Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:28

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:28 [20-02-2022 om 21.20 uur] Maria van Krimpeninstitutie:28 [23-04-2024 om 21.34 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
 ====== Het zitten van Christus aan de rechterhand van de Vader ====== ====== Het zitten van Christus aan de rechterhand van de Vader ======
  
-==== 1. Is het zitten van Christus aan de rechterhand van de Vader een onderscheiden artikel van Zijn hemelvaart? ====+==== 1. Is het zitten van Christus aan de rechterhand van de Vader een afzonderlijk geloofsartikel? ====
  
-Ja, want Marcus 16:19 onderscheid duidelijk als hij zegtdat de Heere als Hij gesproken had, opgenomen werd in de hemelen gezeten is aan de rechterhand van GodTen andere, het opvaren ten hemel zo men aanziet dat de verandering van plaats, is het Woord vlees geworden zijnde , de Engelen Elia, en de anderen Uitverkorenen gemeen: Maar tot wie van de Engelen heeft hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand?+Ja, want in Marcus 16:19 wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt, als de evangelist zegt dat de Here in de hemel werd opgenomen en Zich heeft “gezet aan de rechterhand Gods”.
  
-==== 2. Wat betekent het woord rechterhand? ====+Vervolgens is het opvaren ten hemel voor wat de verandering van plaats betreft, voor het vleesgeworden Woord hetzelfde als voor de engelen, Elia en andere uitverkorenen. Maar “tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand?” (Hebreeën 1:13)
  
-  - Rechterhand en linkerhand zijn eigenlijk onderscheiden lichamelijke gestalten, die horen eigenlijk de mensen toe en niet God, daarom dat Hij een Geest is die geen lichaam heeftJohannes 4:24. En derhalve ook geen rechter- of linkerzijde, maar is ten enenmale onmetelijk en oneindig. Maar omdat in de rechterhand de meeste kracht van de mensen is en gespeurd wordt, en dat de rechterhand ook de bekwaamste is om iets uit te richten, en het meest gebruikt wordt tot bevestiging van trouw en waarheid, zo wordt soms de rechterhand van de mensen genomen voor macht, sterkte, hulp, werken en trouw of belofte die de mens gedaan heeft. Psalmen 144:8 "wier rechterhand een hand van bedrog is." +==== 2Wat betekent het woord ‘rechterhand====
-  - Het wordt God toegeschreven door gelijkenis of een menselijke manier van spreken, en dan betekent het (gelijk ook hand en arm) eerst als Gods kracht, mogendheid en hulp als in de Psalmen 44:4 " niet hun arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm en het licht van uw aanschijn,". En Handelingen 2:23 "??? Ten tweede als de Majesteit, het geweld, de heerlijkheid en de eer van de Godheid. In Psalmen 110:1. wordt Christus gezegd te zitten aan de rechterhand van God. Ten derde als de plaats van gelukzaligheid en de van heil die wij in het eeuwige leven zullen genieten. Psalm 16:11: "liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig." En Efeziers 1:20: "en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten,"+
  
-==== 3Wat betekend het woord zitten? ====+De rechterhand en de linkerhand zijn fysieke, lichamelijke objecten, die bij mensen horen en niet bij GodHij is immers een Geest en heeft dan ook geen lichaam,((*Johannes 4:24)) dus ook geen rechter- of linkerhand. Hij is immers oneindig groot en eeuwig. Maar omdat de mens in zijn rechterhand de meeste kracht heeft, die hand het best in staat is iets te doen en ook het vaakst gebruikt wordt om trouw en waarheid te bevestigen – daarom wordt de rechterhand van de mens soms het symbool voor de macht, de kracht, de hulp, de daden en de trouw die mensen betoond hebben. In Psalm 144:8 zien we dat [in negatieve zin]: “wier rechterhand een hand van bedrog is”.
  
-Het betekent eigenlijk een neerzetten van het lichaam en wordt gesteld tegenover staan of bewegenMaar Metaleptice??? of door een onderneming, betekent het wonen, blijvenvertoeven, omgaan en rusten zoals in Lucas 24:49"Maar gij moet in de stad blijventotdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge"gelijk als men van iemand zegt : Hij heeft drie jaar in dat land gezeten.+Vervolgens wordt die rechterhand aan God toegeschreven vanwege de menselijke manier van spreken waarbij beeldspraak gebruikt wordt. Dan betekent de rechterhand – en dat geldt ook voor de woorden hand en arm – in de eerste plaats Gods krachtvermogen en hulp, zoals in Psalm 44:4: “Niet hun arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm en het licht van uw aanschijn.” In Handelingen 2:33 lezen we: “Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is”. In de tweede plaats wijst de rechterhand op de majesteitde heerschappijde heerlijkheid en de eer van God. In Psalm 110:1 wordt tegen Christus gezegd dat Hij moet zitten aan de rechterhand van God. In de derde plaats wijst de rechterhand van God op de plaats van gelukzaligheid en heil, die wij in het eeuwige leven zullen genieten. Zie Psalm 16:11: “Liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig”; en Efeziërs 1:20: “en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”.
  
-Verder betekent het 'gebieden' en 'heersen', zoals in 1 Koningen 1:30: "Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn en hij zal in mijn plaats op mijn troon zitten", en Spreuken 20:8 "Een koning, op de rechterstoel gezeten, weet reeds met zijn ogen al het boze te schiften." Zo wordt er gesproken van de regering van ??? Jesaja 16:5: "dan zal op goedertierenheid een troon worden gevestigd en in getrouwheid zal daarop in Davids tent zetelen een, die richt en die het recht zoekt en die zich haast gerechtigheid te oefenen." En in deze zin betekend het zitten een koninklijke of een rechterlijke waardigheid.+==== 3. Wat betekent het woord ‘zitten====
  
-==== 4. Maar wat betekent de samenvoegingzitten en staan aan de rechterhand van iemand? ====+Het betekent eigenlijk een zich neerzetten van het lichaam, en het staat tegenover het woord staan of bewegen. Maar in beeldspraak betekent het werkwoord //metalepticè// wonenblijven, vertoeven, omgaan en rusten; zoals in Lucas 24:49: “Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge.” Het is dan zoals men zegt dat iemand drie jaar in dat land heeft gezeten.
  
