====== Het lijden en de dood van Christus ====== ==== 1. Wat verstaan we onder 'het lijden van Christus'? ==== - Als een synecdoche alles dat Christus vanaf Zijn ontvangenis en geboorte - zoals dat hij meteen na Zijn geboorte in een kribbe moest liggen omdat er geen plaats voor Zijn moeder in de herberg was,((*Lucas 2:7)) en dat Hij op de achtste dag na Zijn geboorte Zijn bloed vergoot bij Zijn besnijdenis((*Lucas 2:21)) - en daarna heeft geleden, tot de tijd toe dat Hij een offer voor ons op het altaar van het kruis geworden is. Maar met name wel al de soorten van ongeluk en gruwelijke straffen die Hij voor de rechter Pilatus geleden heeft. - De kruisen of ellendigheden van het geestelijk Lichaam van Christus, dat de gemeente is, of door Zijn leden worden genoemd het lijden des Heeren dat hier moet volbracht worden zolang als alle lidmaten, een ieder op zijn wijze en mate, Christus het Hoofd gelijkvorming gemaakt worden. Daarom zegt de apostel in Kolossenzen 1:24: "...". Dat is tot vertroosting van de gemeente. Paus Leo I heeft geschreven: "De rechtvaardigen hebben geen kronen gegeven, maar ontvangen; en uit de vroomheid van de gelovigen zijn voorbeelden van lijdzaamheid, en niet gaven der rechtvaardigheid voortgekomen." - In ruimere zin wordt erbij inbegrepen de geschiedenis die ons het lijden van Christus beschrijft. ==== 2. Wat is het lijden des Heeren? ==== Het is een deel van de gehoorzaamheid van Christus, waardoor Hij die onschuldig was een offer voor de schuldigen is geworden. Anders gezegd is het een verzoeningsoffer, waardoor de Zoon van God die mens is geworden zichzelf aan de Vader geofferd heeft, opdat Hij voor allen die in Hem geloven de eeuwige rechtvaardigmaking, heiligmaking, verlossing van de zonde en de eeuwige dood verdiend heeft en daarmee het eeuwige leven. Dit is zoals Christus uitlegt in Johannes 17:19: "Ik heilig Mijzelf voor haar", dat is: Ik offer Mijzelf de Vader op tot een heilig offer en zoenoffer, opdat zij (degenen die Hem gegeven zijn) ook zelf waarlijk in eeuwigheid geheiligd zijn. ==== 3. Welke zijn de werkende oorzaken van het lijden van Christus? ==== Er zijn drie werkende oorzaken te noemen: God, de satan en de mensen, die op verschillende manieren oorzaak zijn. - Allereerst is daar Gods absolute volkomen en opperste wil, dat is Gods ordinantie of beschikking, waardoor Hij dit werk van eeuwigheid besteld heeft, om Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid te laten zien aan de mensen. - De uitwendige aandringende oorzaak is de ellendigheid van het menselijke geslacht en de tirannie van de duivel over dit menselijke geslacht. - De inwendig aandringende oorzaak is geweest de onuitsprekelijke liefde van God de Vader tot Zijn schepsel zoals gezegd wordt in Johannes 3:16: "...". - De vrijwillige en vanzelf gehoorzamende mede-oorzaak is de Zoon van God geweest die, zoals Paulus zegt in Filippenzen 2:7: "". Want Hij heeft Zich vrijwillig en met voorbedachte rade overgegeven in de handen van Zijn vijanden naar de voorzegging uit Jesaja 53:7: "...", en Hebreeën 10:4 uit Psalm 40:7-9: "...". \\ De satan is ook de voornaamste oorzaak van het lijden van Christus, want hij heeft het zaad van de vrouw door een dodelijke haat vervolgd. Toen hij niet anders meer kon heeft hij het in de verzenen gebeten zoals voorzegd is in Genesis 3:15.