“Waar de hel is, is niet zo gemakkelijk te zeggen. We moeten ons daar ook niet al te druk om maken, maar er vooral voor waken dat wij er zelf niet geraken.”Hoofdstuk 40, vraag 10
“Waar de hel is, is niet zo gemakkelijk te zeggen. We moeten ons daar ook niet al te druk om maken, maar er vooral voor waken dat wij er zelf niet geraken.”Hoofdstuk 40, vraag 10
In dat ene woord “lijden” vat men als in een synecdocheEen stijlfiguur waarbij het geheel wordt aangeduid door een deel (of andersom). Voorbeeld: een gemeente met 100 zielen ('zielen' betekent hier 'mensen', met lichaam én ziel). alles samen wat Christus vanaf het begin van zijn komst in de moederschoot heeft meegemaakt. Direct na zijn geboorte moest Hij in een voerbak liggen, omdat er voor zijn moeder in de herberg geen plaats was (Lucas 2:77 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.). Op de achtste dag na zijn geboorte, werd zijn bloed vergoten door de besnijdenis (Lucas 2:2121 En toen acht dagen vervuld waren, zodat zij Hem moesten besnijden, ontving Hij ook de naam Jezus, die door de engel genoemd was, eer Hij in de moederschoot was ontvangen.). Daarna heeft Hij geleden tot aan het ogenblik dat Hij voor ons op het altaar van het kruis een offer voor ons is geworden; en dan vooral door alle vormen van onrecht en de gruwelijke straf die Hij onder de rechter Pilatus heeft geleden.
Het kruis en de grote moeiten die het geestelijke lichaam van Christus – de gemeente of zijn ledematen – moeten ondergaan, horen ook bij het “lijden des Heren”, dat hier op aarde moet worden volbracht zolang al zijn ledematen, ieder op zijn eigen manier en in de eigen mate, aan het Hoofd Christus gelijk worden gemaakt. Daarom zegt de apostel in Kolossenzen 1:2424 Thans verblijd ik mij over hetgeen ik om uwentwil lijd, en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente.: “Ik vul in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente.” Dit is tot troost van de gemeente.1 Leo I zegt: “De rechtvaardigen hebben geen kronen gegeven, maar ontvangen; en uit de vroomheid van de gelovigen zijn wel voorbeelden van lijdzaamheid voortgekomen, maar geen gaven van rechtvaardigheid.”
Bij wijze van beeldspraak wordt de geschiedenis die ons het lijden van Christus beschrijft, ook wel het “lijden” genoemd.
Het is een onderdeel van de gehoorzaamheid van Christus, waardoor Hij die onschuldig was, tot een offer voor schuldigen is geworden. Anders gezegd: het is een verzoeningsoffer in een weg waarbij de Zoon van God Mens geworden is en Zichzelf aan de Vader heeft geofferd, opdat Hij voor al degenen die in Hem geloven, de eeuwige rechtvaardiging, heiliging en verlossing van de zonde zal verdienen, [om te verlossen van] de eeuwige dood en het eeuwige leven te verwerven. Zo legt Christus het zelf uit in Johannes 17:1919 en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.: “Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.” Dat wil zeggen: Ik offer Mijzelf aan de Vader tot een heilig offer ter verzoening, zodat zij allen werkelijk zelfs tot in eeuwigheid geheiligd zijn.
Dat zijn er drie: God, de satan en ook mensen, maar dan in verschillend opzicht.
Onze Here zelf, Gods Zoon, die mens geworden is.
Betreft het lijden de Persoon of alleen de ene of de andere natuur [van beide naturen]?
Het lijden betreft de Persoon, want de Persoon die geleden heeft, is God en Mens, maar Hij heeft in zijn goddelijke natuur geleden. Het is namelijk onmogelijk dat de onveranderlijke God zou lijden en dat het onsterfelijke zou sterven; maar Hij heeft geleden in de aangenomen menselijke natuur die immers kon lijden. Daarom zegt Paulus ten aanzien van deze Persoon in Handelingen 20:2828 Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. dat God voor Hem een gemeente verkregen heeft door bloed van zijn eigen Zoon. Maar voor wat de menselijke natuur betreft, getuigt de apostel in 1 Petrus 4:11 Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen met dezelfde gedachte, dat, wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de zonde. dat “Christus [dan] naar het vlees geleden heeft” en in de brief aan de Hebreeën zegt de schrijver in hoofdstuk 2:1414 hetzij aan stadhouders, als door hem gezonden tot bestraffing van boosdoeners, maar tot lof van wie goed doen. dat de Zoon van God “aan bloed en vlees” deel gekregen heeft, “opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen”. En al is het dan dat het lijden en de dood in eigenlijke zin het vlees of het lichaam betreft, hier betreft het voor wat de Persoon betreft toch het Woord, want het Woord en het vlees is één en dezelfde Persoon.
