Inhoud

Het lijden en de dood van Christus

1. Wat bedoelt u als u het woord “lijden” gebruikt dat Christus onderging?

In dat ene woord “lijden” vat men als in een synecdocheEen stijlfiguur waarbij het geheel wordt aangeduid door een deel (of andersom). Voorbeeld: een gemeente met 100 zielen ('zielen' betekent hier 'mensen', met lichaam én ziel). alles samen wat Christus vanaf het begin van zijn komst in de moederschoot heeft meegemaakt. Direct na zijn geboorte moest Hij in een voerbak liggen, omdat er voor zijn moeder in de herberg geen plaats was (Lucas 2:77 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.). Op de achtste dag na zijn geboorte, werd zijn bloed vergoten door de besnijdenis (Lucas 2:2121 En toen acht dagen vervuld waren, zodat zij Hem moesten besnijden, ontving Hij ook de naam Jezus, die door de engel genoemd was, eer Hij in de moederschoot was ontvangen.). Daarna heeft Hij geleden tot aan het ogenblik dat Hij voor ons op het altaar van het kruis een offer voor ons is geworden; en dan vooral door alle vormen van onrecht en de gruwelijke straf die Hij onder de rechter Pilatus heeft geleden.

Het kruis en de grote moeiten die het geestelijke lichaam van Christus – de gemeente of zijn ledematen – moeten ondergaan, horen ook bij het “lijden des Heren”, dat hier op aarde moet worden volbracht zolang al zijn ledematen, ieder op zijn eigen manier en in de eigen mate, aan het Hoofd Christus gelijk worden gemaakt. Daarom zegt de apostel in Kolossenzen 1:2424 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente.: “Ik vul in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente.” Dit is tot troost van de gemeente.1) Leo I zegt: “De rechtvaardigen hebben geen kronen gegeven, maar ontvangen; en uit de vroomheid van de gelovigen zijn wel voorbeelden van lijdzaamheid voortgekomen, maar geen gaven van rechtvaardigheid.”

Bij wijze van beeldspraak wordt de geschiedenis die ons het lijden van Christus beschrijft, ook wel het “lijden” genoemd.

2. Wat houdt het lijden van de Here in?

Het is een onderdeel van de gehoorzaamheid van Christus, waardoor Hij die onschuldig was, tot een offer voor schuldigen is geworden. Anders gezegd: het is een verzoeningsoffer in een weg waarbij de Zoon van God Mens geworden is en Zichzelf aan de Vader heeft geofferd, opdat Hij voor al degenen die in Hem geloven, de eeuwige rechtvaardiging, heiliging en verlossing van de zonde zal verdienen, [om te verlossen van] de eeuwige dood en het eeuwige leven te verwerven. Zo legt Christus het Zelf uit in Johannes 17:1919 en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.: “Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.” Dat wil zeggen: Ik offer Mijzelf aan de Vader tot een heilig offer ter verzoening, zodat zij allen werkelijk zelfs tot in eeuwigheid geheiligd zijn.

3. Wat zijn de zogenaamde “werkende oorzaken” van het lijden van Christus?

Dat zijn er drie: God, de satan en ook mensen, maar dan in verschillend opzicht.

  1. Gods absolute, volkomen en hoogste wil; dat wil zeggen: Gods verordening of Zijn beschikking, waardoor Hij dit werk [van de Zoon] van eeuwigheid al heeft gewild om zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid te openbaren.
  2. De uitwendige werkende oorzaak is de ellendige staat van het menselijk geslacht en de tirannie van de duivel daarover.
  3. De inwendige werkende oorzaak is de onuitsprekelijke liefde van God de Vader voor zijn schepsel geweest; dat wordt in Johannes 3:1616 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. onder woorden gebracht: “Want alzo lief heeft god de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.”
  4. De vrijwillige en vanzelfsprekende gehoorzaamheid van Gods Zoon is mede een oorzaak geweest. Paulus zegt daarvan in Filippenzen 2:7-87 maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.: “maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.” Hij heeft Zich immers vrijwillig en met voorbedachten rade overgegeven in de handen van zijn vijanden, zoals in Jesaja 53:77 Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open. al is voorzegd: “Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open.” En citerend uit Psalm 40:7-97 In slachtoffer en spijsoffer hebt Gij geen behagen, - Gij hebt mij geopende oren gegeven - , brandoffer en zondoffer hebt Gij niet gevraagd. 8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de boekrol is over mij geschreven; 9 ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, uw wet is in mijn binnenste. zegt de apostel in Hebreeën 10:4-74 want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren of bokken zonden zou wegnemen. 5 Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; 6 in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. 7 Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik - in de boekrol staat van Mij geschreven - om uw wil, o God, te doen.: “Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren of bokken zonden zou wegnemen. Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om uw wil, o God, te doen.”
  5. De satan is ook een belangrijke oorzaak van het lijden van Christus, want hij heeft gedreven door een dodelijke haat het Zaad van de vrouw vervolgd; maar hij kon niet verder gaan dan hem in de hielen bijten, zoals in Genesis 3:1515 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. al is voorzegd.
  6. Eveneens zijn alle mensen een oorzaak van de dood van Christus; deze dood is het gevolg van de schuld en de zonden waar alle mensen in verstrikt zijn.
  7. Instrumentele of meewerkende oorzaken van de dood van Christus zijn geweest: de satan, Judas, de priesters die Judas 30. zilverlingen gaven.2) Datzelfde geldt voor Annas, Kajafas, Pilatus, het volk dat “kruis Hem, kruis Hem” riep; en ook voor de Romeinse soldaten, die als slechte werktuigen door God toch zó gebruikt heeft dat Hij daardoor het meest heilige werk, de verlossing van het menselijke geslacht, heeft teweeggebracht. Deze eerloze werktuigen, die niet uit dwang maar vrijwillig en tegen hun geweten in zondigden, heeft Hij rechtvaardig gestraft. Niemand kan immers een onschuldig mens verraden, veroordelen en doden, dan alleen hij die door en door misdadig slecht mens is!

