Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:18 [28-11-2022 om 21.50 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:18 [16-06-2025 om 09.44 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
====== De vrije wil na de val ====== | ====== De vrije wil na de val ====== | ||
- | ==== 1. Wat wordt in de dogmatiek gewoonlijk verstaan onder het woord “vrije wil” of het eigen goeddunken? ==== | + | ==== 1. Wat wordt in de dogmatiek gewoonlijk verstaan onder de vrije wil? ==== |
- | Het vermogen of de kracht van het verstand van de mens om het goede van het kwade te kunnen onderscheiden, | + | Het vermogen of de kracht van het verstand van de mens om het goede van het kwade te kunnen onderscheiden, |
- | ==== 2. Waarom wordt het zo genoemd? ==== | + | ==== 2. Waarom wordt gesproken van “vrije wil”? ==== |
- | Ten aanzien van het verstand | + | “Wil” ziet op het verstand, waarmee iets verkozen of verworpen wordt. “Vrij” op de keuze om het oordeel |
==== 3. Is deze vrije wil ook na de val nog in de mens? ==== | ==== 3. Is deze vrije wil ook na de val nog in de mens? ==== | ||
Regel 29: | Regel 29: | ||
==== 6. Maar zegt Paulus dan niet in Romeinen 2:14 dat de heidenen van nature de dingen doen die de wet gebiedt? En houdt vers 15 ons niet voor dat zij tonen dat het werk der wet in hun harten geschreven is? ==== | ==== 6. Maar zegt Paulus dan niet in Romeinen 2:14 dat de heidenen van nature de dingen doen die de wet gebiedt? En houdt vers 15 ons niet voor dat zij tonen dat het werk der wet in hun harten geschreven is? ==== | ||
- | De apostel spreekt over de kennis van de natuurwet die in het verstand van alle mensen is ingeschreven. Deze kennis is voldoende om bij de mens het deksel van de onwetendheid af te halen en hem alle onschuld te ontnemen. Paulus spreekt echter niet over het vermogen [in de mens] om de wet te vervullen. Hij zegt ook niet dat de heidenen zich aan de wet hebben gehouden, maar hij spreekt alleen over de dingen die tot de wet behoren; dat wil zeggen over enkele uitwendige daden die enigszins met de wet overeenkomen. Op andere plaatsen in de Schrift wordt gezegd – zoals in Jeremia 31:33 – dat de wet is geschreven in het leven van hen bij wie God door Zijn Geest het hart heeft besneden.((*Deuteronomium 30:6)) | + | De apostel spreekt over de kennis van de natuurwet die in het verstand van alle mensen is ingeschreven. Deze kennis is voldoende om bij de mens het deksel van de onwetendheid af te halen en hem alle onschuld te ontnemen. Paulus spreekt echter niet over het vermogen [in de mens] om de wet te vervullen. Hij zegt ook niet dat de heidenen zich aan de wet hebben gehouden, maar hij spreekt alleen over de dingen die tot de wet behoren; dat wil zeggen over enkele uitwendige daden die enigszins met de wet overeenkomen. Op andere plaatsen in de Schrift wordt gezegd – zoals in Jeremia 31:33 – dat de wet is geschreven in het leven van hen bij wie God door zijn Geest het hart heeft besneden.((*Deuteronomium 30:6)) |
==== 7. Maar de heidenen hebben toch buitengewone gaven gehad die lijken te bewijzen dat de natuur van de mens helemaal niet verdorven is? ==== | ==== 7. Maar de heidenen hebben toch buitengewone gaven gehad die lijken te bewijzen dat de natuur van de mens helemaal niet verdorven is? ==== | ||
Regel 50: | Regel 50: | ||
==== 10. Hoe is het met de wil in het proces van bekering? Werkt ze dan of ondergaat ze het alleen maar passief? ==== | ==== 10. Hoe is het met de wil in het proces van bekering? Werkt ze dan of ondergaat ze het alleen maar passief? ==== | ||
- | Voor wat de genade betreft die van buiten de mens komt en voor zover de wil nog geen begin weet van wedergeboorte, | + | Voor wat de genade betreft die van buiten de mens komt en voor zover de wil nog geen begin weet van wedergeboorte, |
- | Maar als de tijd van de bekering is aangebroken, | + | Maar als de tijd van de bekering is aangebroken |
Hier wordt het willen niet gedefinieerd als het wezen van de wil, maar als een nieuwe hoedanigheid ervan. | Hier wordt het willen niet gedefinieerd als het wezen van de wil, maar als een nieuwe hoedanigheid ervan. | ||
Regel 81: | Regel 81: | ||