((*Genesis 3:15)) Alle mensen zijn oorzaak van de dood van Christus en moet ook aan hen verweten worden om de schuld en de zonde omdat ze alle, tot de laatste toe, mede verstikt zitten in de zonde. - De instrumentele of mede-werkende oorzaak van de dood van Christus zijn geweest de satan, Judas en de priesters die Judas de dertig zilverlingen gaven. En ook Annas, Kajafas, Pilatus, het volk dat riep "kruisig Hem, kruisig Hem" (Johannes 19:6). En de Romeinse soldaten en de beulen, welke kwaadaardige werktuigen God nochtans gebruikt heeft waardoor het allerheiligste werk, namelijk de verlossing van het menselijke geslacht, is teweeg gebracht. Maar de eerloze werktuigen die niet uit dwang , maar uit zichzelf tegen hun geweten in zondigden (want niemand heeft een goedwillend mens kunnen verraden, veroordelen en ombrengen, dan die zelf een gewetenloze boef was) heeft Hij rechtvaardig gestraft. ==== 4. Wat is het onderwerp van dit lijden? ==== Onze Heere zelf, Gods Zoon, die Mens is geworden. //Betreft het lijden de persoon of de ene natuur of de andere natuur alleen?// \\ Het lijden betreft de Persoon, want de Persoon die geleden heeft is God en Mens, al heeft Hij niet geleden naar Zijn godheid, want het is onmogelijk dat het Onveranderlijke zou lijden en het Onsterfelijke zou sterven. Maar het lijden vond plaats in Zijn aangenomen menselijke natuur, die lijden kon. Daarom zegt Paulus ten aanzien van de Persoon in Handelingen 20:28: "...". Maar ten aanzien van de menselijke natuur betuigt de apostel in 1 Petrus 4:1: "...", en hij zegt in Hebreeën 2:14: "...". Hoewel het lijden en de dood dus eigenlijk het vlees naar Zijn natuur aangaat, betreft het toch het Woord naar Zijn Persoon, want het Woord en het vlees zijn één en dezelfde Persoon. ==== 5. Welk is de formele of gedaantelijke oorzaak geweest? ==== Het lijden zelf, zowel naar de ziel als naar het lichaam, en dat in zekere trappen en onderdelen, zoals door de evangelisten beschreven is. ==== 6. Wat is het lijden van de ziel geweest? ==== De inwendige smart, pijn en kwelling van het gemoed, dat Christus voornamelijk gevoeld heeft na de bediening van het Avondmaal, en dat met trappen toeneemt. - Eerst voelt Hij in de Hof van Getsemané de gramschap van God, ontstoken tegen onze zonden, en roept Hij vanwege de overgrote benauwdheid in Zijn gemoed in Matteüs 26:38: "...", waaronder Hij overeenkomstig de Hebreeuwse uitdrukking Gods gramschap verstaat en de straf voor onze zonden. In Matteüs 14:36 voegt Hij er deze voorwaarde aan toe: "...", waardoor Hij te kennen geeft, niet een tegenstrijdigheid van wil, maar een verscheidenheid die in zichzelf niet verkeerd is, als de wil van de mens maar aan Gods wil onderworpen is. - Het lijden wordt zo groot, dat Hij vanwege de bitterheid druppels bloed zweet.((*Lucas 22:44)) Ten laatste roept Hij uit aan het kruis, door deze pijnen als verdrukt en als door God verlaten: "..." (Matteüs 27:46). Niet alsof God de mens verlaten had, maar, zoals Bernardus zegt, "omdat het een verlating is daar in zodanige nood geen betoning van vermogen of kracht is gegeven, noch enig bewijs van majesteit of heerlijkheid". Welke klacht niet geweest is van iemand die wanhoopt of wantrouwt - immers noemt hij God Zijn God - maar van iemand die met een verschrikkelijke verzoeking worstelt en strijdt. \\ Daarom zegt David, wanneer hij spreekt over Christus in Psalm 18:5,6: "Banden van de hel hebben mij omvangen." Dat wil zeggen: ik lijdt verschrikkelijke pijnen, die zodanig zijn, dat indien het zo was dat een engel, ja, alle engelen deze pijnen moesten verdragen, zij tot niets en geheel onderdrukt zouden worden. Er wordt gezegd in Hebreeën 5:7: "...". Dat is van de angst en verbaasdheid, bedenkende het strenge oordeel van de toorn van God. ==== 7. Maar wat is de oorzaak van zulke grote benauwdheden die Christus in Zijn ziel geleden