Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:28

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
institutie:28 [30-06-2025 om 09.57 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:28 [30-06-2025 om 09.59 uur] (huidige) Cornelis Bregman
Regel 73: Regel 73:
 Voor wat betreft het recht dat Hij daartoe had vanaf de persoonlijke vereniging [van zijn twee naturen], maar voor wat de eigenlijke daad betreft ná zijn lijden, zijn opstanding en zijn hemelvaart. De Heilige Schrift en ook de apostolische geloofsbelijdenis onderscheiden de verschillende artikelen zó dat het zitten aan de rechterhand van de Vader volgt na de opstanding en de hemelvaart.((*Marcus 16:19 *Lucas 24:46 *Efeziërs 1:20,21 *Hebreeën 1:3 *1 Petrus 3:22 *Openbaring 3:21)) Voor wat betreft het recht dat Hij daartoe had vanaf de persoonlijke vereniging [van zijn twee naturen], maar voor wat de eigenlijke daad betreft ná zijn lijden, zijn opstanding en zijn hemelvaart. De Heilige Schrift en ook de apostolische geloofsbelijdenis onderscheiden de verschillende artikelen zó dat het zitten aan de rechterhand van de Vader volgt na de opstanding en de hemelvaart.((*Marcus 16:19 *Lucas 24:46 *Efeziërs 1:20,21 *Hebreeën 1:3 *1 Petrus 3:22 *Openbaring 3:21))
  
-==== 15. Wat is de plaats waar het zitten aan de rechterhand van de Vader gebeurt? ====+==== 15. Wat is de plaats waar het zitten aan de rechterhand van de Vader plaatsvindt? ====
  
 Wat betreft de goddelijke natuur die onbegrensd is, zit Christus overal aan de rechterhand van zijn Vader. Maar wat betreft de menselijke natuur die haar begrenzing kent, zit Hij daar waar Hij met zijn lichaam is. Dat wil na zijn hemelvaart zeggen: in de hemel, en niet op de aarde. “Zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods” (Kolossenzen 3:1). “Deze (…) heeft Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge” (Hebreeën 1:3). “Wij [hebben] zulk een hogepriester, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen” (Hebreeën 8:1). De staat van Christus’ verheerlijking is namelijk wat anders dan de plaats waar Hij in zijn verheerlijking is. Daarom onderscheidt de apostel beide zaken in Efeziërs 1:20, waar over Jezus gezegd wordt: “En Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”. Het zitten aan de rechterhand van God betekent hier de staat, en de hemelen geven de plaats aan. Wat betreft de goddelijke natuur die onbegrensd is, zit Christus overal aan de rechterhand van zijn Vader. Maar wat betreft de menselijke natuur die haar begrenzing kent, zit Hij daar waar Hij met zijn lichaam is. Dat wil na zijn hemelvaart zeggen: in de hemel, en niet op de aarde. “Zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods” (Kolossenzen 3:1). “Deze (…) heeft Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge” (Hebreeën 1:3). “Wij [hebben] zulk een hogepriester, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen” (Hebreeën 8:1). De staat van Christus’ verheerlijking is namelijk wat anders dan de plaats waar Hij in zijn verheerlijking is. Daarom onderscheidt de apostel beide zaken in Efeziërs 1:20, waar over Jezus gezegd wordt: “En Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten”. Het zitten aan de rechterhand van God betekent hier de staat, en de hemelen geven de plaats aan.


Paginahulpmiddelen