====== De engelen ====== ==== 1. Wat betekent het woord 'engel'? ==== Het woord 'engel' duidt op een ambt, en komt van het Griekse woord //angellein// (zenden). Het betekent een bode, ambassadeur, gezant, of een gezondene. Dit woord wordt toegeschreven: - in het bijzonder aan Gods Zoon, die door de Vader in de wereld gezonden is, om als mens en slachtoffer het menselijk geslacht te verlossen. In Genesis 48:16 heet hij "de Engel, die mij verlost heeft uit alle nood". Hij is de eeuwige Engel, die de leidsman van de Israëlieten geweest is, en soms de Engel van de HEERE of ook zelf Heere genoemd wordt.((*Exodus 14:19 *Exodus 33:20 *1 Korintiërs 10:9)) Hij wordt ook genoemd: de Engel van het verbond, of van het Testament.((*Maleachi 3:1)) - aan Johannes de doper in Maleachi 3:1. "Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen." - aan de voorgangers van de gemeenten in Maleachi 2:7: "Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de wet, want een bode van de Here der heerscharen is hij". - aan de dienstbare geesten waarvan gesproken wordt in Psalm 104:4: "Hij maakt de winden tot zijn boden, laaiend vuur tot zijn dienaren". In deze vier betekenissen gebruiken wij het woord 'engel'. Eerst zullen we spreken over de goede engelen en vervolgens over de kwade engelen. ==== 2. Waar komen de engelen vandaan? ==== Ze komen bij God vandaan, die ze uit niet geschapen heeft, en dat door Christus, zoals blijkt uit Kolossenzen 1:16: "want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen". ==== 3. Zijn de engelen van enige stof of materie? ==== Zij zijn inderdaad niet geheel zonder materie, zoals ook de zielen van de mensen. Want God is alleen //aulos//, immaterieel, zonder materie. Niets is geschapen dat niet is samengesteld, hetzij natuurlijk van gedaante, door vermenging van materie, hetzij bovennatuurlijk van wezen, daad en macht. Omdat de engelen echter niet bestaan uit een stoffelijke en zichtbare materie, maar veeleer uit een geheel geestelijke materie, en (zoals ze op de universiteiten zeggen) uit te mogen zijn of worden in de daad, daarom worden ze immaterieel genoemd. God echter is alleen energie of een zuivere daad, zoals de beroemde Aristoteles gezegd heeft in boek 2 van zijn Metafysica, hoofdstuk 7. ==== 4. Maar wanneer zijn de engelen geschapen? ==== Niet van eeuwigheid: want alleen de Zoon van God is er van eeuwigheid geweest. Hieruit volgt dat de engelen zijn geschapen in het begin van alle dingen. Op welke dag dat is geweest, kunnen we niet precies zeggen, hoewel uit de boeken van Mozes opgemaakt kan worden dat ze op de eerste dag geschapen zijn; op de dag waarop de hemel geschapen werd, waarvan zij inwoners zijn. Daarom worden zij ook hemelse engelen genoemd ((*Matteüs 24:36 *Galaten 1:8)). Dat Mozes de schepping van de engelen verzweeg, toen hij de schepping van al het geschapene beschreef, heeft als reden dat het zijn voornemen was zijn vertellingen te voegen naar het verstand en het begrip van het eenvoudige volk. Daarom heeft hij alleen de schepping van de zichtbare dingen beschreven. ==== 5. Christus zegt dat de engelen altijd het aangezicht van de Vader zien. Maar dan zijn ze er toch altijd al geweest? ==== Christus zegt dit in Matteüs 18:10: "Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is." Het bijwoord 'altijd' betekent hier echter niet 'van eeuwigheid', maar ziet op een voortdurend verschijnen voor de Vader ten dienste van de vromen, wat van het begin af zo geweest is. ==== 6. Wat is een engel? ==== Het is (zoals Damascenus zegt in boek 2, hoofdstuk 5) "een verstandig wezen, altijd bewegelijk, vrijwillig, niet lichamelijk, God door de genade dienende, de onsterfelijkheid in de natuur ontvangen hebbende." Maar de Apostel, samenvattend het ambt van de goede engelen beschrijft het als volgt in Hebreeën 1 vers 14: "Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven?". ==== 7. Zijn de engelen zelfstandigheden of dadelijke en zelfstandige wezens? ==== Ja: want hen worden in de Schrift dingen toegeschreven die niemand dan een waar zelfstandig wezen kunnen toekomen, zoals voor God staan en Hem te prijzen. Van sommigen van hen wordt gezegd dat zij gevallen zijn, anderen zijn staande gebleven. Daarboven hebben zij op verschillende manieren ook lichamen aangenomen en zijn ze verschenen, zich openbarend door verschillende werkingen. Want de werken zijn van tevoren gestelde dingen. Dat wil zeggen alleen van zodanige dingen die een ware oprechte zelfstandigheid hebben. Zo veel Engelen als er zijn, zo veel verschillende wezens (zijn er) die bijzonder/uniek bestaan zoals ook de mensen verschillend zijn. ==== 8. Hoedanig zijn de engelen geschapen? ==== Allen zijn zij goed geschapen, want Genesis 1:31 zegt: "En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed." Wel zijn sommige engelen gevallen,((*Jesaja 14:12)) die niet in de waarheid zijn blijven staan.