4. Wie is het Subject, het Onderwerp van dit lijden?

Onze Here Zelf, Gods Zoon, die mens geworden is.

Betreft het lijden de Persoon of alleen de ene of de andere natuur [van beide naturen]?

Het lijden betreft de Persoon, want de Persoon die geleden heeft, is God en Mens, maar Hij heeft in zijn goddelijke natuur geleden. Het is namelijk onmogelijk dat de onveranderlijke God zou lijden en dat het onsterfelijke zou sterven; maar Hij heeft geleden in de aangenomen menselijke natuur die immers kon lijden. Daarom zegt Paulus ten aanzien van deze Persoon in Handelingen 20:2828 Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. dat God voor Hem een gemeente verkregen heeft door bloed van zijn eigen Zoon. Maar voor wat de menselijke natuur betreft, getuigt de apostel in 1 Petrus 4:11 Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen met dezelfde gedachte, dat, wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de zonde. dat “Christus [dan] naar het vlees geleden heeft” en in de brief aan de Hebreeën zegt de schrijver in hoofdstuk 2:1414 hetzij aan stadhouders, als door hem gezonden tot bestraffing van boosdoeners, maar tot lof van wie goed doen. dat de Zoon van God “aan bloed en vlees” deel gekregen heeft, “opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen”. En al is het dan dat het lijden en de dood in eigenlijke zin het vlees of het lichaam betreft, hier betreft het voor wat de Persoon betreft toch het Woord, want het Woord en het vlees is één en dezelfde Persoon.

5. Wat is de formele of concrete oorzaak geweest?

Het lijden zelf, zowel van de ziel als van het lichaam, dat in beide opzichten in bepaalde trappen en maten door de auteurs van de evangeliën is beschreven.

6. Wat is het lijden van de ziel geweest?

De smart, de pijn en het lijden van het hart die Christus vooral in steeds sterkere mate ervaren heeft nadat Hij het avondmaal had ingesteld.

  1. In de hof van Getsemané voelde Hij dat de toorn van God ontstoken werd tegen onze zonden, en dan roept Hij in grote benauwdheid van zijn hart uit: “Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe”, en ook: “Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan” (Matteüs 26:38,3938 Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt met Mij. 39 En Hij ging een weinig verder en Hij wierp Zich met het aangezicht ter aarde en bad, zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.). Onder de drinkbeker verstaat Hij, zoals dat in het Hebreeuws gebruikelijk is, de toorn van God en straf vanwege onze zonden. Hij zegt er echter dit bij: “Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt” (Marcus 14:3636 en Hij zeide: Abba, Vader, alles is U mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt.). Daarmee geeft Hij aan dat er geen tegenstrijdigheid is in zijn wil, maar wel dat er daarin verschillende gevoelens zijn. Dat is op zichzelf niet verkeerd en dat zien we vooral als de wil van de mens aan Gods wil onderworpen is.
  2. Dat lijden wordt zo groot dat Zijn zweet vanwege de bitterheid ervan als bloeddruppels werd (Lucas 22:4444 En Hij werd dodelijk beangst en bad des te vuriger. En zijn zweet werd als bloeddruppels, die op de aarde vielen.). Ten slotte roept Hij als Hij aan het kruis door deze smarten als het ware overweldigd wordt: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Matteüs 27:4646 Omstreeks het negende uur riep Jezus met luider stem, zeggende: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat is: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?) Dit betekent niet dat God van de Mens Jezus gescheiden was, maar zoals Bernardus zegt, “dat het een verlatenheid was waarin de overstelpende nood geen vertoon van macht en kracht is geweest en evenmin een bewijs van majesteit en heerlijkheid”. Maar de klacht van Christus was niet van iemand die wanhopig is of zijn vertrouwen kwijt is – Hij noemt God immers “Mijn God” – maar van iemand die met een verschrikkelijke beproeving moet strijden en worstelen.
    Daarom zegt David al in Psalm 18:5-65 Banden des doods hadden mij omvangen, en stromen van verderf hadden mij overvallen, 6 banden van het dodenrijk hadden mij omgeven, valstrikken van de dood lagen op mijn weg. als een profetie: “Banden des doods hadden mij omvangen (…), banden van het dodenrijk hadden mij omgeven.” Dit betekent: ik lijd verschrikkelijke pijnen, en die zijn zo erg dat wanneer een engel of zelfs alle engelen deze pijnen moesten verdragen, zij tot niets zouden zijn geworden. In Hebreeën 5:77 Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst. lezen we: “Tijdens zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit zijn angst.” Dat wil zeggen: verlost van de angst en de ontzetting als Hij aan het strenge oordeel van Gods toorn dacht.

7. Maar wat is de oorzaak van die grote benauwdheid die Christus in zijn ziel geleden heeft?

Er zijn veel oorzaken.