heeft? ==== Daarvan zijn vele oorzaken te noemen: - De overdenkingen van de tirannie van de zonden, de dood en de satan die over het menselijke geslacht woedt en raast. - De overlegging van de schrikkelijke, schandelijke en vervloekte straf die Hij voorzag in Zijn allerheiligste Lichaam te zullen lijden en om de smadelijkheden die men Hem zou aandoen. - De overdenking van de ondankbaarheid van het merendeel van de wereld. - Voornamelijk het gevoel van de verschrikkelijke toorn van God die Hij om onze zonden wil geleden heeft; welke zonden Hij op Zich genomen had om te verzoenen. Daarom wordt HIj in Johannes 1:29 genoemd: "het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt" of draagt. ==== 8. Wat is het lijden van het lichaam geweest? ==== Dat uiterlijke lijden, behalve die pijnen en smarten die Hij in de ziel geleden heeft, hetwelk onderscheiden kan worden naar de verschillende plaatsen waar Hij op onderscheiden manieren benauwd is geworden: Als daar zijn de hof van Getsemané, het huis van Kajafas of de vergadering van de priesters, het raadhuis en het gerechtsgebouw, de plaats buiten de stad waar de moordenaars gewoonlijk gestraft werden. ==== 9. Wat heeft Hij in de Hof van Getsemané geleden? ==== - Hij is met een kus van Zijn discipel verraden en overgeleverd. - Van de krijgsknechten gevangen en gebonden zijnde is Hij als een dief en moordenaar weg geleid opdat Hij ons verloste van de banden van de zonden en de duivel. - Hij is door al Zijn discipelen verlaten omdat wij de eer van onze verlossing en zaligheid niet op enigerlei wijze aan hen konden toeschrijven. ==== 10. Maar waarom heeft Christus als de tweede Adam zich in de Hof van Getsemané laten gevangen nemen? ==== Opdat Hij de zonde die de eerste Adam in de Hof van het Paradijs begaan had kon uitwissen. ==== 11. Wat lijdt Hij in Kajafas' huis en in de vergadering van de priesters? ==== - Hij wordt gesteld voor de kerkelijke raad: want Hij moest n iet in een oploop gedood worden mat door de Raad om onzentwille verschijnen. Wij die onderworpen waren aan de veroordeling door de eeuwige Rechter en de verdienden om voor onze misdaden eeuwiglijk verdoemt te worden. - Hij wordt bespot. - Hij wordt met valse getuigenissen en scheldwoorden door de bestuurders van de tempel en van de dienst van God verdrukt. - Hij wordt gedwongen voor de levende God dat Hij zou zeggen dat Hij Christus de Zoon van God was. - Als Hij de waarheid bekend heeft wordt Hij terstond voor godslastering ter dood veroordeelt: want Hij heeft de scbuld moeten dragen van de misdaad dat de eerste Adam Gode gelijk heeft willen zijn. - Er wordt Hem een kinnebakslag gegeven door de dienstknecht van de overpriester. - Hij wordt in het aangezicht gespogen. - Ten laatste wordt Hij met vuisten geslagen opdat Hij de schande van de zonde van ons zou weren. - Hij wordt geslagen met bedekt gezicht en gevraagd te raden wie Hem sloeg. Ook wordt Hij door de dienstknechten met stokken geslagen. De smaadheden hebben wij verdient maar heeft Hij geleden, opdat Hij ons daarmee van alle smaad zou verlossen. Wij, die het beeld van God dat wij hadden verloren hebben en daarmee geen vrije toegang meer hebben tot Gods aangezicht. - Ten laatste lijdt Hij onder de schandelijke verloochening van Zijn discipel opdat Hij daarmee zou boeten voor de schuld van Adams afval van God. ==== 12. Wat heeft Hij geleden in het raadhuis? ==== - Hij wordt gesteld voor Pontius Pilatus, de Romeinse stadhouder, opdat daar mocht blijken dat Christus ook leed onder de wetgevende macht zoals voorzegd in Genesis 49:10. De koninklijke scepter was weggenomen