Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:14 [12-05-2020 om 17.08 uur] – ds. H.J. van Abbema | institutie:14 [29-08-2024 om 17.36 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== Het bestuur van de wereld of de voorzienigheid van God ====== |
==== 1. Is God niet gescheiden van de schepping van alle dingen, zoals een timmerman gescheiden is van het huis dat hij gemaakt heeft? ==== | ==== 1. Is God niet gescheiden van de schepping van alle dingen, zoals een timmerman gescheiden is van het huis dat hij gemaakt heeft? ==== | ||
- | Nee, maar voortdurend tegenwoordig zijnde, stuurt en regeert Hij alle dingen die Hij geschapen heeft, Johannes 5:17: “Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook.” En Wijsheid 1:7: “De Geest des Heeren vervult de aarde.” De wereld zou ook niet een ogenblik kunnen bestaan als God hem niet stuurde. | + | Nee, maar voortdurend tegenwoordig zijnde, stuurt en regeert Hij alle dingen die Hij geschapen heeft, Johannes 5:17: “Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook.” En Wijsheid 1 : 7: “De Geest des Heeren vervult de aarde.” De wereld zou ook niet een ogenblik kunnen bestaan als God hem niet stuurde. |
==== 2. Hoe wordt de besturing van de wereld genoemd? ==== | ==== 2. Hoe wordt de besturing van de wereld genoemd? ==== | ||
- | In de regel Gods // | + | In de regel Gods // |
Het wordt ook genoemd // | Het wordt ook genoemd // | ||
+ | |||
==== 3. Hoeveel delen heeft de voorzienigheid Gods? ==== | ==== 3. Hoeveel delen heeft de voorzienigheid Gods? ==== | ||
Regel 22: | Regel 23: | ||
Vrij, aangezien God een zeer vrij-werkende oorzaak is, die door niemand tot deze bediening van alle dingen, gedrongen wordt. | Vrij, aangezien God een zeer vrij-werkende oorzaak is, die door niemand tot deze bediening van alle dingen, gedrongen wordt. | ||
- | Machtig, aangezien Hij Zich niet pijnigt in het volbrengen van zijn wil, maar Hij volbrengt en doet al wat Hij wil zonder moeite en moe te worden en zijn daad kan ook door geen kracht verhinderd noch door enige wet overwonnen worden. Wijsheid 8:1: “Machtig reikt zij van het ene einde tot het andere en op voortreffelijke wijze bestuurt zij alles.” | + | Machtig, aangezien Hij Zich niet pijnigt in het volbrengen van zijn wil, maar Hij volbrengt en doet al wat Hij wil zonder moeite en moe te worden en zijn daad kan ook door geen kracht verhinderd noch door enige wet overwonnen worden. Wijsheid 8 : 1: “Machtig reikt zij van het ene einde tot het andere en op voortreffelijke wijze bestuurt zij alles.” |
Goed, aangezien Hij altijd goed handelt, ook dan, wanneer de werktuigen zondigen. | Goed, aangezien Hij altijd goed handelt, ook dan, wanneer de werktuigen zondigen. | ||
Regel 44: | Regel 45: | ||
Breng eens enkele getuigenissen naar voren van deze bijzondere voorzienigheid over alle schepselen? | Breng eens enkele getuigenissen naar voren van deze bijzondere voorzienigheid over alle schepselen? | ||
- | Psalm 147:8: "Hem, die de hemel met wolken bedekt, die voor de aarde regen bereidt, die op de bergen gras doet uitspruiten", | + | Psalm 147:8: "Hem, die de hemel met wolken bedekt, die voor de aarde regen bereidt, die op de bergen gras doet uitspruiten", |
==== 8. Sluit Paulus de ossen niet uit van Gods voorzienigheid als hij in 1 Korintiers 9:6 zegt: " | ==== 8. Sluit Paulus de ossen niet uit van Gods voorzienigheid als hij in 1 Korintiers 9:6 zegt: " | ||
Regel 56: | Regel 57: | ||