  1. Het overdenken van de tirannie van de zonde, de dood en de satan, die woedend en razend tekeergaat tegen het menselijk geslacht.
  2. Het overdenken van de verschrikkelijke, schandelijke en vervloekte straf,3) waarvan Hij wist dat Hij die in zijn heilig lichaam moest lijden, en van de smaadheden die men Hem zou aandoen.
  3. Het overdenken van de ondankbaarheid van het grootste deel van de wereld.
  4. En vooral het voelen en ervaren van de vreselijke toorn van God, die Hij omwille van onze zonden heeft ondergaan; Hij had die zonden immers op Zich genomen om die te verzoenen. Daarom wordt Hij in Johannes 1:2929 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. het Lam Gods genoemd, dat de zonden der wereld op Zich neemt, of wegdraagt.

8. Wat is het lijden van het lichaam geweest?

Naast de pijnen die Hij in de ziel geleden heeft, onderging Hij ook het lichamelijk lijden. Dat kan worden afgebakend aan de hand van de plaatsen waarin Hij op verschillende manieren benauwdheden en smarten onderging, zoals de hof [van Gethsémané], het huis van Kajafas, de vergaderzaal van het Sanhedrin, het rechthuis van Pilatus, en de plaats buiten de stad waar moordenaars altijd gestraft werden.

9. Hoe heeft Hij in de hof [van Getsemane] geleden?

  1. Hij is door zijn discipel met een kus verraden en aan de soldaten overgeleverd.
  2. Hij werd door de soldaten gevangengenomen en gebonden, en als een dief en moordenaar weggeleid, opdat Hij ons van de banden van de zonden en de duivel zou verlossen.
  3. Hij is door al zijn discipelen verlaten, opdat we de verdienste van onze verlossing en zaligheid ook niet maar enigszins aan hen zouden toeschrijven.

10. Waarom wilde Christus als de tweede Adam in de hof gevangen worden?

Om de zonde die de eerste Adam in de hof van het Paradijs begaan had, zou worden uitgewist.

11. Welk lijden onderging Jezus in het in het huis van Kajafas of in de vergaderzaal van het Sanhedrin?

  1. Hij werd voor de Joodse raad gesteld; Hij mocht namelijk niet in een oploop gedood worden, maar moest ter wille van ons voor de raad gesteld worden. Wij waren immers onderworpen aan het vonnis van de eeuwige Rechter en hebben verdiend om vanwege onze misdaden voor eeuwig verdoemd te worden.
  2. Hij werd daar bespot.
  3. Hij kreeg scheldwoorden naar Zich toe en werd door valse getuigenissen beschuldigd dat Hij de tempel wilde afbreken
  4. Hij wordt gedwongen om voor de levende God te getuigen dat Hij de Christus is, de Zoon van God.
  5. Toen Hij de waarheid sprak, werd Hij direct vanwege godslastering veroordeeld; Hij heeft immers de schuld moeten dragen van de misdaad waarmee de eerste Adam aan God gelijk wilde zijn.
  6. Hij kreeg een kaakslag van de dienstknecht van de hogepriester.
  7. Hij werd bespuwd in zijn gezicht.
  8. Uiteindelijk werd Hij met vuisten geslagen, opdat Hij de schande van de zonde van ons zou weren.
  9. Hij werd geslagen terwijl zijn gezicht met een doek bedekt was, en moest toen zeggen wie Hem geslagen had; ook kreeg Hij stokslagen van de dienstknechten. Al deze smadelijke bejegeningen die wij verdiend hadden, heeft Hij geleden om ons van alle smaad te verlossen en ons het goede te schenken – aan ons die het beeld van God juist verloren hadden. Zo heeft Hij ons een vrije toegang tot God gegeven.
  10. Ten slotte leed Hij onder de schandelijke verloochening van zijn discipel, om de schuld te betalen voor Adams afvallen van God.