((*Johannes 8:44)) Die zijn dan ook oprecht geweest en in de waarheid geschapen; en Judas zegt hiervan in vers 6: "engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en hun eigen woning verlieten". ==== 9. Zijn de engelen veranderlijk of onveranderlijk? ==== Wat betreft hun wezen, zijn ze onvergankelijk,((*Matteüs 22:30)) omdat ze vrij zijn van alle materie. Maar wat betreft de macht van God die ze uit niet gemaakt heeft, kunnen ze ook weer tot niet gebracht worden, als God Zijn hand van hen aftrekt. Psalm 104:29 zegt immers: "verbergt Gij uw aangezicht, zij worden verdelgd, neemt Gij hun adem weg, zij sterven en keren weder tot hun stof". Maar wat betreft de staat waarin ze nu zijn, kunnen ze door de genade, wil, raad en besluit van God niet meer veranderen, hoewel ze van nature zowel tot het goede als het kwade veranderlijk zijn. Want, zoals Damascenus zegt: "al wat geschapen is dat is veranderlijk". En God zegt van zichzelf in Maleachi 3:6: "Voorwaar, Ik, de Here, ben niet veranderd". ==== 10. Wat is de oorzaak dat sommige engelen van de waarheid zijn afgevallen en de anderen in de genade en de waarheid blijven staan? ==== Ten eerste de goede wil van de engelen zelf, met welke wil zij door God in het begin geschapen zijn. De belangrijkste oorzaak is echter de genadige goedwilligheid van God, waardoor hun wil zó geholpen is, dat ze in de waarheid hebben willen blijven staan en daarom ook zijn blijven staan, terwijl de anderen die deze genade niet is meegedeeld niet hebben willen blijven staan en daarom door hun schuld van de waarheid zijn afgevallen. Filippenzen 2:13 zegt immers: "want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt." De belangrijkste oorzaak is het eeuwig vast en onveranderlijk besluit, de raad en het welbehagen van God, uit Zijn wijsheid voortgekomen, waardoor hij deze tot gemeenschap van zijn genade en tot de volharding verkoren en gepredestineerd of voorbeschikt heeft, maar de anderen naar zijn rechtvaardig welbehagen tot zijn eer heeft verworpen of is voorbijgegaan. In 1 Timoteüs 5:21 schrijft Paulus: "Ik betuig u voor God en voor Christus Jezus en voor de uitverkoren engelen", waaruit blijkt dat sommigen van de engelen zijn uitverkoren. ==== 11. Kunnen degenen die in de waarheid zijn blijven staan alsnog in zonden vallen? ==== Geenszins, want ze zijn oprecht gelukzalig: "Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is" (Matteüs 18:10). Echter zijn zij dit niet van nature, maar door genade, door een weldaad van God om Christus' wil. ==== 12. Maar als zij niet meer kunnen zondigen en ellendig worden, hebben ze dan niet opgehouden van vrije wil en goeddunken te zijn? ==== Juist niet, want al wat ze willen, willen ze vrijwillig. Ja wat meer is: zij zijn nog veel vrijwilliger dan ze waren toen ze konden zondigen én niet-zondigen. Want ze zijn nu zó vrij van zonde, dat ze niet kunnen zondigen en zó vrij van ellendigheid, dat ze niet meer ellendig kunnen zijn, want ze zijn uitermate heilig en tegelijk ook uitermate gelukzalig geworden. ==== 13. Welke namen worden aan de engelen gegeven? ==== - Geesten, vanwege hun natuur, hun geestelijk wezen. - Lichte sterren of morgensterren,((*Job 38:7)) omdat ze van een zeer zuivere, lichte en schijnende of glinsterende natuur zijn. - Kinderen of zonen van God, niet vanwege hun wezen of natuur, zoals dat het geval is bij de eniggeboren Zoon, maar door aanneming tot kinderen, en dat vanwege de genade, of ook ter onderscheiding, om onderscheiden te worden van de mensenkinderen. Omdat ze voortdurend voor de HEERE staan en altijd het aangezicht zien van hun hemelse Vader, genietende de glans van de Goddelijke heerlijkheid en bereid zijn om zijn bevelen te volbrengen. - Engelen, vanwege hun ambt. - Goden, vanwege hun waardigheid en macht. De satan wordt de god van deze eeuw genoemd.