==== 10. Het is zonder twijfel dat alle daden van de vromen in het bijzonder door God gestuurd en geleid worden, maar werkt God ook in de harten van de goddelozen (zoals Augustinus spreekt in De Gratia & Lib. Arbitrio, cap. 21) en stuurt Hij hun werken door zijn voorzienigheid? | ==== 10. Het is zonder twijfel dat alle daden van de vromen in het bijzonder door God gestuurd en geleid worden, maar werkt God ook in de harten van de goddelozen (zoals Augustinus spreekt in De Gratia & Lib. Arbitrio, cap. 21) en stuurt Hij hun werken door zijn voorzienigheid? | ||
- | Wie de Heilige Schrift toestemt, die kan dit op geen enkele wijze ontkennen, dat niets kan gebeuren, tenzij Hij dat zelf besloten heeft. Want de Heere zegt in Exodus 4:21 en 7:3 en 9:12 en 10:1: "Ik zal zijn (Farao' | + | Wie de Heilige Schrift toestemt, die kan dit op geen enkele wijze ontkennen, dat niets kan gebeuren, tenzij Hij dat zelf besloten heeft. Want de Heere zegt in Exodus 4:21 en 7:3 en 9:12 en 10:1: "Ik zal zijn (Farao' |
==== 11. Maar wordt Hij hierdoor niet een Auteur of oorzaak van het kwaad gemaakt? ==== | ==== 11. Maar wordt Hij hierdoor niet een Auteur of oorzaak van het kwaad gemaakt? ==== | ||
Regel 64: | Regel 65: | ||
==== 12. Maar is het niet zo dat auteurs van een misdaad hierdoor ten minste verontschuldigd worden? ==== | ==== 12. Maar is het niet zo dat auteurs van een misdaad hierdoor ten minste verontschuldigd worden? ==== | ||
- | Nee. 1. Want zij worden door hun eigen geweten overtuigd. En de daden van God en van de bozen verschillen in voornemen, dat is, in het doel waar Hij en zij eigenlijk op gericht zijn. Wat zij doen, doen zij niet voor God, maar voor hun eigen begeerten ((*Jesaja 10:5,6,7)). En zij zijn werktuigen van Gods voorzienigheid, | + | Nee. |
- | + | - Want zij worden door hun eigen geweten overtuigd. En de daden van God en van de bozen verschillen in voornemen, dat is, in het doel waar Hij en zij eigenlijk op gericht zijn. Wat zij doen, doen zij niet voor God, maar voor hun eigen begeerten.((*Jesaja 10:5-7)) En zij zijn werktuigen van Gods voorzienigheid, | |
- | 2. In een en hetzelfde werk van de goddelozen moet men de eigenlijke daad van God, die goed en rechtvaardig is, van het gebrek en de zonde van de goddelozen onderscheiden. Want dat de kwaden zondigen, is uit henzelf, maar dat zij door de zonde dit of dat doen, is uit de kracht van God, het is wel onduidelijk te onderscheiden (inzoverre het te zien is), zoals Augustinus terecht geschreven heeft: En zo wordt in een en hetzelfde werk God rechtvaardig en de mens schuldig bevonden (ook zegt hij) omdat zij in een zaak, die zij verricht hebben, er niet een oorzaak is, waarom zij het verricht hebben. Wat de geleerden verklaren door een vergelijk van een beul, die een misdadiger ombrengt op bevel van de overheid, wat rechtvaardig is, maar, ook door zijn verkeerde begeerte. En van iemand die rijdt op een hinkend paard, die zelf niet met het paard hinkt noch er de oorzaak van is dat het paard hinkt. Ook van de ziel die het lichaam beweegt in een ziek en mank lichaam, en van een moordenaar die iemand vermoordt die God door zijn rechtvaardig oordeel wil gedood hebben. Hier moet men deze regel onthouden: als er veel oorzaken zijn voor eenzelfde werk, enigen goed, anderen kwaad, zo is het werk goed ten aanzien van de goede oorzaken en kwaad ten aanzien van de kwade oorzaken. | + | |
==== 13. Zou het niet beter zijn dat men deze dingen rekent tot het voorweten van God, waardoor Hij alle dingen, voordat ze gebeuren, van te voren weet, maar ze niet beschikt? ==== | ==== 13. Zou het niet beter zijn dat men deze dingen rekent tot het voorweten van God, waardoor Hij alle dingen, voordat ze gebeuren, van te voren weet, maar ze niet beschikt? ==== | ||