-  - In menselijke dingen betekent het door een overnoeming,??? de naaste plaats van waardigheid en een besef dat iemand heeftals in Psalmen 45:10 "de gemalin staat aan uw rechterhand in goud van Ofir.+Vervolgens betekent het gebieden en heersenzoals in 1 Koningen 1:30: “Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn en hij zal in mijn plaats op mijn troon zitten.” En Spreuken 20:8 zegt“Een koning, op de rechterstoel gezetenweet reeds met zijn ogen al het boze te schiften.” Zo wordt er ook over de heerschappij van de Messias gesproken in Jesaja 16:5: “Dan zal op goedertierenheid een troon worden bevestigd en in getrouwheid zal daarop in Davids tent zetelen eendie richt en die het recht zoekt en die zich haast gerechtigheid te oefenen.” Hier betekent het zitten of zetelen dus iets wat behoort tot de waardigheid van een koning of de leider van het volk.
-  - Een metgezel van een rijk of van een gebied te zijn((*Matteüs 20:21)) +
-  - Hulp of bijstand doen zoals in Psalmen 142:5 "schouw ik naar rechts en zie ik uit - niemand ziet naar mij om; is mij de toevlucht ontvallen - niemand vraagt naar mij"te weten om mij te helpen. Door gelijkenis wordt het toegeschreven aan God, de gemeente en aan Christus.Want Christus wordt gezegd te staan aan de rechterhand van de mensen als Hij hen helpt en beschermt tegen hun vijanden en bewaard voor gevaar, Psalmen 16:8 "Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet.Zo wordt er ook gezegd in deze betekenis dat God de Vader staat aan de rechterhand van Christus in de Psalmen 110:5 "De Here is aan uw rechterhand. Hij verplettert koningen ten dage van zijn toorn". Dat isHij staat u ras bij en Hij zal uw vijanden ten onder brengen. Verder wordt er gezegd dat de gemeente staat aan de rechterhand van Christusdat is dat ze naast Hem de trap van waardigheid en eer geniet. Psalmen 45:10 "De Koningin, dat is de gemeente, staat aan uw rechterhand: te weten aan de rechterhand van Christus, dat is hij staat op de naaste trap van waardigheidTen derde, wordt Christus gezegd te zitten((*Marcus 16:9)), staan((*Handelingen 7:55)) en te zijn ((*Romeinen 8:4)) aan de rechterhand van God de Vader.+
  
-==== 5Wordt van Christus in eigenlijke zin of bij wijze van gelijkenis gezegd dat Hij zit aan de rechterhand van de Vader? ====+==== 4Maar wat betekent de uitdrukking ‘zitten’ of ‘staan aan iemands rechterhand? ====
  
-Niet in eigenlijke zin, want dat past Zijn godheid op geen enkele wijze. Hoewel het in eigenlijke zin zou kunnen gelden van Zijn lichamelijke natuur, is het niet zo dat Zijn verheerlijkte lichaam in de hemel altijd zit, of bewogen wordt of staat, al is dat Lichaam ook nog zo bepaald en plaatselijk. Veel minder nog kan de rechterhand van God in eigenlijke zin worden verstaanomdat God zoals gezegd niet lichamelijk is.+  - In menselijke kwesties geeft het in beeldspraak de hoogste plaats in waardigheid en eer aan naast iemand [in de hoogste positie]. Zie bijvoorbeeld Psalm 45:10: “De gemalin [of: koningin] staat aan uw rechterhand in goud van Ofir.” 
 +  - Meebesturen in het rijk of in een bepaald gebiedsdeel.((*Matteüs 20:21)) 
 +  - Iemand hulp en bijstand bieden, zoals in Psalm 142:5: “Schouw ik naar rechts en zie ik uit – niemand ziet naar mij om”. Dat wil zeggen: er is niemand om mij te helpen. In beeldende zin wordt dit toegeschreven aan God, aan de gemeente en aan Christus.
  
-==== 6Als Christus zit aan de rechterhand van de Vaderzit de Vader dan aan de linkerhand? ====+  - Van God wordt gezegd dat Hij staat aan de rechterhand van mensen als Hij hen helpt en beschermt tegen hun vijanden en hen voor gevaren bewaartZie bijvoorbeeld Psalm 16:8: “Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet.” In deze zin wordt in Psalm 110:5 ook gezegd dat God de Vader staat aan de rechterhand van Christus: “De Here is aan uw rechterhand. Hij verplettert de koningen ten dage van zijn toorn.” Dat wil zeggen: Hij staat U snel terzijde en zal Uw vijanden ten onder doen gaan. 
 +  - Vervolgens wordt gezegd dat de gemeente ter rechterhand van Christus staat; dat wil zeggen dat ze naast Hem een staat van waardigheid en eer geniet. Zie Psalm 45:10: “De gemalin”, dat is de gemeente“staat aan uw rechterhand”, namelijk aan de rechterhand van Christus. De gemeente heeft dus de op een na hoogste positie in waardigheid. 
 +  - Ten slotte wordt van Christus gezegd dat Hij zit((*Marcus 16:19)) of staat((*Handelingen 7:55)) of is((*Romeinen 8:3,4)) aan de rechterhand van God, Zijn Vader.
  
-Nee, want de Vader is onbepaald, en Hij ís in de eeuwige gelukzaligheid ten enenmale de rechterhand, omdat de Vader geen ellendigheid??? is.+==== 5. Wordt het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader in letterlijke of figuurlijke zin bedoeld====
  
-==== 7Wat wordt dan met deze manier van spreken te kennen gegeven? ====+Niet in letterlijke zin, want dat past op geen enkele manier bij Zijn godheidHet zou in letterlijke zin wel op Zijn lichamelijke natuur kunnen worden toegepast, maar dan moet men toch niet bedenken dat het verheerlijkte lichaam van Christus in de hemel altijd zit of in beweging is of staat. Het is wel waar dat Zijn lichaam werkelijk begrensd en op een bepaalde plaats is, maar de rechterhand van God mag men beslist niet letterlijk opvatten, omdat God geen lichaam heeft, zoals al eerder is gezegd.
  
-  - Augustinus verstaat eronder, dat Christus met de Vader rust in de eeuwige gelukzaligheidWant dit, zo zegt hij, komt Christus toe, dat Hij na zoveel moeite en arbeid, na het kruis en de dood, gelukzalig in de hemel rust. Dat doet Hij echter niet lui en ledig, want Hij regeert Zijn gemeente en bidt voor ons, maar wel zonder arbeid???. Augustinus noemt vervolgens de rechterhand van de Vader de eeuwige en onuitsprekelijke gelukzaligheidwaartoe de Zoon des mensen gekomen is toen Hij de onsterfelijkheid van het vlees verkreeg. +==== 6Als Christus aan de rechterhand van de Vader zitvolgt daar dan niet uit dat de Vader aan de linkerkant zit? ====
-  - Volgens Damascenus ziet het op dezelfde heerlijkheid van de godheid die Christus samen met de Vader heeft en dat van eeuwigheid af. De bijvoeging 'aan de' geeft dan alleen een persoonlijke onderscheiding en een orde of vervolg van oorsprong te kennen, en niet een trap van natuur of waardigheid, die er tussen de goddelijke personen immers niet zijn. +
-  - Maar volgens ons betekent het dat Christus alle macht in de hemel en op de aarde ontvangen heeft, zoals Hijzelf, die de beste uitlegger is van Zijn eigen woorden, verklaart in Matteüs 28:18: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde." Het is een manier van spreken, genomen van een koning of prins, die een zoon heeft, die zijn enige of eerstgeborene is, die hij uiteindelijk to zijn erfgenaam en troonopvolger maakt en hem zet aan zijn rechterhand, opdat hij met hem heerst en het recht van de heerschappij gebruikt over alle dingen die tot het koninkrijk behoren. Daarvan zegt Augustinus ook: versta bij de rechterhand de macht, die de mens ontvangen heeft, die van God opgenomen is, opdat Hij komt om te oordelen, die eerst kwam om geoordeeld te worden. Want de Vader oordeelt niemand, maar Hij heeft heel het oordeel gegeven aan de Zoon, opdat allen de Zoon eren zoals ze de Vader eren.((*Johannes 5:22))+
  
-==== 8. Wat is dan het zitten van Christus aan de rechterhand van de Vader? ====+Nee, want de Vader is onbegrensd en in de eeuwige gelukzaligheid is Hijzelf geheel en al ‘de rechterhand’, want daar is geen ellende of rampzaligheid.
  
