Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:18

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:18 [28-11-2022 om 21.50 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:18 [30-11-2022 om 15.31 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
 ====== De vrije wil na de val ====== ====== De vrije wil na de val ======
  
-==== 1. Wat wordt in de dogmatiek gewoonlijk verstaan onder het woord “vrije wil” of het eigen goeddunken? ====+==== 1. Wat wordt in de dogmatiek gewoonlijk verstaan onder de vrije wil? ====
  
-Het vermogen of de kracht van het verstand van de mens om het goede van het kwade te kunnen onderscheiden, het vermogen van diens wil om een van beide te kiezen of te verwerpen, en ten slotte de kracht om het ene en het andere te doen.+Het vermogen of de kracht van het verstand van de mens om het goede van het kwade te kunnen onderscheiden, het vermogen van die wil om een van beide te kiezen of te verwerpen, en ten slotte de kracht om het ene en het andere te doen.
  
-==== 2. Waarom wordt het zo genoemd? ====+==== 2. Waarom wordt gesproken van “vrije wil”? ====
  
-Ten aanzien van het verstand – dat laat zien wat verkozen of verworpen moet worden – wordt het //arbitrium//, de wil of het goeddunken genoemd; en voor wat de wil betreft, wordt het woord vrij” gebruikt, die vanzelf op gezag van het verstand iets óf navolgt óf verwerpt.+“Wil” ziet op het verstand, waarmee iets verkozen of verworpen wordtVrij” op de keuze om het oordeel van het verstand te volgen of te verwerpen.
  
 ==== 3. Is deze vrije wil ook na de val nog in de mens? ==== ==== 3. Is deze vrije wil ook na de val nog in de mens? ====
Regel 119: Regel 119:
   - De dwaling van de semi-pelagianen die de bekering voor een deel aan Gods genade en voor een deel aan het vermogen van de vrije wil toeschrijven. In hetzelfde spoor bevinden zich de scholastici die beweren dat de mens de genade //excongruo// verdient; dat wil zeggen: op een gepaste en met zijn daden overeenkomstige manier. De vrije wil is volgens hen een medewerkster van Gods genade. Ze is in het geestelijke leven niet weggenomen en evenmin verloren gegaan; ze is alleen verzwakt. De wil kan zichzelf dus zover brengen dat ze genade ontvangt.   - De dwaling van de semi-pelagianen die de bekering voor een deel aan Gods genade en voor een deel aan het vermogen van de vrije wil toeschrijven. In hetzelfde spoor bevinden zich de scholastici die beweren dat de mens de genade //excongruo// verdient; dat wil zeggen: op een gepaste en met zijn daden overeenkomstige manier. De vrije wil is volgens hen een medewerkster van Gods genade. Ze is in het geestelijke leven niet weggenomen en evenmin verloren gegaan; ze is alleen verzwakt. De wil kan zichzelf dus zover brengen dat ze genade ontvangt.
   - De dwaling van de concilievaders op het concilie van Trente. Zij zeggen dat de krachten en het vermogen van de ziel door de strikken van de zonde wel verward en verstrikt zijn en dat de mens zich in eigen kracht daar niet uit kan bevrijden, maar dat die krachten toch niet geheel en al zijn weggenomen, uitgewist of uitgeblust zijn. Nee, die krachten zijn alleen maar heel zwak. Het is als bij een zieke; zijn kracht is door de ziekte wel gebroken en verzwakt, maar die kunnen door de arts wel opnieuw toenemen. Of het is als bij een vogeltje dat wel de kracht heeft om te vliegen, maar daar geen gebruik van kan maken, omdat hij aan een touwtje is vastgebonden.   - De dwaling van de concilievaders op het concilie van Trente. Zij zeggen dat de krachten en het vermogen van de ziel door de strikken van de zonde wel verward en verstrikt zijn en dat de mens zich in eigen kracht daar niet uit kan bevrijden, maar dat die krachten toch niet geheel en al zijn weggenomen, uitgewist of uitgeblust zijn. Nee, die krachten zijn alleen maar heel zwak. Het is als bij een zieke; zijn kracht is door de ziekte wel gebroken en verzwakt, maar die kunnen door de arts wel opnieuw toenemen. Of het is als bij een vogeltje dat wel de kracht heeft om te vliegen, maar daar geen gebruik van kan maken, omdat hij aan een touwtje is vastgebonden.
-  - De valse leer van de eerste en algemene genade, waarmee God bij alle mensen de ogen en de oren zou openen, zodat allen kunnen zien en horen als ze het zelf maar zouden willen, wat een ieder dus zelf moet kunnen.((Vgl. de dwaling van Arminius, die schreef: “De eerste genade Gods is gelegen in het licht der natuur of in de overblijfselen des beelds Gods; de tweede is de predikatie des Evangelies en hare werking. En deze verkrijgt, naar Gods genadige beschikking, een iegelijk, die de eerste waardiglijk gebruikt.”))+  - De valse leer van de eerste en algemene genade, waarmee God bij alle mensen de ogen en de oren zou openen, zodat allen kunnen zien en horen als ze het zelf maar zouden willen, wat een ieder dus ook moet kunnen.((Vgl. de dwaling van Arminius, die schreef: “De eerste genade Gods is gelegen in het licht der natuur of in de overblijfselen des beelds Gods; de tweede is de predikatie des Evangelies en hare werking. En deze verkrijgt, naar Gods genadige beschikking, een iegelijk, die de eerste waardiglijk gebruikt.”))
   - De dwaling van de geestdrijvers, die zich beroemen op vage inbeeldingen, gezichten, goddelijke inspraken en influisteringen, zonder aan Gods Woord gebonden te zijn. Ze maken zichzelf wijs dat de mensen tegen wil en dank tot bekering getrokken worden. Daarom verwachten ze dat ze door de Geest getrokken worden, maar daarbij verachten ze de prediking van het Woord.   - De dwaling van de geestdrijvers, die zich beroemen op vage inbeeldingen, gezichten, goddelijke inspraken en influisteringen, zonder aan Gods Woord gebonden te zijn. Ze maken zichzelf wijs dat de mensen tegen wil en dank tot bekering getrokken worden. Daarom verwachten ze dat ze door de Geest getrokken worden, maar daarbij verachten ze de prediking van het Woord.


Paginahulpmiddelen