1. Het betekent eigenlijk een goede, blijde, gelukkige en voorspoedige boodschap: in welke betekenis het gebruikt wordt door Aristophanes: ik heb haar blijde tijding (evangelie) gebracht. Zo ook bij Appianus, met betrekking tot de dood van Cicero: zij brachten Anthonius een evangelie, een blijde boodschap.
2. Het loon dat men degenen geeft die een blijde boodschap brengen. Zo schrijft Homerus in zijn Odyssee (14): "Laat dat mijn evangelie (boodschappersbrood) zijn, zo gauw als hij thuis komt, dat u mij dan kleedt met schone kleren, een kaslack??? en lijfrok.
3. Het offer naar aanleiding van de blijde boodschap. Zo zegt Xenophon in het eerste boek over de Griekse daden: "Hij offerde evangeliën", dat is: offers voor de vrolijke boodschap die hij gekregen had.

1. Zoals het werkwoord 'evangeliseren', dat zoveel betekent als het verkondigen van vrolijke dingen. Zo in Jesaja 52:7⁷ Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.: "Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt". Waarvoor de profeten het woord baschar gebruiken, wat zoveel betekent als goede en nieuwe dingen verkondigen. In die zin hebben de apostelen, door een uitnemendheid van spreken, een evangelie genoemd de heerlijke en blijde boodschap van de zaligheid, die de gelovigen door Christus verworven is, of de enkele uitroep van Gods genade, die ons in Christus geopenbaard en voorgesteld is. Lucas 2:10¹⁰ En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen.:"En de engel zeide tot hem: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen".
2. Het woord wordt ook overdrachtelijk gebruikt voor de geschiedenis van Christus, dat is van de dingen die Hij geleerd en gedaan heeft.¹⁾ Van zulke evangeliën zijn er vier.
3. Soms betekent het ook de verbreiding, verkondiging of zelfs evangelisatie van de leer van het evangelie, zoals in 1 Korintiërs 9:14¹⁴ Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven.: "…" en 2 Korintiërs 8:18¹⁸ En wij zonden de broeder met hem mede, wiens lof om zijn evangeliewerk door al de gemeenten (verbreid is).: "…".

Omdat…

Het is een hemelse leer die door de Zoon uit de verborgen schoot Davids voortgebracht is, door de apostelen gepredikt en in de boeken van het Nieuwe Testament vervat. De ganse wereld een goede en blijde boodschap brengende, dat namelijk het menselijke geslacht door de dood van Jezus Christus, de enig geboren Zoon van God belooft is, alzo dat allen en een iederen mens, indien ze maar zich bekeren en in Jezus Christus geloven, de zaligheid en het eeuwige leven bereidt is.