-Het is Zijn overgrote, heerlijke staat, of het is de hoogste trap van Zijn verhoging, waarin Hij blijvend de waarheid van de natuur geheel, van de Vader gesteld is: in welke staat Hij niet alleen rust van Zijn arbeid en de onuitsprekelijke heerlijkheid en de hoogste gelukzaligheid geniet, maar voornamelijk gesteld is, niet alleen tot een hoofd van de gemeente, maar ook tot een koning en regeerder van de hemel en de aarde, opdat Hij samen met de Vader alle dingen regeert, zowel in de hemel, als op de aarde, waarbij alle geschapen dingen Hem onderworpen zijn.+==== 7. Wat wordt met deze manier van spreken dan duidelijk gemaakt? ====
  
-==== 9Waaruit bevestigt u deze uitlegging? ====+  - Augustinus((In //Expositio super symbolum//.)) noemt het een rusten met de Vader in de eeuwige gelukzaligheid. Hij zegt namelijk: “Het komt Christus toe dat Hij na zoveel zware arbeid en moeite, na het kruis en na de dood gelukzalig in de hemel rust, zonder echter lui te zijn of niets te doen. Hij regeert namelijk over Zijn gemeente en bidt voor ons, maar toch zo dat Hij niet [zoals wij] werkt.” Dezelfde Augustinus((In //Contra sermonem Arianorum//, hoofdstuk 12.)) noemt de rechterhand van de Vader ook de eeuwige en onuitsprekelijke gelukzaligheid, waartoe de Zoon des mensen gekomen, nu Hij ook de onsterfelijkheid van het vlees ontvangen heeft. 
 +  - Het betekent volgens Damascenus((In Boek 4, hoofdstuk 2.)) dat de Zoon samen met de Vader vanaf de eeuwigheid al een even grote heerlijkheid gehad heeft. In dat licht bezien geeft het woordje “tot” of “ter” alleen maar een onderscheid in personen aan en een zekere volgorde van oorsprong, maar dat niet als een die de natuur of waardigheid aangeeft, want die is er niet in de goddelijke Personen. 
 +  - We zeggen echter dat hier ook mee aangegeven wordt dat Christus alle macht in hemel en op aarde ontvangen heeft. Hij zegt dat Zelf – en Hij is de beste uitlegger van Zijn eigen woorden – in Matteüs 28:18; en daarmee heeft Hij een manier van spreken overgenomen van een koning of vorst, die een zoon als zijn enige of eerstgeborene heeft, die hij ten slotte tot zijn erfgenaam en opvolger aanstelt en aan zijn rechterhand doet plaatsnemen. Daarmee geeft de vorst aan dat deze zoon samen met hem regeert en het regeerrecht mag aanwenden over alles wat tot het koninkrijk behoort. Daarom zegt Augustinus:((De Symbole, hoofdstuk 7.)) “U mag de rechterhand opvatten als de macht die de Mens die door God ten hemel is genomen, ontvangen heeft, opdat Hij komt om te oordelen – Hij Die eerst kwam om geoordeeld te worden. De Vader oordeelt niemand, want Hij heeft het oordeel aan Zijn Zoon gegeven, opdat zij allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren (Johannes 5:22).”
  
-Uit Psalm 110:1: "Aldus luidt het woord des Heren tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten." Paulus legt dit uit in 1 Korintiërs 15:25, als hij zegt: "Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft." Zitten betekent dus heersen. En in Efeziërs 1:21 verklaart de apostel, na gezegd te hebben dat Christus aan de rechterhand van God in de hemel zit, dat Hij verheven is boven alle overheid en macht. En ook dat alle dingen aan Zijn voeten onderworpen zijn, en dat Hij gesteld is tot Hoofd van de gemeente.+==== 8. Wat houdt het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader dan in? ====
  
-==== 10Wat is de werkende oorzaak? ====+Dat is Zijn staat in de allergrootste heerlijkheid; het is de hoogste trap van Christus’ verhoging waarop Hij – terwijl de werkelijkheid van de twee naturen geheel intact blijft – door de Vader gesteld isIn die staat rust Hij niet alleen van Zijn arbeid en geniet Hij niet alleen van de onuitsprekelijke en hoogste gelukzaligheid, maar wordt Hij tegelijk gesteld tot een Hoofd van de gemeente en ook tot een Koning en Vorst van hemel en aarde. Het doel daarvan is dat Hij tegelijk met de Vader van alle dingen zowel in de hemel als op de aarde zal regeren, omdat alle geschapen wezens aan Hem onderworpen zijn.
  
-De Vader, door wiens wil Christus aan diens rechterhand zit.((*Psalm 110:1 *Efeziërs 1:20))+==== 9Waarmee bewijst u dat deze uitleg de juiste is? ====
  
-==== 11Maar is dit 'zitten' een werk van heel Zijn persoonof uitsluitend van één van Zijn naturennamelijk van Zijn menselijke natuur? ====+Met Psalm 110:1Daar zegt de Vader tegen Christus: “Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten.” Paulus legt dat als volgt uit in 1 Korintiërs 15:25: “Want Hij moet als koning heersentotdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft.” Zitten betekent dus: heersen. En nadat de apostel in Efeziërs 1:21 gezegd heeft dat Christus in de hemel aan de rechterhand van God zitvoegt hij er ter verklaring nog aan toe: “boven alle overheid en macht”, en in vers 22 ook dat alles onder Christus’ voeten is gesteld en dat de Vader Hem “als hoofd boven al wat is, gegeven heeft aan de gemeente”.
  
-De woorden en de manieren van spreken moeten verstaan worden naar dat de zaak gelegen is, daar men van spreektHet zitten aan de rechterhand van God verklaart twee dingen. Want soms betekent het de hoogste evengelijkheid van de Goddelijke heerlijkheid, majesteit, macht en eer, en soms een hoedanigheid, dat is de hoogste volmaaktheid en gelukzaligheid van het vlees van Christus dat ter rechterhand van God verheven is, hetwelk de Schoolleraren noemen een hebbelijke genade. Zo is het zitten in de laatste betekenis een werk van de menselijke natuur, waardoor de menselijke natuur van Christus gelukzaliger is dan alle andere schepselen. En over alle schepselen een koninklijke en rechterlijke macht heeft. Maar in de eerste betekenis die de beste en de voornaamste is is het een werk van de hele persoon, want gelijk de hele persoon vernederd is geweest, zo is het ook geheel in de verrijzenis en de hemelvaart en in het zitten aan de rechterhand van de Vader verhoogt.+==== 10Wie is de Oorzaak hiervan? ====
  
-==== 12. Maar is het niet zo dat zoals Christus uitsluitend naar Zijn menselijke natuur uit de doden is opgewektHij ook ten aanzien van Zijn mensheid aan de rechterhand van de Vader zit? ====+De Vaderdoor Wiens wil en verordening Christus aan de rechterhand van de Vader zit; zie Psalm 110:1: “Zet u aan mijn rechterhand.” En in Efeziërs 1:20 lezen we: “en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”.
  
