Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


Zijbalk

institutie:13

Dit is een oude revisie van het document!


13. De echtscheiding en verlating

Wat betekenen de woorden repudium (verlating) en divortium (echtscheiding)?

Repudium wordt gebruikt voor het weigeren van een beschamende zaak (rem pudendam). Divortium komt van divertendo (verhuizen). Want door echtscheiding verhuizen de getrouwden en gaan zij in verschillende (diversas) wijken wonen. Of, zoals sommigen het verstaan: a diversitate mentis, verschil van inzicht, zin en wil, wat de oorzaak is van echtscheiding. Men verschilt daarbij immers van wil en heeft een ander inzicht dan toen men trouwde. De Hebreeën noemen het keritut (afsnijding). De Grieken noemen het apopempomai en apostasion, Matteüs 5:3131 Er is ook gezegd: Al wie zijn vrouw wegzendt, moet haar een scheidbrief geven., alsof je zegt: ver van elkaar en afstand en ook apolusin, dat is ontbinding. Waarvan in Matteus 19:88 Hij zeide tot hen: Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest. staat: apolaiten gunaika, zijn vrouw verlaten, ontbinden. En biblion apostasion, scheidbrief of losbrief genoemd, ten aanzien van de man, die van zijn vrouw scheidt. Want het was de vrouw niet geoorloofd van haar man te scheiden of de man een scheidbrief te geven1), maar de man scheidde van zijn vrouw.

2. Is er onderscheid tussen Repudium en Divortium, Verlating en Echtscheiding?

In de Schrift niet zonder meer. Modestinus zegt evenwel dat verlating plaatsvindt tussen ondertrouwden, en echtscheiding tussen getrouwden. Dit onderscheid zullen wij handhaven. Daarom zullen we eerst spreken over de verlating, dat wil zeggen: over de verbreking van beloften en ondertrouw.

3. Als het huwelijk door onderlinge bewilliging gesloten wordt, mag het dan ook niet door bewilliging gebroken worden?

Nee, want het huwelijk wordt niet alleen door menselijke bewilliging, zoals andere handelingen in het menselijk verkeer, maar vooral ook door goddelijke autoriteit tot stand gebracht, zodat hiervan geldt: "Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet" (Matteüs 19:66 Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.).

4. In welke gevallen mag dan verlating plaatshebben of de ondertrouw ontbonden worden?

Over het algemeen wordt gesproken van zeven gevallen:

  1. Als een persoon na de ondertrouw in kwaad gerucht komt vanwege een zonde.
  2. Als er een een of ander zwaar gebrek aan het lichaam of aan het gemoed voorkomt, die het gebruik van het huwelijk gruwelijk of schadelijk maakt, zoals lepra, de vallende ziekte, uitzinnigheid of ongeneeslijke verlamming. Het zou echter beter zijn door wetgeving te voorkomen dat mensen met zulke verschrikkelijke en ongeneselijke ziekten mogen huwen, aangezien blijkt dat ze van God tot de ongehuwde staat geroepen zijn en beroofd zijn van het vermogen om het huwelijk wettig te gebruiken. Want wie zou toch met een goed geweten het huwelijk kunnen volbrengen, als hij dat niet mag gebruiken, en zichzelf en andere burgers ermee verderft, of zelfs kinderen voorbrengt tot een voortdurende ellende en algemene schade en nadeel voor de maatschappij.
  3. Wanneer er sprake is van zogenaamde overspelige verwantschap; dat wil zeggen: als de bruidegom iemand van de bloed-vriendinnen van de bruid bekend heeft. Zelfs als de bruid hem niet wil verlaten, moet in zo'n geval toch de ondertrouw verbroken worden, en dat niet zonder zware straffen voor degene, die de trouw zo meinedig gebroken heeft.
  4. Bij het verkeerd en langdurig afwezig zijn van de bruidegom of de bruid. Dat is immers een verbreking van de belofte. Dit gebeurt na drie voorgaande openbare afkondigingen in de kerkelijke vergadering. Wie echter tegen zijn wil wegblijft, mag niet als een verlater beschouwd worden.
  5. Bij schandelijke ketterij of afval van de ware religie en godsdienst.
  6. Wanneer er sprake is een dusdanige verstoring van de verstandhouding tussen bruidegom en bruid, dat ze op geen enkele manier verzoend kunnen worden, mits de vleselijke band er nog niet geweest is. Opdat niet iets schandelijks en kwaads volgt uit een gedwongen huwelijk. Waarbij degenen die schuld hebben vanwege hun lichtvaardigheid en niet gehouden trouw, gestraft moeten worden.
  7. Bij beschadiging, schending of beroving van enig lid, waardoor de persoon lelijk en schandelijk wordt gemaakt. Onder dit voorbehoud, dat de gemeenschap er niet tussengekomen is.
  8. Bij overspel, wat de beloften en de band van het huwelijk geheel en al verbreekt.
  9. Bij ondertrouw die gesloten is tussen onvolwassen personen of anderen zonder autoriteit, wil en toezegging van de ouders of verzorgers. Ook bij verwisseling van persoon (zoals Lea door Rachel aan Jakob opgedrongen werd). Of ook als een dienstmeisje of slaaf als was het een vrije persoon iemand opgedrongen wordt, of door geweld of vrees of alleen onder bepaalde voorwaarde. In dergelijke gevallen mag de ondertrouw afgesneden worden, tenzij men bij nader inzien ervan verzekerd is dat de band vrijwillig of met vrijwillige eenstemmigheid is aangegaan.

