Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:3

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:3 [25-08-2025 om 16.37 uur] Henk van Abbemainstitutie:3 [04-09-2025 om 00.03 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 86: Regel 86:
 ==== 8. Hoe bewijst u dat de Heilige Geest een zelfstandig Persoon in God is, van de Vader en de Zoon onderscheiden? ==== ==== 8. Hoe bewijst u dat de Heilige Geest een zelfstandig Persoon in God is, van de Vader en de Zoon onderscheiden? ====
  
-  - Uit de artikelen van het geloof. Want als wij in het begin zeggen: "Ik geloof in God", dan voegen wij daar meteen aan toe: "de Vader", "de Zoon" en "de Heilige Geest". Zoals wij belijden dat de Heilige Geest God is, zo bekennen wij Hem te zijn de derde Persoon in de Godheid, niet door trappen en graden maar naar het vervolg en de orde.+  - Uit de artikelen van het geloof. Want als wij in het begin zeggen: "Ik geloof in God", dan voegen wij daar meteen aan toe: "de Vader", "de Zoon" en "de Heilige Geest". Zoals wij belijden dat de Heilige Geest God is, zo bekennen wij Hem te zijn de derde Persoon in de Godheid, niet door trappen en graden maar naar het vervolg en de orde.???
   - In de doop van Jezus Christus wordt de stem van de Vader uit de hemel gehoord. Christus staat daar om door Johannes de Doper gedoopt te worden, maar de Heilige Geest daalt neer in de gedaante van een duif en rust op Christus.((*Matteüs 3:16,17)) Ook onderscheidt Christus Zelf de Heilige Geest van Hem en van de Vader, als Hij in Johannes 14:16 zegt: "Hij zal u een andere Trooster geven", waarbij een ander in persoon niet wat anders hoeft te zijn qua wezen. En in Johannes 15:26 spreekt Hij van de Trooster, "die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid". Ook wordt aan de Heilige Geest een stem toegeschreven, en een welbehagen, alsook een vrije wil, en een bijzondere verschijning in een lichamelijke gedaante, met eigenschappen van een persoon die waarlijk bij Hemzelf bestaan. En 1 Johannes 5:7 zegt: "Drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord, en de heilige Geest; en deze drie zijn één."   - In de doop van Jezus Christus wordt de stem van de Vader uit de hemel gehoord. Christus staat daar om door Johannes de Doper gedoopt te worden, maar de Heilige Geest daalt neer in de gedaante van een duif en rust op Christus.((*Matteüs 3:16,17)) Ook onderscheidt Christus Zelf de Heilige Geest van Hem en van de Vader, als Hij in Johannes 14:16 zegt: "Hij zal u een andere Trooster geven", waarbij een ander in persoon niet wat anders hoeft te zijn qua wezen. En in Johannes 15:26 spreekt Hij van de Trooster, "die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid". Ook wordt aan de Heilige Geest een stem toegeschreven, en een welbehagen, alsook een vrije wil, en een bijzondere verschijning in een lichamelijke gedaante, met eigenschappen van een persoon die waarlijk bij Hemzelf bestaan. En 1 Johannes 5:7 zegt: "Drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord, en de heilige Geest; en deze drie zijn één."
  
Regel 99: Regel 99:
 ==== 11. Hoe bewijst u dat de Heilige Geest uitgaat van de Zoon? ==== ==== 11. Hoe bewijst u dat de Heilige Geest uitgaat van de Zoon? ====
  