((*2 Korintiërs 4:4)) - Overheden en machten in de hemel,((*Efeziërs 3:10)) want ze zijn de voornaamste vorsten en prinsen waarvan de zoon van God het hoofd is. Hierom worden ze in Romeinen 8 overheden, machten of heerschappijen genoemd, en in Kolossenzen 1:16 tronen, heerschappijen, overheden en machten. - Serafs, vanwege hun werking, of 'branders', zoals Dionysius ze noemt, omdat ze branden en blaken van liefde tot God en van liefde tot de vromen. Hebreeën 1:7 noemt de engelen een vuurvlam, niet omdat ze vurig van natuur en wezen zijn, maar omdat ze werkers zijn van de goddelijke toorn, die de goddelozen zo vaak als nodig als een vuur verteren.((*Hebreeën 12:18-19 *2 Tessalonicenzen 1:7-8)) - Cherubim, vanwege de gedaante van de verschijningen, want het woord //cherub// duidt op elke gedaante die vleugels heeft, of ook op de gedaante van een mens of beest.((*Genesis 3:24 *Exodus 25:18 *Psalm 18:11 *Zacharia 1:8)) - Mannen((*Genesis 18:2 *Lucas 24:4 *Handelingen 1:10)) en mannen van God((*Judas 1:13)). - Wakers en wachters of bewaarders van de wereld, vanwege hun dienst.((*Daniël 4:14)) ==== 14. Op hoeveel manieren zijn de engelen aan de mensen verschenen? ==== - In dromen, zoals in Matteüs 1:20 wordt gezegd dat de engel aan Jozef, die ondertrouwd was met Maria, in de droom verschenen is.((*Matteüs 2:13)) - In gezichten, zoals aan de profeten: en dat ofwel zonder een echt lichaam, maar niet zonder enige lichamelijke gedaante, of nadat zij een echt lichaam aangenomen hebben,((*Genesis 18:2 *2 Koningen 2:6)) die door God uit niet geschapen is of uit een vorige materie is gemaakt, maar die in geen geval is geboren. Want, zoals Tertullianus zegt in zijn boek over de vleeswording van Christus: "zij waren niet gekomen om te sterven, en daarom ook niet om geboren te worden." Zij konden ook verschijnen in een ander natuurlijk lichaam dat tevoren reeds bestond, of in het lichaam van bestaande mensen, zoals Augustinus meent dat de engel in de profeet Zacharia gesproken heeft (Zacharia 2:3), in zijn Enchiridion ad Laurentium, hoofdstuk 59. Of ook in het lichaam van andere dieren, zoals toen de engel door de ezelin van Bileam sprak, en zoals Zanchius zegt, dat niemand anders dan de kwade engel destijds tot Eva sprak door de slang ((*Genesis 3:1)). En de duivels die in sommige mensen gevaren en door de Christus uitgedreven zijn,((*Matteüs 8:28)) hebben niet de gedaante aangenomen van het gesternte en het opperste wezen van deze wereld, zoals Appelles gedroomd heeft, terwijl dit ook niet hun eigen lichamen waren, die ook het wezen van de engelen zelfstandig zouden maken, maar zoals gezegd is óf van God uit niet geschapen óf van een aardse materie aangenomen. Zó zijn ze van aardse hoedanigheid geweest, en konden ze gevoed worden met aardse spijs, aangeraakt worden met handen en gewassen met water, zoals Tertullianus schrijft in het voormelde boek. ==== 15. Mochten de engelen mensen genoemd worden toen ze ware menselijke lichamen aannamen? ==== Geenszins, want zij waren niet geheel en al met de menselijke natuur verenigd, maar zij hebben, om met Augustinus te spreken, die lichamen als kleren aangetrokken en uitgedaan. ==== 16. Wat is er met die lichamen gebeurd toen de engelen terugkeerden naar de hemel? ==== De lichamen die uit niet geschapen waren, zijn weer tot niet geworden, en de lichamen die uit de aarde gemaakt waren, zijn weer teruggekeerd tot stof, of ook tot niet geworden. Want iets tot niet brengen, is even eenvoudig als iets uit niet scheppen. ==== 17. Veranderen de engelen ook van plaats en volbrengen ze hun werk binnen een bepaalde tijd? ==== Ja, aangezien zij eindige geesten zijn. Hoewel ze niet te beschrijven zijn, want ze worden door plaats niet gemeten, zijn ze wel bepaald, want ze zijn zo op één plaats dat ze niet tegelijk ook op een andere plaats zijn, zoals is af te leiden uit Lucas 1:26: "In de zesde maand nu werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galilea". In Hebreeën 2:14 worden ze allen gedienstige geesten genoemd, uitgezonden ten dienste van de uitverkorenen. Ze klimmen van de hemel af en in de hemel op, zoals destijds op de ladder van Jakob in Genesis 28:12. En al wat gebeurt, word door de tijd gemeten, maar de engelen zijn zo vaardig, ras en snel dat ze in een onbegrijpelijke tijd bewogen worden en hun werk volbrengen.