5. Op hoeveel manieren wordt een bestaand huwelijk verbroken?

Op twee manieren:

  1. Als een huwelijk van zichzelf en met recht geen huwelijk is, voor geen huwelijk gehouden wordt of door het recht verklaard wordt geen huwelijk te zijn.
  2. Als een huwelijk dat vast en bevestigd was, om wettige redenen verbroken wordt.

6. Om welke redenen wordt het huwelijk, van rechtswege, verklaard geen huwelijk te zijn?

  1. Als er gebrek of zonde is in het huwelijkscontract.
  2. Als er gebrek of zonde is in de personen die het huwelijk aangaan.

7. Wanneer is er gebrek in de bewilliging of het sluiten van het huwelijk?

Als het contract, de overeenkomst, of de bewilliging schandelijk en ongeoorloofd of onrechtvaardig is.

Wanneer is de bewilliging schandelijk?

  1. Als deze strijdig is met de wet van God en de natuur en een huwelijk gesloten wordt in de graden die door God verboden zijn. En daarom is zo'n huwelijk schandelijk en schofterig en van rechtswege geen huwelijk.
  2. Het huwelijk is ongeoorloofd als het strijdig is tegen het verbod van de vrome overheden, die huwelijken in bepaalde graden verbieden ten behoeve van het maatschappelijk welzijn.

Dit onderscheid moet wel gemaakt worden, dat onbehoorlijke verhoudingen in graden welke God verboden heeft, door geen menselijke bepaling verleend, door geen kerkelijke zegening en door geen vleselijke band mogen of behoren bevestigd te worden. Maar de verhoudingen in graden, die door de overheid verboden zijn, mogen toegelaten worden, door rekkelijkheid, als de nood en de gelegenheid dat vereist.

8. Welke verhoudingen zijn onrechtvaardig?

Die voltrokken worden tegen de bewilliging, autoriteit, macht en opzicht van de ouders die goed en recht oordelen over de kinderen die gesteld zijn onder de macht van de ouders. Deze verhoudingen die de ouders zeker niet bondig willen laten zijn, behoren ook niet bondig verklaard te worden, zoals Christus zegt in Matteüs 19:66 Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.: "Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet." Wat de mens echter samenvoegt tegen en buiten Gods woord, dat wil God juist wel gescheiden hebben.

9. Door welk persoonlijk gebrek kan het huwelijk van rechtswege ongeldig worden?

  1. Als iemand zich als maagd uitgeeft, met zekere getuigenissen, zwanger blijkt te zijn of uit de tijd van het baren blijkt geschonden te zijn. Want zodanige moet naar de wet van God als een overspeelster gestenigd worden. In dit verband menen de deskundigen in het kerkrecht, dat de hoererij die na de sluiting van het huwelijk plaatsvindt, het gesloten huwelijk hindert, maar niet die daarvóór heeft plaatsgehad.
  2. Wanneer iemand van de gehuwden door natuurlijk onvermogen tot het huwelijk onbekwaam is, of als de een of de ander het gebrek van het lichaam, namelijk een ongeneeslijke ziekte, die onbekend was, vanaf het begin van het huwelijk verborgen gehouden heeft. Evenals wanneer iemand zich uitgeeft voor een man maar eigenlijk besneden is of een eunuch. Daarbij maakt het niet uit of dit het geval is vanaf de geboorte, of door een ongeluk of door een besnijdenis, want wat aan hem ontbreekt onthoudt hem van het huwelijk, omdat hij geen man is. Zodanige huwelijken zijn van rechtswege geen huwelijken, omdat er geen wettige bewilliging is als de een bedriegt en de ander dwaalt, volgens de algemene regel dat de wil van degene die dwaalt niet geldig is. En als in een overeenkomst die te goeder trouw gesloten is, bedrog komt, dan is die niet rechtsgeldig. Aangezien God bedriegerij, halfheid en dwaling laakt, mogen we niet zeggen dat Hij een Auteur en oorzaak is van zulke huwelijken.


Paginahulpmiddelen