van het huis van Juda en derhalve had men geen andere Messias te verwachten (daarvoor in de plaats de Romeinse machthebber???). Christus is als onschuldig door de aardse rechter voor ons veroordeeld is opdat wij zouden weten hierdoor de verdoemenis van hemelse Rechter zijn ontkomen. - Daar wordt Hij valselijk van drie misdaden beschuldigd. Van opruiïng van het volk, van oproer en van een poging een koninkrijk te vestigen en het volk opzet om aan de keizer geen schatting meer te betalen. Maar ook dat Hij gezegd zou hebben dat Christus de koning is. Daarom is Hij beschuldigd van //crimen laesae maiestatis//, dat wil zeggen te zondigen tegen de koninklijke majesteit zowel voor de kerkelijke raad als de burgerlijke rechtbank. Inzake de Goddelijke Majesteit voor de kerkelijke raad en hier in het rechthuis van de menselijke majesteit zodat beiden Hem kunnen beschuldigen van //crimen laesae maiestatis.// Wij allen hebben die overtreding in Adam begaan maar Hij nam dit op Zich dat Hij in vernedering en gehoorzaamheid verzoend heeft. Hij verdedigd Zich ook niet zoals Hij dat wel had kunnen doen, maar Hij zwijgt en doet Zijn mond niet open zoals een lam voor zijn scheerders (Jesaja 53:7). Dit opdat wij niet zouden verloren gaan als Hij zou zijn vrijgesproken; en opdat wij door zijn stilzwijgen overvloedig stof hebben om God te danken en Hem aan te roepen. - In het rechthuis wordt Hij onschuldig verklaard omdat Hij in zichzelf zuiver was en niet om Zijn schuld. Hij is om de schuld van een ander beschuldigd en de rechter probeert Hem los te laten. Hij wordt gegeseld om mogelijk de kwade harten van de joden tevreden te stellen. Maar tevergeefs: Hij wordt in vergelijking gesteld met Bar-Abbas, een oproermaker en moordenaar en minder geacht dan deze. Er wordt met veel rumoer en opstand door het volk geëist dat Hij gekruisigd zou worden opdat Hij de eer van de heilige engelen zou verwerven als de waardigheid van de kinderen Gods. - Hij wordt als een misdadiger die de dood verdiend heeft door de rechter die in de vierschaar die de keizer en uit naam van het gehele Romeinse Rijk veroordeeld omdat hij Hem als een borgtocht voor ons, die de eeuwige dood schuldig waren, voor de eeuwige Rechter gesteld heeft. - Nu veroordeeld zijnde, als iemand die buiten het recht staat, wordt Hij door de krijgsknechten bespot. tot meerdere vernedering wordt Hem een krijgmantel of purperen kleed omgehangen; zetten zij Hem een doornenkroon op het hoofd en geven Hem in plaats van een scepter een rietstaf in Zijn rechterhand om een te meer te laten zien hoe ellendig, jammerlijk, belachelijk en broos Zijn Koninkrijk was bespottende Hem door voor Hem te knielen en te zeggen: Wees gegroet Gij koning de joden. Zij spugen Hem werderom in het gezicht, geven Hem slagen in het gezicht en slaan met stokken op zijn heilig hoofd. Al deze dingen heeft Christus ten onrechte geleden wanneer men Zijn Persoon als mens aanziet. Maar het is terecht als men de Persoon aanziet die de menselijke gedaante aangenomen heeft zoals wij: want de Heer (zegt Jesaja 53:6) heeft onze ongerechtigheid op Zich genomen. Hij heeft door die vernederingen geleden zoals wij dat verdiend hadden maar ook opdat hij ons van zulke vernederingen zou bevrijden. ==== 13. Wat heeft Hij buiten het rechthuis geleden? ==== - Het purperen kleed wordt Hem weer afgenomen en Hij wordt buiten Jeruzalem gebracht, zijn kruis waaraan Hij genageld zou worden dragend. Het verbeeld de daad die in Izak gesymboliseerd was: want gelijkerwijs de lichamen van de dieren waarop de zonden van het volk gelegd waren (en daarom vervloekt