-Nee, want het zitten van Christus aan de rechterhand van de Vader is geen eigenschap van Zijn natuur, maar een staat van Zijn persoon. Het behoort tot het ambt van Middelaar, Koning, en Priester. Nu de namen van de ambten, dat is, die ons het ambt van Christus aanwijzen, worden van Christus gezegd ten aanzien van de beide naturen . Christus zit dan aan de rechterhand van de Vader in zoveel Hij God isnochtans niet simpen en rond??? Ten aanzien van de Goddelijke natuur, die Hij met de Vader heeft, maar zoveel Hij God is geopenbaard in het vlees: zo ook in tegendeel dezelfde Christus zit aan de rechterhand van de Vader , niet in zoveel als Hij eenvoudig mens is maar in zoveel Hij mens is bestaande in zulk een persoon, want het komt geen geschapen ding toe in zichzelf aangemerkt zijnde te zitten aan de rechterhand van de Vader. Daarom zegt de apostel in Hebreeën 1:13 tegen de Hebreeën: “Tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhandtotdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten?”, alsof hij zei: tot niemand, besluit uit het zitten van Christus aan de rechterhand van God dat Hij niet alleen een schepsel is maar ook waarachtig God. God namelijk geopenbaard in het vlees. \\ Daarom kan de menselijke natuur van Christus, gelijk ze in zichzelf aangemerkt, als geschapen, onbeweeglijk is, als Damascenus zegt???, niet aangebeden worden, omdat het een schepsel is, maar alleen in zoveel zij met de persoon van de Zoon van God onderscheiden verenigt is. Want zegt Damascenus: van alle schepselen wordt een zelfstandigheid met zijn vlees door een aanroeping aangebeden. Zo wordt ook gezegd dat ze ter rechterhand van de Vader zit, niet door haarzelf maar in de persoon van de zoon van God. Overmits, namelijk dat dezelfde die mens is ook God is. De Vader zal anders Zijn heerlijkheid aan niemand geven, alhoewel dat dezelfde mensheid in haarzelf van de Godheid die lichamelijk in haar woont met zoveel en zo grote gaven versiert is, als een schepsel bevatten kan in die voege dat ze boven alle ander schepselen onuitsprekelijker wijze uitsteekt, zo men aanziet de trappen of getal van de gaven en dat de engelen zelf deze uitnemendheid van het vlees van Christus niet kunnen begrijpen: maar zo nochtans dat deze verheerlijking de eigenschappen van de natuur niet te niet doet of vermengt noch het zitten aan de rechterhand niet wegneemt de onderwerping waar Johannes van spreekt in Johannes 14:28: "De Vader is meer dan Ik." En 1 Korintiërs 15:28: "Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen." Niet in zoveel Hij God is, maar in zoveel Hij de Middelaar is, Want God is het hoofd van Christus, nu Hij ook verheerlijkt is, 1 Korintiërs 11:3.+==== 11. Maar is dit zitten een daad die heel de Persoon aangaatof alleen van een van Zijn naturen, namelijk de menselijke natuur? ====
  
-==== 13Maar heeft Hij niet altijd met de Vader geregeerd en heeft Hij ook niet altijd aan de rechterhand van de Vader gezeten? ====+De woorden en de manier van spreken die men hanteert, moeten begrepen worden al naar gelang de kwestie waarover men spreektHet zitten aan de rechterhand van God maakt twee dingen duidelijk. Soms betekent het namelijk de grootste gelijkheid van de goddelijke heerlijkheid, majesteit, macht en eer; en soms een waardigheid, namelijk de hoogst mogelijke volmaaktheid en gelukzaligheid van het lichaam van Christus, dat verheven is aan Gods rechterhand; de scholastici spreken dan over een “hebbelijke genade”. In deze laatste betekenis is het zitten een werk van de menselijke natuur, waardoor deze menselijke natuur van Christus gelukzaliger is dan alle andere schepselen. Hij heeft dan ook over alle andere schepselen een koninklijke en rechterlijke macht.((*Johannes 5:27)) Maar in de eerste betekenis – die de beste en ook belangrijkste is – is het een werk van de hele Persoon. Want zoals de hele Persoon vernederd is geweest, zo is ook ze ook in de opstanding, in de hemelvaart en in het zitten aan de rechterhand geheel en al verhoogd.
  
-Hij heeft wel geregeerd maar alleen als God zonder het vlees, of in Zijn heerlijkheid alleen bekleed zijnde, voor de aannemen van de menselijke natuur. Doch daarna in de volheid van de tijd heeft Hij als God met vlees bekleed, toen de tijd van Zijn vernedering verstreken was, begon te zitten aan de rechterhand van de Vader. Dat is: Te heersen in de hemel en op de aarde. Zo heeft Hij het koninkrijk ontvangen dat Hij tevoren gehad heeft. Hij heeft ontvangen (zeg ik) ten aanzien van de openbaring, zoals in de Schrift een ding gezegd word te geschieden, als het geopenbaard wordt.+==== 12. Zoals van Christus gezegd wordt dat Hij niet naar Zijn goddelijke maar alleen naar Zijn menselijke natuur uit de doden is opgewekt – mag men zo ook niet zeggen dat Hij alleen naar Zijn menselijke natuur aan de rechterhand van de Vader zit? ====
  
-==== 14Wanneer heeft hij begonnen te zitten aan de rechterhand van de Vader? ====+Nee, want het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader is geen natuurlijke eigenschap, maar een “staat” of status van de Persoon, en dat behoort tot het ambt van de Middelaar Die ook Koning en Priester isWelnu, de namen van het ambt – dat wil zeggen: die ons het ambt van Christus aanwijzen – gelden voor Christus ten aanzien van beide naturen. Christus zit aan de rechterhand van de Vader voor zover Hij God is. Toch kan dat niet zo eenvoudigweg gezegd worden ten aanzien van de goddelijke natuur die Hij met de Vader gemeen heeft, maar voor zover Hij als God is geopenbaard in het vlees of het lichaam. Zo geldt hiertegenover ook dat Christus aan de rechterhand van de Vader zit, niet in zover Hij alleen maar Mens is, maar in zover Hij Mens is als zodanig. Het komt immers aan geen enkel geschapen object toe om in zichzelf aangemerkt aan de rechterhand van de Vader te zitten. Daarom zegt de apostel tegen de Hebreeën in het gelijknamige boek, hoofdstuk ~Hebreeën 1:13: “En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand?” – alsof hij bedoelt: tot niemand. Daarom concludeert hij uit het zitten van Christus aan de rechterhand van God dat Hij geen gewoon schepsel is, maar ook waarachtig God; namelijk God geopenbaard in het vlees.
  