Het lijden zelf, zowel van de ziel als van het lichaam, dat in beide opzichten in bepaalde trappen en maten door de auteurs van de evangeliën is beschreven.
De smart, de pijn en het lijden van het hart die Christus vooral in steeds sterkere mate ervaren heeft nadat Hij het avondmaal had ingesteld.
Er zijn veel oorzaken.
Naast de pijnen die Hij in de ziel geleden heeft, onderging Hij ook het lichamelijk lijden. Dat kan worden afgebakend aan de hand van de plaatsen waarin Hij op verschillende manieren benauwdheden en smarten onderging, zoals de hof [van Gethsémané], het huis van Kajafas, de vergaderzaal van het Sanhedrin, het rechthuis van Pilatus, en de plaats buiten de stad waar moordenaars altijd gestraft werden.
Om de zonde die de eerste Adam in de hof van het Paradijs begaan had, zou worden uitgewist.
Als men zijn eigen Persoon aanziet, heeft Christus al deze dingen ten onrechte ondergaan. Maar als men let op de persoon die Hij op Zich genomen heeft, namelijk ons – dan is het juist goed, want “de Here heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen neerkomen” (Jesaja 53:66 Wij allen dwaalden als schapen, wij wendden ons ieder naar zijn eigen weg, maar de Here heeft ons aller ongerechtigheid op hem doen neerkomen.). Hij heeft de smaad en hoon geleden die wij verdiend hadden; en zo heeft Hij ons daarvan bevrijd.
Op het Paasfeest (Pascha) om daarmee aan te geven dat Hij het ware Paaslam is dat voor de zonden van de wereld geslacht is.
Het een noch het ander is gebeurd. DamascenusJohannes Damascenus (676-749) was een monnik die wel bekendstaat als de laatste Griekse kerkvader. Hij schreef onder meer 'Een nauwkeurige uiteenzetting van het orthodoxe geloof' en strijdschriften tegen de islam, tegen het manicheïsme en tegen andere ketterijen. zegt hiervan dat de godheid van beide niet was te scheiden; Christus heeft eenmaal zijn mensheid aangenomen en is daarvan nooit meer gescheiden.
Omdat de goddelijke natuur van de Zoon eeuwig en overaltegenwoordig is; en daarom is ze met beide tegelijk geheel en ondeelbaar verenigd gebleven – dus zowel met de ziel van Christus die in het Paradijs was, als met zijn lichaam dat dood in de aarde lag. Omdat de goddelijke natuur éénvoudig en daarom ondeelbaar is, kan men ook niet zeggen dat God een deel van zijn Wezen in de hemel en een deel daarvan op de aarde had. Nee, Hij is geheel in de hemel en geheel op de aarde; en dan niet op verschillende tijden, maar tegelijkertijd – en dat is iets wat voor geen enkel geschapen wezen mogelijk is. AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. heeft dan ook gezegd: “Het is een eigenschap van de gehele Drie-eenheid dat ze volledig heel is, en niet gedeeld kan worden door de realiteit van verschillende plaatsen.”
Ja, want hoewel lichaam en ziel gescheiden waren en het dus een echte dood was, gingen die twee door de band van persoonlijke vereniging als het ware op een derde manier toch samen. Het is hier zoals wanneer wij gestorven zijn, ons leven werkelijk in Christus verborgen en weggelegd is. Anderen zeggen hier dat Christus in die drie dagen een mens geweest is voor zover het de menselijke materie betreft, want ziel en lichaam waren inderdaad [gescheiden], maar dat Hij in zijn opstanding – toen de ziel weer in het lichaam teruggekeerd was – ook wat zijn gedaante betreft weer een mens geweest is.