- | Nee. Want nadat de Schrift zegt dat God verblindt, verhardt ((*Jesaja 6:9,10 *Johannes 12:40)) verzoekt ((*Deuteronomium 8:2 *Deuteronomium 13:3)) overgeeft in een verkeerde zin ((*Romeinen 1:28)) zo betekent dat iets meer dan slechts voorwetenschap of een blote lege toelating, maar toch zeker een krachtige werking die God - hoewel niet zelf de verstoktheid werkende - als rechtvaardig Rechter te weeg brengt op twee manieren: | + | Nee. Want nadat de Schrift zegt dat God verblindt, verhardt,((*Jesaja 6:9,10 *Johannes 12:40)) verzoekt,((*Deuteronomium 8:2 *Deuteronomium 13:3)) overgeeft in een verkeerde zin,((*Romeinen 1:28)) zo betekent dat iets meer dan slechts voorwetenschap of een blote lege toelating, maar toch zeker een krachtige werking die God - hoewel niet zelf de verstoktheid werkende - als rechtvaardig Rechter te weeg brengt op twee manieren: |
1. Hen die reeds corrupt zijn hoe langer hoe meer verlatend. Hen zijn genade ontnemend en berovend. Ofwel dat zij zijn Geest weigeren, of ook dat Hij die van de mensen wegneemt en hen in hun boosheid verlaat. | 1. Hen die reeds corrupt zijn hoe langer hoe meer verlatend. Hen zijn genade ontnemend en berovend. Ofwel dat zij zijn Geest weigeren, of ook dat Hij die van de mensen wegneemt en hen in hun boosheid verlaat. | ||
- | 2. De goddelozen rechtvaardig de satan, die een dienaar is van zijn toorn, en hen aan de begeerlijkheden van hun harten overgevend ((*Jesaja 19:14 *Romeinen 1:24-26)). | + | 2. De goddelozen rechtvaardig de satan, die een dienaar is van zijn toorn, en hen aan de begeerlijkheden van hun harten overgevend.((*Jesaja 19:14 *Romeinen 1:24-26)) |
- | ==== 14. Is God niet een God die geen lust heeft aan goddeloosheid? | + | ==== 14. Is God niet een God die geen lust heeft aan goddeloosheid? |
- | Als u het simpel neemt, dat God in geen geval hetzelfde wil, zo betuigt de Schrift iets anders, want men leest van Herodes en Pilatus in Handelingen 4 vers 28 dat ze gedaan hebben wat de raad en hand des Heeren besloten had dat geschieden zou. Ook stoot het Gods almacht om als iets geheel tegen zijn wil gebeurt. Dus is een goede uitleg nodig. God wil het niet met zijn wil goedkeuren, noch met zijn geopenbaarde noch met de tekenen, aangezien Hij dit veroordeelt, | + | Als u het simpel neemt, dat God in geen geval hetzelfde wil, zo betuigt de Schrift iets anders, want men leest van Herodes en Pilatus in Handelingen 4 vers 28 dat ze gedaan hebben wat de raad en hand des Heeren besloten had dat geschieden zou. Ook stoot het Gods almacht om als iets geheel tegen zijn wil gebeurt. Dus is een goede uitleg nodig. God wil het niet met zijn wil goedkeuren, noch met zijn geopenbaarde noch met de tekenen, aangezien Hij dit veroordeelt, |
==== 15. Worden in God dan twee tegenstrijdende willen gesteld, als wordt gezegd dat Hij door zijn verborgen raad besluit en regeert wat Hij echter openlijk door zijn wet verbiedt? ==== | ==== 15. Worden in God dan twee tegenstrijdende willen gesteld, als wordt gezegd dat Hij door zijn verborgen raad besluit en regeert wat Hij echter openlijk door zijn wet verbiedt? ==== | ||
- | Geenszins. Maar omdat de wil van God een is en eenvoudig, zo schijnt ze ons toch veelvoudig te zijn, want wij kunnen vanwege de zwakheid van ons verstand niet begrijpen hoe God eenzelfde zaak, niet op dezelfde wijze en tot hetzelfde doel (want dan zou Hij zichzelf tegenspreken) maar op onderscheiden wijze wil en niet wil dat het gebeurt, want zijn wijsheid is veelkeurig, | + | Geenszins. Maar omdat de wil van God een is en eenvoudig, zo schijnt ze ons toch veelvoudig te zijn, want wij kunnen vanwege de zwakheid van ons verstand niet begrijpen hoe God eenzelfde zaak, niet op dezelfde wijze en tot hetzelfde doel (want dan zou Hij zichzelf tegenspreken) maar op onderscheiden wijze wil en niet wil dat het gebeurt, want zijn wijsheid is veelkeurig, |
