Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:19 [09-10-2020 om 10.44 uur] – Externe bewerking 127.0.0.1 | institutie:19 [15-01-2024 om 23.50 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
====== De wet ====== | ====== De wet ====== | ||
- | ==== 1. Waar komt het woord 'wet' | + | ==== 1. Waar komt het woord ‘wet’ vandaan? ==== |
- | Het Latijnse | + | Het woord ‘wet’ (//lex//) komt van //ligando// (binden), omdat de wet de mensen verbindt aan wie ze is opgelegd – óf tot werkelijke gehoorzaamheid óf tot straf. Het is ook mogelijk dat het woord van //legendo// (lezen) afstamt, omdat de wetten gewoonlijk in het openbaar worden voorgelezen. Ten slotte kan het woord ook verband houden met // |
- | * // | + | ==== 2. Wat betekent |
- | * Of van // | + | |
- | * Of van // | + | |
- | In het Grieks heet de wet //nomos//, alsof men zei ' | + | - In het algemeen wordt het woord gebruikt voor alle onderricht dat ons iets voorschrijft; |
+ | - In het bijzonder en bij uitstek betekent de wet het hele Oude Testament; zie Romeinen 3:19: “Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn.” | ||
+ | - Als de wet tegenover de profeten gesteld worden, betekent de wet alleen de boeken | ||
+ | - Als de wet tegenover | ||
+ | - Als de wet tegenover de genade gesteld wordt, betekent de wet de toorn van God, het oordeel en strenge rechtvaardigheid; | ||
+ | - Soms wordt de wet gesteld tegenover de waarheid; dan geeft de wet de schaduwdienst van het Oude Testament aan, dus alles wat met de ceremoniën van de wet te maken heeft, zoals in Johannes 1:17 wordt bedoeld: “De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” | ||
+ | - Als de wet in verband gebracht wordt met de tijd dat Christus in de wereld is gekomen, betekent de wet het geheel van het maatschappelijk en burgerlijk bestel zoals Mozes dat had verordend; daarvan lezen we bijvoorbeeld in Galaten 3:23: “Voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden.” Ook heeft het woord dan betrekking op de instelling van het priesterschap, | ||
+ | - Soms wordt het woord “wet” in vergelijkende zin gebruikt om de autoriteit, het gezag en de kracht aan te geven waardoor wij tot iets worden gedreven of aangespoord, | ||
- | ==== 2. Wat betekent | + | ==== 3. Wat verstaan we hier onder het woord ‘wet’? ==== |
- | - In het algemeen wordt het gebruikt voor alle lering die ons wat voorschrijft, | + | Een leer of standpunt |
- | - Het woord wet betekend | + | |
- | - Als de wet gesteld word tegenover de Profeten, zo betekend ze alleen de boeken van Mozes, | + | |
- | - Als ze gesteld wordt tegenover | + | |
- | - Als het gesteld | + | |
- | - Soms wordt het gesteld tegenover de waarheid, en dan betekend het de schaduwen, dat is de ceremoniën van de wet. ((*Johannes 1:17)). | + | |
- | - Als het gesteld wordt tegenover de tijd dat Christus in de wereld gekomen is, zo betekend het de gehele politie of burgerlijke regering, Mozes en zijn afkondigingen(??? | + | |
- | - Soms wordt het woord wet door een overnoeming(??? | + | |
- | ==== 3. Wat verstaat gij hier bij het woord: Wet? ==== | + | ==== 4. Welke andere namen worden ook wel aan de wet gegeven? ==== |
- | Een leer die in het verstand van de mensen van God ingeplant is en eertijds door Mozes verhaalt | + | Er zijn verschillende namen en ook in verschillend opzicht. Als er bijvoorbeeld een vergelijking gemaakt wordt tussen de wet en het evangelie – en dat gebeurt vooral in hoofdstukken over de rechtvaardiging – geeft Paulus aan de wet geen al te fraaie namen. Dat gebeurt echter niet omdat de wet niet goed is, maar vanwege ons mensen. Paulus spreekt over de wet als een “tuchtmeester” |
