Het betekent 'gezalfde' en komt van het woord chrio (zalven), zoals dat voorkomt in Jesaja 45:11 Zo zegt de Here tot zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik gevat heb om volken vóór hem neer te werpen: de lendenen van koningen ontgord Ik; om deuren vóór hem te openen, geen poorten blijven gesloten.: "Zo zegt de HERE tot Kores, Zijn gezalfde". Maar bij uitstek wordt deze naam toegeschreven aan de Zaligmaker der wereld, die in het Hebreeuws messias genoemd wordt.1) "Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen" (Psalm 45:88 Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen.). Hij is voorwaar de Koning, de enige Hogepriester en Profeet die aan het menselijk geslacht beloofd is.2)
Van zijn persoon, en dat naar zijn beide naturen. Het betreft immers een concrete naam.
De naam 'Christus' duidt op Christus als de Zoon van God. En de aanduiding 'Zoon van God' ziet niet op de goddelijke natuur, maar heel concreet op de persoon van de Zoon van God. Zo ziet ook de aanduiding 'Zoon des mensen' niet op de mensheid, maar op de persoon van Christus. Anders is het met een abstracte naam, die wél de natuur te kennen geeft, zoals de godheid van Christus en de mensheid van Christus.
Twee dingen: Zijn persoon en Zijn ambt.
Hij is de eniggeboren Zoon van God, die uit Zijn eigen liefde tot de mensen, Hem uit het zaad van de maagd Maria gereinigd, van de Heilige Geest geschapen heeft, en en scheppende aangenomen heeft, persoonlijk en onbindelijk??? tot in eeuwigheid verenigd heeft een waarachtig menselijk lichaam verzien??? met een redelijke ziel. En zo blijvende waarachtig God, is Hij waarachtig mens geworden, ons in alles gelijk, de zonde alleen uitgenomen.
Vier dingen:
Met drie getuigenissen:
Geef enkele duidelijke getuigenissen, waarmee u bewijst dat Christus God is.
Op deze plaatsen wordt Christus ronduit God genoemd, en de naam Jehova wordt Hem zonder bedoeling gegeven, niet door een oneigenlijke manier van spreken, als namelijk vanwege het waarteken of de getuigenis van Gods tegenwoordigheid, gelijk Exodus 171 De gehele vergadering der Israëlieten brak daarna op uit de woestijn Sin, trekkende van pleisterplaats tot pleisterplaats naar het bevel des Heren, en legerde zich te Refidim, maar daar was geen water voor het volk om te drinken. 2 Het volk begon met Mozes te twisten en zeide: Geeft ons water, zodat wij kunnen drinken. Maar Mozes zeide tot hen: Wat twist gij met mij? Wat stelt gij de Here op de proef? 3 En het volk dorstte daar naar water, het morde tegen Mozes en zeide: Waarom toch hebt gij ons uit Egypte gevoerd, om mij, mijn kinderen en mijn kudde van dorst te doen omkomen? 4 Toen riep Mozes luide tot de Here en zeide: Wat moet ik met dit volk doen? Nog een ogenblik en zij gaan mij stenigen! 5 Daarop zeide de Here tot Mozes: Ga vóór het volk uit en neem enige van de oudsten van Israël met u; neem ook de staf waarmee gij de Nijl geslagen hebt, in uw hand en ga heen. 6 Zie, Ik zal daar vóór u op de rots bij Horeb staan; dan zult gij op de rots slaan en daaruit zal water te voorschijn komen, zodat het volk kan drinken. En Mozes deed alzo voor de ogen van de oudsten van Israël. 7 Hij noemde die plaats Massa en Meriba, wegens de twist der Israëlieten en omdat zij de Here op de proef gesteld hadden door te zeggen: Is de Here in ons midden of niet? 8 Toen kwam Amalek en streed tegen Israël te Refidim. 9 En Mozes zeide tot Jozua: Kies ons mannen uit, trek uit, strijd tegen Amalek, morgen zal ik op de heuveltop staan met de staf Gods in mijn hand. 10 Jozua nu deed, zoals Mozes tot hem gezegd had en streed tegen Amalek; maar Mozes, Aäron en Chur hadden de heuveltop bestegen. 11 En wanneer Mozes zijn hand ophief, had Israël de overhand, maar wanneer hij zijn hand liet zakken, had Amalek de overhand. 12 Toen de handen van Mozes zwaar werden, namen zij een steen, legden die onder hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten; en Aäron en Chur ondersteunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere zijde, zodat zijn handen onbeweeglijk bleven tot zonsondergang. 13 Zo overwon Jozua Amalek en diens volk door de scherpte des zwaards. 14 En de Here zeide tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en prent het Jozua in, dat Ik de herinnering aan Amalek onder de hemel volledig zal uitwissen. 15 Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het: de Here is mijn banier. 16 En hij zeide: De hand op de troon des Heren! De Here heeft een strijd tegen Amalek, van geslacht tot geslacht. deze naam het altaar toegeschreven wordt, Psalm 24:88 Wie is toch de Koning der ere? De Here, sterk en geweldig, de Here, geweldig in de strijd. de ark des verbonds en Jeremia 33:1616 In die dagen zal Juda verlost worden en Jeruzalem veilig wonen, en zó zal men het noemen: De Here onze gerechtigheid. de stad van Jeruzalem.