==== 16. Gebeuren dan alle dingen zo noodzakelijk door de voorzienigheid van God, dat alle toevalligheid weggenomen wordt? ==== | ==== 16. Gebeuren dan alle dingen zo noodzakelijk door de voorzienigheid van God, dat alle toevalligheid weggenomen wordt? ==== | ||
- Als men let op de natuur van de tweede oorzaken, dan wordt de toeval en de onveranderlijkheid van de doeleinden terecht toegestemd. Want iets dat bij toeval geschiedt, is datgene, dat als het geschiedt, een oorzaak heeft, welke uit haar natuur iets anders zou uitwerken. Maar ten aanzien van de eerste oorzaak, zijn de dingen die bij geval gebeuren, ook noodzakelijk, | - Als men let op de natuur van de tweede oorzaken, dan wordt de toeval en de onveranderlijkheid van de doeleinden terecht toegestemd. Want iets dat bij toeval geschiedt, is datgene, dat als het geschiedt, een oorzaak heeft, welke uit haar natuur iets anders zou uitwerken. Maar ten aanzien van de eerste oorzaak, zijn de dingen die bij geval gebeuren, ook noodzakelijk, | ||
- Iets anders is onfeilbare noodzakelijke gebeurtenissen, | - Iets anders is onfeilbare noodzakelijke gebeurtenissen, | ||
- | - Een ander is de volkomen absolute noodzaklijkheid, | + | - Een ander is de volkomen absolute noodzaklijkheid, |
Men moet dus letten op de regel die in de scholen in gebruik is.Als de toekomende dingen herleid worden tot de eerste oorzaak en Gods voorwetenschap, | Men moet dus letten op de regel die in de scholen in gebruik is.Als de toekomende dingen herleid worden tot de eerste oorzaak en Gods voorwetenschap, | ||
Regel 101: | Regel 103: | ||
==== 19. Maar wordt de vrijheid van de wil niet weggenomen door de onveranderlijke voorzienigheid en regering van God over alle dingen? ==== | ==== 19. Maar wordt de vrijheid van de wil niet weggenomen door de onveranderlijke voorzienigheid en regering van God over alle dingen? ==== | ||
- | Zeker niet, want God regeert en bestuurt de menselijke wil overeenkomst haar eigen natuur. De natuur en de wil van de mens is zodanig, dat alles wat ze wil, hetzij goed of kwaad, vrijwillig en van zichzelf wil en niet gedwongen of onvrijwillig, | + | Zeker niet, want God regeert en bestuurt de menselijke wil overeenkomst haar eigen natuur. De natuur en de wil van de mens is zodanig, dat alles wat ze wil, hetzij goed of kwaad, vrijwillig en van zichzelf wil en niet gedwongen of onvrijwillig, |
- | ==== 20. Lijken Schriftplaatsen niet te strijden tegen de voorzienigheid van God, als er gezegd wordt dat het God berouwde (Gen. 6:6 en 1 Sam. 15:11) en gelet op sommige tenietdoeningen van zijn besluit, die verhaald worden (Jona 3:4,10 en Jes. 38:1,5)? ==== | + | ==== 20. Lijken Schriftplaatsen niet te strijden tegen de voorzienigheid van God, als er gezegd wordt dat het God berouwde (Genesis |
- | Nee. Want de Schrift beschrijft God daar (zoals ook gezegd wordt dat Hij toornt) naar ons bevattingsvermogen, | + | Nee. Want de Schrift beschrijft God daar (zoals ook gezegd wordt dat Hij toornt) naar ons bevattingsvermogen, |
==== 21. Is het niet onbetamelijk voor de hoge Majesteit Gods Zich te vernederen om ook deze allerlaagste dingen te verzorgen? ==== | ==== 21. Is het niet onbetamelijk voor de hoge Majesteit Gods Zich te vernederen om ook deze allerlaagste dingen te verzorgen? ==== | ||
Regel 113: | Regel 115: | ||
==== 22. Wat is de particuliere voorzienigheid? | ==== 22. Wat is de particuliere voorzienigheid? | ||