- | ==== 4. Welke bijnamen worden | + | ==== 5. Wie heeft de wet opgesteld en ook ingesteld? ==== |
- | Verschillende, | + | God Zelf. Hij heeft de wet al vanaf de schepping |
- | ==== 5. Wie is de auteur en de insteller | + | ==== 6. Wie zijn de zogenaamde meewerkende oorzaken, of anders gevraagd, wie waren de bedienaars |
- | God zelf, die dezelve | + | - De engelen; ze hebben de wet niet ingesteld, maar ze waren de boden en getuigen |
+ | - Mozes; hij is door God in het bijzonder hiertoe geroepen – zie Exodus 19: | ||
- | ==== 6. Welke zijn de mede-werkende oorzaken, dat is, wie zijn de bedienaars geweest? ==== | + | ==== 7. Wat is de inhoud of het voorwerp van de wet? ==== |
- | - De engelen, die geen instellers zijn geweest maar boden en getuigen, die God in de verkondiging van Zijn wet gebruikt heeft.((*Handelingen 7:53)) En ((*Galaten 3:19)) | + | De liefde tot God en de naasten. Zie Matteüs 22:37-39, waar we lezen: “Gij zult liefhebben de Here, uw God, met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand”, |
- | "en zij is op last van (God) door engelen in de hand van een middelaar gegeven", | + | ==== 8. Hoeveel elementen bevat de wet van Mozes? ==== |
- | - | + | Drie, de zedelijke wet, de ceremoniële wet en de burgerlijke wet waarop de rechtspraak berust. Zie Deuteronomium 6:1: “Dit nu is het gebod, dit zijn de inzettingen en de verordeningen die de Here, uw God, bevolen heeft.” En Romeinen 9:4: “Hunner [de Israëlieten] is (…) de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften.” De eerste hebben de Joden met de heidenen gemeenschappelijk gehad en de laatste waren speciaal voor hen als – bij wijze van spreken – hun stadsrechten. |
- | Mozes, die van God in het bijzonder daartoe gesteld is geweest.((*Exodus 19:3,20)) ((*Johannes 1:17)) Hetwelk | + | ==== 9. Wat houdt de zedelijke wet in? ==== |
- | ==== 7. Welke is de materie, stof of inhoud of het voorwerp van de wet? ==== | + | Dit is Gods gebod dat de norm inhoudt om godvrezend en rechtvaardig voor God te leven. Het gebod eist van alle mensen een volkomen en altijddurende gehoorzaamheid tegenover God, en het belooft het eeuwige leven aan hen die volkomen gehoorzaamd zullen hebben. Maar het bedreigt degenen die Gods wet niet volkomen hebben gehoorzaamd; |
- | De liefde van(???) tot(???) God en de naasten.((*Matteüs 22:37,39)) | + | ==== 10. Wat is het verschil tussen deze zedelijke wet en de menselijke wetten die op de zeden betrekking hebben? ==== |
- | ==== 8. Hoe velerlei | + | Dat verschil |
- | Drieërlei: | + | Vervolgens houden |
- | ==== 9. Wat is de wet van de zeden? ==== | + | ==== 11. Is de zedelijke wet anders dan de wet van de natuur? ==== |
- | Het is een goddelijk gebod, inhoudende een regel om godvruchtig en rechtvaardig voor God te leven, eisende van alle mensen een volkomen en altijd durende gehoorzaamheid tegenover God. Belovende het eeuwige leven aan hen die gehoorzaam geweest zijn. Maar de dood en verdoemenis dreigende hen die ze niet volkomen volbracht zullen hebben.((*Leviticus 18:5 *Deuteronomium 27:26 *Galaten 3:12 *Deuteronomium 27:26 *Galaten 3:10)) Zij wordt de wet der zeden genoemd omdat ze een gedurige regel is voor het leven, daar een ieders zeden en manieren zowel tegen God als tegen de naaste moeten toegepast worden en sommierlijk(??? | + | Nee. |
- | ==== 10. Welke is het verschil tussen deze wet van de zeden en de menselijke wetten aangaande de zeden? ==== | + | //Waarom was het dan nodig dat de Tien Geboden werden afgekondigd?// |
- | Het verschil is heel groot: Want de menselijke wetten eisen of verbieden alleen uiterlijke werken, en zijn een dicipline of onderwijzing die alleen overlopener(??? | + | - Na de val van Adam is het verstand van de mens door duisternis bevangen, waardoor ook de kennis |