12. Welk lijden onderging Jezus in het rechthuis?

  1. Jezus wordt voor de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus gesteld, en daaruit wordt duidelijk dat toen Christus het lijden onderging, de koninklijke scepter van het huis Juda (Genesis 49:1010 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn.) was weggenomen, zoals al voorzegd was. Men kon dan ook geen andere Messias meer verwachten. Christus werd hier onschuldig door de aardse rechter ter wille van ons veroordeeld, opdat wij mogen weten dat we aan het oordeel van de hemelse Rechter ontkomen zijn.
  2. Hier wordt Jezus van drie misdaden beschuldigd: verleiding van het volk tot oproer, een poging om het koningschap te verkrijgen door het volk te verbieden aan de keizer belasting te betalen, en te zeggen dat Hij, Christus, koning is. Hij wordt dus beschuldigd tegen de koninklijke majesteit gezondigd te hebben, en dat zowel voor de Joodse raad van het Sanhedrin als voor de burgerlijke overheid – bij de eerste ten aanzien van de Gods majesteit en bij de tweede ten aanzien van de menselijke autoriteiten. Zo heeft Hij de zonde van majesteitsschennis die wij allen in Adam begaan hebben, op Zich genomen en door zijn gehoorzaamheid en uiterste vernedering die zonde verzoend. Hij verdedigde Zich ook niet zoals Hij gemakkelijk had kunnen doen, maar Hij zweeg en deed zijn mond niet open zoals een lam bij degene die het scheert (Jesaja 53:77 Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed hij zijn mond niet open.). Door zijn stilzwijgen gaf Hij ons overvloedig stof om tot God te roepen, en doordat Hij niet werd vrijgesproken zijn wij niet vergaan.4)
  3. Op dezelfde tijd en plaats wordt Christus echter ook door de rechter onschuldig verklaard, omdat Hij in Zichzelf rein. Hij werd ook niet om zijn eigen schuld maar vanwege de schuld van anderen beschuldigd, en zo probeerde men Hem ook los te laten. Hij werd gegeseld om de Joden ertoe te bewegen dat het op deze manier voldoende zou zijn, maar ook dat was tevergeefs. Er kon namelijk gekozen worden tussen de oproermaker en moordenaar Barabbas, en Jezus; en toen werd Hij minder geacht dan Barabbas, en werd met groot getier en oproerig gekrijs door het volk geëist dat Hij gekruisigd zou worden. Dit alles deed Hij opdat Hij ons de heiligheid van de engelen zou schenken en de waardigheid van de kinderen van God.
  4. Hij werd als een misdadiger die de dood verdiend had, door de rechter op zijn rechterstoel in naam van de keizer en namens het gehele Romeinse rijk veroordeeld. Zo heeft Hij Zich als Borg voor ons die schuldig waren aan de eeuwige dood, voor de eeuwige Rechter gesteld.
  5. Toen Hij veroordeeld werd als iemand die de staat schade aanricht, werd Hij door de soldaten bespot en om Hem nog meer te verachten kreeg Hij een soldatenjas of een purperen mantel omgehangen; ze zetten ook een doornenkroon op zijn hoofd, en gaven Hem in plaats van een scepter een rietstok in zijn rechterhand om Hem duidelijk te maken hoe ellendig, jammerlijk, belachelijk en zwak zijn koninkrijk was. Ze bespotten Hem en bogen zich voor Hem neer, terwijl ze spottend uitriepen: Wees gegroet, koning der Joden!’ Ze spuwden Hem opnieuw in het gezicht, gaven Hem vuistslagen in het gezicht en sloegen met stokken op zijn heilig hoofd.

Als men zijn eigen Persoon aanziet, heeft Christus al deze dingen ten onrechte ondergaan. Maar als men let op de persoon die Hij op Zich genomen heeft, namelijk ons – dan is het juist goed, want “de Here heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen” (Jesaja 53:66 Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.). Hij heeft de smaad en hoon geleden die wij verdiend hadden; en zo heeft Hij ons daarvan bevrijd.