waren en niet meer door de priesters gegeten mochten worden), buiten het kamp van de Israëlieten verbrand werden; evenzo bracht Christus onze zonden en verdiende verdoemenis (met het kruis als teken van deze verdoemenis en vervloekte offerande) buiten Jeruzalem. Hij, het gezelschap van ons mensen onwaardig geworden zijnde, bracht dit buiten Jeruzalem. Christus, die in Zichzelf rein en onschuldig was, opdat Hij alleen bekend zou worden als de offerande te zijn waardoor de zonde van de wereld verzoend wordt. \\ Want dat ene Simon van Cyrene gedwongen werd om de last van het kruis van Christus te dragen omdat Hij door vermoeidheid en verdriet onder de last bezweek, dat geeft ons te verstaan de grote haat en wreedheid van de joden. Maar ook de gemeenschap van Christenen die lijdt, evenals Zijn heilige martelaren of getuigen die nochtans tot de verzoening niet een tittel kunnen bijdragen. - Hij wordt geleid naar de plaats die Hoofdschedelplaats wordt genoemd, in het Hebreeuws Golgotha, waar oproermakers, moordenaars en andere misdadigers smadelijk gestraft werden. Hij zou hiermee gezien worden als veracht en de onwaardigste onder de mensen zoals dat wordt gezegd in Jesaja 53:3 - Hij wordt gekruisigd: Tot die tijd was er geen wredere en smadelijker straf als deze zoals men kan afleiden uit Psalm 22:17. En uit de woorden van Thomas van Aquino. Naar Johannes 20:25 worden ze met geweld op het kruis uitgestrekt en met nagels door de handen en de voeten daar aan gehecht. Daarna worden zij overeind gezet waarna zij hun leven eindigen onder verschrikkelijke pijnen van alle zenuwen en aderen over het gehele lichaam. De kruisdood is zeer gruwelijk geweest en van God zelf vervloekt. Gods Zoon heeft Zelf aan deze vervloeking onderworpen willen zijn om ons van de verdiende vervloeking te verlossen en dat daardoor ook zou blijken dat de zonde om welke God gewild heeft dat Zijn Zoon deze straf zou lijden zeer gruwelijk is: en opdat gelijk de dood door het hout in de wereld gekomen is zo ook door het hout uit de wereld zou weggenomen worden. \\ Ten laatste omdat de waarheid met het voorbeeld overeen zou komen: want gelijk de offerande op het altaar opgeheven en opgeofferd werd, alzo is Christus van de aarde opgeheven, gehangen, en gedood aan het kruis omdat Hij de machten van lucht moest overwinnen.((*Efeziërs 2:2 *Johannes 3:14)) - Hij hangt tussen twee moordenaars als een overste van de moordenaars opdat de Schrift vervult zou worden naar *Jesaja 53:12 en opdat Hij de zware boete die wij verdient hebben en ons in het Rijk van Zijn Vader gelijk als de engelen zou maken. Met welke verdienste Hij, door de straf die Hij droeg, ook alle alle andere straffen die Hij droeg Zelf de kwaaddoeners geheiligd heeft opdat niemand zou denken dat dit oneerlijkheid geeft bij degenen door in Hem geloven bij God en tot enig nadeel zij en de zaligheid van mensen verhindere. (??? vrije uitleg laatste alinea!!) - Hij is gekruisigd met uitgestrekte handen omdat Hij met de ene hand de Joden en met de andere hand de heidenen tot Hem zou nodigen en al Zijn verdiensten aanbieden en als één die als Rechter van alles wezen zal die sommigen zal zetten tot Zijn rechterhand en sommigen tot Zijn linkerhand. - Hij hangt drie hele uren leven aan het kruis, namelijk van de zevende tot negende ure, dat is van de middagse twaalf uur tot drie uur in de namiddag. Welke overgrote versmaadheid van Christus het loon is van onze opgeblazenheid en tegelijk onze grote heerlijkheid, prijs en waardigheid voor God omdat onze ongerechtigheid verdwenen is. Daarom zegt Paulus in Galaten 6:14 ??? - Hij