Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:28 [23-04-2024 om 21.34 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:28 [30-06-2025 om 09.59 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
---|---|---|---|
Regel 19: | Regel 19: | ||
Vervolgens betekent het gebieden en heersen, zoals in 1 Koningen 1:30: “Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn en hij zal in mijn plaats op mijn troon zitten.” En Spreuken 20:8 zegt: “Een koning, op de rechterstoel gezeten, weet reeds met zijn ogen al het boze te schiften.” Zo wordt er ook over de heerschappij van de Messias gesproken in Jesaja 16:5: “Dan zal op goedertierenheid een troon worden bevestigd en in getrouwheid zal daarop in Davids tent zetelen een, die richt en die het recht zoekt en die zich haast gerechtigheid te oefenen.” Hier betekent het zitten of zetelen dus iets wat behoort tot de waardigheid van een koning of de leider van het volk. | Vervolgens betekent het gebieden en heersen, zoals in 1 Koningen 1:30: “Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn en hij zal in mijn plaats op mijn troon zitten.” En Spreuken 20:8 zegt: “Een koning, op de rechterstoel gezeten, weet reeds met zijn ogen al het boze te schiften.” Zo wordt er ook over de heerschappij van de Messias gesproken in Jesaja 16:5: “Dan zal op goedertierenheid een troon worden bevestigd en in getrouwheid zal daarop in Davids tent zetelen een, die richt en die het recht zoekt en die zich haast gerechtigheid te oefenen.” Hier betekent het zitten of zetelen dus iets wat behoort tot de waardigheid van een koning of de leider van het volk. | ||
- | ==== 4. Maar wat betekent de uitdrukking ‘zitten’ of ‘staan aan iemands rechterhand’? | + | ==== 4. Maar wat betekent de uitdrukking ‘zitten of staan aan iemands rechterhand’? |
- In menselijke kwesties geeft het in beeldspraak de hoogste plaats in waardigheid en eer aan naast iemand [in de hoogste positie]. Zie bijvoorbeeld Psalm 45:10: “De gemalin [of: koningin] staat aan uw rechterhand in goud van Ofir.” | - In menselijke kwesties geeft het in beeldspraak de hoogste plaats in waardigheid en eer aan naast iemand [in de hoogste positie]. Zie bijvoorbeeld Psalm 45:10: “De gemalin [of: koningin] staat aan uw rechterhand in goud van Ofir.” | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
- Van God wordt gezegd dat Hij staat aan de rechterhand van mensen als Hij hen helpt en beschermt tegen hun vijanden en hen voor gevaren bewaart. Zie bijvoorbeeld Psalm 16:8: “Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet.” In deze zin wordt in Psalm 110:5 ook gezegd dat God de Vader staat aan de rechterhand van Christus: “De Here is aan uw rechterhand. Hij verplettert de koningen ten dage van zijn toorn.” Dat wil zeggen: Hij staat U snel terzijde en zal Uw vijanden ten onder doen gaan. | - Van God wordt gezegd dat Hij staat aan de rechterhand van mensen als Hij hen helpt en beschermt tegen hun vijanden en hen voor gevaren bewaart. Zie bijvoorbeeld Psalm 16:8: “Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet.” In deze zin wordt in Psalm 110:5 ook gezegd dat God de Vader staat aan de rechterhand van Christus: “De Here is aan uw rechterhand. Hij verplettert de koningen ten dage van zijn toorn.” Dat wil zeggen: Hij staat U snel terzijde en zal Uw vijanden ten onder doen gaan. | ||
