Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


Zijbalk

institutie:26

De opstanding van Christus

1. Wat wordt bedoeld met 'opstanding'?

Hiëronymus omschrijft het zo: dat wat tevoren gevallen was door te sterven, staat uiteindelijk weer op. Daarom is de opstanding niet eigen aan de godheid en de ziel van Christus, maar alleen aan Zijn lichaam, dat door de dood gevallen was en daarna is herrezen. De opstanding van Christus raakt ook Zijn ziel, maar dan uitsluitend in die zin, dat de ziel door de opstanding weer in het lichaam is geplaatst.

2. Wat is de opstanding van Christus?

Het is de eerste trap van Zijn verhoging, waardoor Hij naar Zijn menselijke natuur door de kracht van God alle zwakheid, en dus ook de sterfelijkheid, heeft afgelegd. Hierbij is Zijn ziel weer in Zijn lichaam teruggekeerd, en is Hij weer levend geworden, en op de derde dag heerlijk als een Overwinnaar van dood en hel uit het graf gekomen. En dat om allen die in Hem geloven levend te maken, en op de jongste dag de doden op te wekken, als een koning van de gemeente, om alle uitverkorenen de blijde overwinning te geven en het eeuwige leven, en de goddelozen te verwerpen in de eeuwige pijn.

3. Door welke kracht is Christus opgestaan?

Niet door een verkregen??? kracht, of krachtens een geschapen natuur, maar door de eigen kracht van Zijn godheid. Johannes 10:1818 Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen.: "Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen". Daarom wordt Zijn ware godheid uit Zijn opstanding in Romeinen 1:44 naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here. bewezen met deze woorden: "door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht". Omdat de werken van de Drie-eenheid naar buiten toe echter ondeelbaar zijn, wordt deze opwekking als daad zowel aan Christus als aan de Vader en de Heilige Geest toegeschreven. Efeziërs 1:2020 die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten.: "die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken". Zo ook in Kolossenzen 2:1212 daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt. en in Romeinen 8:1111 En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont.: "Indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont." Want de macht, waardoor Christus opgewekt is, is de drie Personen wezenlijk gemeenschappelijk.

4. Heeft de mensheid van Christus ook meegewerkt aan de opstanding?

Christus heeft Zelf naar Zijn goddelijke natuur Zijn opstanding teweeggebracht,1) en geleden uit zwakheid van het vlees, en Hij leeft uit de macht van God. Maar Hij is in eigenlijke zin opgestaan naar Zijn menselijke natuur, die Zijn opwekkende godheid gehoorzaamd heeft en zich bewoog naar de wil en de macht van Zijn godheid. Hieruit is dit gemeen effect?? ontstaan of het volbrachte werk der beide naturen, namelijk de verslinding van de dood tot overwinning.2) En de opstanding wordt aan de gehele Christus toegeschreven, maar in dadelijke zin naar de Geest der heiligmaking en in lijdelijke zin naar het vlees.

5. Waaruit zal men nemen de bevestiging en de zekere kennis van de opstanding van Christus?

Uit de bijvoegsels of getuigenissen die voorgaan, meegaan en navolgen.

6. Welke zijn de voorgaande getuigenissen?

Dat zijn enerzijds voorzeggingen, anderzijds figuren of voorbeelden, waardoor Christus' opstanding van tevoren is betekend. De voorzeggingen zijn duidelijke uitspraken over de toekomstige opstanding van Christus, zoals deze:

  1. Uit de boeken van Mozes, in Genesis 3:1515 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.: het zaad van de vrouw "zal u de kop vermorzelen", dat wil zeggen: Christus zal de zonde, de dood en de duivel overwinnen, wat Hij niet anders heeft kunnen doen dan door de opstanding.
  2. Uit Psalm 16:1010 want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien., waar David in de Persoon van Christus zegt: "Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien."
  3. Uit de profeten, zoals Jesaja 53:1010 Maar het behaagde de Here hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben.: "Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben." Hij zal dus opstaan. En Daniël 9:2424 Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven. zegt dat Christus gedood zal worden, en hij schrijft Hem toch een eeuwig Koninkrijk toe, waarin de ongerechtigheid weggenomen zal zijn en de eeuwige gerechtigheid gebracht. Hij heeft dus voorzien dat Christus opgewekt zou worden.