13. Welk lijden onderging Hij buiten het rechthuis?

  1. Nadat Hem die purperen mantel weer was uitgedaan, werd Hij tot buiten Jeruzalem gebracht terwijl Hij zijn kruis droeg waaraan Hij vastgenageld zou worden. Dit was ooit al vooraf uitgebeeld in Izak [die de takken voor het offer droeg].5) Het lichaam van de dieren waarop de zonden van het volk gelegd waren, werd buiten de legerplaats verbrand (Hebreeën 13:1111 Want van de dieren, waarvan het bloed als zondoffer door de hogepriester in het heiligdom werd gebracht, werd het lichaam buiten de legerplaats verbrand.). Daarom was dat lichaam vervloekt, wat ook de reden was waarom de priesters er niet van mochten eten.6) Zo droeg Christus met het kruis als een teken van ons oordeel, onze zonden en het oordeel dat wij verdiend hadden, tot buiten Jeruzalem. En zo werd Hij die in Zichzelf zuiver en onschuldig was, voor ons tot een vloek7) of tot een vervloekt offer, dat niet thuishoorde in het gezelschap van mensen. Dit alles deed Hij opdat gekend zou worden als het enige Offer waardoor de zonde van de wereld verzoend wordt.
    Simon van Cyrene werd wel gedwongen de last van het kruis van Christus – die wegens grote vermoeidheid en droefheid daaronder bezweek – op zich te nemen,8) maar dat maakt ons duidelijk hoe fel de haat en de wreedheid was van de Joden, maar ook dat er gemeenschap is tussen de lijdende Christus en zijn heilige martelaren of getuigen, die overigens helemaal niets tot de verzoening kunnen bijbrengen.
  1. Hij werd naar de Hoofdschedelplaats geleid, in het Hebreeuws Golgotha genoemd, waar gewoonlijk de rebellen, moordenaars en andere boosdoeners op een smadelijke manier gestraft werden – en zo werd Hij veracht en de onwaardigste onder de mensen, zoals in Jesaja 53:33 Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. al voorzegd was.
  2. Hij werd gekruisigd. In die tijd was er geen wredere en ook geen smadelijker straf dan deze. Zoals we in Psalm 22:1717 Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld, die mijn handen en voeten doorboren. kunnen lezen en begrijpen uit de woorden van Thomas in Johannes 20:2525 De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben de Here gezien! Maar hij zeide tot hen: Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven. werden degenen die gekruisigd moest worden met geweld op het kruis uitgestrekt, er werden spijkers door handen en voeten geslagen en daarna wordt het kruis rechtop gezet. De gekruisigden eindigden hun leven onder verschrikkelijke pijnen door gekwetste zenuwen in het hele lichaam. De kruisdood is heel gruwelijk geweest en werd door God Zelf vervloekt.9) De Zoon van God heeft Zelf aan deze vervloeking onderworpen willen zijn om ons van de vloek te verlossen die wij verdiend hadden, en ook om te laten blijken dat de zonde om welke God zijn Zoon de straf wilde laten lijden, heel gruwelijk is. Zo is het waar geworden dat door een boom de zonde in de wereld is gekomen, en dat ze er door een kruisboom ook weer uit is weggenomen. Ten slotte is de kruisdood uitgevoerd om het voorbeeld te doen overeenkomen met de werkelijkheid. Het offer werd namelijk op het altaar opgeheven en geofferd,10) en zo werd Christus van de aarde opgeheven in de hoogte, opgehangen aan het kruis en zo gedood, omdat Hij de machten van de lucht moest overwinnen.11) Zie Johannes 3:1414 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden.: “En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden.”
  3. Hij hing tussen twee moordenaars als hun leider, opdat de Schrift vervuld zou worden: “omdat Hij (…) onder de overtreders werd geteld, terwijl Hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft” (Jesaja 53:1212 Daarom zal Ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen, omdat hij zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd geteld, terwijl hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft.). Hij hing daar, opdat Hij de straf die wij verdiend hadden, zou dragen en ons in het rijk van zijn Vader aan de engelen gelijk zou maken. Door deze straf te dragen heeft Hij ook alle verachte plaatsen waar gestraft wordt en de straf van misdadigers zelf geheiligd, opdat niemand zou denken dat de verachtelijkheid daarvan degenen die in Hem geloven bij God tot enig nadeel strekt en de zaligheid van mensen zou verhinderen.
  4. Hij werd met uitgestrekte handen gekruisigd, zodat Hij met één hand de Joden en met de andere hand de heidenen tot Hem nodigde om aan hen allen zijn verdienste aan te bieden; maar Hij deed dit ook Rechter van allen zal zijn, die sommigen aan zijn rechterhand en sommigen aan zijn linkerhand zal plaatsen.
  5. Hij hing drie hele uren levend aan het kruis, namelijk van zes tot negen uur, dat is bij ons van ’s middags twaalf uur tot drie uur ’s middags. Deze allerergste smaad voor Christus is het gevolg van onze trots en verwaandheid, maar tegelijk van onze grote verhevenheid en waardigheid voor God door het uitdelgen van onze ongerechtigheid. Daarom zegt Paulus in Galaten 6:44 Ieder moet zijn eigen werk toetsen; dan zal hij slechts voor zichzelf stof tot roem hebben en niet voor een ander.: “Maar ik moge ervoor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van onze Here Jezus Christus.”
  6. Hij hing daar ook naakt om te betalen voor de zonde van onze eerste ouders, bij wie het kleed van onschuld werd weggenomen, en om ons met Zijn onschuld, heerlijkheid en onsterfelijkheid te bekleden en ons met zijn armoede rijk te maken. Zo kon de tweede Mens op zó’n manier het Paradijs binnengaan zoals de eerste mens daar gewoond had. Zijn kleren werden ook door het lot van het verachte dobbelspel onder elkaar verdeeld, zoals al gezegd was in Psalm 22:1919 Zij verdelen mijn klederen onder elkander en werpen het lot over mijn gewaad., opdat wij door deze dingen zouden geloven dat Hij Degene was die komen zou.
  7. Hij had dorst, in lichamelijke zin door de bittere pijn en het ervaren van Gods toorn; en in geestelijke zin door zijn vurig verlangen naar onze zaligheid.
  8. In plaats van goede wijn, die men tot versterking of verkwikking gewoon was te geven aan hen die de doodstraf moesten ondergaan, kreeg Hij een bittere drank te drinken, gal vermengd met zure wijn. Daarmee werd vervuld wat David in Psalm 69:2222 Ja, zij gaven mij gif tot spijze, en lieten mij in mijn dorst azijn drinken. gezegd had. Zo moest de tweede Adam de schuld dragen, omdat de eerste Adam die zoete drank uit de verboden vrucht had opgezogen.
  9. Allerlei mensen scholden Hem uit en bespotten Hem – mensen uit de laagste volksklasse, priesters, Schriftgeleerden, de moordenaar aan het kruis, en de soldaten. Ze verdraaiden zijn gebed op een goddeloze manier alsof Hij God verliet en hulp aan mensen vroeg.
  10. Hij stierf; de kruisiging zou daarbij geen resultaat hebben gehad als de ziel niet van het lichaam gescheiden was, waar God al gezegd had: “Ten dage dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven” (Genesis 2:1717 maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.).
  11. Zijn zijde werd door een speer doorstoken, waaruit het bloed vloeide waardoor de gemeente werd geboren en leven ontving, zoals Eva uit de zijde van Adam gebouwd werd; er vloeide ook water uit, waarmee de pasgeboren gemeente werd gewassen. Uit deze wond, die als een fontein van leven is, vloeit de zaligheid van de gemeente voort; en de betekenis hiervan is dat de vertroosting, de verzoening van alle zonden, de betaling en de reiniging – die door bloed moest gebeuren – hierdoor plaatsvinden. Zonder bloedstorting vindt er immers geen verzoening van de zonden plaats (Hebreeën 9:2222 En nagenoeg alles wordt volgens de wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving.). Door deze wond in de zijde is er volstrekte zekerheid over de dood van Christus, want het water dat uit die wond is gevloeid, heeft aangetoond dat de speer is doorgedrongen in het pericardium oftewel het vlies om het hart heen. Dat vlies is als een blaas waarin zich water bevindt. Als dit vlies wordt kapotgemaakt, moet een mens beslist direct sterven.