hangt ook naakt opdat Hij betaalde voor de zonden van onze voorouders Adam en Eva die naakt waren door hun onschuld. Zo heeft Hij ons met Zijn onschuld , heerlijkheid en onsterfelijkheid gekleed en met Zijn armoede rijk gemaakt opdat de tweede Mens zodanig in het paradijs zou ingaan als de eerste mens in het paradijs gewoond heeft. zijn kleding wordt ook door het lot van het oneerlijk dobbelen verdeeld zoals voorzegd was in Psalm 22:19 opdat wij zouden gelovendoor de uitkomst van deze dingen dat Hij degene was die komen zou. - Hij dorstte lichamelijk door de bitterheid van de pijn en door het gevoel van Gods gramschap; en geestelijk door de brandende lust van onze zaligheid. - In plaats van een wijn die men tot versterking of verkwikking placht te geven aan degenen die ter dood veroordeeld zijn wordt Hij gelaafd met een bittere drank: gal en edik samengemengd opdat vervuld zou worden hetgeen lang tevoren door David werd gezegd in Psalm 69:22 voorzegd was. Opdat ook de tweede Adam de schuld zou dragen van de zoete drank die de eerste Adam uit de verboden vrucht gezogen heeft. ==== 14. Op welke tijd is Hij gekruisigd? ==== Op het feest van het Pascha om daarmee te tonen dat Hij het ware Paaslam is dat voor de zonden van de wereld geslacht is. ==== 15. Is de Godheid van ziel en lichaam gescheiden geweest, gelijk de ziel van Christus drie dagen van het lichaam van Christus is gescheiden geweest, of is de Godheid samen gevoegd geweest met de ziel en van het lichaam gescheiden? ==== Het één noch het ander zegt Damascenus: want de godheid is onafscheidelijk van beiden gebleven, en hetgeen het Woord eens aangenomen heeft dat heeft Het daarna nimmer meer verlaten. ==== 16. Maar hoe heeft het kunnen gebeuren dat de Goddelijke natuur verenigd is gebleven met de ziel die in het paradijs en met het lichaam dat op aarde was? ==== Omdat de Goddelijke natuur van de Zoon oneindig en tegelijk overalomtegenwoordig is, daarom is zij met beide tegelijk geheel en ondeelbaar verenigd gebleven. Dat wil zeggen zowel met de ziel van Christus die in het paradijs was als met Zijn lichaam dat dood in de aarde lag. Men kan ook niet zeggen (aangezien de Goddelijke natuur éénvoudig en daarom ondeelbaar was) dat God een deel van Zijn Wezen in de hemel en een deel op de aarde heeft, maar Hij is geheel in de hemel en geheel op de aarde, niet op verschillende opeenvolgende tijden maar tegelijk op één tijd zoals geen geschapen mens dat kan doen. Hieruit volgt de uitspraak van Augustinus: het is een eigenschap van de gehele Drie-eenheid, dat zij één is. Niet gedeeld zijnde door enige afstand of tussenkomend begrip van plaatsen. ==== 17. Is Christus toen Hij gestorven was een waarachtig mens geweest? ==== Jazeker, want alhoewel ziel en lichaam gescheiden waren en er dus sprake was van een echte dood, zo kwamen zij nochtans door de band van de personele vereniging weer tezamen als een derde in die voege dat ons leven in Christus ook dood zijnde verborgen en weg geleid was. Anderen antwoorden dat Christus in die drie dagen een Mens geweest is in zoverre het de materie aangaat want de ziel en het lichaam waren inderdaad: maar dat zij in de verrijzenis (als de ziel wederom in het lichaam teruggekeerd was) zoveel de verschijning aangaat een mens geweest is. ==== 18. Wie is er dan gestorven, en welk zijn de bijvoegsels van Zijn dood? ==== De Zoon van God tot gewag van Wiens dood de gehele natuur schrikt en ontzet doet zijn: Want als Hij drie uren voor Zijn dood aan het kruis hing, zo heeft de Zoon tegen de loop van de natuur de gang van de zon anders laten lopen, dit duurde