Welke zijn de tweede getuigenissen?
De werken die God alleen toekomen en die Hem toegeschreven worden, zoals scheppen en behoeden, verlossen, de ongerechtigheden wegdoen, de harten doorgronden, verhoren, levend maken, oordelen. Evenals de miraculeuze en wonderbare werken die Hij door Zijn kracht naar de voorzegging van Jesaja 35:5-65 Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; 6 dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe. gedaan heeft. Tot welke Christus Zelf ons ook zendt, en om ze ook te doen, Hij zijn Apostelen macht gegeven heeft. En de toegevoegde namen werden Hem gegeven, evenals de wezenlijke eigenschappen van God die de goddelijke natuur alleen toekomen, zoals Eeuwig, Almachtig, Onmetelijk, Koning der koningen, Behouder en andere, die getuigen dat hij van nature God is.
Welke zijn de derde getuigenissen?
De godsdienst en eer die Christus gedaan werd, zoals de aanroeping, aanbidding, geloof en hoop.
Psalm 72:1111 mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen.: "Mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen."
Jesaja 11:1010 En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. en Romeinen 15:1212 En verder zegt Jesaja: Komen zal de wortel van Isaï, en Hij, die opstaat, om over de heidenen te regeren; op Hem zullen de heidenen hopen.: "En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn."
Psalm 2:1212 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen!: "Welzalig allen die bij Hem schuilen!"
Filippenzen 2:1010 opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn.: "Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn."
Johannes 14:11 Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij."
Handelingen 7:5959 En zij stenigden Stefanus, die de Here aanriep, zeggende: Here Jezus, ontvang mijn geest.: "Here Jezus, ontvang mijn geest."
Deze teksten betuigen dat Hij de waarachtige God is.
Vooral om twee redenen:
Wat is de grootheid van het kwaad?
Die bestaat in vier dingen:
Deze dingen kan niemand wegnemen, tenietdoen, verzoenen en overwinnen, dan alleen God.
Wat is de grootheid van het goed, dat door geen schepsel hersteld en teruggegeven kan worden ?
Het herstel van het beeld van God. Daarom is het Christus "die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing" , 1 Korinthe 1:30.. Niet alleen die dingen lerend, maar volbrengend en herstellend.
BasiliusBasilius de Grote (330-379) was één van de drie Cappadocische kerkvaders en als bisschop verbonden aan de stad Caesarea. In theologisch opzicht stond hij aan de zijde van Athanasius en dus tegenover Arius en de zijnen. zegt: omdat Hij uit het Verstand is gekomen en omdat Hij het Beeld is van Degene Die Hem gebaard heeft, vertonend in Hem geheel Degene Die Hem gebaard heeft. En omdat Hij wezenlijk het Woord is, zoals ook ons spreken een gedaante of beeltenis is van onze gehele gedachte.