Deze voorzeggingen zijn door de uitkomst zelf bevestigd.

7. Wat zijn de figuren of voorbeelden?

  1. Adam, die in slaap viel en weer ontwaakte, uit wiens zij, terwijl hij sliep, Eva gemaakt is.3) Dit is een voorbeeld geweest van de dood en opstanding van Christus, uit wiens zij bloed en water gekomen is, waaruit en waardoor de gemeente geboren en gereinigd is.
  2. Izaäk, die toen hij eenmaal op het altaar lag om verbrand te worden, door de Engel verlost werd,4) en daarmee een voorbeeld geweest is van onze Verlosser, die in het offer naar Zijn mensheid zo voor ons gestorven is, dat Hij naar Zijn godheid onsterfelijk bleef.
  3. Jozef, die toen hij in de gevangenis geworpen was, daar weer is uitgehaald, en in grotere eer verheven is,5) en daarmee een voorbeeld is geweest van Christus, die door op te staan uit de dood het geweld??? van de hemel en de aarde gekregen heeft.
  4. Simson: zoals die besloten is geweest en aan de stadspoorten vergrendeld, en de grendels gebroken en de poorten weggenomen heeft en vrij uitgegaan is,6) is ook de Heere van de dood verlost en heeft Hij het verzegelde graf geopend.
  5. Jona is levend uit de buik van de vis op het land geworpen, zoals Christus levend uit het graf is tevoorschijn gekomen.
  6. David, die zo vaak uit de vervolging is ontkomen en tot het koningschap verheven, is ook een schaduw geweest van de dood en de opstanding van de Heere.

8. Wat is het nut van al deze dingen?

9. Op welke bijzondere omstandigheid moeten we letten bij de opstanding van Christus?

De tijd.

10. Op welke tijd is Christus gestorven en opgewekt?

Op de tijd die de aartsvader Jakob voorzegd heeft dat Hij komen zou, toen het gemenebest van Mozes nog stond maar al begon te vervallen. Genesis 49:1010 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn.: "De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt". Daniël heeft het jaar van het lijden van Christus zelfs uitgedrukt, waaruit de zekerheid van Gods beloften kan opmerken. Hierdoor wordt ons geloof aan de beloften die nog niet vervuld zijn versterkt, en de dwaling van de joden, dat de Messias nog niet gekomen is, weerlegd.

In welke tijd van het jaar is Hij opgestaan?
In de lente, omdat de tijd zelf ons zou indachtig maken de kracht van de dood en van de opstanding van de Heere, zoals Lactantius dat zeer aardig heeft uitgedrukt met deze verzen:

Zie, de lieflijkheid van de wereld die nu bloeit,
betuig, dat alle dingen verzoend zijn met de Heere.
Want het woud is vol bladeren,
het kruid groeit vol bloemen,
nu Christus uit de hel is opgestaan,
met grote eer.

Op welke dag van het jaar?
Op dezelfde dag als de tijdrekenaars betuigen dat Mozes met het volk Israël midden door het Roo-meer is gegaan, en vrij en frank aan de oever gekomen, als uit het graf in het leven, zijnde Farao met de zijnen door de golven verdronken.7) Zo is de Heere met Zijn volk, dat is: Zijn gemeente, hebbende Zijn vijanden verdelgd, vanuit de dood in het leven gegaan, door Zijn heerlijke opstanding.

Op de hoeveelste dag van Zijn dood af?
Op de derde dag naar de figuur, want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de walvis was, zo zal de Zoon des Mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.8) En naar de voorzegging van Hosea 6:22 Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht.: "Hij zal ons levend maken", te weten: de Messias, "na twee dagen, Hij zal ons op de derde dag doen verrijzen", wel te verstaan in Zijn Persoon, "en wij zullen voor Zijn aangezicht leven". Want de opstanding van Christus, die op de derde dag heeft plaatsgevonden, is een pand van onze opstanding. Maar hier moet men gedenken de rekening van AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme., waarvan wij gesproken hebben in het hoofdstuk over de begrafenis.