-Zoveel het recht aangaat dat hij daartoe had van het eerste ogenblik af van de persoonlijke vereniging: maar zoveel de daad of het werk zelf aangaatna Zijn lijdenopstanding en hemelvaart: Want de schrift en het geloof van sommige van de apostelen onderscheiden deze artikelen zodat het zitten aan de rechterhand van de Vader volgt na de opstanding en de hemelvaart.((*Mattheus 16:19 *Lucas 24:16 *Efeziërs 1:20,21 *Hebreeën 13 *Petrus 3:22 *Openbaring 3:21)).+De menselijke natuur in Christus kan dus, op zichzelf gezien als geschapen entiteit((Zoals Damascenus zegt in zijn vierde boek, hoofdstuk 3.)) niet aangebeden worden, omdat Hij een schepsel is, maar alleen in zover de menselijke natuur met de Persoon van de Zoon Gods onafscheidelijk is verbonden.((*Lucas 24:51)) Damascenus zegt immers((Boek 4, hoofdstuk 2.)): “Door alle schepselen wordt een zelfstandigheid met zijn vlees of lichaam door gebed aangeroepen.” Zo wordt ook gezegd dat de menselijke natuur aan de rechterhand van de Vader zit, niet op zichzelf, maar in de Persoon van Gods Zoonomdat Degene die Mens is, ook God is. De Vader zal immers Zijn heerlijkheid aan niemand anders geven. Het is wel zo dat de mensheid van Christus in zichzelf door de Godheid die lichamelijk in haar woontmet zovele en zo grote gaven is bedeeld als een schepsel kan bevatten. En wel zo dat ze alle andere schepselen op een onuitsprekelijke wijze te boven gaat, wanneer men let op de veelheid van haar gaven, waardoor zelfs de engelen de uitnemendheid van het lichaam (het vlees) van Christus niet kunnen begrijpen. Maar toch ook weer zo dat deze verheerlijking de eigenschappen van Zijn natuur niet tenietdoet of met iets anders vermengt, en ook niet zo dat het zitten aan Gods rechterhand de onderwerping wegneemt waarvan Hij spreektIn Johannes 14:28 zegt Hij immers“De Vader is meerder dan Ik”; en in Korintiërs 15:28 staat: “Wanneer alles Hem onderworpen iszal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.” Dat geldt niet in zover Hij God is, maar in wat Hij is als Middelaar, want nu Hij is verheerlijkt, geldt“het hoofd van Christus is God” (Korintiërs 11:3).
  
-==== 15Welk is de plaats van dit zitten aan de rechterhand van de Vader? ====+==== 13Maar heeft Christus niet altijd met de Vader geregeerd, en heeft Hij daarom niet altijd al aan de rechterhand van Zijn Vader gezeten? ====
  
-Zoveel de goddelijke natuur aangaat, die oneigenlijk is, zo zit Christus aan de rechterhand van de Vader overal: maar zoveel het de menselijke natuur aangaatdie eigenlijk is, zo zit Hij daar waar Hij met Zijn lichaam is na Zijn hemelvaart in de hemel en niet op de aarde. Kolossenzen 3:1: "Zoekt de dingen, die boven zijnwaar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods."+Hij heeft wel geregeerd, maar dan alleen als God zonder het menselijk lichaam; of anders gezegd: alleen bekleed met Zijn heerlijkheid vóór de aanneming van de menselijke natuur. Maar daarna is Hij in de volheid van de tijd als God-in-het-vlees – ná de tijd van Zijn vernedering – aan de rechterhand van de Vader gaan zittendat wil zeggen: gaan heersen in de hemel en op de aarde. Zo heeft Hij het Koninkrijk ontvangen dat Hij tevoren ook al had. Ik bedoel te zeggen dat Hij het heeft ontvangen voor wat de openbaring ervan betreftzoals altijd wanneer in de Schrift gezegd wordt dat iets gebeurt als het geopenbaard wordt.
  
-Hebreeën 1:3"Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge," en 8:1:" De hoofdzaak van ons onderwerp is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen".Want wat anders is Christus verheerlijkte staat, wat anders is de plaats daar Hij verheerlijkt zijnde is. Daarom onderscheid de apostel beide dingen in Efeziers 1:20: " en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten". Het zitten aan de rechterhand van God betekent een hoedanigheid of staat: en in de hemel de plaats.+==== 14Wanneer is Hij dan gaan zitten aan de rechterhand van Zijn Vader? ====
  
-De staat zal wel altijd dezelfde blijven en blijft ook dezelfde. Maar de plaats kan van Christus veranderd worden dat Hij niet altijd blijft of zit op dezelfde plaats, maar daar waar Hij wil in de hemel en zal ook veranderd wordenWant nu is Hij in die derde hemel, daar Hij in opgevaren is en in de welke Hij niet gevaren is en in welke Hij niet gevangen wordt, maar los en vrij gaat en Hij zal daarna de raad van de Vader blijven tot het uiterste oordeel toe, Handelingen 3:21. Doch met de jongste dag zal Hij van de hemel zichtbaar in de wolken neerdalen, Mattheus 24:3. (zittend nog altijd aan de rechterhand van de Vader)Mattheüs 26:64 en Mattheus 25:31 om te oordelen de levenden en de doden,en als het gericht zal gehouden zijn dan zal Hij terug keren naar de hemel, waar wij Hem in eeuwigheid zullen zien zitten aan de rechterhand van de Vader, want wij zullen altijd bij Hem en met Hem zijn.+Voor wat betreft het recht dat Hij daartoe had vanaf de persoonlijke vereniging [van Zijn twee naturen], maar voor wat de eigenlijke daad betreft ná Zijn lijden, Zijn opstanding en Zijn hemelvaartDe Heilige Schrift en ook de apostolische geloofsbelijdenis onderscheiden de verschillende artikelen zó dat het zitten aan de rechterhand van de Vader volgt na de opstanding en de hemelvaart.((*Marcus 16:19 *Lucas 24:46 *Efeziërs 1:20,21 *Hebreeën 1:3 *1 Petrus 3:22 *Openbaring 3:21))
  
-==== 16Waarom wordt Hij veeleer gezegd te zitten dan te staan? ====+==== 15Wat is de plaats waar het zitten aan de rechterhand van de Vader gebeurt? ====
  
-Opdat wij weten dat Hij de bezitting van de bediening die Hem opgelegd is,??? aangevangen heeft en niet alleen eenmaal aangevangen maar dat Hij daar in volhard totdat Hij ten oordeel komtHiertegen strijd niet dat er gezegd wordt in Handelingen 7:56Dat Stefanus Hem heeft zien staan aan de rechterhand van GodWant door het woord zitten wordt niet te kennen gegeven een gestalte van het lichaam maar de majesteit of heerlijkheid van Zijn gebied, gelijk als door het woord staan betekent wordt Zijn voorbidden en tegenwoordigheid om ons te beschermen. Daarom zegt// Gregorius in de ??? van de hemelvaart, //Het zitten is een werk van degene die oordeelt, en het staan van degene die strijd en helpt. Daarom Stefanus zijnde in de strijd heeft Hem zien staandie hij tot een helper gehad heeftmaar Markus schrijft dat Hij na de hemelvaart zat, omdat Hij na de heerlijkheid van de hemelvaart in het einde als een rechter zal worden gezien.+Wat betreft de goddelijke natuur die onbegrensd is, zit Christus overal aan de rechterhand van Zijn Vader. Maar wat betreft de menselijke natuur die haar begrenzing kentzit Hij daar waar Hij met Zijn lichaam isDat wil na Zijn hemelvaart zeggen: in de hemel, en niet op de aarde. “Zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods” (Kolossenzen 3:1)“Deze (…) heeft Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge” (Hebreeën 1:3). “Wij [hebben] zulk een hogepriester, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen” (Hebreeën 8:1). De staat van Christus’ verheerlijking is namelijk wat anders dan de plaats waar Hij in Zijn verheerlijking is. Daarom onderscheidt de apostel beide zaken in Efeziërs 1:20waar over Jezus gezegd wordt“En Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”. Het zitten aan de rechterhand van God betekent hier de staat en de hemelen geven de plaats aan.
  