- | Die voorzienigheid waardoor God in zijn gemeente door genade of de Heilige Geest leeft en regeert, de vromen stuurt en koestert in haar werkt het willen en het volbrengen, doet ze in zijn geboden wandelen ((*Ezechiel | + | Die voorzienigheid waardoor God in zijn gemeente door genade of de Heilige Geest leeft en regeert, de vromen stuurt en koestert in haar werkt het willen en het volbrengen, doet ze in zijn geboden wandelen,((*Ezechiël |
Geef hiervan enkele getuigenissen. | Geef hiervan enkele getuigenissen. | ||
- | Psalm 1:6 "De HERE kent de weg der rechtvaardigen", | + | Psalm 1:6 "De HERE kent de weg der rechtvaardigen", |
==== 23. Regeert God alle dingen door Zichzelf alleen, zonder middelen, of door middelen en tweede oorzaken? ==== | ==== 23. Regeert God alle dingen door Zichzelf alleen, zonder middelen, of door middelen en tweede oorzaken? ==== | ||
- | Geen van beide zonder meer. Maar gedeeltelijk door Zichzelf alleen, zonder middelen, ja vaak ook tegen of ondanks de normale gewone middelen, regeert Hij veel dingen. Zo heeft Hij zonder middel Mozes veertig dagen op de berg onderhouden ((*Exodus 34:28)) en de profeet Elia ((*1 Koningen 19:8)). Tegen de middelen en natuurlijke oorzaken heeft Hij de Rode Ze gedeeld ((*Exodus 14:16)) evenals door zijn kracht de wateren van de Jordaan zijn blijven staan ((*Jozua 3:16)) en in beide zijden gedeeld zijn ((*2 Koningen 2:8)). De zon heeft doen teruggaan ((*2 Koningen 20:11)) de kracht van het vuur belet in de Babylonische oven, zodat het de jongeren niet verbrandde ((*Daniel | + | Geen van beide zonder meer. Maar gedeeltelijk door Zichzelf alleen, zonder middelen, ja vaak ook tegen of ondanks de normale gewone middelen, regeert Hij veel dingen. Zo heeft Hij zonder middel Mozes veertig dagen op de berg onderhouden,((*Exodus 34:28)) en de profeet Elia ((*1 Koningen 19:8)). Tegen de middelen en natuurlijke oorzaken heeft Hij de Rode Zee gedeeld,((*Exodus 14:16)) evenals door zijn kracht de wateren van de Jordaan zijn blijven staan,((*Jozua 3:16)) en in beide zijden gedeeld zijn,((*2 Koningen 2:8)) de zon heeft doen teruggaan,((*2 Koningen 20:11)) de kracht van het vuur belet in de Babylonische oven, zodat het de jongeren niet verbrandde.((*Daniël |
- | Maar gedeeltelijk regeert Hij alle dingen door Zichzelf en met middelen of tweede oorzaken. Maar wel zo dat God altijd daarin tegenwoordig is en daarin zijn bijzondere kracht betoont en in het werk stelt overeenkomstig de spreuk van Deuteronomium 8:3: "dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des HEREN uitgaat." | + | Maar gedeeltelijk regeert Hij alle dingen door Zichzelf en met middelen of tweede oorzaken. Maar wel zo dat God altijd daarin tegenwoordig is en daarin zijn bijzondere kracht betoont en in het werk stelt overeenkomstig de spreuk van Deuteronomium 8:3: "dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des HEREN uitgaat." |
==== 24. Waarom gebruikt God gewoonlijk middelen of tweede oorzaken, aangezien Hij alle dingen door Zichzelf zonder middelen kan werken? ==== | ==== 24. Waarom gebruikt God gewoonlijk middelen of tweede oorzaken, aangezien Hij alle dingen door Zichzelf zonder middelen kan werken? ==== | ||
Regel 133: | Regel 135: | ||
3. Opdat wij de middelen, als van God geordineerd, | 3. Opdat wij de middelen, als van God geordineerd, | ||