- Vervolgens wordt gezegd dat de gemeente ter rechterhand van Christus staat; dat wil zeggen dat ze naast Hem een staat van waardigheid en eer geniet. Zie Psalm 45:10: “De gemalin”, dat is de gemeente, “staat aan uw rechterhand”, | - Vervolgens wordt gezegd dat de gemeente ter rechterhand van Christus staat; dat wil zeggen dat ze naast Hem een staat van waardigheid en eer geniet. Zie Psalm 45:10: “De gemalin”, dat is de gemeente, “staat aan uw rechterhand”, | ||
- | - Ten slotte wordt van Christus gezegd dat Hij zit((*Marcus 16:19)) of staat((*Handelingen 7:55)) of is((*Romeinen 8:3,4)) aan de rechterhand van God, Zijn Vader. | + | - Ten slotte wordt van Christus gezegd dat Hij zit((*Marcus 16:19)) of staat((*Handelingen 7:55)) of is((*Romeinen 8:3,4)) aan de rechterhand van God, zijn Vader. |
- | ==== 5. Wordt het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader in letterlijke of figuurlijke zin bedoeld? ==== | + | ==== 5. Wordt het zitten van Christus aan de rechterhand van zijn Vader in letterlijke of figuurlijke zin bedoeld? ==== |
- | Niet in letterlijke zin, want dat past op geen enkele manier bij Zijn godheid. Het zou in letterlijke zin wel op Zijn lichamelijke natuur kunnen worden toegepast, maar dan moet men toch niet bedenken dat het verheerlijkte lichaam van Christus in de hemel altijd zit of in beweging is of staat. Het is wel waar dat Zijn lichaam werkelijk begrensd en op een bepaalde plaats is, maar de rechterhand van God mag men beslist niet letterlijk opvatten, omdat God geen lichaam heeft, zoals al eerder is gezegd. | + | Niet in letterlijke zin, want dat past op geen enkele manier bij zijn godheid. Het zou in letterlijke zin wel op zijn lichamelijke natuur kunnen worden toegepast, maar dan moet men toch niet bedenken dat het verheerlijkte lichaam van Christus in de hemel altijd zit of in beweging is of staat. Het is wel waar dat zijn lichaam werkelijk begrensd en op een bepaalde plaats is, maar de rechterhand van God mag men beslist niet letterlijk opvatten, omdat God geen lichaam heeft, zoals al eerder is gezegd. |
==== 6. Als Christus aan de rechterhand van de Vader zit, volgt daar dan niet uit dat de Vader aan de linkerkant zit? ==== | ==== 6. Als Christus aan de rechterhand van de Vader zit, volgt daar dan niet uit dat de Vader aan de linkerkant zit? ==== | ||
Regel 39: | Regel 39: | ||
==== 7. Wat wordt met deze manier van spreken dan duidelijk gemaakt? ==== | ==== 7. Wat wordt met deze manier van spreken dan duidelijk gemaakt? ==== | ||
- | - Augustinus((In //Expositio super symbolum// | + | - Augustinus((In //Expositio super symbolum// |
- Het betekent volgens Damascenus((In Boek 4, hoofdstuk 2.)) dat de Zoon samen met de Vader vanaf de eeuwigheid al een even grote heerlijkheid gehad heeft. In dat licht bezien geeft het woordje “tot” of “ter” alleen maar een onderscheid in personen aan en een zekere volgorde van oorsprong, maar dat niet als een die de natuur of waardigheid aangeeft, want die is er niet in de goddelijke Personen. | - Het betekent volgens Damascenus((In Boek 4, hoofdstuk 2.)) dat de Zoon samen met de Vader vanaf de eeuwigheid al een even grote heerlijkheid gehad heeft. In dat licht bezien geeft het woordje “tot” of “ter” alleen maar een onderscheid in personen aan en een zekere volgorde van oorsprong, maar dat niet als een die de natuur of waardigheid aangeeft, want die is er niet in de goddelijke Personen. | ||