((*Handelingen 12:8-10)) Daarom wordt van ze getuigd dat ze vliegen en vleugels hebben.((*Jesaja 6:2 *Openbaring 14:6)) ==== 18. Hoeveel engelen zijn er? ==== In Daniel 7:10 wordt gezegd dat Daniël duizendmaal duizend en tienduizend maal tienduizend engelen gezien heeft. En Hebreeën 12:22 zegt: "Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en tot tienduizendtallen van engelen", voor de mensen wel ontelbaar maar voor God bekend.((*Matteüs 26:53 *Judas 1:15)) Uit de mond van Christus horen we dat er vele legioenen van engelen zijn. De dienaar van Eliza zag de hele berg vol vurige paarden en wagens rondom Elisa in 2 Koningen 6:17. Dit geeft een zeer grote menigte te kennen waarvan gezegd wordt dat dit leger staat rondom degenen die God vrezen, Psalm 34:8. Alle engelen zijn reeds in het begin door God geschapen, want zij vermenigvuldigen zich niet door onderlinge gemeenschap. ==== 19. Is er een orde van rangen of functies onder de engelen? ==== Niemand die enigszins bekend is met de Schrift, kan ontkennen dat er enige orde onder de engelen is. Want orde en goed onderscheid in de dingen is een zeer uitnemende en goddelijke zaak. Zo worden sommige engelen cherubijnen genoemd, en andere serafijnen, en weer andere aartsengelen. Maar deze orde komt niet voort uit de waardigheid of uitnemendheid van de natuur van de engelen, alsof de een van natuur waardiger was dan de andere, maar veeleer uit de verschillende soorten ambten. Daarom noemt Paulus ze in Kolossenzen 1:16 tronen, zetels, heerschappijen, machten, overheden. Op een Hebreeuwse manier van spreken noemt hij de engelen naar hun dienst, omdat God hun dienst gebruikt in de bediening van keizerrijken, koninkrijken en gemenebesten. Dat er heilige overheden en trappen van heilige overheden onder de engelen zouden zijn, zoals de aanhangers van het pausdom menen, kan met geen enkel getuigenis van de Schrift bewezen worden. Want daarin wordt wel gesproken van een aartsengel, maar dan niet omdat hij van nature beter is, of hoger door lust en begeerte van heerschappij - want daar, zo zei Basilius, houdt alle eergierigheid op - maar omdat hij bestemd is om een gewichtige, moeilijke en zware taak te verrichten, of voor een tijd van God over veel engelen gesteld is, om Gods gebod te volbrengen. Zo zijn de namen tronen, heerschappijen, machten en overheden, bij wijze van gelijkenis van de menselijke dingen genomen, om te kennen te geven de waardigheid en ambten van de engelen en hoeveel verschillende en heerlijke werken God door middel van hen volbrengt.((*Psalm 18:11)) ==== 20. Heeft eenieder zijn eigen naam? ==== De namen die hun voor een tijd gegeven worden om de ambten die hen opgelegd zijn, zijn geen eigennamen maar noem-namen of ten aanzien van ons, verschillende manieren waardoor ze Gods wil volbrengen, krachtig uitvoeren en de mensen verschijnen als in Daniel 8:16 en 9:21 en Lucas 1:19. Daar wordt gedacht van een Gabriel, wiens naam betekend: de sterkte van God, omdat God door hem zijn macht uitvoert. Zo ook Daniel 10:13 van een Michael dat betekent: wie is als de sterke God. In Tobit 3:19, van Rafael, welke naam komt van helen/ gezond maken, want hij was gekomen om Sara en Tobias gezond te maken: gelijkerwijs ook van een Uriël. 4 Ezra 4:1 van het licht, omdat hij gekomen was om Ezra te verlichten en te onderwijzen. ==== 21. Hebben de engelen ook enige kennis van dingen? ==== - Ze hebben een natuurlijke kennis van God in de schepping gegeven: want ze zijn verstandige geesten. Daarvan zegt Christus in Johannes 8:44 dat sommige in de waarheid of in de kennis van de waarheid zijn blijven staan en sommige niet. - Ze hebben een geopenbaarde kennis vanuit de Goddelijke openbaring: zoals in Daniel 8:16 en 9:22. De verborgenheid van de zeventig weken was de engel Gabriel geopenbaard opdat hij het Daniel zou bekent maken en Daniel de gemeente. - Ze hebben ook een ervaren kennis die ze verkrijgen door ervaring en optekening van de dingen die hier van ons geschieden. Efeziers 3:10: de menigerlei wijsheid van God die in de roeping van de heidenen klaar schijnt, is de engelen geopenbaard door de dienst van de prediking van het evangelie dat in de gemeente geschied. Zo wordt ook in Lucas 15:10 gezegd dat de engelen zich zeer verblijden over de boetvaardige zondaar die zich bekeerd, daar ze behoeders over zijn. - Daarboven hebben ze nog een bovennatuurlijke kennis waardoor ze God zo volkomen zien en kennen dat ze geenszins van Hem zouden willen of kunnen willen afvallen. Daarin is hun gelukzaligheid gelegen.