Waarom heeft Hij het uitgesteld tot op de derde dag?
Opdat het zeker zou zijn dat Hij waarlijk gestorven is. Hij heeft het evenwel niet uitgesteld tot over de drie dagen, omdat het geloof van de discipelen niet in gevaar zou komen en zou struikelen. Ook heeft Hij het niet uitgesteld tot aan de jongste dag, om onze hoop. 1 Petrus 1:33 Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop.: "Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop." Bovendien, opdat Hij de eerste zou zijn van degenen die zouden opstaan.9)

Op welke dag van de week?
Als de Sabbatdag voorbij was, toen de eerste dag van de navolgende week begon, dat is: op de zondag.10) Opdat, op welke dag God de hemel en de aarde gemaakt had, op dezelfde dag de aarde met genade en de hemel met blijdschap over de opstanding van de Heere vervuld zou worden, daarom wordt deze dag ook genoemd: de dag des Heeren.11)

Op welk uur van de dag?
Met het opgaan van de zon,12) om daarmee te kennen te geven dat Hij de waarachtige Zon is, die degenen verlicht die in duisternis zitten, en in de schaduw van de dood, om hun voeten te richten en te sturen op de weg van de vrede.13)

11. Welke bijkomstigheden volgden hierop?

De tekenen, getuigenissen en verschijningen van Christus na Zijn opstanding.

Wat zijn de tekens of waarschijnlijke bewijzen, die betuigen dat Jezus werkelijk uit de dood is opgestaan?

  1. De aardbeving, alsof de aarde probeerde Hem weer omhoog te geven, tot een getuigenis van de opstanding, die op dat moment al had plaatsgehad, zo ook van de kracht en daarmee van de almacht van Christus, die door Zijn geweld hemel, aarde en de zee doet beven.
  2. De grote steen, die door de dienst van de engelen van het graf gewenteld was.14)
  3. Het lege graf.
  4. De grafkleren, die in het graf gelaten waren, namelijk de linnen doeken en Zijn zweetdoek, verscheiden op een plaats opgerold.15) Deze tekens overtuigden de bewakers van het graf van leugen, die, hoewel zij uit de aardbeving en de andere tekenen wisten dat Christus waarlijk was opgestaan, wat zij ook de oversten van de priesters hadden te kennen gegeven (Matteüs 281 Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien. 2 En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop. 3 Zijn uiterlijk was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw. 4 En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden. 5 Doch de engel antwoordde en zeide tot de vrouwen: Weest gij niet bevreesd; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. 6 Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats, waar Hij gelegen heeft. 7 En gaat terstond op weg en zegt zijn discipelen, dat Hij is opgewekt uit de doden. En zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd. 8 En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het zijn discipelen te berichten. 9 En zie, Jezus kwam haar tegemoet en zeide: Weest gegroet. Zij naderden Hem en grepen zijn voeten en zij aanbaden Hem. 10 Toen zeide Jezus tot haar: Weest niet bevreesd. Gaat heen en bericht mijn broeders, dat zij naar Galilea gaan, en daar zullen zij Mij zien. 11 Toen zij onderweg waren, zie, enigen van de wacht kwamen in de stad om de overpriesters al het gebeurde te berichten. 12 En in een vergadering met de oudsten kwamen zij tot een besluit en zij gaven de soldaten veel geld, 13 en zij zeiden: Zegt, zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen. 14 En indien dit de stadhouder ter ore komt, wij zullen het in orde brengen en maken, dat gij buiten moeite blijft. 15 En zij namen het geld aan en deden zoals hun gezegd was. En dit gerucht is onder de Joden verbreid tot [de dag van] heden toe. 16 En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had. 17 En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden. 18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde. 19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.), na met geld te zijn omgekocht voorwendden dat het lichaam van de Heere door de discipelen was gestolen.16) Want de discipelen zouden hun meester niet naakt laten, de kleden daar laten liggen, weggenomen hebben, daar het minder moeite was het lichaam zo gewonden weg te dragen. Zij zouden ook de kleren zo fijn en elk bijzonder niet gelegd hebben, bevreesd zijnde voor de wachters, die daar gesteld waren, gezien de haast vanwege het gevaar dat erin gelegen was, zou hebben moeten toegaan.

Wat betekende dit afleggen van de kleren in het graf?
Dat de Heere geen grafversierselen van doen had, maar dat Hij de onsterfelijkheid had aangedaan, en dat ons in Christus weer verkregen is de eerste onnozelheid die wij in Adam verloren hadden, en dat de oorzaak van de schaamte weggenomen zijnde, die op de jongste dag zijn opgestaan tot het eeuwige leven versierd zullen worden, in plaats van klederen, met de hemelse heerlijkheid.