- | - We zeggen echter dat hier ook mee aangegeven wordt dat Christus alle macht in hemel en op aarde ontvangen heeft. Hij zegt dat Zelf – en Hij is de beste uitlegger van Zijn eigen woorden – in Matteüs 28:18; en daarmee heeft Hij een manier van spreken overgenomen van een koning of vorst, die een zoon als zijn enige of eerstgeborene heeft, die hij ten slotte tot zijn erfgenaam en opvolger aanstelt en aan zijn rechterhand doet plaatsnemen. Daarmee geeft de vorst aan dat deze zoon samen met hem regeert en het regeerrecht mag aanwenden over alles wat tot het koninkrijk behoort. Daarom zegt Augustinus: | + | - We zeggen echter dat hier ook mee aangegeven wordt dat Christus alle macht in hemel en op aarde ontvangen heeft. Hij zegt dat zelf – en Hij is de beste uitlegger van zijn eigen woorden – in Matteüs 28:18; en daarmee heeft Hij een manier van spreken overgenomen van een koning of vorst, die een zoon als zijn enige of eerstgeborene heeft, die hij ten slotte tot zijn erfgenaam en opvolger aanstelt en aan zijn rechterhand doet plaatsnemen. Daarmee geeft de vorst aan dat deze zoon samen met hem regeert en het regeerrecht mag aanwenden over alles wat tot het koninkrijk behoort. Daarom zegt Augustinus: |
- | ==== 8. Wat houdt het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader dan in? ==== | + | ==== 8. Wat houdt het zitten van Christus aan de rechterhand van zijn Vader dan in? ==== |
- | Dat is Zijn staat in de allergrootste heerlijkheid; | + | Dat is zijn staat in de allergrootste heerlijkheid; |
==== 9. Waarmee bewijst u dat deze uitleg de juiste is? ==== | ==== 9. Waarmee bewijst u dat deze uitleg de juiste is? ==== | ||
Regel 53: | Regel 53: | ||
==== 10. Wie is de Oorzaak hiervan? ==== | ==== 10. Wie is de Oorzaak hiervan? ==== | ||
- | De Vader, door Wiens wil en verordening Christus aan de rechterhand van de Vader zit; zie Psalm 110:1: “Zet u aan mijn rechterhand.” En in Efeziërs 1:20 lezen we: “en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”. | + | De Vader, door wiens wil en verordening Christus aan de rechterhand van de Vader zit; zie Psalm 110:1: “Zet u aan mijn rechterhand.” En in Efeziërs 1:20 lezen we: “en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”. |
- | ==== 11. Maar is dit zitten een daad die heel de Persoon aangaat, of alleen van een van Zijn naturen, namelijk de menselijke natuur? ==== | + | ==== 11. Maar is dit zitten een daad die heel de Persoon aangaat, of alleen van een van zijn naturen, namelijk de menselijke natuur? ==== |
- | De woorden en de manier van spreken die men hanteert, moeten begrepen worden al naar gelang de kwestie waarover men spreekt. Het zitten aan de rechterhand van God maakt twee dingen duidelijk. Soms betekent het namelijk de grootste gelijkheid van de goddelijke heerlijkheid, | + | De woorden en de manier van spreken die men hanteert, moeten begrepen worden al naar gelang de kwestie waarover men spreekt. Het zitten aan de rechterhand van God maakt twee dingen duidelijk. Soms betekent het namelijk de grootste gelijkheid van de goddelijke heerlijkheid, |
- | ==== 12. Zoals van Christus gezegd wordt dat Hij niet naar Zijn goddelijke maar alleen naar Zijn menselijke natuur uit de doden is opgewekt – mag men zo ook niet zeggen dat Hij alleen naar Zijn menselijke natuur aan de rechterhand van de Vader zit? ==== | + | ==== 12. Zoals van Christus gezegd wordt dat Hij niet naar zijn goddelijke maar alleen naar zijn menselijke natuur uit de doden is opgewekt – mag men zo ook niet zeggen dat Hij alleen naar zijn menselijke natuur aan de rechterhand van de Vader zit? ==== |