Maar Hij is, zoals Ignatius zegt, niet het spreken, maar het wezenlijke Woord van de Vader. Of zoals Ireneus zegt, omdat Hij is de Uitlegger van de Vader. En als het sprekende Woord, sprekende met de Vader. Of omdat Hij Die is van Wie gesproken is , of Die de Heere beloofd heeft. Of omdat Hij Degene is die gesproken heeft en het is geworden.
Niet alleen in de menselijke natuur, zoals van de mens wordt gezegd dat hij naar het beeld van God is geschapen. Maar vooral in de goddelijke natuur, hoewel zichtbaar in het vlees; of in zoverre God Zich waarlijk in Christus laat aanschouwen. Daarom wordt Hij ook genoemd "de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen", Hebreeën 1:33 Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge.. Omdat Hij niet is een verdwijnend Beeld, maar een uitgedrukt Beeld en altijd blijvend.
In Genesis 3:1515 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. wordt aan het zaad der vrouw beloofd, dat het de kop van de slang zou vermorzelen. In Genesis 22:1818 En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt. heeft God aan Abraham beloofd dat in zijn zaad alle volken zouden gezegend worden. In 2 Samuël 7:12-1612 Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. 13 Die zal mijn naam een huis bouwen, en Ik zal zijn koninklijke troon voor immer bevestigen. 14 Ik zal hem tot een vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn. Wanneer hij ongerechtigheid bedrijft, zal Ik hem tuchtigen met een roede der mensen en met slagen der mensenkinderen. 15 Maar mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, zoals Ik haar heb doen wijken van Saul, die Ik voor uw aangezicht heb weggedaan. 16 Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd. wordt aan David beloofd dat zijn zoon zou zitten op zijn troon en in eeuwigheid zou heersen. Jesaja 7:1414 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.: "Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven." Bovendien bewijst de gehele evangelische geschiedenis duidelijk dat Christus ontvangen is, geboren, besneden en dat hij een waarachtig lichaam en ziel heeft gehad. Hij heeft gehongerd en gedorst, Hij heeft Zijn bloed gestort en is gestorven. Hij heeft alle eigenschappen en genegenheden van de menselijke natuur gehad, hoewel zonder zonde. Hij is zichtbaar en door verandering van plaats naar de hemel gevaren, vanwaar Hij zal komen om te oordelen.
Ongedeeld, dus niet gedeeld.
Door welke manier van samenvoeging?
Niet door inwoning alleen, zoals God woont in de heiligen. Niet door overeenstemming alleen, zoals de gelovige één zijn in de Vader en de Zoon. Niet door vermenging, zoals water en wijn gemengd worden. Niet door soldering of samenslaan, zoals twee planken samengevoegd worden. En tenslotte niet door het samenstellen, waardoor uit twee dingen het derde voortkomt. Maar door personele vereniging, die de Grieken noemen (Enofin) vereniging, (Enanthropefin) menswording, (Ensarcofin) komst in het vlees, (Oiconomian) wijselijke belijding, (Coinonian) gemeenschap der mededeling, (Perichorefin) vereniging der naastgelegen dingen, of een zeer vaste en sterke vereniging waardoor noch de gehele Godheid, noch enig deel daarvan de mensheid van Christus onderworpen mede gedeyit ??? is, maar de menselijke natuur van de Zoon van God alleen aangenomen is in één en dezelfde persoon, Hebreeën 2:1616 Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham..
Het betekent dat de Persoon van de Zoon van God, Die van eeuwigheid al een Persoon was, de allerzuiverste menselijke natuur (zonder een eigen persoonlijkheid), in eenheid met Zijn Persoon aangenomen en eigen gemaakt heeft, waarbij de eigenschappen van beide naturen helemaal blijven bestaan.
Zoals Paulus ons dat beschrijft in Kolossenzen 2:99 want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk.: "want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk."