- Wedergeboren mensen lijken soms voor een bepaalde tijd door God verlaten te worden, want Hij stelt Zijn almachtige kracht niet altijd zo in het werk als Hij in het verleden wel deed. Ze worden dan op hun eigen benen gezet, zodat ze wanneer ze in zonden vallen zich zullen verootmoedigen en weer tot God gaan.((*Psalm 51:13-17)) | - Wedergeboren mensen lijken soms voor een bepaalde tijd door God verlaten te worden, want Hij stelt Zijn almachtige kracht niet altijd zo in het werk als Hij in het verleden wel deed. Ze worden dan op hun eigen benen gezet, zodat ze wanneer ze in zonden vallen zich zullen verootmoedigen en weer tot God gaan.((*Psalm 51:13-17)) | ||
- | ==== 13. Is het in ons vermogen om wanneer God ons Zijn genade aanbiedt die te verwerpen of aan te nemen? En is het voor ons mogelijk om in de genade te volharden of kunnen we daar weer uit afvallen? ==== | + | ==== 13. Is het in ons vermogen om wanneer God ons zijn genade aanbiedt die te verwerpen of aan te nemen? En is het voor ons mogelijk om in de genade te volharden of kunnen we daar weer uit afvallen? ==== |
- | Vanuit de mens gezien zoals hij van nature is, is hij geheel en al een dienstknecht van de zonde; dan kan hij inderdaad de genade verwerpen en is hij niet in staat zichzelf tot God te bekeren. Maar als men ziet op Gods voornemen, | + | Vanuit de mens gezien zoals hij van nature is, is hij geheel en al een dienstknecht van de zonde; dan kan hij inderdaad de genade verwerpen en is hij niet in staat zichzelf tot God te bekeren. Maar als men ziet op Gods voornemen, |
==== 14. Maar als we bekeerd zijn en die eerder geschonken genade een plaats in ons leven heeft, werken onze krachten dan niet mee met de nog volgende genade? ==== | ==== 14. Maar als we bekeerd zijn en die eerder geschonken genade een plaats in ons leven heeft, werken onze krachten dan niet mee met de nog volgende genade? ==== | ||
- | Waar Gods genade heerst, is bereidwilligheid om te gehoorzamen en standvastigheid om te volharden. Maar dat komt voort uit Gods Geest die in alle dingen met zichzelf instemt en Zich op dezelfde wijze aan ons openbaart: “Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft” (Filippenzen 4:13). Maar dat de mens dit vanuit zichzelf kan “oppakken” waardoor hij een medewerker aan Gods genade zou zijn – dat is geheel en al in strijd met de Schrift. Filippenzen 2:13 zegt namelijk: “Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.” Hetzelfde lezen we in Psalm 23:6 en 59:11: “Mijn goedertieren God trede mij tegemoet; God doe mij met vreugde zien op hen die mij benauwen.” En Filippenzen 1:6 zegt: “Hij die in u een goed werk is begonnen, [zal] dit ten einde toe voortzetten, | + | Waar Gods genade heerst, is bereidwilligheid om te gehoorzamen en standvastigheid om te volharden. Maar dat komt voort uit Gods Geest die in alle dingen met zichzelf instemt en Zich op dezelfde wijze aan ons openbaart: “Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft” (Filippenzen 4:13). Maar dat de mens dit vanuit zichzelf kan oppakken waardoor hij een medewerker aan Gods genade zou zijn – dat is geheel en al in strijd met de Schrift. Filippenzen 2:13 zegt namelijk: “Want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.” Hetzelfde lezen we in Psalm 23:6 en 59:11: “Mijn goedertieren God trede mij tegemoet; God doe mij met vreugde zien op hen die mij benauwen.” En Filippenzen 1:6 zegt: “Hij die in u een goed werk is begonnen, [zal] dit ten einde toe voortzetten, |
==== 15. Als de mens in geestelijke zaken niets kan, worden straffen, geboden, vermaningen, | ==== 15. Als de mens in geestelijke zaken niets kan, worden straffen, geboden, vermaningen, | ||
Regel 97: | Regel 97: | ||
De goddelozen kunnen niemand dan alleen zichzelf hun vijandige hardnekkigheid verwijten. Door het Woord worden ze immers in hun geweten geprikkeld; en daarom wordt alle onschuld in de dag van het oordeel bij hen weggenomen. Maar de gelovigen worden door de aansporingen en vermaningen gewillig gemaakt om daaraan gehoor te geven, al worden ze door de straf op de zonde wel terechtgewezen. | De goddelozen kunnen niemand dan alleen zichzelf hun vijandige hardnekkigheid verwijten. Door het Woord worden ze immers in hun geweten geprikkeld; en daarom wordt alle onschuld in de dag van het oordeel bij hen weggenomen. Maar de gelovigen worden door de aansporingen en vermaningen gewillig gemaakt om daaraan gehoor te geven, al worden ze door de straf op de zonde wel terechtgewezen. | ||