- | Nee, want het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader is geen natuurlijke eigenschap, maar een “staat” of status van de Persoon, en dat behoort tot het ambt van de Middelaar Die ook Koning en Priester is. Welnu, de namen van het ambt – dat wil zeggen: die ons het ambt van Christus aanwijzen – gelden voor Christus ten aanzien van beide naturen. Christus zit aan de rechterhand van de Vader voor zover Hij God is. Toch kan dat niet zo eenvoudigweg gezegd worden ten aanzien van de goddelijke natuur die Hij met de Vader gemeen heeft, maar voor zover Hij als God is geopenbaard in het vlees of het lichaam. Zo geldt hiertegenover ook dat Christus aan de rechterhand van de Vader zit, niet in zover Hij alleen maar Mens is, maar in zover Hij Mens is als zodanig. Het komt immers aan geen enkel geschapen object toe om in zichzelf aangemerkt aan de rechterhand van de Vader te zitten. Daarom zegt de apostel tegen de Hebreeën in het gelijknamige boek, hoofdstuk ~Hebreeën 1:13: “En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand? | + | Nee, want het zitten van Christus aan de rechterhand van zijn Vader is geen natuurlijke eigenschap, maar een “staat” of status van de Persoon, en dat behoort tot het ambt van de Middelaar Die ook Koning en Priester is. Welnu, de namen van het ambt – dat wil zeggen: die ons het ambt van Christus aanwijzen – gelden voor Christus ten aanzien van beide naturen. Christus zit aan de rechterhand van de Vader voor zover Hij God is. Toch kan dat niet zo eenvoudigweg gezegd worden ten aanzien van de goddelijke natuur die Hij met de Vader gemeen heeft, maar voor zover Hij als God is geopenbaard in het vlees of het lichaam. Zo geldt hiertegenover ook dat Christus aan de rechterhand van de Vader zit, niet in zover Hij alleen maar Mens is, maar in zover Hij Mens is als zodanig. Het komt immers aan geen enkel geschapen object toe om in zichzelf aangemerkt aan de rechterhand van de Vader te zitten. Daarom zegt de apostel tegen de Hebreeën in het gelijknamige boek, hoofdstuk ~Hebreeën 1:13: “En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand? |
- | De menselijke natuur in Christus kan dus, op zichzelf gezien als geschapen entiteit((Zoals Damascenus zegt in zijn vierde boek, hoofdstuk 3.)) niet aangebeden worden, omdat Hij een schepsel is, maar alleen in zover de menselijke natuur met de Persoon van de Zoon Gods onafscheidelijk is verbonden.((*Lucas 24:51)) Damascenus zegt immers((Boek 4, hoofdstuk 2.)): “Door alle schepselen wordt een zelfstandigheid met zijn vlees of lichaam door gebed aangeroepen.” Zo wordt ook gezegd dat de menselijke natuur aan de rechterhand van de Vader zit, niet op zichzelf, maar in de Persoon van Gods Zoon, omdat Degene die Mens is, ook God is. De Vader zal immers | + | De menselijke natuur in Christus kan dus, op zichzelf gezien als geschapen entiteit((Zoals Damascenus zegt in zijn vierde boek, hoofdstuk 3.)) niet aangebeden worden, omdat Hij een schepsel is, maar alleen in zover de menselijke natuur met de Persoon van de Zoon Gods onafscheidelijk is verbonden.((*Lucas 24:51)) Damascenus zegt immers((Boek 4, hoofdstuk 2.)): “Door alle schepselen wordt een zelfstandigheid met zijn vlees of lichaam door gebed aangeroepen.” Zo wordt ook gezegd dat de menselijke natuur aan de rechterhand van de Vader zit, niet op zichzelf, maar in de Persoon van Gods Zoon, omdat Degene die Mens is, ook God is. De Vader zal immers |