12. Wie zijn de getuigen?

  1. De vijanden van Christus, namelijk de Romeinse soldaten, die Pilatus belast had het graf te bewaken, die voor de priesters betuigd hebben dat Christus was opgestaan, hoewel zij, eenmaal met geld omgekocht, gelogen hebben - zoals zulke mensen gewoonlijk doen - dat de discipelen van Jezus Zijn lichaam weggenomen hebben terwijl zij sliepen. Maar het is een grove, tastbare??? leugen, want als de wachters geslapen hebben, hoe hebben zij dan kunnen weten dat het lichaam van de Heere door de discipelen is gestolen? En als zij toen wakker waren, waarom liegen ze dan dat ze geslapen hebben?
  2. De engelen van God verschijnen in witte kleren, nu eens zittende in het graf, dan staande buiten het graf, niet alsof Christus zonder hun hulp niet uit het graf had kunnen komen, maar om te betuigen dat de Christus' dienaars zijn, Hem en Zijn kerk ten dienste, en om de vrouwen en de apostelen te doen geloven dat Christus opgestaan was, dat er in zulk een gewichte zaak geen hemelse getuigen ontbraken, want zij betuigen dat Christus waarlijk is opgestaan, in Lucas 24:4-64 En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. 5 En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden? 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinnert u, hoe Hij, toen Hij nog in Galilea was, tot u gesproken heeft.: "Wat zoekt gij de levende bij de doden?" En in Marcus 16:66 Hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Jezus zoekt gij, de Nazarener, de gekruisigde. Hij is opgewekt, Hij is hier niet; zie de plaats, waar zij Hem gelegd hadden.: "Hij is opgewekt, Hij is hier niet".
  3. De discipelen van de Heere hebben het graf leeg…

13. Wat zijn de verschijningen van Christus geweest nadat Hij opgewekt was?

14. Wat waren de verschijningen in de volgende dagen?

15. Waarom houden de evangelisten en Paulus in 1 Korintiërs 15:5 geen gelijke orde van de verschijningen, maar tekent de één andere verschijningen aan dan de ander?

Opdat niet zozeer de volgorde en het getal van de verschijningen, dat ook wel groter geweest kan zijn, maar de waarheid van de opstanding gezien zou worden. Daarin immers is de hoop van onze zaligheid gelegen. Bovendien bewijst deze verscheidenheid dat het de apostelen er niet om ging om de geschiedenis tot in de puntjes te beschrijven, maar om te bewijzen dat de Heere waarlijk is opgestaan.

16. Maar waarom is Hij niet aan alle mensen verschenen, of ten minste aan de priesters en de oudsten van het volk?

  1. Omdat, aangezien Christus' Koninkrijk niet van deze wereld is,17) dat ook niet zou afhangen van het oordeel en de bescherming van de mensen.
  2. Zoals er bij God een tijd is van barmhartigheid, zo is er ook een tijd van oordeel en gericht.
  3. Omdat de opstanding van Christus, die door de profeten was voorzegd en door de apostelen openlijk was gepredikt en aan alle volken bekendgemaakt en door getuigenissen die op de hemelvaart gevolgd zijn, meer dan genoeg bevestigd is, onder meer door:
    1. het zichtbaar schenken van de Heilige Geest op de Pinksterdag;
    2. de gave van het spreken in tongen;
    3. de wonderbare vrijmoedigheid en het vertrouwen van spreken in de apostelen;
    4. de kracht van het evangelie in de bekering van velen;
    5. de wonderen die door de apostelen middels de aanroeping van de naam van Christus gedaan zijn;
    6. de verschijning van de Heere aan Stefanus, toen deze gestenigd werd, en aan Paulus, toen deze naar Damascus reisde;
    7. het behoud van de gemeente, naar de belofte van Christus dat de poorten van de hel haar niet zullen overweldigen;18)
    8. de doop en het avondmaal van de Heere;
    9. het gevoelen van het inwonen van Christus in de harten van de gelovigen, en door de Arpenning??? van de Heilige Geest.
  4. Omdat de gelegenheid van het rijk van Christus, dat een genaderijk is, zodanig is, dat het niet wordt aanschouwd met lichamelijke ogen, maar met de ogen van het verstand en van het geloof, naar het woord van Johannes 20:2929 Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.: "Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven."