14. Wanneer is Hij gekruisigd?

Op het Paasfeest (Pascha) om daarmee aan te geven dat Hij het ware Paaslam is dat voor de zonden van de wereld geslacht is.

15. Is de godheid zó van de ziel en het lichaam gescheiden als de ziel van Christus drie dagen van het lichaam gescheiden is geweest? Of is de godheid toen samengevoegd met de ziel en van het lichaam gescheiden geweest?

Het een noch het ander is gebeurd. DamascenusJohannes Damascenus (676-749) was een monnik die wel bekendstaat als de laatste Griekse kerkvader. Hij schreef onder meer 'Een nauwkeurige uiteenzetting van het orthodoxe geloof' en strijdschriften tegen de islam, tegen het manicheïsme en tegen andere ketterijen. zegt hiervan dat de godheid van beide niet was te scheiden; Christus heeft eenmaal zijn mensheid aangenomen en is daarvan nooit meer gescheiden.

16. Maar hoe heeft het kunnen zijn dat de goddelijke natuur verenigd is gebleven met de ziel die in het Paradijs was, en met het lichaam dat op aarde was?

Omdat de goddelijke natuur van de Zoon eeuwig en overaltegenwoordig is; en daarom is ze met beide tegelijk geheel en ondeelbaar verenigd gebleven – dus zowel met de ziel van Christus die in het Paradijs was, als met zijn lichaam dat dood in de aarde lag. Omdat de goddelijke natuur éénvoudig en daarom ondeelbaar is, kan men ook niet zeggen dat God een deel van zijn Wezen in de hemel en een deel daarvan op de aarde had. Nee, Hij is geheel in de hemel en geheel op de aarde; en dan niet op verschillende tijden, maar tegelijkertijd – en dat is iets dat voor geen enkel geschapen wezen mogelijk is. AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. heeft dan ook gezegd: “Het is een eigenschap van de gehele Drie-eenheid dat ze volledig heel is, en niet gedeeld kan worden door de realiteit van verschillende plaatsen.”

17. Is Christus, toen Hij gestorven was, werkelijk en echt mens geweest?

Ja, want hoewel lichaam en ziel gescheiden waren en het dus een echte dood was, gingen die twee door de band van persoonlijke vereniging als het ware op een derde manier toch samen. Het is hier zoals wanneer wij gestorven zijn, ons leven werkelijk in Christus verborgen en weggelegd is. Anderen zeggen hier dat Christus in die drie dagen een mens geweest is voor zover het de menselijke materie betreft, want ziel en lichaam waren inderdaad [gescheiden], maar dat Hij in zijn opstanding – toen de ziel weer in het lichaam teruggekeerd was – ook wat zijn gedaante betreft weer een mens geweest is.

18. Wie is er dan gestorven, en wat zijn de gevolgen van zijn dood?

De Zoon van God; en als gevolg van die dood schrikt heel de natuur en is zij met ontzetting bewogen. Toen Hij immers drie uur vóór zijn dood aan het kruis hing, heeft de zon tegen de loop van de natuur in geëclipseerd, wat van het zesde tot het negende uur duurde. Het werd toen donker over heel de aarde (Matteüs 27:4545 En van het zesde uur af kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur.). Dat wil zeggen: over het wereldrond, zoals TertullianusTertullianus (ca. 160-230) staat bekend als een van de grootste 'kerkvaders'. Hij heeft vele belangrijke geschriften nagelaten, waaronder met name strijdschriften tegen heidenen en joden, alsook tegen ketters. Hij was een fel bestrijder van het gnosticisme en legde steeds de nadruk op de feitelijkheid van het christelijk geloof. het uitlegt, of zoals anderen zeggen over het land van de Joden om hun geestelijke blindheid aan hen te profeteren.

Toen de Here stierf, is het voorhangsel in de tempel gescheurd, zodat wij zouden weten dat de weg naar de hemel door zijn verzoening is geopend,12) en dat de ceremoniën van de wet zijn afgeschaft. De aarde heeft gebeefd, er zijn (graf)stenen gebroken en graven geopend, waaruit enkele heilige personen opgestaan en in de stad gegaan zijn. Door deze tekenen is het verachtelijke van de misdaad die men tegen Gods Zoon begaan heeft, de wreedheid van de goddelozen maar ook de kracht van Christus’ dood duidelijk geworden. Het gevolg van al deze dingen is ook geweest dat er veel vijanden van Christus bekeerd zijn, waardoor ze zeiden: “Waarlijk, dit was Gods Zoon” (Matteüs 27:5454 De hoofdman en zij, die met hem Jezus bewaakten, zagen de aardbeving en wat er plaats had en zij werden zeer bevreesd en zeiden: Waarlijk dit was een Zoon Gods.). “En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug, toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst” (Lucas 23:4848 En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug, toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst.).

19. Wat is het doel van het lijden en de dood van Christus?

Het hoogste doel is de verheerlijking van God vanwege zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid. Het meest dichtbij zijnde doel is echter de verlossing van het menselijk geslacht en de eeuwige zaligheid. Johannes 3:1414 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden. en 15 zegt daarvan: “En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe.” In Romeinen 4:2525 die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging. lezen we: Hij “is overgeleverd om onze overtredingen”, namelijk om die te verzoenen.