- | ==== 13. Maar heeft Christus niet altijd met de Vader geregeerd, en heeft Hij daarom niet altijd al aan de rechterhand van Zijn Vader gezeten? ==== | + | ==== 13. Maar heeft Christus niet altijd met de Vader geregeerd, en heeft Hij daarom niet altijd al aan de rechterhand van zijn Vader gezeten? ==== |
- | Hij heeft wel geregeerd, maar dan alleen als God zonder het menselijk lichaam; of anders gezegd: alleen bekleed met Zijn heerlijkheid vóór de aanneming van de menselijke natuur. Maar daarna is Hij in de volheid van de tijd als God-in-het-vlees – ná de tijd van Zijn vernedering – aan de rechterhand van de Vader gaan zitten, dat wil zeggen: gaan heersen in de hemel en op de aarde. Zo heeft Hij het Koninkrijk ontvangen dat Hij tevoren ook al had. Ik bedoel te zeggen dat Hij het heeft ontvangen voor wat de openbaring ervan betreft, zoals altijd wanneer in de Schrift gezegd wordt dat iets gebeurt als het geopenbaard wordt. | + | Hij heeft wel geregeerd, maar dan alleen als God zonder het menselijk lichaam; of anders gezegd: alleen bekleed met zijn heerlijkheid vóór de aanneming van de menselijke natuur. Maar daarna is Hij in de volheid van de tijd als God-in-het-vlees – ná de tijd van Zijn vernedering – aan de rechterhand van de Vader gaan zitten, dat wil zeggen: gaan heersen in de hemel en op de aarde. Zo heeft Hij het Koninkrijk ontvangen dat Hij tevoren ook al had. Ik bedoel te zeggen dat Hij het heeft ontvangen voor wat de openbaring ervan betreft, zoals altijd wanneer in de Schrift gezegd wordt dat iets gebeurt als het geopenbaard wordt. |
- | ==== 14. Wanneer is Hij dan gaan zitten aan de rechterhand van Zijn Vader? ==== | + | ==== 14. Wanneer is Hij dan gaan zitten aan de rechterhand van zijn Vader? ==== |
- | Voor wat betreft het recht dat Hij daartoe had vanaf de persoonlijke vereniging [van Zijn twee naturen], maar voor wat de eigenlijke daad betreft ná Zijn lijden, | + | Voor wat betreft het recht dat Hij daartoe had vanaf de persoonlijke vereniging [van zijn twee naturen], maar voor wat de eigenlijke daad betreft ná zijn lijden, |
- | ==== 15. Wat is de plaats waar het zitten aan de rechterhand van de Vader gebeurt? ==== | + | ==== 15. Wat is de plaats waar het zitten aan de rechterhand van de Vader plaatsvindt? ==== |
- | Wat betreft de goddelijke natuur die onbegrensd is, zit Christus overal aan de rechterhand van Zijn Vader. Maar wat betreft de menselijke natuur die haar begrenzing kent, zit Hij daar waar Hij met Zijn lichaam is. Dat wil na Zijn hemelvaart zeggen: in de hemel, en niet op de aarde. “Zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods” (Kolossenzen 3:1). “Deze (…) heeft Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge” (Hebreeën 1:3). “Wij [hebben] zulk een hogepriester, | + | Wat betreft de goddelijke natuur die onbegrensd is, zit Christus overal aan de rechterhand van zijn Vader. Maar wat betreft de menselijke natuur die haar begrenzing kent, zit Hij daar waar Hij met zijn lichaam is. Dat wil na zijn hemelvaart zeggen: in de hemel, en niet op de aarde. “Zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods” (Kolossenzen 3:1). “Deze (…) heeft Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge” (Hebreeën 1:3). “Wij [hebben] zulk een hogepriester, |
- | De staat [van Christus’ verhoging] zal altijd dezelfde blijven, en dat blijft ze ook werkelijk. Maar de plaats kan door Christus | + | De staat [van Christus’ verhoging] zal altijd dezelfde blijven, en dat blijft ze ook werkelijk. Maar de plaats kan door Christus |