van de zesde tot de negende ure. Waar uit duisternissen zijn gekomen over de gehele aardbodem (Matteüs 27:45). Dit is over de gehele aarde volgens de uitleg van Tertullianus of (zoals anderen dit verklaren) over het joodse land om de Joden hun totale blindheid te verkondigen. Toen de Heere stierf is het voorhangsel van de tempel gescheurd opdat wij zouden weten dat onze weg naar de hemel door Zijn verdienste geëffend is en open ligt. De ceremonieën van de wet zijn afgeschaft. De aarde heeft bewogen, de stenen zijn gebroken en de graven zijn geopend uit welke enige heilige personen zijn opgestaan en Jeruzalem binnen gegaan. Door deze tekenen worden de onwaardigheid van de misdaad die zij tegen de Zone Gods begaan hebben, de wreedheid van de goddelozen en de kracht van de dood van Christus te kennen gegeven. Het effect van het volbrachte werk van deze dingen is ook geweest dat er veel van de vijanden van Christus bekeert zij zodat zij zeggen in Matteüs 27:54. Of ook Lucas 23:48. ==== 19. Wat is het slot van de dood en het lijden van Christus? ==== Het grootse einde is Gods heerlijkmaking vanwege Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid; maar het meest belangrijk de verlossing van het menselijk geslacht en de eeuwige zaligheid *Johannes 3:14. En Romeinen 4:25, Hij is overgeleverd om onze zonden, namelijk om die te verzoenen. ==== 20. Voor welke personen is de dood en het lijden van Christus nuttig en bevorderlijk? ==== Alhoewel het een genoegdoenende betaling of rantsoen geld voor de zonden van alle mensen had kunnen zijn, zo is Hij nochtans dadelijk en krachtig gestorven voor Zijn uitverkorenen die Hem aannemen en in Hem geloven.((*Matteüs 1:21 *Johannes 10:15)). En Johannes 17:19: Voor hen (die geloven en die de Vader Mij gegeven heeft) heilig Ik mijzelf. Anders zou moeten volgen dat Christus tevergeefs en zonder vrucht en nuttigheid voor velen gestorven is en dat de kracht van de dood van Christus door de mensen kon worden teniet gedaan. ==== 21. Vanwaar komt de waardigheid en de kracht van de dood van Christus? ==== Van de waardigheid van de Persoon: want daarom is het lijden en de dood van Christus volkomen en voor God aangenaam. 1. Omdat het een vrijwillige gehoorzaamheid van de Zoon geweest is waarmee Hij het gebod van Zijn Vader nagekomen is.((*Filippenzen 2:8)) 2. Omdat het is van een oneindige verdienste, namelijk van een zodanig Mens die God is. ==== 22. Valt deze gehoorzaamheid te rijmen met het gebed dat Christus driemaal herhaald heeft in de Hof van Gethsemané: "Vader, indien mogelijk laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan! doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt" (Matteüs 26:39)? ==== Zeer zeker, te weten naar verschillende beginselen en na verschillende aspecten of aanzien (???): want dat Christus niet gewild heeft dat is voortgekomen uit zwakheid van het vlees, hetwelk de dood als een vijand van de menselijke natuur natuurlijk en zonder zonde vreest en ontstelt. Maar dat Hij gewild heeft dat is uit de kracht van Zijn geest omdat de gehoorzaamheid noodzakelijk was tot de zaligheid van het menselijk geslacht naar hetgeen Christus daarvan zegt in Matteüs 26:41. Ja, Christus' gehoorzaamheid blijkt daar in nog duidelijker dat hoewel het vlees begeerde dat deze dingen anders zouden verlopen, Hij zich eenvoudigweg aan de wil van zijn Vader onderwerpt. ==== 23. Wat zijn de gevolgen of vruchten van het lijden van de Heere? ==== - Volkomen voldoening voor de zonden, want het handschrift dat door de Wet tegen ons was, is uit ons midden weg genomen en aan het kruis gehecht (Kolossenzen 2:14) opdat de gedachtenis aan onze zonden door het bloed van Christus uitgewist werden om nimmermeer voor het aanschijn van God te komen. - De toorn van God is gestild en met de mens verzoend. - De duivel is overwonnen. - De dood is verslonden en haar vrees weg genomenzodat de gelovigeneen doorgang tot het eeuwige leven krijgen. - De mens is van de zonden vrij gesproken en gerechtvaardigd. - De scheidmuur tussen de joden en de heidenen is verbroken. - Alle dingen in de hemel en op de aarde, dat is: alle gelovigen, het Oude en Nieuwe Testament zijn dat enige Hoofd Christus onderworpen en voor een verzameling weder gebracht tot een Hoofd waarvan zij afgevallen waren en nu in één lichaam bijeen gebracht.((*Psalm 2:8 *Efeziërs 1:10,22 *Kolossenzen 1:20)) - De voorzeggingen zijn vervuld en de waarheid is in overeenstemming gemaakt met de afschaduwing van Izak en Simson, de koperen slang, de offeranden en alle andere voorbeelden. - De doding van ons vlees.((*1 Petrus 2:24 *Romeinen 6:6)) - Opdat ik het zou verstaan dat voor ons de vergeving van de zonden uit genade is verworven, de reiniging van de smetten van de zielen en het eeuwige leven. //Hoe is de dood van Christus heilzaam te overdenken?// - Als wij overleggen hoe groot de gramschap van God over de zonde is geweest die op geen andere manier gestild kon worden. - Als wij Gods grote barmhartigheid proberen te begrijpen Die gewild heeft dat Zijn Zoon de smadelijke dood zou lijden om het menselijke geslacht dat door Hem geschapen is niet te hoeven verderven. - De uiterste verootmoediging van de eeuwige Zoon van God, Heer van alle dingen, die meer dan alle schepselen is verworpen geweest; met welke ootmoedigheid Hij Zijn liefde tot het menselijk geslacht betuigd heeft om het te verlossen door zoveel te lijden. - De doortraptheid van de zonde zoals die blijkt uit de wijze waarop Christus is gedood. - Het lot van de vromen in deze wereld hetwelk tot doel heeft de gelijkmaking met hun Hoofd: Christus. Welke dinge alles bij elkaar in ons een haat tegen de zonde moeten voortbrengen en ons opwekken tot een oprecht leven in Christus en tot een vast vertrouwen in de zaligheid en geduld in tegenspoed. De uitspraak van Augustinus is treffend: "Aanschouwt de wonden van Degene Die hangt; het bloed van Degene Die sterft; die verdienste van Degene Die die u verlost; Zijn lichaam hangt aan het kruis genageld om u te kussen, Zijn armen zijn uitgestrekt om u te omhelzen, Zijn gehele lichaam is getoond om u te verlossen. Bedenkt hoe grote weldaden dit zijn, hangt dit als een ketting om uw hart opdat Hij u geheel in het hart ingeprent wordt, Die voor u aan het kruis genageld is." ==== 24. Hoe wordt het lijden van Christus ons toegeëigend? ==== Door het Woord, het geloof en de sacramenten. Want door het Woord wordt het ons als met de hand van God aangeboden; door het geloof als door de hand van een mens aangenomen en door de sacramenten wordt het verzegeld. ==== 25. Welke dingen strijden tegen de offerande en het lijden van Christus? ==== - De godslastering van de Marcionisten en Manicheeën die leerden dat Christus niet waarachtig maar in de beleving van mensen geleden heeft. - De godslastering van de papisten die zeggen dat Christus nog dagelijks in de missen van de priester door de Vader wezenlijk voor de levenden en de doden opgeofferd wordt, hetgeen strijdt met Hebreeën 10:10.((*Hebreeën 10:10)) - De rechtvaardigheid uit de werken, de aflaat, de aanroeping van de heiligen, het verzinsel van het vagevuur en al hetgeen dat de mensen tot genoegdoening voor de zonden menen te kunnen verrichten.