+ | - God heeft door een nieuwe afkondiging van de wet te kennen gegeven dat Hij de Auteur | ||
+ | - God heeft gewild dat er een uitdrukkelijke stem van Zijn gericht en oordeel tegen de zonde zou klinken, en dat men zal weten dat de mensen | ||
+ | - Zo hebben wij mensen een bepaalde manier om God te dienen en te eren. | ||
- | Ten andere, die wetten verkondigen ons alleen tijdelijke straffen: maar de wetten van God eeuwige gramschap en tegelijk tijdelijke en eeuwige straffen. | + | ==== 12. Wat is het doel van de wet? ==== |
- | ==== 11. Is de wet van de zeden verscheiden van de wet van de natuur? ==== | + | Dat wordt gezegd in 1 Timoteüs 1:5: “En het doel van alle vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof.” |
- | Nee. | + | ==== 13. Kunnen wij aan de wet de gehoorzaamheid geven die van ons geëist wordt? ==== |
- | Waarom | + | De wedergeborenen kunnen dat niet; dat leert de ervaring ons maar ook het getuigenis in de Schrift, zoals Jezus Sirach 7:21 en Spreuken 20:9. In 1 Koningen 8:46 lezen we: “Er is immers geen mens die niet zondigt”; en David zegt in Psalm 143:2: “Niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.” Als Paulus in Romeinen 7:21 over goede werken spreekt, zegt hij: “Als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig”; |
- | - Omdat na de val van Adam de verstanden van de mensen met duisternis bevangen zijn, die de kennis van de wet van de natuur verduistert heeft: omdat het toestemmen ook zwakker geworden is en in de mens een grote halstarrigheid gekomen is der benedenste krachten. | + | ==== 14. Is het dan niet onrechtvaardig |
- | - Omdat God heeft willen te kennen geven door deze nieuwe verkondiging, | + | |
- | - Hij heeft gewild dat er een uitgedrukte stem van zijn grecht en oordeel tegen de zonde zou zijn, en dat men wist dat de straffen de mensen niet bijgeval overkomen, maar door de beschikking van God. | + | |
- | - Opdat wij een zekere manier hadden om God te dienen en te eren. | + | |
- | ==== 12.Wat | + | Nee, laat die gedachte ver van u! God eist van ons wat van Hem is en wat Hij ons eerst gegeven heeft. Hij had immers bij de schepping aan onze eerste ouders |
- | 1 Timoteüs 1:5: En het doel van (alle) vermaning | + | ==== 15. Nu kennen we twee uitspraken die aan Hiëronymus worden toegeschreven, |
- | ==== 13. Kunnen wij de wet wel zodanig gehoorzamen als ze van ons eist? ==== | + | We moeten tijden en personen onderscheiden. God heeft vóór de val geen onmogelijke dingen geboden aan onze eerste voorouders. En dat geldt ook voor de wedergeborenen voor wie het mogelijk is de wet door genade te houden. Zij kunnen dat namelijk in de eerste plaats door toerekening |
- | Dat de wedergeborenen dat ook niet kunnen | + | In de tweede plaats |
- | ==== 14. Is God dan niet onrechtvaardig, | + | Maar het onderhouden van de wet is onmogelijk voor de mens die in zijn verdorven natuur door eigen kracht en eigen werken aan haar wil voldoen. De Schrift schrikt er ook niet voor terug om te zeggen |
- | Dat zij verre, want Hij eist van ons, dat van Hem is, en dat Hij tevoren gegeven heeft. Want Hij had in de schepping onze eerste ouders | + | ==== 16. Wat is het nuttige gebruik |
- | ==== 15. Hoe worden dan deze twee spreuken verstaan die Hieronimus toegeschreven worden: ' | + | Dat is van drieërlei aard, namelijk |
- | Door onderscheid van tijden en personen. God heeft geen onmogelijke dingen geboden aan onze eerste | + | Het eerste |
- | Ten andere, door het beginnen van een nieuw leven te lijden, hetwelk geschied | + | Dit gebruik of effect |