((*Matteüs 18:10)) ==== 22. Weten de engelen de daden van ieder mens en al wat hij doet, zegt of lijdt? ==== Nee, want in Hebreeën 4:13 wordt gezegd dat voor God alle dingen open en ontbloot zijn voor zijn ogen: maar nochtans weten ze het van die mensen over wie zij door God belast zijn zorg te dragen. Want in Handelingen 10:4 zegt de engel tot Cornelius: "Uw gebeden en uw aalmoezen zijn voor God in gedachtenis gekomen." Ze nemen dus onze woorden en werken waar, zodat wij ons wel mogen schamen wat te zeggen of te doen, dat wij ons anders zouden schamen voor eerlijke mannen te bedrijven. Met welk argument of bewijsreden Paulus in 1 Korintiers 11:10 leert Dat de vrouwen om de eerbaarheid behoren met gedekt hoofd te zijn in de gemeente om der engelen wil. ==== 23. Maar hebben ze wel kennis van de gedachten en gevoelens van de mensen? ==== Nee, want God alleen is kenner van de harten, tenzij de mensen hun gedachten en genegenheid door werken en tekenen te kennen geven, of God haar die openbaart. Want als gezegd wordt: "Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is?" (1 Korintiërs 2:11). ==== 24. Maar in welke zin worden in de Schrift gevoelens als van droefheid en blijdschap aan de engelen toegeschreven, daar ze toch gelukzalig zijn? ==== Niet op een menselijke of vleselijke wijze, maar op zodanige wijze als de natuur van de engelen en derhalve de hemelse natuur en het gelukzalig leven toekomt, welke manier ons onbekend is. ==== 25. Wat te denken van de macht en de kracht van de engelen? ==== - Zij vermogen door natuurlijke kracht in de lichamelijke dingen te werken al hetgeen de lichamen van nature kan aankomen (nochtans geen wonderen doen, dan in zoveel God haar dienst in het doen van wonderen placht te gebruiken) ((*Johannes 5:4)) en dat of zonder middel door haarzelf als doden, en van plaats te bewegen, als toen een engel bijna het hele leger van Sanherib doodde, en de andere hoop verjaagde ((*2 Koningen 19:35)). En dat hij Petrus en de andere apostelen uit de gevangenis leidde ((*Handelingen 5:19 *Handelingen 12:7-8)), en Filippus van de ene plaats naar de andere bracht. ((*Handelingen 8:39)) Of door middel van door natuurlijk werkende dingen, die zij tot de dingen passen, maar niet gelijk Christus velen het gezicht zonder middel door Hemzelf weder gegeven heeft.((*Matteüs 9:9)) Nochtans vermogen ze in de daad door deze haar kracht niet dan zoveel God haar voorschrijft en zij zien de wil van God te zijn. ((*Psalm 103:20)) - Zij kunnen werken in die zin, zo uitwendig, als toen ze de ogen van die van Sodom verblindde dat ze de deur van Lots huis niet konden zien, ((*Genesis 19:1)) en de Syriërs ((*2 Koningen 6:18))een gedruis in haar leger verwekt hebben.((*2 Koningen 7:6)) Zo ook de inwendige, gelijk als ze de oudvaders veel dingen in de droom getoond en geopenbaard hebben, en de vromen veel dingen in het geheugen en het verstand terug brachten. - De engelen kunnen het verstand zelf niet verlichten of de wil krachtig roeren, hetwelk de Heilige Geest alleen toekomt. ((*Spreuken 21:1)) Maar als werktuigen van de Heilige Geest het bedenken van het gehoorde woord verwekken, het verstand de waarheid voorstellen en hetzelve vermanen, dat ze zelf toestemt en onze wil tot enig goed, als Raadsheren radende, alleen en inwendig als sprekende en werkende door een geestelijke wijze aansporen. ((*Hebreeën 1:14 *Matteüs 2:13)) - Die goede engelen hebben ook meer kracht dan de duivelen.