==== 16. Waarom wordt er meer over zitten dan over staan van Christus gesproken? ==== | ==== 16. Waarom wordt er meer over zitten dan over staan van Christus gesproken? ==== | ||
- | Het doel hiervan is dat wij zullen weten dat Christus de bediening die Hem opgedragen is, ook plechtig is begonnen; en dat niet voor één keer, maar voor altijd, totdat Hij voor het [laatste] oordeel terugkeert. Hiermee is niet in strijd wat in Handelingen 7:56 staat, waar gezegd wordt dat Stefanus Hem zag //staan// aan de rechterhand van God. Door het woord ‘zitten’ wordt namelijk niet een houding van het lichaam aangegeven, maar de majesteit en heerlijkheid van Zijn regering, zoals door het woord ‘staan’ | + | Het doel hiervan is dat wij zullen weten dat Christus de bediening die Hem opgedragen is, ook plechtig is begonnen; en dat niet voor één keer, maar voor altijd, totdat Hij voor het [laatste] oordeel terugkeert. Hiermee is niet in strijd wat in Handelingen 7:56 staat, waar gezegd wordt dat Stefanus Hem zag //staan// aan de rechterhand van God. Door het woord ‘zitten’ wordt namelijk niet een houding van het lichaam aangegeven, maar de majesteit en heerlijkheid van zijn regering, zoals door het woord ‘staan’ |
- | ==== 17. Maar volgt uit het zitten van Christus aan de rechterhand van Zijn Vader niet dat Zijn lichaam overal aanwezig moet zijn, omdat de rechterhand van de Vader naast Wie Hij zit, ook overal aanwezig is? ==== | + | ==== 17. Maar volgt uit het zitten van Christus aan de rechterhand van zijn Vader niet dat zijn lichaam overal aanwezig moet zijn, omdat de rechterhand van de Vader naast Wie Hij zit, ook overal aanwezig is? ==== |
- Nee, dat volgt er echt niet uit, evenmin als de redenering opgaat dat het lichaam eeuwig of onlichamelijk is, omdat de rechterhand in kwestie onlichamelijk en eeuwig is. | - Nee, dat volgt er echt niet uit, evenmin als de redenering opgaat dat het lichaam eeuwig of onlichamelijk is, omdat de rechterhand in kwestie onlichamelijk en eeuwig is. | ||
- Van het lichaam wordt niet gezegd dat het de rechterhand zelf is, maar figuurlijk gesproken zit het aan de rechterhand. Een redenering is niet juist, als men uit een oneigenlijk argument een echte conclusie wil trekken. | - Van het lichaam wordt niet gezegd dat het de rechterhand zelf is, maar figuurlijk gesproken zit het aan de rechterhand. Een redenering is niet juist, als men uit een oneigenlijk argument een echte conclusie wil trekken. | ||
- Ook wij zullen aan de rechterhand van Christus gesteld worden, en dan zullen we toch niet overal tegelijk zijn. | - Ook wij zullen aan de rechterhand van Christus gesteld worden, en dan zullen we toch niet overal tegelijk zijn. | ||
- | - Iemand kan over veel plaatsen tegelijk regeren, hoewel hij niet in eigenlijke zin in al die plaatsen tegelijk is. Het is dus echt heel belachelijk dat men het menselijk wezen van Christus zo ver en breed wil uitrekken als Zijn heerschappij groot is; en dat geldt ook als men het tegenovergestelde doet, namelijk | + | - Iemand kan over veel plaatsen tegelijk regeren, hoewel hij niet in eigenlijke zin in al die plaatsen tegelijk is. Het is dus echt heel belachelijk dat men het menselijk wezen van Christus zo ver en breed wil uitrekken als zijn heerschappij groot is; en dat geldt ook als men het tegenovergestelde doet, namelijk |
==== 18. Wat is dat nu? Is Christus dan niet overal? ==== | ==== 18. Wat is dat nu? Is Christus dan niet overal? ==== | ||
- | Jawel, maar dat wordt van Hem alleen gezegd vanwege | + | Jawel, maar dat wordt van Hem alleen gezegd vanwege |