De vereniging van ziel en lichaam is hiervan wel een voorbeeld, maar het komt daarmee niet geheel overeen. Want bij de mens komt uit de natuur van de ziel en de natuur van het lichaam een derde natuur voort (uit de eerste twee gemaakt), die de menselijke natuur wordt genoemd. Maar in Christus wordt geen derde natuur gemaakt uit de goddelijke en menselijke. Maar ze blijven beide zuiver en onvermengd. Ook de vergelijking met gloeiend ijzer komt hiermee niet overeen, want de hitte en de gloed in het gloeiende ijzer zijn hoedanigheden, dus niet het wezen van het ijzer zelf. Daarom noemt Paulus dit in 1 Timoteüs 3:1616 En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid. terecht een groot geheimenis van het geloof.
Onvermengd, onveranderlijk, ongedeeld, onafscheidelijk. We belijden dat het onderscheid van de naturen door de vereniging niet is weggenomen, maar dat de eigenschap van elke natuur geheel behouden is, en in één Persoon en in één enige zelfstandigheid samenkomen. Zoals de synode van Chalcedon heeft gezegd in de geschiedenis van Evagrius, Boek 2, Hoofdstuk 4. Want sinds het Woord onze menselijke natuur heeft aangenomen, heeft Hij die nooit meer afgelegd, zelfs niet in de dood. Dit wordt ook uitgedrukt in de volgende oude dichtregels:
Ick ben dat ick was, ick was niet dat ick ben, nu ben ick beyd' te saem;
Van beyd' afkomsten my bekent, ghy weet mijn Naem.
Jesaja 7:1414 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. en 9:55 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.. Lucas 1:3535 En de engel antwoordde en zeide tot haar: De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.: "daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden."
Johannes 1:1414 Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.: "Het Woord is vlees geworden." Niet door een sacramentele vereniging, zoals van de steenrots wordt gezegd dat het Christus was. Niet door verdubbeling van de personen, alsof er twee personen in Christus waren. Niet door vermenging van de naturen, niet door verandering, zoals het water wijn is geworden, Johannes 2:99 Toen nu de leider van het feest het water proefde, dat wijn geworden was - en hij wist niet, waar deze vandaan kwam, maar de bedienden, die het water geschept hadden, wisten het - riep de leider van het feest de bruidegom, en hij zeide tot hem.. Maar door aanneming van het vlees in eenheid van de Persoon. De stem van God die sprak van Jezus de Zoon van Maria, Matteüs 3:1717 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.: "Deze is mijn Zoon, de geliefde."
Efeziërs 4:1010 Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen.: "Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen."
Galaten 4:44 Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet.: "heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet".
Dat wil niet zeggen dat het vlees in de goddelijke natuur is veranderd, maar het betekent de samenvoeging tot de goddelijke natuur in één zelfstandigheid, en van de schenking van de gaven waardoor de menselijke natuur van Christus alle schepselen te boven gaat, maar die de natuur niet teniet doen.
Die ook genoemd wordt een samenvoeging of verhaling van de namen, en gemeenschap en wedergeving of een manier van teruggave. Het is niet een overstorting van de eigenschappen van de ene natuur in de andere, of een wedervermengeling van de eigenschappen, maar een toeschrijving van de samenneming of een bijgebeurtige uitspraak, waarvoor (omdat in Christus iets anders iets anders is en niet een ander en een ander, twee naturen en een persoon), dat de ene natuur in Christus eigen is, niet de andere natuur, maar de Persoon toegeschreven wordt, die naar de andere natuur goddelijk of menselijk genoemd wordt, zoals Theodoretus zegt: "De eigenschappen van de naturen worden de Persoon gemeenschappelijk, naar de eenzelvigheid van de zelfstandigheid", zoals DamascenusJohannes Damascenus (676-749) was een monnik die wel bekendstaat als de laatste Griekse kerkvader. Hij schreef onder meer 'Een nauwkeurige uiteenzetting van het orthodoxe geloof' en strijdschriften tegen de islam, tegen het manicheïsme en tegen andere ketterijen. zegt: "En naar de wedervereniging van de natuuren, en de eenmaking van de zelfstandigheid, van het rechtzinnig geloof".4) Of is een zodanige manier van spreken, waardoor de enige Persoon van Christus in het gemeen de dingen worden toegeschreven die de naturen eigen zijn, en dat omdat Christus in de twee volkomen naturen allebei is, te weten: volkomen God én volkomen mens, welke daarom inderdaad zelfs en terecht toegeschreven worden zowel die dingen die God als die de mens eigen zijn.