17. Waarin verschillen de opstanding van Christus en de opstanding van andere doden?

  1. In de werkende oorzaak, want Christus is door Zijn eigen kracht opgestaan, wat niemand dan Hijzelf ooit heeft kunnen doen.
  2. In het einde, want de anderen die opgewekt zijn, zijn na hun opstanding weer aan de ellendigheden van dit leven onderworpen, om vervolgens weer te sterven, maar Christus heeft als eersteling de sterfelijkheid verslonden, en eens en voor goed alle zwakheden van dit menselijk leven afgelegd. Hij is opgestaan tot onsterfelijkheid.19)
  3. In de gevolgen of volbrachte werken.???

18. Hoe is Christus opgestaan?

Geheel verheerlijkt, en dat:

  1. Ten aanzien van Zijn godheid, want die was tevoren in Christus verborgen, maar heeft Zich nu volkomen vertoond en geopenbaard.
  2. Ten aanzien van Zijn mensheid, want de zwakheden en toevallige eigenschappen waarmee Christus geboren was, alsook alle tegenheden en ellendigheden en de noodzakelijkheden van eten, drinken, slapen en dergelijke afgelegd hebbende, is de mensheid met nieuwe doch geschapen hoedanigheden boven en tegen de gemene loop van de natuur, als in de ziel met wijsheid, blijdschap etc. in het lichaam met onverderflijkheid, subtiliteit, vaardigheid of rafheid???, klaarheid en glans, door de kracht van Zijn inwonende godheid, tot de hoogste trap van de volmaaktheid toe versierd, en ver boven alle schepselen verheven,20) evenwel zo, dat zijn beide naturen hun wezenlijke eigenschappen behouden, zodat Zijn lichaam ook nu dat in de heerlijkheid is, naar de gewone loop, zichtbaar, tastbaar werktuiglijk, eindig en bepaald of onbeschreven is, zoals Christus Zelf na Zijn opstanding leert in Lucas 24:3939 Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb.: "Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb."

19. Voor wie is Christus opgestaan?

Alleen voor de uitverkorenen, want de goddelozen zullen niet opstaan vanwege de opstanding van Christus, maar door Gods rechtvaardig oordeel tot de eewuige verdoemenis, en krachtens het verbond, dat bij het gebod aan Adam gegeven vervoegd is, in Genesis 2:1717 maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.: "Ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven", wat betrekking heeft op zowel de eerste als de tweede dood.

20. Wat is het doel waartoe Hij is opgestaan?

  1. De eer van God en van Christus, en de zaligheid van de uitverkorenen. In Romeinen 6:44 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. lezen we immers dat "Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders".
  2. Ten aanzien van Christus zelf, omdat Hij de eeuwige heerlijkheid zou genieten, naar het formulier van de Wet.21)
  3. Omdat Hij ons van de sterfelijkheid bevrijd hebbend, tot het eeuwige leven zou brengen.