-==== 17En volgt er niet uit het zitten van Christus an de rechterhand van de Vader dat Zijn lichaam tegenwoordig moet zijn aangezien de rechterhand van de Vader waar Hij aanzit overal is? ====+De staat [van Christus’ verhoging] zal altijd dezelfde blijven, en dat blijft ze ook werkelijkMaar de plaats kan door Christus Zelf veranderd worden, zodat Hij niet altijd op een en dezelfde plaats zit of blijft. Hij is in de hemel daar waar Hij wil, en daarin is dus verandering. Hij is nu immers in de derde hemel, waarheen Hij is opgevaren. Daarin is Hij niet aan een plaats gebonden, maar Hij gaat daar in vrijheid Zijn weg. Hij zal daar wel naar de raad van Zijn Vader blijven tot het laatste oordeel; zie Handelingen 3:21: “Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen.” Op de jongste dag zal Hij vanuit de hemel zichtbaar worden, en in een wolk neerdalen; zie Matteüs 24:30 – al zal Hij toch altijd aan de rechterhand van de Vader zitten. In Matteüs 26:64 staat: “Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende op de wolken des hemels.” Zo ook Matteüs 25:31: “Dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid”, om te oordelen over de levenden en de doden. Als Hij dit gericht zal voltooid hebben, zal Hij weer terugkeren naar de hemel, waar wij Hem tot in eeuwigheid zullen zien zitten aan de rechterhand van de Vader. Dan zullen we namelijk altijd bij Hem en met Hem mogen zijn.((*Johannes 14:3 *1 Tessalonicenzen 4:17))
  
-  - Het volgt voorwaar niet meer dan het doet, dat het lichaam eeuwig of onlichamelijk zou zijn omdat dezelfde rechterhand onlichamelijk en eeuwig is. +==== 16Waarom wordt er meer over zitten dan over staan van Christus gesproken? ====
-  - Het lichaam wordt niet gezegd de rechterhand zelf te zijn maar door een figuurlijke manier van spreken aan de rechterhand te zitten. En de bewijsreden is niet goed als men uit een oneigenlijke reden een eigenlijk besluit wil maken. +
-  - Wij zullen ook aan de rechterhand van Christus gesteld worden en zullen nochtans daarom niet overal wezen. +
-  - Iemand kan wel in veel verschillende plaatsen regeren, alhoewel hij niet wezenlijk in die plaatsen is. Het is daarom al te belachelijk dat men wil dat Christus menselijke wezen zo ver en breed zal uitstrekken als Zijn heerschappij en gebied doet, of in tegendeel Zijn macht en Zijn wezen met dezelfde grenzen, begrenzen en omschrijven. Dit zitten neemt ook niet weg de wezenlijke eigenschappen van de menselijke natuur, welke weggenomen zijnde, zo zou de menselijke natuur niet verheerlijkt, maar teniet gedaan worden.+
  
-==== 18. Maar hoe? Is Christus niet overal? ====+Het doel hiervan is dat wij zullen weten dat Christus de bediening die Hem opgedragen is, ook plechtig is begonnen; en dat niet voor één keer, maar voor altijd, totdat Hij voor het [laatste] oordeel terugkeert. Hiermee is niet in strijd wat in Handelingen 7:56 staat, waar gezegd wordt dat Stefanus Hem zag //staan// aan de rechterhand van God. Door het woord ‘zitten’ wordt namelijk niet een houding van het lichaam aangegeven, maar de majesteit en heerlijkheid van Zijn regering, zoals door het woord ‘staan’ Zijn voorbede en Zijn gereedstaan om ons te helpen. Daarom zegt Gregorius in zijn preek over de hemelvaart: “Het zitten is een activiteit van iemand die een oordeel uitspreekt, en het staan van iemand die strijdt en helpt. Stefanus, die hier bezig is een strijd te voeren, heeft Hem zien //staan,// Die hij als zijn Helper gehad heeft. Maar Marcus schrijft dat Christus na Zijn hemelvaart //zat//, omdat Hij na de heerlijke hemelvaart aan het einde [van de tijd] als Rechter zal gezien worden.”
  
-Ja, maar door gemeenmaking van de eigenschappen om te kennen te geven die grote vereniging van de twee naturen in Christus naar de spreuk van (Johannes 3:13). Want Christus is zo een dat hetgeen Hem alleen naar de ene natuur eigen issomtijds de gehele Christus naar de eenheid van de persoon wordt toegeschreven.+==== 17. Maar volgt uit het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader niet dat Zijn lichaam overal aanwezig moet zijnomdat de rechterhand van de Vader naast Wie Hij zit, ook overal aanwezig is? ====
  
-==== 19Hoeveel delen heeft dit zitten? ====+  - Nee, dat volgt er echt niet uit, evenmin als de redenering opgaat dat het lichaam eeuwig of onlichamelijk is, omdat de rechterhand in kwestie onlichamelijk en eeuwig is. 
 +  - Van het lichaam wordt niet gezegd dat het de rechterhand zelf is, maar figuurlijk gesproken zit het aan de rechterhand. Een redenering is niet juist, als men uit een oneigenlijk argument een echte conclusie wil trekken. 
 +  - Ook wij zullen aan de rechterhand van Christus gesteld worden, en dan zullen we toch niet overal tegelijk zijn. 
 +  - Iemand kan over veel plaatsen tegelijk regeren, hoewel hij niet in eigenlijke zin in al die plaatsen tegelijk is. Het is dus echt heel belachelijk dat men het menselijk wezen van Christus zo ver en breed wil uitrekken als Zijn heerschappij groot is; en dat geldt ook als men het tegenovergestelde doet, namelijk Zijn macht en Zijn wezen begrenzen en precies omschrijven. Het zitten van Christus neemt ook de wezenlijke eigenschappen van Zijn menselijke natuur niet weg; als dat namelijk zou gebeuren, zou Zijn menselijke natuur niet verheerlijkt [kunnen] worden, maar juist vernietigd worden.
  
