordeeld zijn, de genade van God en Zijn beloofde barmhartigheid door het geloof in Christus voor ogen te stellen en toe te eigenen. Of anders gezegd: om ons de vergeving van onze zonden en onze rechtvaardiging voor God alleen in Christus en alleen door Gods genade te beloven en toe te zeggen.((*Romeinen 3:23-25 *1 Petrus 1:19)) ==== 13. Wat zijn de gevolgen die het evangelie teweegbrengt? ==== - Het evangelie brengt het geloof voort; daarom wordt het wel “woorden des geloofs” genoemd.((*1 Timoteüs 4:5)) - Het brengt verzoening met God; daarom wordt het “het woord der verzoening” genoemd.((*2 Korintiërs 5:19.)) - Het brengt de Geest met zich mee; daarom wordt het ook “de bediening des Geestes” genoemd,((*2 Korintiërs 3:8)) omdat het de kracht van de Geest met zich meebrengt. - Het doet wedergeboren worden; daarom wordt het “het goede zaad” genoemd. - Het troost en verblijdt het verslagen en verdrukte geweten door de prediking van de vergeving der zonden en alle andere genadeweldaden in Christus; daarom wordt het “het goede Woord Gods” genoemd.((*Hebreeën 6:5)) - Het geneest hen die geestelijk ziek zijn; daarom wordt het “een gezonde prediking” genoemd.((*Titus 2:8)) - Het maakt hen die dood zijn in zonden, weer levend; daarom wordt het “het woord des levens” genoemd.((*Filippenzen 2:16)) - Het stelt het verontruste geweten gerust; daarom wordt het “het evangelie des vredes” genoemd.((*Efeziërs 6:15)) - Het bevestigt het Koninkrijk van God; daarom wordt het “het evangelie van het Koninkrijk Gods” genoemd.((*Marcus 1:14)) - Het is voor de ongelovigen ten dode, maar voor de gelovigen ten leven. Daarom wordt het “een doodslucht ten dode” genoemd, hoewel het dat niet is in zichzelf,((Lat. “sed per accidens”.)) en “een levensgeur ten leven”.((*2 Korintiërs 2:16)) Gregorius van Nyssa vergelijkt het met een zalf die een duif weer sterk maakt maar een kever doodt. - Ten slotte bewaart het evangelie tot het eeuwige leven; daarom wordt het “het evangelie uwer behoudenis” genoemd.((*Efeziërs 1:13)) ==== 14. Maar waar komt de kracht van dit evangelie vandaan? ==== Die komt alleen van God, door de Heilige Geest. Daarom wordt het evangelie een kracht Gods tot zaligheid genoemd, tot behoud voor ieder die gelooft.((*Romeinen 1:16 *1 Korintiërs 1:18)) Het is dus een levend en krachtig werktuig van Gods macht, die hierin tot uiting komt dat de kennis van onze zaligheid in ons wordt gewerkt. Daarom wordt het evangelie de scepter of staf van Gods mogendheid genoemd en ook de arm des Heren.((*Psalm 110:2 *Jesaja 53:1)) Maar in Openbaring 14:6 wordt gesproken over het eeuwige evangelie; dat geldt niet ten aanzien van de verkondiging ervan, want die is begonnen in de tijd van Christus en ze zal een einde hebben met deze wereld. Maar het geldt wel ten aanzien van de werkelijke kracht ervan die vanaf de schepping van de wereld tot in alle eeuwigheid duren zal. ==== 15. Hoeveel delen heeft het evangelie? ==== Twee, de prediking van boete en bekering, en die van de belofte van de rechtvaardiging of de vergeving der zonden.((*Lucas 24:47)) ==== 16. De bekering prediken – behoort dat tot het terrein van de wet of van het evangelie? ==== Als u de naam “bekering” niet opvat als //metameleian//, dat is verslagen of verbroken van hart zijn, maar als //metanoia//, dat is een zalige terugkeer tot God door het geloof – dan behoort het tot het terrein van het evangelie en niet van de wet. Het algemeen gehanteerde woord “evangelie” moet dan wel gebruikt worden voor alles wat de dienst van het Nieuwe Testament aangeeft. - Het woord “bekering” past bij hen die gedrongen worden tot boetvaardigheid. Aan hen mag ook de genade worden aangeboden en opgedragen, maar dat ligt dan wel op het terrein van het evangelie. Daarom wil Christus dat de bekering in Zijn Naam gepredikt wordt.((*Lucas 24:47)) - De doop is een zichtbare prediking en een teken van de boetvaardigheid;((*Romeinen 6:3)) deze bestaat uit de doding van de zonde en de opwekking van de nieuwe mens. Daardoor is de doop geen sacrament van de wet, maar van het evangelie.((*Marcus 16:16)) - Er kan nooit van ware bekering sprake zijn zonder wedergeboorte; en niemand wordt door de Heilige Geest – Die inwendig door het geloof werkzaam is – wedergeboren dan alleen door het evangelie.((*1 Petrus 1:23)) - Het geloof en de bekering vormen samen een band die nooit ontbonden kan worden. Maar het geloof wordt door het evangelie verkondigd en daardoor als een middel ingestort en in ons hart door de Heilige Geest “ingeboren”((*Johannes 17:20)); en dat geldt dus ook voor de bekering. - De wet werkt de dood.((*2 Korintiërs 7:10)) Zij werkt dus niet de droefheid die ‘naar God’ is en dus ook niet de bekering. - De bekering en de vergeving van de zonden zijn eveneens door een onverbreekbare band met elkaar verbonden.((*Lucas 24:47)) - Wat Lucas in hoofdstuk ~Lucas 9:6 “evangeliseren” noemt, noemt Markus als hij over dezelfde dingen schrijft “prediken” als hij de mensen oproept zich te bekeren. Daarmee wordt ons voorgehouden dat het evangelie een prediking is van bekering en vergeving van de zonden in de Naam van Christus. We erkennen wel dat de wet een voorbereiding tot de bekering is, en dat ze de zonden die haar bekend zijn, voor ons blootlegt.((*Romeinen 3:20)) Maar alleen het evangelie nodigt ons tot de ware en zalige bekering van onze zonden. ==== 17. Wat is in strijd met deze leer? ==== - De verkeerde uitleg van wat Augustinus zegt in zijn geschrift over het geloof en de goede werken,((De fide et operibus.)) dat de eigenlijke leer van het evangelie niet alleen over het geloof gaat, maar ook over de levenswandel van de gelovigen. En van wat Hieronymus zegt in zijn voorrede op Marcus, dat het evangelie de volgende vier eigenschappen heeft: - wetten die gebieden van het kwade te wijken; - geboden die gebieden het goede te doen; - getuigenissen die laten zien wat men over Christus zal geloven; - getuigenissen van voorbeelden die op volkomenheid wijzen, zoals: “Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben”.((*Matteüs 11:29)) - De lastering van goddeloze mensen, die het evangelie een “stokebrand” noemen, een bron van allerlei getwist en opstand, en een zee vol kwaad.