21. Wat is de vrucht van de opstanding van Christus?

  1. De eerste vrucht gaat Christus aan. Door Zijn opstanding is Hij bewezen Gods Zoon te zijn,22) en is Hij een Overwinnaar geworden van zonde, dood en hel, alsook van het gehele rijk van de satan. Want in Christus heeft God met de duivel, die gerechtigheid met de zonde, het leven met de dood gekampt, en die overwonnen. Daarmee is de voorzegging vervuld van Genesis 3:1515 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen., dat het zaad van de vrouw de kop van de slang zou vermorzelen, dat wil zeggen: dat Christus de werken van de duivel zou verbreken.23)
  2. De tweede vrucht betreft de satan, die bestreden ligt onder de voeten van de Overwinnaar. Naar Johannes 16:1111 van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. is "de overste dezer wereld geoordeeld" en verdreven, zoveel de gelovigen aangaat, zodat hij hen nu niet kan schaden, wat hij wel zou willen, en dat hij beeft voor de naam van Christus Jezus, daar hij weet door Hem te zijn overwonnen en verdoemd tot de eeuwige straffen.
  3. De derde vrucht gaat ons aan, voor wie Hij opgewekt is.
    1. Omdat wij van zonden zouden bevrijd en rechtvaardig gemaakt worden. 1 Korintiërs 15:1717 en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden.: "Indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden." Want de dood van Christus is krachteloos als Christus in de dood gebleven is. En Romeinen 4:2525 die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging. leert dat Hij is "opgewekt om onze rechtvaardiging". Niet dat er tot de voldoening van onze zonden nog iets bijgekomen is, want in de dood is het alles betaald, maar omdat de opstanding van Christus een klaar bewijs of getuigenis is van Christus' volkomen rechtvaardigheid en gehoorzaamheid naar de wet, niet alleen zoveel de delen??? aangaat, zoals met de gerechtigheid van Elia en van andere heilige mannen, maar ook wat betreft de trappen??? van de delen, welke ons genoeg is tot gerechtigheid voor God, en ook zeer vast betuigt, dat het lijden van Christus een genoegzaam offer is, die God aangenaam is, en Zijn gramschap stilt, en dat Hij de dood geheel overwonnen en ontwapend heeft, en dus de zonde, waarvan de dood haar geweld heeft, volkomen uitgewist heeft. Onze zonden zouden ook door de dood van Christus niet verzoend zijn geweest, zo de dood in deze strijd de onderhand had gehad. Daarom rust ons geloof en hoop zonder zorgen op God.24)
    2. Omdat wij door de kracht van de opstanding van Christus levend gemaakt zullen worden, dat is: wedergeboren tot een levendige hoop.25) Romeinen 6:44 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. zegt immers dat "Christus uit de doden opgewekt is" opdat "wij in nieuwheid des levens zouden wandelen".
    3. Het is een oorzaak van de verzekerdheid, het steunsel en het pand van onze opstanding tot onsterfelijkheid. Want aangezien Christus ons Hoofd is, en Hij is opgestaan - "gij allen zijt immers één in Christus Jezus", zegt Paulus in Galaten 3:2828 Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus. - zo zullen wij als Zijn lidmaten noodzakelijk ook opstaan. Wie iemand uit het water ziet opstaan en daarbij zijn hoofd al ziet uitsteken, weet dat zijn ledematen zullen volgen. Evenzo hoeven we na de opstanding van Christus als ons Hoofd niet te twijfelen aan de opstanding van ons als Zijn lidmaten. Daarom zegt Paulus in 1 Korintiërs 15:2020 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.: "Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn." En in 1 Tessalonicenzen 4:1414 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.: "Indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn" in Jezus, dat wil zeggen: in het geloof, waardoor zij Christus ingelijfd zijn, "wederbrengen met Hem." Zo ook in Filippenzen 3:20,2120 Want wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, 21 die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.: "Wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt".

22. Wat is het nut van de opstanding van Christus?

  1. Dat wij een onuitsprekelijke vreugde in ons geweten, naar de waarheid van dit artikel, ontvangen uit het levendig gevoelen van de vergeving van onze zonden, van onze rechtvaardigmaking en van onze wedergeboorte door de opstanding van Christus. Want hieruit komt deze overgrote blijdschap, dat wij nu in Christus aanschouwen een schoon, heerlijk en onsterfelijk mens, die tevoren in het lijden vanwege onze zonden zo ellendig, versmaad, bedroefd, bebloed, vuil en schrikkelijk was.
  2. Dat wij zowel in voor- als tegenspoed gedenken de allergelukkigste staat die wij in het toekomende leven verwachten, en onze harten opheffen tot de hoop van de toekomende heerlijkheid. Zo lezen we in Job 19:2525 Maar ik weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden.: "ik weet: mijn Losser leeft". En Paulus zegt in 2 Timoteüs 2:88 Gedenk, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het geslacht van David, naar mijn evangelie.: "Gedenk, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt".
  3. Dat het ons in de dood een triomf en verzekerdheid is dat Christus door Zijn opstanding onze tweevoudige dood, te weten de dood des schulds en die van het helse vuur, overwonnen en uitgeroeid heeft.