Wordt daarom wel en in waarheid gezegd: God of Gods Zoon is uit de maagd Maria geboren, heeft geleden, is gekruisigd. En God heeft Zich een gemeente verkregen door Zijn bloed.5) Niet eenvoudigweg ten eersten aanzien en door Hem in zoverre Hij God is, maar naar iets wat, en ten aanzien van iets anders, of naar wat anders, want wat de ene natuur eigen is, te weten: ontvangen, geboren, gekruisigd te worden, te sterven, wordt de godheid niet toegeschreven, maar de persoon naar de andere natuur (namelijk de goddelijke) genoemd. Want het Woord, Gods Zoon, of God, welke het onderwerp van de voorstelling is, is een samengevoegd woord en geen afgetrokken woord, en betekent niet de goddelijke natuur, maar de persoon die God en mens is.
Zo wordt ook wel gezegd de Zoon des Mensen of de mens Christus is eeuwig, almachtig, alomtegenwoordig, maakt zalig, verwekt de doden, geeft het eeuwige leven. En Johannes 3:1313 En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.: "Niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen." Zo ten aanzien van de vereniging, naardien dezelve mens tegelijk ook God is, want gelijk God om de eenheid de menselijke eigendommen met Zich brengt, zegt Cyrillus.6) Zo brengt de mens om de eenheid de goddelijke eigenschappen met zich. Zo ook omdat de Zoon des mensen een samengevoegd woord is, dat de enige Persoon van Christus betekent, bestaande uit goddelijke en menselijke natuur. En is daarmee de gehele Christus overal, maar niet het gehele van Christus.
Wordt daarentegen goddeloos gezegd: de godheid van Christus is uit Maria geboren, heeft geleden, en de mensheid van Christus is eeuwig, alomtegenwoordig, almachtig, want de godheid is een afgetrokken woord, en betekent eenvoudigweg in Christus de goddelijke natuur die van alle lijden vrij is. Want de uitspraak van verschillende naturen om de zelfstandige vereniging is niet goed, dan in die dingen, die als hele en gehele onderstellingen betekent worden, want zoals men niet zegt: het lichaam is de ziel, of de mens is de ziel, zo zegt metn ook niet: deze God (Christus) is het Lichaam van Christus of de Ziel van Christus, maar alleen: God is mens.
Het is een oprechte uitspraak, die bestaat ook in de daad zelf, omdat de Persoon waarvan in het gemeen en ten rechte zowel goddelijke als menselijke namen of eigenschappen of daden door een samenneming uitgesproken worden, die dingen alle waarlijk en inder daad in Hem vervat, die de ware God en de ware mens toekomen, maar de goddelijke in zoverre Hij God is, de menselijke in zoverre Hij mens is, niet ten aanzien van beide naturen, maar naar wat anders en wat anders, zoals Cyrillus op dezelfde plaats leert. Want zo zou de ketterij van Eutyches van de vermenging der naturen of eigenschappen voortgebracht worden. En de synecdocheEen stijlfiguur waarbij het geheel wordt aangeduid door een deel (of andersom). Voorbeeld: een gemeente met 100 zielen ('zielen' betekent hier 'mensen', met lichaam én ziel). of samen-nemende manier van spreken zou ophouden.
De persoon, als Christus is de Middelaar, de Herder, de Hogepriester, naar beide naturen, ook al houdt een ieder natuur zijn eigen werkende kracht in dat werk.
De schenking van de gaven waarmee de menselijke natuur in de Persoon van Christus versierd is, en alle schepselen te boven gaat, in wijsheid, goedheid, heiligheid, macht, majesteit en heerlijkheid, welke de oudvaders, de godwording van het vlees, de schoolleraars een hebbelijke genade hebben genoemd, heel onderscheiden van de gemeen-making der eigenschappen, dat bij-gebeurtig is, en een wedergeving van namen.
Tweederhand. De ene van van zijn vernieting, waardoor Hij zich tot de dood des kruises toe vernietigd heeft, van zelf op hem nemende de last van de zwakheid van onze menselijke natuur de versmaadheid en straf, rustende middeler tijd, zoals Ireneus zegt, de godheid opdat hij gekruisigd mocht worden en sterven.