((*Openbaring 12:7-8 *Tobit 8:3)) ==== 26. Welke spraak gebruiken de engelen bij God, onder elkaar of bij de mensen? ==== Geen lichamelijke en vleselijke spraak, behalve in een aangenomen lichaam, maar geestelijke en hemelse, waardoor ze zonder uiterlijke reden en behoorlijke stem of luide rede en gedruis een ieder zijn zinnen en verstand, hetwelk hij wil, of in een andere engel of mensen verstand of begrip, geestelijk en geheel engelachtig inprent, instort en meedeelt. Of hetzelve in zijn verstand als in een open spiegel een ander toont, laat zien en verklaart. Daarom zei Paulus in 1 Korintiërs 13:1: "Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak," is niet eigenlijk te verstaan, maar door een toelating als ook in Galaten 1:8: "Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, [u] een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben," Zo wordt de engelen brood toegeschreven. ((*Psalm 78:25)) ==== 27. Wat is het ambt van de engelen? ==== Dat is verschillend en velerlei want ze zijn Gods dienaren. Vorsten en prinsen die naar het bevel van haar koning wachten (dat zij gaarne en vaardig volbrengen), ((*Psalm 83:7 *Psalm 103:21 *Hebreeën 1:14)) tot eer van God en tot de zaligheid van de mensen. Zoals in Psalm 104:4 te verstaan is: "Hij maakt de winden tot zijn boden, laaiend vuur tot zijn dienaren". En die haar schepper met Lofzangen groot maken naar het zeggen van Theodoretus: De dienst van de engelen is het psalmen gezang. ((*Psalm 148:2 *Jesaja 6:3 *Lucas 2:14 *Openbaring 4:8-9 *Openbaring 5:13)) Ten andere zijn ze dienaren van Christus in zoveel Hij mens en de Messias is. Zo leest men dat de engelen hem gediend hebben in de verzoeking die Hij tegen de satan in de woestijn verdragen heeft.((*Matteüs 4:11)) In het bijzonder zijn ze dienaren van de uitverkorenen. Hebreeën 1:14: "Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienst van hen, die het heil zullen beërven?". En zij zijn dienaars van de uitverkorenen op velerlei verschillende wijze: ten eerste in dit leven: en dat of leidende, beschermende en bewarende de uitverkorenen naar de spreuk van Psalm 91:11-12: "want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; op de handen zullen zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot." ((*Genesis 14:17 *Exodus 33:2 *Psalm 34:8)) En beschermende hun leven van de vijanden en van alle nood en gevaar.((*2 Koningen 6:17 *Handelingen 12:8-11)) Of de oordelen van God van de uitverkorenen tegen de vijanden van de gemeente uitvoerend als te verstaan is uit Genesis 19:10 en 2. koningen 19:35 en Handelingen 12:23. Idem, brengende godvruchtige gedachten in het verstand van de vromen, dezelve bewegende en brengende tot alle goede dingen ((*Handelingen 10:4-5)): want de goede engelen brengen nooit iets voort dat tegen Gods wet is.((*Galaten 1:8 *Galaten 3:19 *Handelingen 7:53 *Lucas 1:19-20 *Handelingen 1:11 *2 Koningen 1:3)) Idem haar helpende en troostend.((*Genesis 16:7 *2 Koningen 1:15 *Handelingen 27:23-24)) Ten andere in de dood, als ze vaardig bereid staan bij de gelovigen in de laatste benauwde strijd, en hun zielen dragen in de hemelse gelukzaligheid zoals uit het voorbeeld van Lazarus blijkt.((*Lucas 16:22)) Ten laatste aan het einde van de wereld als zij de beenderen van alle gelovigen zullen vergaderen opdat ze weer verenigd zijn met de zielen, tot het leven opstaan,((*Matteüs 24:31)) en de kwaden zullen scheiden uit het midden van de rechtvaardigen en die werpen in de vurige poel, maar deze brengen in het rijk van de hemelen. ((*Matteüs 13:41)) ==== 28. Is een ieder mens, gebied of ook iedere stad een zekere goede engel tot bewaring en een kwade tot verleiding of kwelling bestemd en toegeschikt? ==== Dat gewoonlijk een ieder uitverkorene een zekere goede engel van God tot bewaring toegeschikt is, kunnen we afleiden uit de woorden van Christus in Matteüs 18:10: "Ziet toe, dat gij niet één dezer kleinen veracht. Want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen voortdurend het aangezicht zien van mijn Vader, die in de hemelen is." Idem uit Handelingen 12:15, daar de gelovigen die in het huis van Marcus vergaderd waren van Petrus aan de deur kloppende zeiden: Het is zijn engel: want de gelovigen spraken naar het algemeen gevoelen van het volk van God. En dat dit het verstand van de oudvaders is blijkt uit Augustinus, Boek 1, Meditationes hoofdstuk 12: "Dat acht ik ook (zie hij) een grote weldaad, dat de Heer van het begin van mijn geboorte, mij een engel van Vrede gegeven heeft, om mij te bewaren tot mijn uiterste