==== 19. Hoeveel aspecten kent dit zitten van Christus? ==== | ==== 19. Hoeveel aspecten kent dit zitten van Christus? ==== | ||
Regel 98: | Regel 98: | ||
Twee: | Twee: | ||
- | - De hoogste heerlijkheid; | + | - De hoogste heerlijkheid; |
- De volkomen bediening van het Koninkrijk; daardoor voert Christus in de hoogste heerlijkheid heerschappij over alle geschapen dingen in de hemel en op aarde. Daarvan zegt Efeziërs 1:20,21 dat Christus gezet is aan Gods “rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.” En in 1 Petrus 3:22 lezen we dat Christus “aan de rechterhand Gods is, naar de hemel gegaan, terwijl engelen en machten en krachten Hem onderworpen zijn.” | - De volkomen bediening van het Koninkrijk; daardoor voert Christus in de hoogste heerlijkheid heerschappij over alle geschapen dingen in de hemel en op aarde. Daarvan zegt Efeziërs 1:20,21 dat Christus gezet is aan Gods “rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.” En in 1 Petrus 3:22 lezen we dat Christus “aan de rechterhand Gods is, naar de hemel gegaan, terwijl engelen en machten en krachten Hem onderworpen zijn.” | ||
==== 20. Wat is het doel van dit zitten? ==== | ==== 20. Wat is het doel van dit zitten? ==== | ||
- | - Dat de hoogste majesteit en heerlijkheid [van Christus] zou volgen op Zijn diepste versmaadheid en vernedering. | + | - Dat de hoogste majesteit en heerlijkheid [van Christus] zou volgen op zijn diepste versmaadheid en vernedering. |
- Dat Hij nu naar lichaam en ziel de meest gelukzalige rust mag genieten. | - Dat Hij nu naar lichaam en ziel de meest gelukzalige rust mag genieten. | ||
- | - Dat zowel de hemelse als de aardse schepselen | + | - Dat zowel de hemelse als de aardse schepselen |
==== 21. Wat zijn de vruchten of gevolgen van dit zitten? ==== | ==== 21. Wat zijn de vruchten of gevolgen van dit zitten? ==== | ||
- | - Dat Christus hierdoor al Zijn vijanden in bedwang houdt. | + | - Dat Christus hierdoor al zijn vijanden in bedwang houdt. |
- | - Dat Hij al degenen die Hem toebehoren, door Zijn Geest regeert en trapsgewijs tot volkomenheid brengt. | + | - Dat Hij al degenen die Hem toebehoren, door zijn Geest regeert en trapsgewijs tot volkomenheid brengt. |
- | - Dat Hij voor Zijn kinderen vrede verwerft door Zijn voorbidden bij de Vader en door de voortdurende kracht van Zijn offer. Hebreeën 7:25 zegt: “Daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.” Hij bewerkt ook dat de Vader al Zijn uitverkorenen liefheeft en aangenaam voor Hem doet zijn, en dat Hij hun ook altijd een vaderlijk hart bewijst. Hij heiligt ook hun gebeden door de reuk van Zijn offer, omdat Hij in de hemel altijd voor Vader Zijn verschijnt als de enige Middelaar. Hij draagt hen ook aan God de Vader op en doet hen aangenaam zijn voor God. Zie Romeinen 8:34 over Christus Jezus, “die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons bidt.” | + | - Dat Hij voor zijn kinderen vrede verwerft door zijn voorbidden bij de Vader en door de voortdurende kracht van zijn offer. Hebreeën 7:25 zegt: “Daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.” Hij bewerkt ook dat de Vader al zijn uitverkorenen liefheeft en aangenaam voor Hem doet zijn, en dat Hij hun ook altijd een vaderlijk hart bewijst. Hij heiligt ook hun gebeden door de reuk van zijn offer, omdat Hij in de hemel altijd voor Zijn Vader |