-In Johannes 14:26 en 15:26 wordt gezegd dat Hij gezonden en gegeven wordt, niet alleen door de Vader, maar ook door de Zoon. En in Johannes 16:14 dat Hij alles van Christus ontvangt: “Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen.”In Romeinen 8:9 heet Hij de Geest van de Vader en van de Zoon. En ook in Galaten 4:6 wordt Hij de Geest van de Zoon genoemd. Hij is dus waarachtig God, die uitgaat van een en dezelfde godheid, zowel van de Vader als van de Zoon, en van de Vader en de Zoon onderscheiden. Bovendien heeft Christus de Heilige Geest, zo zegt Augustinus, door het opblazen gegeven, opdat Hij zou betonen dat Hij ook van Hem uitgaat.((*Johannes 20:22))+In Johannes 14:26 en 15:26 wordt gezegd dat Hij gezonden en gegeven wordt, niet alleen door de Vader, maar ook door de Zoon. En in Johannes 16:14 dat Hij alles van Christus ontvangt: “Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen.” In Romeinen 8:9 heet Hij de Geest van de Vader en van de Zoon. En ook in Galaten 4:6 wordt Hij de Geest van de Zoon genoemd. Hij is dus waarachtig God, die uitgaat van een en dezelfde godheid, zowel van de Vader als van de Zoon, en van de Vader en de Zoon onderscheiden. Bovendien heeft Christus de Heilige Geest, zo zegt Augustinus, door het opblazen gegeven, opdat Hij zou betonen dat Hij ook van Hem uitgaat.((*Johannes 20:22))
  
 //Tegenwerping: //Christus zegt dat de Geest uitgaat van de Vader, dus gaat Hij niet uit van de Zoon. \\ //Antwoord: //Christus sluit zichzelf daar niet buiten, zodat dit daaruit niet afgeleid kan worden. //Tegenwerping: //Christus zegt dat de Geest uitgaat van de Vader, dus gaat Hij niet uit van de Zoon. \\ //Antwoord: //Christus sluit zichzelf daar niet buiten, zodat dit daaruit niet afgeleid kan worden.
Regel 117: Regel 117:
 ==== 14. Wat verstaat u onder werken van de Godheid die buiten zijn? ==== ==== 14. Wat verstaat u onder werken van de Godheid die buiten zijn? ====
  
-De werken die ten aanzien van de schepselen door de gehele Godheid gedaan worden, of die de drie Personen gelijkelijk werken in de werken van de schepping en de verlossing. Deze werken worden ongedeelde werken genoemd, want zij zijn de drie Personen gemeen. Regel is dus, dat de werken der Drie-eenheid tot de dingen die buiten zijn, ongedeeld zijn. Denk aan Genesis 1:26: "Laat Ons mensen maken naar ons beeld," en aan Johannes 5:17-19: Wat de Vader "doet, dat doet ook de Zoon evenzo" (met uitzondering van de onderscheiden eigenschappen van de Personen).((*1 Korintiërs 15:57 *Romeinen 11:36)) Zo is ook de vleeswording een werk van de gehele Drie-eenheid ten aanzien van de volbrenging van het werk, gelet op het effect of het volbrachte werk, ook al is alleen de Zoon vlees geworden.+De werken die ten aanzien van de schepselen door de gehele Godheid gedaan worden, of die de drie Personen gelijkelijk werken in de werken van de schepping en de verlossing. Deze werken worden ongedeelde werken genoemd, want zij zijn de drie Personen gemeen. Regel is dus, dat de werken der Drie-eenheid tot de dingen die buiten zijn, ongedeeld zijn. Denk aan Genesis 1:26: "Laat Ons mensen maken naar ons beeld," en aan Johannes 5:17-19: wat de Vader "doet, dat doet ook de Zoon evenzo"met uitzondering dan van de onderscheiden eigenschappen van de Personen.((*Johannes 5:17-19 *1 Korintiërs 15:57 *Romeinen 11:36)) Zo is ook de vleeswording een werk van de gehele Drie-eenheid ten aanzien van de volbrenging van het werk, gelet op het effect of het volbrachte werk, ook al is alleen de Zoon vlees geworden.
  