23. Welke dingen strijden hiertegen?

  1. De halstarrigheid van de joden, die de opstanding van Christus ontkennen.
  2. De dwaling van de eutichianen, die gedroomd hebben dat de menselijke natuur in Christus door de opstanding in de goddelijke natuur is veranderd.
  3. Die van de ubiquitisten, die het lichaam van Christus onlichamelijk maken…
  4. Die van de papisten, die…
  5. Die van hen, die bedevaarten instellen naar de plaatsen, die Christus met Zijn begrafenis vereerd heeft, tegen het zeggen van Christus in Johannes 4:2323 maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders.: "De ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid". En van Paulus in 1 Timoteüs 2:88 Ik wil dan, dat de mannen op iedere plaats bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en twist.: "Ik wil dan, dat de mannen op iedere plaats bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en twist."
1)
2 Korintiërs 13:4 – “Welnu, Hij is gekruisigd uit zwakheid, maar Hij leeft uit de kracht Gods. Welnu, wij zijn zwak in Hem, maar wij zullen met Hem leven voor u uit de kracht Gods.”
2)
1 Korintiërs 15:54 – “En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.”
3)
Genesis 2:21,22 – “Toen deed de Here God een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. En de Here God bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot de mens.”
4)
Genesis 22:9-11 – “Toen zij aan de plaats die God hem genoemd had, gekomen waren, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout, bond zijn zoon Isaak en legde hem op het altaar boven op het hout. Daarop strekte Abraham zijn hand uit en nam het mes om zijn zoon te slachten. Maar de Engel des Heren riep tot hem van de hemel en zeide: Abraham, Abraham! En hij zeide: Hier ben ik.”
5)
Genesis 39:20 – “En Jozefs heer greep hem en wierp hem in de gevangenis, de plaats waar de gevangenen van de koning gevangen zaten. Zo kwam hij daar in de gevangenis.” Genesis 41:41 – “Voorts zeide Farao tot Jozef: Zie, ik stel u aan over het gehele land Egypte.”
6)
Richteren 16:3 – “Maar Simson bleef slapen tot middernacht. Te middernacht stond hij op, greep de deuren van de stadspoort en de beide posten, rukte ze met grendel en al los, legde ze op zijn schouders en bracht ze naar de top van de berg, die tegenover Hebron ligt.”
7)
Exodus 14:22,28 – “Zo gingen de Israëlieten in het midden der zee op het droge; terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur. (...) De wateren vloeiden terug en bedekten de wagens en de ruiters van de gehele legermacht van Farao, die hen in de zee achterna getrokken waren; er bleef van hen niet één over.”
8)
Matteüs 12:40 – “Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten.”
9)
1 Korintiërs 15:20 – “Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.”
10)
Marcus 16:1,2,9 – “En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, (de moeder) van Jakobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven. En zeer vroeg op de eerste dag der week gingen zij naar het graf, toen de zon opging. (...) [Toen Hij des morgens vroeg op de eerste dag der week opgestaan was, verscheen Hij eerst aan Maria van Magdala, van wie Hij zeven boze geesten uitgedreven had.”
11)
Openbaring 1:10 – “Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin”.
12)
Matteüs 28:1 – “Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien.”
13)
Lucas 1:79 – “Om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes.”
14)
Matteüs 28:2 – “En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop.”
15)
Johannes 20:5-7 – “En zich vooroverbuigende, zag hij de linnen windsels liggen; hij ging echter niet naar binnen. Simon Petrus dan kwam ook, hem volgende, en hij ging het graf binnen en zag de windsels liggen, maar de zweetdoek, die op zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de windsels liggen, doch opgerold, terzijde op een andere plaats.”
16)
Matteüs 28:13 – “En zij zeiden: Zegt, zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen.”
17)
Johannes 18:36 – “Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier.”
18)
Matteüs 16:18 – “En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.”
19)
Romeinen 6:9 – “Daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem.”
20)
Psalm 45:7,8 – “Uw troon, o God, staat voor altoos en eeuwig, uw koninklijke scepter is een rechtmatige scepter. Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen”. Johannes 3:34 – “Want Hij, die God gezonden heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij geeft de Geest niet met mate.”
21)
Leviticus 18:5 – “Ja, gij zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet, zal daardoor leven: Ik ben de Here.” Galaten 3:12 – “Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven.”
22)
Romeinen 1:4 – “Naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here”.
23)
1 Johannes 3:8 – “Wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.”
24)
1 Petrus 1:11 – “Terwijl zij naspeurden, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus in hen doelde, toen Hij vooraf getuigenis gaf van al het lijden, dat over Christus zou komen, en van al de heerlijkheid daarna.”
25)
Efeziërs 2:6 – “En heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus”. 1 Petrus 1:3 – “Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop”.


Paginahulpmiddelen