-  - TweeDe hoogste heerlijkheid en dezelfde zo menselijke, en in de menselijk natuur onderworpelijk bestaande en uit de hebbelijke genade boven alle schepselen uitblinkend als goddelijk, voortkomende van de Godheid, die in de menselijke natuur woont. Hieruit komt het dat Stefanus in (Handelingen 7:55,56) gezien heeft de heerlijkheid van God en de hemelen geopend en Christus staan aan de rechterhand van de Vader, dat is in Zijn heerlijke staat of blinkend in zijn Goddelijke en menselijke natuur. +==== 18Wat is dat nu? Is Christus dan niet overal? ====
-  - De volkomen bediening van het koninkrijk waardoor Christus nu in de hoogste heerlijkheid zijnde, heerschappij voert over alle geschapen dingen in de hemel en op de aarde.((Efeziërs 1:20-22.)) En (1 Petrus 3:22.)+
  
-==== 20Welke is het einde? ====+Jawel, maar dat wordt van Hem alleen gezegd vanwege Zijn goddelijke eigenschappenIn Hem zijn beide naturen zozeer met elkaar verenigd, dat Johannes 3:13 kan zeggen: “Niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.” Christus is [in Zijn God en mens zijn] immers dusdanig één, dat wat Hem eigen is naar Zijn ene natuur,((Het opvaren naar de hemel deed Hij feitelijk alleen naar Zijn menselijke natuur.)) soms aan de héle Christus wordt toegeschreven vanwege de eenheid van Zijn persoon.
  
-  - Dat de hoogste majesteit en heerlijkheid zouden volgen op Zijn uiterste vernedering en versmaadheid. +==== 19Hoeveel aspecten kent dit zitten van Christus? ====
-  - Opdat Hij de aller gelukkigste rust genoot met lichaam en tegelijk met de ziel. +
-  - Opdat zo de hemelse en de aardse schepselen Zijn majesteit en heerlijkheid aanschouwen, door Zijn hand geregeerd werden, Hem ten dienst bereid stonden en Zijn kracht onderdanig zijn. Filippenzen 2:9,10.+
  
-==== 21. Welke zijn de effecten of vruchten? ====+Twee:
  
-  - Dat Hij al Zijn en zijner vijanden temt. +  - De hoogste heerlijkheid; en die geldt zowel voor de menselijke natuur waarin de genade boven alle schepselen uitblinktals de goddelijke die uit God voorkomt en nu in de menselijke natuur woontHierdoor heeft Stefanus in Handelingen 7:55,56 de heerlijkheid van God gezien; hij zag immers de hemelen geopend, en Christus staande aan de rechterhand van de Vader; dat wil zeggenhij zag Christus daar in Zijn heerlijke staatblinkend in Zijn goddelijke én menselijke natuur
-  - De Zijnen door Zijn geest regeert en allengskens volkomen maakt. +  - De volkomen bediening van het Koninkrijk; daardoor voert Christus in de hoogste heerlijkheid heerschappij over alle geschapen dingen in de hemel en op aardeDaarvan zegt Efeziërs 1:20,21 dat Christus gezet is aan Gods “rechterhand in de hemelse gewestenboven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.” En in 1 Petrus 3:22 lezen we dat Christus “aan de rechterhand Gods isnaar de hemel gegaan, terwijl engelen en machten en krachten Hem onderworpen zijn.
-  - Dat Hij voor de zijnen vrede verwerftdoor zijn voorbidden bij de Vader en door gedurige kracht van Zijn offerHebreeën 7:25. En Hij doet dat omdat de Vader al Zijn uitverkorenen lief heeft en aangenaam zijn in Zijn Zoon en altijd een Vaderlijk hart bewijst. En Hij heiligt hun gebeden door de reuk van zijn offer. Altijd in de hemel voor de Vader verschijnende als de enige middelaar en Hij draagt God de Vader op en Hij maakt hem aangenaam. Romeinen 8:34. +
-  - Alle dingen in Zijn macht en geweld hebbendezo beschermt Hij Zijn gemeente die hier op aarde nog strijd, geweldig door verschillende middelen tegen alle geweld van de Satan en bewaart ze ook+
-  - Hij maakt zijn leden nu deelachtig naar haar maat van zijn eeuwige heerlijkheid, niet in het recht of in een zekere hoop alleen maar in de daad, doch in zichzelf als het hoofd gelijk al de leden die met het hoofd verenigd zijn door een drievoudige band. 1. Door de band van de eeuwige verkiezingwaardoor Hij ons tot Zijn lidmaten verkoren heeft. 2. Door de band het vlees waardoor Hij ons vlees met Hem verknocht heeft door de persoonlijke vereniging. Alhoewel niet in het algemeen met ons aller vlees anders zo moest een ieder mens het Woord van God zijn gelijk het Christus is, nochtans in //Atomoo??? (als Damascenus spreekt Boek 1 H 2.)//  dat is in //Individuo //of in een bijzondere ondeelbare persoon.3. Door de band van de Geest waardoor Hij ons zeer nauw met Hem tezamen voegtons Zijn Geest meedeelt en maakt ons vlees van Zijn vlees en been van Zijn been. Efeziers 2:6. Maar in de toekomende wereld zal Hij ons inderdaad in het volkomen bezit van Zijn eeuwige heerlijkheid deelachtig maken. Want Mattheus 25:33 en 19:28 wordt gezegd dat wij in de hemelen bij Christus zullen zitten op tronen om te oordelen. En in 1 Korintiers 6:2,3. Dat wij de wereld en de engelen zullen oordelen, en met Christus regeren. Openbaring 3:21 en Johannes 17:24, zo nochtans dat Christus als het hoofd ver boven de anderen uitsteekt.+
  
-==== 22. Wat is het dan dat Christus zegt in Mattheus 20:23. ====+==== 20. Wat is het doel van dit zitten? ====
  
-Hij spreekt naar de mening van die Hem aanspraken en van een werelds koninkrijk van de Messias droomden. Hij verminderd Zijn gezag ook nietmaar geeft te kennen dat het Hem van de Vader niet belast is iemand een waardige plaats in het koninkrijk van de hemelen te gevenmaar de weg te leren die daartoe lijdt.+  - Dat de hoogste majesteit en heerlijkheid [van Christus] zou volgen op Zijn diepste versmaadheid en vernedering. 
 +  - Dat Hij nu naar lichaam en ziel de meest gelukzalige rust mag genieten. 
 +  - Dat zowel de hemelse als de aardse schepselen Zijn majesteit en heerlijkheid zullen zien, door Zijn hand geregeerd worden, Hem ten dienste staan en aan Zijn macht onderworpen zijn. Filippenzen 2:9,10 zegt: “Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hendie in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!”
  