- | 4. Opdat wij onder de dekmantel van Gods voorzienigheid de middelen of tweede oorzaken van God ingesteld niet verzuimen. Want wie verzuimd, verzuimd Gods ordinantie. Want God heeft niet alleen tot de doeleinden van de werken en daden besloten, maar ook haar middelen die onder de voorzienigheid gesteld worden, en elkaar volgen, zoals de zieken de medicijndrank en de hongerigen het brood. Zo heeft God David de overwinning belooft, maar wel indien hij vecht en hinderlagen legt ((*2 Samuel | + | 4. Opdat wij onder de dekmantel van Gods voorzienigheid de middelen of tweede oorzaken van God ingesteld niet verzuimen. Want wie verzuimd, verzuimd Gods ordinantie. Want God heeft niet alleen tot de doeleinden van de werken en daden besloten, maar ook haar middelen die onder de voorzienigheid gesteld worden, en elkaar volgen, zoals de zieken de medicijndrank en de hongerigen het brood. Zo heeft God David de overwinning belooft, maar wel indien hij vecht en hinderlagen legt.((*2 Samuël |
==== 25. Indien dan de Goddelijke bepaling onveranderlijk is en alles naar Gods raad en wil geschiedt, hebben dan onze overleggingen, | ==== 25. Indien dan de Goddelijke bepaling onveranderlijk is en alles naar Gods raad en wil geschiedt, hebben dan onze overleggingen, | ||
- | Het is zeker, dat tevergeefs middelen gebruikt worden tot bepaalde van God besloten uitkomsten, zonder dat God besloten heeft dat door die te doen of gezegd heeft dat Hij dat doen zal. Maar de middelen waarvan Hij Zelf besloten heeft daartoe te gebruiken, en waarvan Hij betoont in zijn Woord en de loop van de natuur die te willen gebruiken, en ons bevolen heeft die te gebruiken, dat die tevergeefs door ons gebruikt worden. Dat kan men niet zeggen zonder goddeloze verachting van Gods Woord en van de Goddelijke ordeningen. Want de eerste oorzaak gesteld zijnde, mag men zeker niet de tweede wegnemen of daartegen stellen. En God heeft de middelen (waardoor het Hem goed acht ons tot het einde te brengen) evenals de doeleinden geschapen en ons voorgeschreven te gebruiken, dat niet te doen is God verzoeken ((*Matteus | + | Het is zeker, dat tevergeefs middelen gebruikt worden tot bepaalde van God besloten uitkomsten, zonder dat God besloten heeft dat door die te doen of gezegd heeft dat Hij dat doen zal. Maar de middelen waarvan Hij Zelf besloten heeft daartoe te gebruiken, en waarvan Hij betoont in zijn Woord en de loop van de natuur die te willen gebruiken, en ons bevolen heeft die te gebruiken, dat die tevergeefs door ons gebruikt worden. Dat kan men niet zeggen zonder goddeloze verachting van Gods Woord en van de Goddelijke ordeningen. Want de eerste oorzaak gesteld zijnde, mag men zeker niet de tweede wegnemen of daartegen stellen. En God heeft de middelen (waardoor het Hem goed acht ons tot het einde te brengen) evenals de doeleinden geschapen en ons voorgeschreven te gebruiken, dat niet te doen is God verzoeken ((*Matteüs |
==== 26. Maar waarom gebruik Hij de middelen soms niet? ==== | ==== 26. Maar waarom gebruik Hij de middelen soms niet? ==== | ||
Regel 149: | Regel 151: | ||
2. Dat wij ons vertrouwen op Hem, als onze Vader werpen, die ons van alles voorziet, en de spreuk gebruiken: "God zal erin voorzien" | 2. Dat wij ons vertrouwen op Hem, als onze Vader werpen, die ons van alles voorziet, en de spreuk gebruiken: "God zal erin voorzien" | ||
- | 3. Dat wij in tegenspoed onze ogen niet op de tweede oorzaken, maar op God, de eerste oorzaak van alle dingen slaan, overeenkomstig het voorbeeld van Job ((*Job 1:21, *Job 2:10)). Onze zonden bekennen en ons verbeteren, en opdat wij ook lijdzaam zijn, wetende dat God ons tegenspoed toestuurt, niet om ons te verderven, maar tot ons bestwil ((*Genesis 45:5, *Genesis 50:20, *Amos 3:6, *Romeinen 8:27)). In voorspoed dankbaar zijnde God danken, loven en prijzen, als de Auteur van alle dingen, aangezien het zeker is, dat God de harten en de werken van de mensen daartoe neigt, dat ze ons het goede toewensen en wel doen ((*Genesis 41:24, *Genesis 32:6, *Genesis 33:4, *Exodus 3:21. En dat Hij de dingen die geen leven hebben, zulke