- | Ten slotte laat de Heere door Zijn beloften duidelijk zien hoe onwaardig de goddelozen zich tegenover | + | Ten slotte laat de Here door zijn beloften duidelijk zien hoe onwaardig de goddelozen zich tegenover |
==== 16. Maar het lijkt er toch op dat in Zacharia 1:3 het resultaat van onze bekering tussen God en ons gedeeld wordt, want daar zegt God: “Bekeert u tot Mij (…), dan zal Ik tot u wederkeren.” Hoe zit dat? ==== | ==== 16. Maar het lijkt er toch op dat in Zacharia 1:3 het resultaat van onze bekering tussen God en ons gedeeld wordt, want daar zegt God: “Bekeert u tot Mij (…), dan zal Ik tot u wederkeren.” Hoe zit dat? ==== | ||
Regel 106: | Regel 106: | ||
- In het algemeen gesproken zeg ik dat Mozes niet over het vermogen spreekt om de wet voluit te gehoorzamen, | - In het algemeen gesproken zeg ik dat Mozes niet over het vermogen spreekt om de wet voluit te gehoorzamen, | ||
- | - Daar komt de toepassing die de apostel Paulus in Romeinen 10:8 maakt nog bij. Mozes spreekt niet simpelweg over de geboden van de Wet, maar over de beloften van het Evangelie. Het gemakkelijk hieraan kunnen voldoen stelt hij niet in het vermogen van de mens, maar in de hulp en de bescherming van de Heilige Geest. Op een krachtige wijze volvoert Hij Zijn werk in onze zwakheid.((*2 Korintiërs 12:9)) | + | - Daar komt de toepassing die de apostel Paulus in Romeinen 10:8 maakt nog bij. Mozes spreekt niet simpelweg over de geboden van de Wet, maar over de beloften van het Evangelie. Het gemakkelijk hieraan kunnen voldoen stelt hij niet in het vermogen van de mens, maar in de hulp en de bescherming van de Heilige Geest. Op een krachtige wijze volvoert Hij zijn werk in onze zwakheid.((*2 Korintiërs 12:9)) |
==== 18. Wat is het nut om dit leerstuk te leren? ==== | ==== 18. Wat is het nut om dit leerstuk te leren? ==== | ||
Regel 119: | Regel 119: | ||
- De dwaling van de semi-pelagianen die de bekering voor een deel aan Gods genade en voor een deel aan het vermogen van de vrije wil toeschrijven. In hetzelfde spoor bevinden zich de scholastici die beweren dat de mens de genade // | - De dwaling van de semi-pelagianen die de bekering voor een deel aan Gods genade en voor een deel aan het vermogen van de vrije wil toeschrijven. In hetzelfde spoor bevinden zich de scholastici die beweren dat de mens de genade // | ||
- De dwaling van de concilievaders op het concilie van Trente. Zij zeggen dat de krachten en het vermogen van de ziel door de strikken van de zonde wel verward en verstrikt zijn en dat de mens zich in eigen kracht daar niet uit kan bevrijden, maar dat die krachten toch niet geheel en al zijn weggenomen, uitgewist of uitgeblust zijn. Nee, die krachten zijn alleen maar heel zwak. Het is als bij een zieke; zijn kracht is door de ziekte wel gebroken en verzwakt, maar die kunnen door de arts wel opnieuw toenemen. Of het is als bij een vogeltje dat wel de kracht heeft om te vliegen, maar daar geen gebruik van kan maken, omdat hij aan een touwtje is vastgebonden. | - De dwaling van de concilievaders op het concilie van Trente. Zij zeggen dat de krachten en het vermogen van de ziel door de strikken van de zonde wel verward en verstrikt zijn en dat de mens zich in eigen kracht daar niet uit kan bevrijden, maar dat die krachten toch niet geheel en al zijn weggenomen, uitgewist of uitgeblust zijn. Nee, die krachten zijn alleen maar heel zwak. Het is als bij een zieke; zijn kracht is door de ziekte wel gebroken en verzwakt, maar die kunnen door de arts wel opnieuw toenemen. Of het is als bij een vogeltje dat wel de kracht heeft om te vliegen, maar daar geen gebruik van kan maken, omdat hij aan een touwtje is vastgebonden. | ||
- | - De valse leer van de eerste en algemene genade, waarmee God bij alle mensen de ogen en de oren zou openen, zodat allen kunnen zien en horen als ze het zelf maar zouden willen, wat een ieder dus zelf moet kunnen.((Vgl. de dwaling van Arminius, die schreef: “De eerste genade Gods is gelegen in het licht der natuur of in de overblijfselen | + | - De valse leer van de eerste en algemene genade, waarmee God bij alle mensen de ogen en de oren zou openen, zodat allen kunnen zien en horen als ze het zelf maar zouden willen, wat een ieder dus ook moet kunnen.((Vgl. de dwaling van Arminius, die schreef: “De eerste genade Gods is gelegen in het licht der natuur of in de overblijfselen |
- De dwaling van de geestdrijvers, | - De dwaling van de geestdrijvers, |