 ==== 15. Welke namen worden in de Schrift aan de Heilige Geest toegeschreven? ==== ==== 15. Welke namen worden in de Schrift aan de Heilige Geest toegeschreven? ====
Regel 139: Regel 139:
 ==== 18. Woont de Heilige Geest alleen naar Zijn gaven in de gelovigen, of ook naar Zijn wezen? ==== ==== 18. Woont de Heilige Geest alleen naar Zijn gaven in de gelovigen, of ook naar Zijn wezen? ====
  
-Ook naar Zijn wezen. Niet uitgestrekt of als een deel van het wezen van ieder ding, zoals de manicheeën en geestdrijvers gedroomd hebben, maar inwendig gestrekt, in zoverre Hij overal aanwezig is, als God, en uit kracht van Zijn tegenwoordigheid. Romeinen 8:11 spreekt van Christus' Geest "die in u woont". En in Johannes 14:23 zegt Christus: "Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.”Want Hij geeft Zijn gaven niet op zo'n manier dat Hij Zelf elders is, maar Hij is met Zijn gaven bij Zijn kerk en gemeente, en bij een ieder bijzonder uitverkorene, die Hij van binnen en van buiten regeert en levend maakt. Zo blijkt wel uit 1 Korintiërs 6:19: "Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont", en ook uit 2 Korintiërs 13:13: "Degemeenschap des heiligen Geestes zij met u allen.”+Ook naar Zijn wezen. Niet uitgestrekt of als een deel van het wezen van ieder ding, zoals de manicheeën en geestdrijvers gedroomd hebben, maar inwendig gestrekt, in zoverre Hij overal aanwezig is, als God, en uit kracht van Zijn tegenwoordigheid. Romeinen 8:11 spreekt van Christus' Geest "die in u woont". En in Johannes 14:23 zegt Christus: "Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.”Want Hij geeft Zijn gaven niet op zo'n manier dat Hij Zelf elders is, maar Hij is met Zijn gaven bij Zijn kerk en gemeente, en bij een ieder bijzonder uitverkorene, die Hij van binnen en van buiten regeert en levend maakt. Zo blijkt wel uit 1 Korintiërs 6:19: "Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont", en ook uit 2 Korintiërs 13:13: "De gemeenschap des heiligen Geestes zij met u allen.”
  
 ==== 19. Welke dingen strijden tegen deze leer? ==== ==== 19. Welke dingen strijden tegen deze leer? ====
Regel 149: Regel 149:
   - Servetus, die verzon dat de Heilige Geest niet anders was dan een kracht van God, die in alle dingen is ingestort zodat zij bewogen en versterkt worden; wat de naturalisten de natuur noemen.   - Servetus, die verzon dat de Heilige Geest niet anders was dan een kracht van God, die in alle dingen is ingestort zodat zij bewogen en versterkt worden; wat de naturalisten de natuur noemen.
   - De nieuwere Griekse schrijvers, die het uitgaan van de Geest van de Zoon ontkenden.   - De nieuwere Griekse schrijvers, die het uitgaan van de Geest van de Zoon ontkenden.
-  - Campanus en sommige wederdopers, die geroepen hebben dat de Heilige Geest er pas geweest is na de verheerlijking van Christus. Hiertoe misbruikten zij het getuigenis van Johannes 7:39: "De Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.”Want het is duidelijk dat de evangelist hier niet spreekt van de Persoon van de Geest, maar van Zijn wonderlijke gaven, die op de Pinksterdag op de apostelen zijn uitgestort, zoals daarvan ook sprake is in de uitspraak van de discipelen van Johannes in Handelingen 19:2: “Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een heilige Geest is.”+  - Campanus en sommige wederdopers, die geroepen hebben dat de Heilige Geest er pas geweest is na de verheerlijking van Christus. Hiertoe misbruikten zij het getuigenis van Johannes 7:39: "De Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.” Want het is duidelijk dat de evangelist hier niet spreekt van de Persoon van de Geest, maar van Zijn wonderlijke gaven, die op de Pinksterdag op de apostelen zijn uitgestort, zoals daarvan ook sprake is in de uitspraak van de discipelen van Johannes in Handelingen 19:2: “Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een heilige Geest is.”
   - Zij die loochenen dat Hij door één en hetzelfde geloof en door één en dezelfde aanroeping mét de Vader en de Zoon moet worden aangebeden.   - Zij die loochenen dat Hij door één en hetzelfde geloof en door één en dezelfde aanroeping mét de Vader en de Zoon moet worden aangebeden.
  
  


Paginahulpmiddelen