De andere van Zijn verhoging, waardoor Zijn menselijke natuur na Zijn dood alle menselijke zwakheden, maar niet de wezenlijke eigenschappen, afgelegd heeft, en in de opperste eer, boven alle schepselen hogelijk versierd is, en toch niet is met de goddelijke natuur van Christus gelijk gemaakt, of even weid uitgestrekt.7)
De ketterijen van:
Drieërlei: profetisch, priesterlijk en koninklijk, zoals in Hebreeën 2:1010 Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken. uitgedrukt wordt, wat Hij naar beide naturen in het werk stelt.
Het is dat ambt, waardoor Hij het evangelie - dat wil zeggen: de verborgen raad van de Vader van de verlossing van de mens - door het Woord, de Heilige Geest en de sacramenten aan de mens openbaart, zowel door zichzelf als door de dienaren van het Woord.
Kunt u dat bewijzen?
Deuteronium 18:18.: “…”
Hierom werd Hij een Herder8) genoemd, een Vredeverkondiger9) en een getrouwe getuige van God10). Dit ambt bedient Hij tot aan het einde van de wereld.11)
Het ambt waardoor Hij Zich gesteld heeft tot een middelaar tussen God en de mensen,12) en dat aan niemand anders dan alleen aan Christus toekomt.13)
Hoeveel delen heeft dit ambt?
Twee:
Naar geen van beide afzonderlijk, maar naar zijn goddelijke als menselijke natuur beide.
Ja, want de twee naturen werden voor verenigd gehouden van de kennis, voorbestemming en aangenaamheid of goedkenning???, en bij Hem gelden evenveel de dingen die gedaan zijn en gedaan zullen worden, tegenwoordige en toekomstige. Daarom zegt Hebreeën 13:88 Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.: “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid”.14) En zoals Openbaring 13:88 En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest) aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld. zegt: “dat het Lam geslacht is van de grondlegging der wereld”. Zo mag men ook zeggen dat Hij toen reeds voor Zijn kerk bad, ten aanzien van de voorgoedkenning??? van Zijn Vader.
Hij bidt wel als een Persoon, maar slechts in zoverre Hij een mens is. Hij doet dit echter wel zo, dat de waardigheid en aangenaamheid van Zijn gebeden bloeit uit de uitnemendheid van de goddelijke natuur die in Christus met de menselijke natuur persoonlijk verenigd is.
Psalm 110:44 De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek.: “De Heere heeft gezworen…naar de ordening van Melchizedek”, die een voorbeeld van Christus is geweest,15) zoals ook Aäron en Izaäk.16)
Ja, maar slechts om twee redenen:
Het ambt waardoor Hij naar Zijn beide naturen willens en wetens alles leidt, stuurt en regeert.
Kunt u een helder getuigenis geven van dat ambt?
Psalm 2:66 Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heilige berg.: “…” Matteüs 28:1818 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde.: “…” Johannes 13:33 stond Hij, wetende, dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging, van de maaltijd op.: “…” Hierom wordt Hij genoemd de eeuwige Koning, Koning der gerechtigheid, Koning der koningen.
Hoe velerlei is de bediening van dit ambt?
In deze wereld is ze tweeërlei:
De gelovigen die naar de naam van hun koning Christus christenen worden genoemd,18) en een koninklijk priesterdom.19)
Rechtvaardigheid, vrede, en [de vruchten van] de Heilige Geest,20) dat is: vrede, blijdschap, gelukzaligheid, licht, kennis van God. Deze dingen zijn hier begonnen, maar in de hemel of in het rijk der heerlijkheid volkomen, waaruit blijkt dat dit geen werelds koninkrijk is, maar geestelijk en hemels.21)
Twee: de roeping en het oordeel of gericht.
Dit wil niet zeggen dat Hij zich van het Rijk zal ontdoen, maar dat de wijze van bediening, die Christus gebruikt in het vergaderen en behoeden van Zijn gemeente in deze wereld ophouden zal.