-==== 23Welke is het gebruik van deze leer? ====+==== 21Wat zijn de vruchten of gevolgen van dit zitten? ====
  
-  - Die verhoging leert ons dat de Middelaar niet alleen mens is maar ook waarachtig God, opdat ons vertrouwen op Hem des te vaster Is+  - Dat Christus hierdoor al Zijn vijanden in bedwang houdt. 
-  - Het verheft onze harten en verstanden naar de hemel, en het maakt dat wij met hartverstand en begeerten daar onze omgang maken waar ons Hoofd is, gelijk wij nu in Hem buiten deze wereld zijn. +  - Dat Hij al degenen die Hem toebehoren, door Zijn Geest regeert en trapsgewijs tot volkomenheid brengt. 
-  Wij zien hier ook wat wijdie leden van Christus zijn, in hoop te verwachten hebben. Welke beide gebruiken de Apostel uitlegt in Filippenzen 3:20,21+  - Dat Hij voor Zijn kinderen vrede verwerft door Zijn voorbidden bij de Vader en door de voortdurende kracht van Zijn offer. Hebreeën 7:25 zegt: “Daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.” Hij bewerkt ook dat de Vader al Zijn uitverkorenen liefheeft en aangenaam voor Hem doet zijn, en dat Hij hun ook altijd een vaderlijk hart bewijst. Hij heiligt ook hun gebeden door de reuk van Zijn offer, omdat Hij in de hemel altijd voor Vader Zijn verschijnt als de enige Middelaar. Hij draagt hen ook aan God de Vader op en doet hen aangenaam zijn voor God. Zie Romeinen 8:34 over Christus Jezus“die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons bidt. 
-  Hebreeën 4:16"Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genadeopdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.+  - Omdat Hij alle dingen in Zijn macht en heerschappij heeftbeschermt Hij Zijn gemeente, die hier op aarde nog een strijdende kerk is, op een machtige wijze en door verschillende middelen tegen het geweld van de satan; en Hij bewaart hen ook. 
 +  - Hij laat de leden van Zijn lichaam naar hun mate in Zijn eeuwige heerlijkheid delen; en dat doet Hij niet alleen door hun het recht daartoe te geven of hen daarop te doen hopen, maar in werkelijkheid, en wel zó dat Hij het Hoofd is en zij de leden die met het Hoofd verenigd zijn. Die vereniging vindt plaats door middel van een driedubbele band: 
 +    door de band van de eeuwige predestinatie of voorbeschikkingwaardoor Hij ons tot Zijn leden verkoren heeft; 
 +    - door de band van het menselijk lichaam, waardoor Hij ons vlees met Zichzelf heeft doen samengaan door een persoonlijke vereniging; echter niet zo dit een verbinding is met het vlees van ons allen, want dan zou ieder mens het Woord van God zijn, zoals Christus dat is; nee, Hij is dat //in atomoo,//((Zoals Damascenus zegt in zijn eerste boekhoofdstuk 2.)) dat wil zeggen //in individuo// oftewel in een afzonderlijke ondeelbare Persoon; 
 +    door de band van de Geest, waardoor Hij ons heel nauw met Hem verenigt en ons daarbij Zijn Geest meedeelt en ons vlees tot Zijn vlees maakt; zie Efeziërs 2:6“En heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus.” In de toekomende eeuw zal Hij ons echter daadwerkelijk in het volkomen bezit van Zijn eeuwige heerlijkheid doen delen; in Matteüs 25:33 lezen we immers: “En Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.” En in Matteüs 19:28 wordt gezegd dat wij in de hemel bij Christus op tronen zullen zitten om te richten. In 1 Korintiërs 6:2,3 staat dat wij de wereld en de engelen zullen oordelen, en met Christus zullen regeren. Openbaring 3:21 zegt ons: “Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.” Ten slotte lezen we in Johannes 17:24 dat Jezus bidt: “Vader”, “Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn”, “die Gij Mij gegeven hebt.” Het zal echter wel zo zijn dat Christus als het Hoofd altijd ver boven alle anderen verheven is.
  
-==== 24Wat strijd hiertegen? ====+==== 22Waarom zegt Christus dan in Matteüs 20:23: “Het zitten aan mijn rechterzijde en linkerzijde staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is door mijn Vader”? ====
  
-  - De dwaling van hen die de vereniging van de Goddelijke en de menselijke natuur, het zitten aan de rechterhand van God noemen. Of ze zeggen dat het geschied is toen dat begon of een aanvang nam, of ze gebruiken dat tot verklaring van dit.Want in dier voegen worden de artikelen van ons geloof onder elkaar gemengd. +Hij spreekt hier in de trant van hen die Hem aanspraken en over een aards Koninkrijk van de Messias droomdenHij verkleint hiermee Zijn macht ook nietmaar Hij geeft aan dat de Vader Hem er niet mee belast heeft iemand de een of andere waardige plaats in het Koninkrijk der hemelen te gevenmaar wel om de weg aan te wijzen die tot dat doel leidt.
-  - Die van de ubiquitistendie het zitten aan de rechterhand van God een wijze van majesteit noemen, waardoor zij menen dat het vlees van Christus alomtegenwoordig geworden is. Dat is Christus van de waarheid van Zijn vlees onttrekken. +
-  - De dwaling van de Roomsen van het voorbidden van de engelen en de verstorven heiligen, alsof deze onze voorspraken, voorbidders, advocaten en middelaars waren,om door hun gebeden en verdiensten de genade van God voor ns te verwerven en onze gebeden tot God te dragen: Waartegen gezegd wordt in 1 Timotheüs 2:5:" Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus". En tegen het gebod van Christus naar Johannes 15:16: "Wat gij Hem bidt in mijn naam", en 16:23: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam.En tegen hetgeen wat er staat in Jesaja 63:16: "Want Abraham weet van ons niet en Israël kent ons niet".+
  
 +==== 23. Wat is het nut van deze leer? ====
  
 +  - De verhoging van Christus leert ons dat de Middelaar niet alleen mens is, maar ook waarachtig en wezenlijk God – opdat wij ons vertrouwen des te vaster op Hem stellen.
 +  - Deze leer verheft ons hart en verstand tot in de hemel, en zorgt ervoor dat wij met ons hart, ons verstand en ons verlangen dáár willen zijn waar ons Hoofd is, zoals we nu al in Hem als het ware buiten deze wereld leven.
 +  - We zien hierin wat wij als ledematen van Christus mogen verwachten. De apostel legt dit uit in Filippenzen 3:20,21: “Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen.”
 +  - Dit zien we ook in Hebreeën 4:16 uitgedrukt: “Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.” Dat kan omdat in Hebreeën 8:1 staat “dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen”.
 +
 +==== 24. Wat is met deze leer in strijd? ====
 +
 +  - De dwaling van hen die de persoonlijke vereniging van de goddelijke en menselijke natuur van Christus benoemen als Zijn zitten aan de rechterhand van God, of beweren dat die vereniging plaatsvond toen dit begon te gebeuren; of althans hier gebruik van maken om dit te verklaren. Als men dat doet, worden immers de artikelen van ons geloof met elkaar vermengd.
 +  - De leer van de ubiquitisten, die het zitten aan de rechterhand van God een manifestatie van Gods majesteit noemen. Hierdoor menen zij te mogen zeggen dat het vlees van Christus alomtegenwoordig geworden is, maar dat betekent dat men de werkelijkheid van het vlees aan Christus ontzegt.
 +  - De dwaling van de roomsen ten aanzien van de voorbidding door de engelen en de gestorven heiligen, alsof die onze voorsprekers, voorbidders, pleitbezorgers en middelaren zouden zijn om door hun gebeden en verdiensten Gods genade voor ons te verwerven en onze gebeden tot God te brengen. Tegen hen brengen we in wat 1 Timoteüs 2:5 zegt: “Er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.” Dit gaat ook in tegen het gebod van Christus in Johannes 15:16 en ~Johannes 16:23, waar Hij zegt wat wij moeten bidden in Zijn Naam. En het gaat ook in tegen wat er in Jesaja 63:16 staat: “Abraham weet van ons niet en Israël kent ons niet.”


Paginahulpmiddelen