toe." Het is nochtans uit de schrift openbaar, dat buitengewoon veel engelen, zo dikwijls als nodig is, tot een ieder gelovig mens gezonden worden om hem te beschermen. Zo wordt in Psalm 34:8 gezegd dat de engelen zich legeren rondom degene die God vrezen. Datzelfde moet men gevoelen van ieder landschap. Want daar wordt gezegd in Daniel 10: 13,20,21 en 11:1. en 12:1, dat de engel van Gods volk streed tegen de vorst van Perzië en dat ieder van de engelen dat koninkrijk beschermde daar hij zorg over droeg. Dat weten we van de kwade geesten, dat soms een mens van een en dezelfde kwade geest gekweld wordt, als blijkt uit de geschiedenis van Job (1:12). Maar dat soms veel mensen van een en dezelfde kwade geest gekweld worden als blijkt uit 2 Kronieken 18:21. Een kwade geest heeft veel profeten bedrogen. Zo leest men ook dat somtijds veel kwade geesten een en dezelfde mens gekweld hebben als in Lukas 8:30. Een legioen duivelen had een mens bezeten. Maar dat een ieder een kwade engel van God zou toegeschikt zijn, kunnen we in de schrift nergens lezen. ==== 29. Kan er twist en onenigheid komen onder de goede engelen omwille van ons? Zoals in Daniël 10:13 gezegd wordt dat de vorst van de Perzen gestreden heeft tegen de vorst van Griekenland? ==== De zeer geleerde overzetter antwoordt dat we door het woord ‘vorsten’ niet moeten verstaan de engelen die over de koninkrijken van Perzië en Griekenland gesteld zijn, maar die mensen die in die tijd vorsten van Perzië en Griekenland waren. De zin is dat de engel wel tegen Cambyses, toen ter tijd koning van Perzië een en twintig dagen gestreden heeft, dat is: dat hij belet heeft, dat zijn wrede besluiten en plannen om het volk van God nog langer in de gevangenis te houden, en nog meer te verdrukken, niet in het werk zouden gesteld worden: maar dat ook daarna komen zal de vorst van Griekenland, te weten Alexander de Groote, die de razernij van de vorsten van Perzië tegen het volk van God ontstoken, zou bedwingen, hetwelk de historie getuigt dat geschied is. Deze schoolleraars antwoorden dat er een zeer grote overeenkomst en eenheid tussen de engelen is, zoveel de wil aangaat, omdat ze gelukzalig zijn en tussen de gelukzaligen is zeer grote vrede: maar dat nochtans onder haar verscheidenheid van oordelen of gevoelen kan wezen, te weten als de raad van God haar onbekend zijnde, welk de engelen niet altijd geopenbaard wordt, de een aldus, de ander alzo, oordeelt dat men doen zal: want verscheidenheid van gevoelen neemt de vriendschap niet weg maar de tegenheid van wil. ==== 30. Hebben de engelen die niet gezondigd hebben Christus als middelaar nodig gehad? ==== De engelen hebben een Middelaar nodig gehad, niet ter verlossing van de zonde (want zo is Christus Middelaar van God en mensen), ((*1 Timoteüs 2:5)) maar wel tot behoud en bewaring in het goede en in de genade, en tot terugbrenging onder één Hoofd, zodat ze weer met de gelovigen onder een en hetzelfde Hoofd Christus zouden verenigd worden, opdat ze zonder enig gevaar van daarna te vallen, onafscheidelijk God zouden aanhangen, en dat overzulks haar gerechtigheid en de oprechtheid die voor God mank is,((*Job 4:18)) voor God zou bedekt worden met die volkomen en oneindige rechtvaardigheid van Christus. Daarom zegt Efeziërs 1:10 dat God voorgenomen had alles tot één te vergaderen in Christus, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is, om dat alles tot zijn Hoofd en beginsel terug te brengen. ==== 31. Mogen we de engelen aanroepen of hen door enige vorm van godsdienst eren? ==== De engel antwoordt Manoach in Richteren 13:16: "Al zoudt gij mij ook hier houden, van uw spijze zal ik niet eten. Maar indien gij het bereiden wilt, offer het als een brandoffer aan de Here." En Christus zegt in Matteüs 4:10: "De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen." Paulus vervloekt in Kolossenzen 2:18 alle godsdienst die men de engelen aandoet. De engel in Openbaring 19:10 verbiedt Johannes hem te aanbidden, zoals ook in hoofdstuk 22:9. Zo heeft dan Johannes hem ten onrechte willen aanbidden. Want het middelaarsambt komt Christus alleen toe. ((*1 Timoteüs 2:5)).En de engelen zelf zijn ook medeschepselen en erkennen mededienstknechten van God met ons te zijn. Ja ook Augustinus zei dat de