20. Voor wie is het lijden en de dood van Christus tot nut?

Zijn lijden en sterven zou voldoende geweest zijn om voor de zonden van alle mensen te betalen, maar Hij is daadwerkelijk gestorven voor zijn uitverkorenen, die Hem hebben aangenomen en in Hem geloven. “Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden” (Matteüs 1:2121 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.). “Ik zet mijn leven in voor de schapen” (Johannes 10:1515 gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen.). “Ik heilig Mijzelf voor hen” (Johannes 17:1919 en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.), namelijk voor hen die geloven en die de Vader Mij gegeven heeft.

Anders zou de conclusie getrokken moeten worden dat Christus tevergeefs en zonder resultaat voor velen gestorven zou zijn, en dat de kracht van Christus’ dood door mensen tenietgedaan kon worden.

21. Waar komt de waardigheid en de kracht van Christus’ dood vandaan?

Die komt van de waardigheid van de Persoon, want daardoor is het lijden en de dood van Christus volkomen, en aangenaam voor God.

  1. Het is namelijk een vrijwillige gehoorzaamheid van de Zoon geweest, waarmee Hij het gebod van de Vader heeft volbracht. Hij heeft immers Zichzelf vernederd, en Hij ‘is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises’ (Filippenzen 2:88 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.).
  2. Het werk van zo iemand, namelijk van Hem Die mens en God is, heeft een oneindige verdienste.

22. Het gebed van Christus in de hof van Gethsémané, dat driemaal in de evangeliën vermeld wordt, luidt: “Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan” (Matteüs 26:39). Hierin is geen sprake van “als Ik wil”, maar “als Gij wilt”. Is dit met de zojuist genoemde gehoorzaamheid in overeenstemming?

Zeer zeker wel! Het gaat erom vanuit welk gezichtspunt men het beziet. Dat Christus het lijden niet gewild heeft, is vanwege de zwakheid van Zijn lichaam, dat begrijpelijkerwijs de dood als een vijand van Zijn zondeloze menselijke natuur ziet en daar heel ontsteld over is. Maar dat Hij het wél gewild heeft, kwam voort uit de gewilligheid van zijn geest. Zijn gehoorzaamheid was namelijk noodzakelijk voor de zaligheid van het menselijke geslacht. Christus Zelf zegt hierover in Matteüs 26:4141 Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.: “De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.” Ja, Christus’ gehoorzaamheid blijkt des te duidelijker dat terwijl zijn vlees wilde dat de dingen anders zouden gaan, Hij Zich toch heel eenvoudig aan de wil van Zijn Vader onderwerpt.

23. Wat zijn de vruchten van het lijden van de Here?

Die zijn vele.

  1. Een volkomen verzoening voor de zonden, want het bewijsstuk dat door de inzettingen tegen ons getuigde, heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen (Kolossenzen 2:1414 door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen.). Zo is de herinnering aan onze zonden door het bloed van Christus uitgewist om nooit meer voor Gods aangezicht te komen.13)
  2. De toorn van God is gestild en Hij is met de mens verzoend.14)
  3. De duivel is overwonnen.15)
  4. De dood is verslonden16) en de vrees voor haar is weggenomen,17) zodat ze voor de gelovigen niets anders is dan een doorgang tot het eeuwige leven.
  5. De mens is vrijgesproken van zonden en gerechtvaardigd.18)
  6. De scheidingsmuur tussen Joden en heidenen is doorbroken.19)
  7. Alle dingen in de hemel en op de aarde, alle gelovigen uit het Oude én het Nieuwe Testament zijn onderworpen aan het enige Hoofd Christus. Ze zijn door deze vereniging weer teruggebracht van hun Hoofd van Wie ze afgevallen waren, en nu zijn zij weer in één lichaam verenigd.20)
  8. De profetieën zijn vervuld; en de ‘schaduwen’ [in het Oude Testament] van Izak, Simson, de koperen slang, de offers en alle andere zijn gebleken in overeenstemming te zijn met de waarheid [die in het Nieuwe Testament is vervuld].
  9. De doding van ons vleselijk bestaan door Christus “die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven” (1 Petrus 2:2424 die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen.). “Dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn” (Romeinen 6:66 dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.).
  10. Om het kort samen te vatten: uit genade is voor ons de vergeving van de zonden verworven, is onze ziel gereinigd van de smet der zonden en ontvangen we het eeuwige leven.

Wat houdt de heilzame overdenking van de dood van Christus in?

  1. Het overdenken hoe groot de toorn van God tegen de zonde geweest is, en dat die niet op een andere manier kon worden gestild.
  2. Het overdenken van Gods zeer grote barmhartigheid, waardoor Hij liever gewild heeft dat zijn Zoon de smadelijke dood zou lijden dan dat het door Hem geschapen menselijke geslacht verloren te laten gaan.
  3. De onuitsprekelijke verootmoediging van de eeuwige Zoon van God, de Here van alle dingen, Die verworpen werd tot ver beneden elk willekeurig schepsel – wat heeft Hij met die verootmoediging zijn liefde tot het menselijk geslacht laten blijken, waarvoor Hij om het te verlossen zóveel geleden heeft.
  4. Het vreselijke van de zonde, die we weerspiegeld zien in de smadelijke manier waarop Christus moest sterven.
  5. De levensgang van de gelovigen in deze wereld, die in overeenstemming moet zijn met het Hoofd Christus. Al de dingen van de wereld moeten in ons een haat tegen de zonde teweegbrengen; ze moeten ons opwekken tot oprechtheid in onze levenswandel, tot geduld in de tegenspoeden en tot een vast vertrouwen op de zaligheid. De uitspraak van AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. is het waard om hier te worden doorgegeven: “Zie de wonden van Hem die hier hangt, het bloed van Hem die hier sterft, de verdienste van Hem die u verlost. Zijn lichaam hangt aan het kruis, gebogen om u te kussen; zijn armen zijn uitgestrekt om u te omhelzen, zijn gehele lichaam wordt u getoond om u te verlossen. Bedenk hoe groot deze weldaden dit zijn, hang dit aan de gedenkpenning van uw hart, opdat Hij in uw hart wordt afgedrukt die geheel en al voor u aan het kruis werd genageld.”