- | - Omdat Hij alle dingen in Zijn macht en heerschappij heeft, beschermt Hij Zijn gemeente, die hier op aarde nog een strijdende kerk is, op een machtige wijze en door verschillende middelen tegen het geweld van de satan; en Hij bewaart hen ook. | + | - Omdat Hij alle dingen in zijn macht en heerschappij heeft, beschermt Hij zijn gemeente, die hier op aarde nog een strijdende kerk is, op een machtige wijze en door verschillende middelen tegen het geweld van de satan; en Hij bewaart hen ook. |
- | - Hij laat de leden van Zijn lichaam naar hun mate in Zijn eeuwige heerlijkheid delen; en dat doet Hij niet alleen door hun het recht daartoe te geven of hen daarop te doen hopen, maar in werkelijkheid, | + | - Hij laat de leden van zijn lichaam naar hun mate in zijn eeuwige heerlijkheid delen; en dat doet Hij niet alleen door hun het recht daartoe te geven of hen daarop te doen hopen, maar in werkelijkheid, |
- | - door de band van de eeuwige predestinatie of voorbeschikking, | + | - door de band van de eeuwige predestinatie of voorbeschikking, |
- door de band van het menselijk lichaam, waardoor Hij ons vlees met Zichzelf heeft doen samengaan door een persoonlijke vereniging; echter niet zo dit een verbinding is met het vlees van ons allen, want dan zou ieder mens het Woord van God zijn, zoals Christus dat is; nee, Hij is dat //in atomoo,// | - door de band van het menselijk lichaam, waardoor Hij ons vlees met Zichzelf heeft doen samengaan door een persoonlijke vereniging; echter niet zo dit een verbinding is met het vlees van ons allen, want dan zou ieder mens het Woord van God zijn, zoals Christus dat is; nee, Hij is dat //in atomoo,// | ||
- | - door de band van de Geest, waardoor Hij ons heel nauw met Hem verenigt en ons daarbij | + | - door de band van de Geest, waardoor Hij ons heel nauw met Hem verenigt en ons daarbij |
==== 22. Waarom zegt Christus dan in Matteüs 20:23: “Het zitten aan mijn rechterzijde en linkerzijde staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is door mijn Vader”? ==== | ==== 22. Waarom zegt Christus dan in Matteüs 20:23: “Het zitten aan mijn rechterzijde en linkerzijde staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is door mijn Vader”? ==== | ||
- | Hij spreekt hier in de trant van hen die Hem aanspraken en over een aards Koninkrijk van de Messias droomden. Hij verkleint hiermee | + | Hij spreekt hier in de trant van hen die Hem aanspraken en over een aards Koninkrijk van de Messias droomden. Hij verkleint hiermee |
==== 23. Wat is het nut van deze leer? ==== | ==== 23. Wat is het nut van deze leer? ==== | ||
Regel 131: | Regel 131: | ||
==== 24. Wat is met deze leer in strijd? ==== | ==== 24. Wat is met deze leer in strijd? ==== | ||
- | - De dwaling van hen die de persoonlijke vereniging van de goddelijke en menselijke natuur van Christus benoemen als Zijn zitten aan de rechterhand van God, of beweren dat die vereniging plaatsvond toen dit begon te gebeuren; of althans | + | - De dwaling van hen die de persoonlijke vereniging van de goddelijke en menselijke natuur van Christus benoemen als zijn zitten aan de rechterhand van God, of beweren dat die vereniging plaatsvond toen dit begon te gebeuren; of althans |
- De leer van de ubiquitisten, | - De leer van de ubiquitisten, | ||
- | - De dwaling van de roomsen ten aanzien van de voorbidding door de engelen en de gestorven heiligen, alsof die onze voorsprekers, | + | - De dwaling van de roomsen ten aanzien van de voorbidding door de engelen en de gestorven heiligen, alsof die onze voorsprekers, |