De Zoon van God; en als gevolg van die dood schrikt heel de natuur en is zij met ontzetting bewogen. Toen Hij immers drie uur vóór zijn dood aan het kruis hing, heeft de zon tegen de loop van de natuur in geëclipseerd, wat van het zesde tot het negende uur duurde. Het werd toen donker over heel de aarde (Matteüs 27:4545 En van het zesde uur af kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur.). Dat wil zeggen: over het wereldrond, zoals TertullianusTertullianus (ca. 160-230) staat bekend als een van de grootste 'kerkvaders'. Hij heeft vele belangrijke geschriften nagelaten, waaronder met name strijdschriften tegen heidenen en joden, alsook tegen ketters. Hij was een fel bestrijder van het gnosticisme en legde steeds de nadruk op de feitelijkheid van het christelijk geloof. het uitlegt, of zoals anderen zeggen over het land van de Joden om hun geestelijke blindheid aan hen te profeteren.
Toen de Here stierf, is het voorhangsel in de tempel gescheurd, zodat wij zouden weten dat de weg naar de hemel door zijn verzoening is geopend,12 en dat de ceremoniën van de wet zijn afgeschaft. De aarde heeft gebeefd, er zijn (graf)stenen gebroken en graven geopend, waaruit enkele heilige personen opgestaan en in de stad gegaan zijn. Door deze tekenen is het verachtelijke van de misdaad die men tegen Gods Zoon begaan heeft, de wreedheid van de goddelozen maar ook de kracht van Christus’ dood duidelijk geworden. Het gevolg van al deze dingen is ook geweest dat er veel vijanden van Christus bekeerd zijn, waardoor ze zeiden: “Waarlijk, dit was Gods Zoon” (Matteüs 27:5454 De hoofdman en zij, die met hem Jezus bewaakten, zagen de aardbeving en wat er plaats had en zij werden zeer bevreesd en zeiden: Waarlijk dit was een Zoon Gods.). “En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug, toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst” (Lucas 23:4848 En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug, toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst.).
Het hoogste doel is de verheerlijking van God vanwege zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid. Het meest dichtbij zijnde doel is echter de verlossing van het menselijk geslacht en de eeuwige zaligheid. Johannes 3:1414 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden. en 15 zegt daarvan: “En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe.” In Romeinen 4:2525 die is overgeleverd om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging. lezen we: Hij “is overgeleverd om onze overtredingen”, namelijk om die te verzoenen.
Zijn lijden en sterven zou voldoende geweest zijn om voor de zonden van alle mensen te betalen, maar Hij is daadwerkelijk gestorven voor zijn uitverkorenen, die Hem hebben aangenomen en in Hem geloven. “Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden” (Matteüs 1:2121 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden.). “Ik zet mijn leven in voor de schapen” (Johannes 10:1515 gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen.). “Ik heilig Mijzelf voor hen” (Johannes 17:1919 en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.), namelijk voor hen die geloven en die de Vader Mij gegeven heeft.
Anders zou de conclusie getrokken moeten worden dat Christus tevergeefs en zonder resultaat voor velen gestorven zou zijn, en dat de kracht van Christus’ dood door mensen tenietgedaan kon worden.
Die komt van de waardigheid van de Persoon, want daardoor is het lijden en de dood van Christus volkomen, en aangenaam voor God.
Zeer zeker wel! Het gaat erom vanuit welk gezichtspunt men het beziet. Dat Christus het lijden niet gewild heeft, is vanwege de zwakheid van Zijn lichaam, dat begrijpelijkerwijs de dood als een vijand van Zijn zondeloze menselijke natuur ziet en daar heel ontsteld over is. Maar dat Hij het wél gewild heeft, kwam voort uit de gewilligheid van zijn geest. Zijn gehoorzaamheid was namelijk noodzakelijk voor de zaligheid van het menselijke geslacht. Christus Zelf zegt hierover in Matteüs 26:4141 Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.: “De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.” Ja, Christus’ gehoorzaamheid blijkt des te duidelijker dat terwijl zijn vlees wilde dat de dingen anders zouden gaan, Hij Zich toch heel eenvoudig aan de wil van Zijn Vader onderwerpt.
Die zijn vele.
Wat houdt de heilzame overdenking van de dood van Christus in?
Door het Woord, het geloof en de sacramenten. Door het Woord wordt het lijden ons als door Gods hand aangereikt; door het geloof wordt het als door de hand van een mens aangenomen, en door de sacramenten wordt het verzegeld.