De begane zonde is vrucht van de erfzonde. Hiervan is sprake als Gods wet metterdaad overtreden wordt. Dat gebeurt bij alle gedachten, woorden, daden en nalatigheden die tegen Gods wil strijden. Daardoor staat de mens steeds weer opnieuw schuldig tegenover de toorn van God en de eeuwige dood. Van deze zonde spreekt Jakobus in zijn brief, hoofdstuk 1:1515 Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.: “Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.” In deze tekst vat de apostel de begeerte op als de wortel van het kwaad, dat is de erfzonde; de begane zonde is de zonde met de daad, waaronder hij de vrucht van de erfzonde verstaat.
Op twee manieren, namelijk:
Op twee manieren.
Uit de brief aan de Romeinen, hoofdstuk 6:1212 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen.: “Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen.” En ook 6:1414 Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.: “Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.” In 1 Johannes 3:66 Een ieder, die in Hem blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. lezen we: “Een ieder die in Hem blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend.” In ditzelfde hoofdstuk staat in vers 99 Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.: “Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem.” Toch wordt in deze zelfde brief in hoofdstuk 1:88 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet. gezegd: “Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet.”
Deze, dat er zonden zijn die dodelijk oftewel onvergeeflijk zijn, en lichtere, te vergeven zonden.
Zij zeggen dat de onvergeeflijke zonden de overheersende werken van het vlees zijn, maar de lichtere, te vergeven zonden omschrijven zij als begeerten van het vlees zonder dat dit vooraf bedacht is en die ook niet lang in het hart blijven. Bovendien erkennen zij de erfzonde nauwelijks als zonde; ze zeggen daarvan dat die door de kleine hoeveelheid water die op hen is gesprengd is, afgewassen is.
Dat mag zomaar niet, want:
Ze zijn daarin gelijk dat de geringste zonde duizendmaal de eeuwige dood verdient. Dat lezen we in Galaten 3:1010 Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.: “Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.” En in Romeinen 6:2323 Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here. staat: “Het loon, dat de zonde geeft, is de dood.” Als we echter de ene zonde met de andere vergelijken, is de ene groter en zwaarder dan de andere, naarmate ze meer of minder afwijken van Gods instellingen en al naar gelang op wie of wat ze gericht zijn. De zonde waardoor men bijvoorbeeld onmiddellijk tegen God zondigt, is zwaarder dan die tegen mensen. En de zonde waardoor men tegen zijn ouders ingaat, is ook zwaarder dan die tegen anderen. Maar als men door de honger gedreven iets steelt, zondigt hij minder dan wie die in zijn vuile lusten de vrouw van zijn naaste schendt.7)
De zonden verschillen ook in zwaarte als het bijvoorbeeld gaat over boos worden of het begeren van een andere vrouw. Het is echter een zwaardere zonde als men dan iemand doodslaat of overspel doet.8) Zonden zijn ook verschillend door een diversiteit in omstandigheden en oorzaken.9) Het is zelfs zo dat de wet zelf onderscheid maakt tussen datgene wat op het terrein van de eerste tafel of de tweede tafel gedaan wordt. De Here Jezus zei bijvoorbeeld tegen Pilatus: “Daarom heeft hij, die Mij aan u heeft overgeleverd, groter zonde” (Johannes 19:1111 Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht tegen Mij hebben, indien het u niet van boven gegeven ware: daarom heeft hij, die Mij aan u heeft overgeleverd, groter zonde.). Daarom worden de zonden ook niet in dezelfde mate bestraft.
Dat geldt niet ten aanzien van het karakter van de zonde zelf, maar wel voor wat betreft de personen die zondigen. Dan gaat het erover of zij geloven of niet geloven. Al degenen die niet geloven, begaan een dodelijke zonde, die hen schuldig stelt tot de eeuwige dood. Dat geldt dus voor al de zonden van de mensen, totdat ze de vergeving daarvan door het geloof aannemen.
Voor de zonden die vergeven kunnen worden, geldt niet dat de vergeving daarvoor [door henzelf] verdiend wordt. Nee, deze vergeving wordt degenen die geloven uit genade om Christus’ wil geschonken, en de straf wordt hun kwijtgescholden. Dat geldt voor alle zonden van hen die van harte geloven. De zonde die vanwege haar karakter van zichzelf dodelijk is, wordt in de gelovige uit genade en door Gods barmhartigheid een te vergeven zonde – en zo wordt die hun dan vergeven. Dat lezen we bij Paulus in Romeinen 8:11 Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.: “Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.” Om het kort te zeggen: zij komen niet in het oordeel, want zij zijn “overgegaan uit de dood in het leven” (Johannes 5:2424 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.). Voor de uitverkorenen zijn alle zonden, zelfs de allerzwaarste, door Christus vergeeflijke zonden10), maar voor de verworpenen zijn ze allemaal dodelijk11).
Het onderscheid tussen zonden die uiteindelijk vergeven kunnen worden en onvergeeflijke zonden.
Elke zonde die begaan wordt tegen de Vader en de Zoon, dat wil zeggen: elke overtreding van Gods wet, die gevolgd wordt door leedwezen en berouw. Deze overtreding wordt door God vergeven, als de overtreder ophoudt tegen de wet te zondigen, en zijn toevlucht neemt tot Christus, de Verzoener, en tot niemand anders. Vanwege het bereikte doel wordt deze zonde vergeeflijk genoemd, maar niet vanwege het natuurlijke karakter ervan.
De vergeeflijke zonde is een zonde die alle gelovigen vergeven kan worden [na berouw], maar de lichte zonde is een zonde die elke gelovige meteen al vergeven wordt.