kracht geeft, dat zo ons nuttig en voordelig zijn ((*Lukas 12:15)). | + | 3. Dat wij in tegenspoed onze ogen niet op de tweede oorzaken, maar op God, de eerste oorzaak van alle dingen slaan, overeenkomstig het voorbeeld van Job ((*Job 1:21 *Job 2:10)). Onze zonden bekennen en ons verbeteren, en opdat wij ook lijdzaam zijn, wetende dat God ons tegenspoed toestuurt, niet om ons te verderven, maar tot ons bestwil ((*Genesis 45:5 *Genesis 50:20 *Amos 3:6 *Romeinen 8:27)). In voorspoed dankbaar zijnde God danken, loven en prijzen, als de Auteur van alle dingen, aangezien het zeker is, dat God de harten en de werken van de mensen daartoe neigt, dat ze ons het goede toewensen en wel doen.((*Genesis 41:24 *Genesis 32:6 *Genesis 33:4 *Exodus 3:21)) En dat Hij de dingen die geen leven hebben, zulke kracht geeft, dat zo ons nuttig en voordelig zijn.((*Lucas 12:15)) |
4. Dat wij God vrezen en ontzien, in wiens hand alle schepselen zijn en die ze alle samen tegen ons kan wapenen. | 4. Dat wij God vrezen en ontzien, in wiens hand alle schepselen zijn en die ze alle samen tegen ons kan wapenen. | ||
- | 5. Dat onze harten met liefde tot God ontstoken worden, die een bijzonder zorg voor ons draagt ((*Psalm 55:23, *1 Petrus 5:7)). | + | 5. Dat onze harten met liefde tot God ontstoken worden, die een bijzonder zorg voor ons draagt.((*Psalm 55:23 *1 Petrus 5:7)) |
6. Dat wij onderlinge liefde tot elkaar dragen, aangezien wij allen tezamen in een en hetzelfde huisgezin van de Vader zijn en zo aan de anderen verbonden en dat de een de hulp van de ander van node is. | 6. Dat wij onderlinge liefde tot elkaar dragen, aangezien wij allen tezamen in een en hetzelfde huisgezin van de Vader zijn en zo aan de anderen verbonden en dat de een de hulp van de ander van node is. | ||
- | 7. Dat wij de middelen niet verzuimen die God verordineerd heeft, als ze ter beschikking staan, noch ze voor iets anders gebruiken of ons vertrouwen daarin stelen ((*2 Kronieken 16:12)). En als de middelen ontbreken, Hem evenwel vertrouwen, die alles door het woord vermag ((*Matteus | + | 7. Dat wij de middelen niet verzuimen die God verordineerd heeft, als ze ter beschikking staan, noch ze voor iets anders gebruiken of ons vertrouwen daarin stelen.((*2 Kronieken 16:12)) En als de middelen ontbreken, Hem evenwel vertrouwen, die alles door het woord vermag.((*Matteüs |
8. Dat wij naar Gods voorbeeld, die nimmer stopt met het regeren van de wereld, ons waardig op ons beroep en ambt toeleggen. | 8. Dat wij naar Gods voorbeeld, die nimmer stopt met het regeren van de wereld, ons waardig op ons beroep en ambt toeleggen. | ||
Regel 175: | Regel 177: | ||
6. De dwaling van de Epicureeen en vrijwel alle heidenen, die gedacht hebben dat lot en toeval over de wereld heersen en over de mensen gesteld waren. En alle dingen, op en neer, als toevallig willen beschouwen en door toeval de werking van iets dat werkt op iets dat lijdt, effect wordt geproduceerd, | 6. De dwaling van de Epicureeen en vrijwel alle heidenen, die gedacht hebben dat lot en toeval over de wereld heersen en over de mensen gesteld waren. En alle dingen, op en neer, als toevallig willen beschouwen en door toeval de werking van iets dat werkt op iets dat lijdt, effect wordt geproduceerd, | ||
- | 7. De goddeloze dwaling van hen die lui en wellustig zijn en zodanig van God dromen, die niet zorgen voor hun eigen noch voor andermans zaken en het eeuwig gelukzalig na dit verdrietig leven voor een fabel houden. | + | 7. De goddeloze dwaling van hen die lui en wellustig zijn en zodanig van God dromen, die niet zorgen voor hun eigen noch voor andermans zaken en het eeuwig gelukzalig |
- | + |