heilige mannen of engelen willen niet dat men haar zal toeschrijven, dat ze weten wat God alleen toekomt. Daartegen die vijanden van de waarheid zijn en de duivelen, die trachten haar de naam en de dienst van God toe te eigenen. We ontkennen niet dat ze geëerd moeten worden, door goed van ze te denken, alsook door liefde, eerbied, gehoorzaamheid en navolging. - Tegenwerping: Jakob heeft de engel aangeroepen, Genesis 48:16 daar hij zegt: De engel , die mij verlost heeft van alle kwaad zegene deze jongens. Antwoord: Jakob verstond daarbij niet een geschapen engel maar de eeuwige Zoon van God, die een Engel vanwege zijn ambt genoemd wordt, zoals uit de tekst duidelijk is: Want Jakob schrijft deze Engel en Jehova zijn God een en dezelfde daad toe, namelijk dat hij Efraïm en Manasse zou zegenen. - Tegenwerping: Job zegt in hoofdstuk 19:21: "Ontfermt u, ontfermt u mijner, gij mijn vrienden, want Gods hand heeft mij getroffen." En Bellarminus schrijft in boek 1 hoofdstuk 19 van De Sanct. Beatitud. dat Augustinus hier onder de vrienden de engelen verstaat. Antwoord: Hij riep de engelen niet aan, maar hij bad zijn vrienden dat ze medelijden met hem wilde hebben die wel gekomen waren om hem te bezoeken, maar hem zeer kwelden met bittere beschuldigingen en smadelijke woorden. - Tegenwerping: Wat Johannes bidt van de eeuwige God, dat bidt hij ook van de zeven geesten als hij zegt in Openbaring 1:4: "Genade zij u en vrede van Hem, die is en die was en die komt, en van de zeven geesten, die voor zijn troon zijn". Antwoord: Die zeven geesten zijn niet zeven geschapen engelen maar de Heilige Geest die wel een is in persoon maar in het mededelen van zijn genade zo werkt, alsof het zoveel geesten waren. ==== 32. Waarom heeft God die dienst van de engelen willen gebruiken? ==== Niet door nood, want Hij heeft geen ding nodig, maar door Zijn goede wil, opdat Hij zijn goedheid aan ons verklaart, dat Hij ons de engelen tot dienaren gegeven heeft om Zijn eer en onze troost: opdat wij zien dat zulke uitnemende schepselen ook om ons geschapen zijn en tot onze dienst beschikt. Daarna, om vriendschap tussen ons en de engelen te maken en te houden tot de tijd, dat wij eindelijk haar genoeglijke gemeenschap in de hemelen genieten. ==== 33. Wat is de oorzaak dat de engelen, nadat zij wel de oudvaders gewoonlijk verschenen in menselijke gedaante en met haar gemeenzaam omgingen en met hen spraken, dat nu niet meer doen ? ==== Aangezien Christus nu in het vlees gekomen is en aan de rechterhand van de Vader in de hemelen zit, en de Heilige Geest overvloedig gegeven heeft, God wil dat onze omgang in de hemelen is ((*Filippenzen 3:20)) en niet de omgang met de (zienlijke) engelen op de aarde. Ten anderen aangezien de gemeente in het eerst zodanige hemelse bevestiging nodig had, maar Gods Woord is nu overvloedig genoeg bevestigd is. Hebreeën 1:1. ==== 34. Wat is het nut en het gebruik in de gemeente van de leer van de Engelen? ==== - Opdat wij Gods grote goedwilligheid, goedertierenheid en de Vaderlijke zorg tot ons erkennen, die zulke wachters geschapen en over ons gesteld heeft: waaruit wij mochten leren hem wederom te dienen en te beminnen. - Ten andere, opdat wij eerlijk en heilig wandelen voor de engelen die getuigen en opmerkers zijn van ons doen en spreken. Ten laatste, opdat wij in het geloof versterkt worden in alle tegenspoed, nood en verschrikking, wetende dat het waar is wat Elisa zei in 2 Koningen 6:16: "Die bij ons zijn, die zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn." ==== 35. Welke dingen strijden tegen deze leer? ==== - De dwaling van de Sadduceeën, die zeiden dat de Engelen niet anders zijn dan goede bewegingen of goede gedachten die God in onze harten stort en geen geestelijke zelfstandigheden die van haarzelf bestaan. - De dwaling van degene waarvan in Kolossenzen 2:18 gesproken wordt die de godsdienst van de engelen verheerlijkten. - De Papisten, die zonder het woord van God willen staande houden dat een ieder mens twee engelen gegeven zijn, een goed en de ander kwaad: deze opdat hij hem kwelle, dien opdat hij hem beware dien hij gegeven is: en dat ze beide onafscheidelijke metgezellen en leidslieden zijn van een ieder mens. Welke dwaling uit hetgeen dat boven gezegd is weerlegt wordt.