24. Hoe wordt het lijden van Christus ons toegeëigend?

Door het Woord, het geloof en de sacramenten. Door het Woord wordt het lijden ons als door Gods hand aangereikt; door het geloof wordt het als door de hand van een mens aangenomen, en door de sacramenten wordt het verzegeld.

25. Welke zaken zijn in strijd met het offer en het lijden van Christus?

  1. De godslastering van de marcionieten en manicheeërs, die leerden dat Christus niet werkelijk maar alleen met een schijnlichaam geleden heeft.
  2. De godslastering van de roomsen, die zeggen dat Christus in de mis nog dagelijks door de priester aan de Vader werkelijk en wezenlijk voor levenden en doden wordt geofferd – wat ingaat tegen Hebreeën 10:1010 Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus. waar staat: “Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.”
  3. De rechtvaardiging uit de werken, zoals de aflaat, het aanroepen van de heiligen, het verzonnen vagevuur, en alles wat mensen verzinnen om de zonden te verzoenen.
1)
1 Korintiërs 1:5,6 – “Want in elk opzicht zijt gij rijk geworden in Hem: in alle woord en alle kennis, gelijk het getuigenis aangaande Christus onder u bevestigd is”.
2)
Matteüs 26:15,16 – “En hij zeide: Wat wilt gij mij geven? Dan zal ik Hem u overleveren. En zij stelden hem dertig zilverlingen ter hand. En van toen af zocht hij een goede gelegenheid om Hem over te leveren.”
3) , 7)
Galaten 3:13 – “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.”
4)
Romeinen 8:19 – “Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.”
5)
Genesis 22:6 – “Toen nam Abraham het hout voor het brandoffer, legde het op zijn zoon Isaak, en nam vuur en een mes met zich mede. Zo gingen die beiden tezamen.”
6)
Leviticus 4:11 – “En de huid van de stier en al zijn vlees, benevens zijn kop en zijn onderschenkels en zijn ingewanden en zijn mest”. Leviticus 6:30 – “Maar geen zondoffer, van welks bloed in de tent der samenkomst gebracht werd om in het heiligdom verzoening te doen, zal gegeten worden; met vuur zal het verbrand worden.” Leviticus 10:17 – “Waarom hebt gij het zondoffer niet op de heilige plaats gegeten? Want het was allerheiligst, en Hij gaf u dit om de ongerechtigheid der vergadering weg te nemen en over hen verzoening te doen voor het aangezicht des Heren.”
8)
Marcus 15:21 – “En zij presten een voorbijganger om zijn kruis te dragen, een zekere Simon van Cyrene, die van het land kwam, de vader van Alexander en Rufus.”
9)
Deuteronomium 21:23 – “Dan zal zijn lijk gedurende de nacht niet aan de paal blijven, maar gij zult hem dezelfde dag nog begraven, want een gehangene is door God vervloekt en gij zult het land dat de Here, uw God, u als erfdeel geven zal, niet verontreinigen.” Galaten 3:13 – “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.”
10)
Leviticus 1:9,13 – “En de ingewanden en de onderschenkels ervan zal men met water wassen, en de priester zal alles op het altaar in rook doen opgaan als een brandoffer, een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de Here. (...) De ingewanden en onderschenkels zal hij met water wassen en de priester zal alles brengen en het in rook doen opgaan op het altaar; het is een brandoffer, een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de Here.” Deuteronomium 12:27 – “Gij zult uw brandoffers, het vlees en het bloed, bereiden op het altaar van de Here, uw God, en het bloed van uw slachtoffers zal op het altaar van de Here, uw God, uitgegoten worden, maar het vlees moogt gij eten.”
11)
Efeziërs 2:2 – “Waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid”.
12)
Hebreeën 9:5 – “Daarboven waren de cherubs der heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwden; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden.”
13)
1 Johannes 1:7 – “Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.”
14)
Romeinen 3:24 – “En worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.”
15)
Genesis 3:15 – “En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.” 1 Johannes 3:1 – “Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.”
16)
Hosea 13:14 – “Zou Ik hen uit de macht van het dodenrijk bevrijden, van de dood loskopen? Dood, waar zijn uw pestziekten, dodenrijk, waar is uw verderf? Mijn oog kent geen medelijden.”
17)
Hebreeën 2:15 – “En allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren.”
18)
Romeinen 4:25 – “Die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging.” Romeinen 5:19 – “Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van één mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van één zeer velen rechtvaardigen worden.”
19)
Efeziërs 2:14 – “Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft”.
20)
Psalm 2:8 – “Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit.” Kolossenzen 1:20 – “En door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is.”