- | ==== 16. Wat is het gebruik of nuttigheid | + | ==== 17.Wat is het tweede |
- | Het gebruik is drieërlei: om te onderhouden of te bedwingen, om te veroordelen en om te leren. Het eerste is uitwendig, | + | Het tweede |
- | ==== 17. Welke is het tweede | + | Dit gebruik |
- | Inwendig en verborgen, dat het geweten | + | Een voorbeeld van deze functie |
- | En 2 Korintiërs 3:7. De wet is de bediening van de dood, dat is, zij doet ons verstaan uit de kennis van de zonden, dat wij des doods, dat is, de verdoemenis waardig zijn. Dat heeft de wet, niet door haar schuld en gebrek (want van natuur is ze goed en heilig), maar door het gebrek | + | ==== 18. Wat is het derde gebruik of functie |
- | Dit gebruik | + | Dit derde gebruik |
- | Wij hebben het voorbeeld van dit gebruik bij David. Nadat hij de bestraffing van Nathan had gehoord: | + | ==== 19. Hebben zij die door de Heilige Geest wedergeboren zijn, ook met de wet van doen? Zij hebben immers |
- | ==== 18. Welke is het derde gebruik? ==== | + | Ja, ook zij hebben met de wet te maken. |
- | Dat is geestelijk, omdat het hen aangaat die door Gods Geest wedergeboren zijn, die hij leert en onderwijst in de ware Godsdienst | + | - Het menselijk verstand dwaalt heel gemakkelijk zodra het niet door Gods Woord wordt bestuurd. |
+ | - God wil niet dat wij naar eigen vermogen | ||
+ | - Het voorschrift om godvruchtig en goed te leven dat de Heilige Geest ons voorhoudt, is niet anders dan wat de wet voorschrijft. | ||
+ | - De overblijfselen van het vlees zijn sterk. De gelovigen zijn immers niet in alles wedergeboren, en daarom | ||
- | ==== 19. Hebben zij die door de Heilige Geest herboren zijn, ook met de Wet van doen, nademaal ze de Heilige Geest tot een leerraar en leidsman hebben? ==== | + | ==== 20. Wat houdt de ceremoniële wet in? ==== |
- | - Zij hebben van doen. Ten eerste, Overmits dat het menselijk vernuft of verstand lichtelijk dwaalt, zo haast als het door Gods Woord niet bestuurd wordt. | + | Dat is de wet ten aanzien |
- | - God wil niet dat wij naar ons vermogen en goeddenken ons zelfs werken en godsdienst zullen versieren: maar Hij wil dat wij naar Zijn woord zullen bestuurt worden zoals gezegd wordt in Psalm 119:105: "Uw Woord is mij een lamp voor mijn voet." En Mattheüs 15:9: " | + | |
- | - De regel van godvruchtig en wel leven die de Heilige Geest ons voorschrijft is niet onderscheiden van de regel van de wet. | + | |
- | - Om de overblijfselen | + | |
- | + | ||
- | ==== 20. Welke is de wet van de ceremoniën? | + | |
- | + | ||
- | Die leerde | + | |
- De offers. | - De offers. | ||
- | - De heilige | + | - De heilige |
- De sacramenten. | - De sacramenten. | ||
- | - Enige onderhouding in spijs,((*Deuteronomium 14:6,12,21 *Leviticus 17:12)), in kleding,((*Deuteronomium 22:5,11)) zaaien, | + | - De voorschriften ten aanzien van het voedsel((*Deuteronomium 14:6-21 *Leviticus 17:11)), de kleding((*Deuteronomium |
+ | 22:5-11)), het zaaien((*Leviticus 19: | ||
+ | |||
+ | ==== 21. Wat hield het gebruik | ||
+ | |||
+ | - Ze waren een beeld van de inwendige, geestelijke dienst aan God, die men Hem verschuldigd was. | ||
+ | - Ze lieten de verdorvenheid zien van de zonde die in de mensen woont, en tegelijk ook wat zij vanuit zichzelf verdienen, namelijk de dood en het eeuwige oordeel – en als zodanig waren ze ook een uitvloeisel van de zedelijke wet. | ||
+ | - Het waren voor de gelovigen een zichtbare en tastbare prediking van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van de ellendige gevolgen van de dood en het oordeel verlost zijn. Als zodanig zijn ze vooruitwijzingen van het evangelie geweest, waarbij in het bijzonder de wet een tuchtmeester tot Christus wordt genoemd.((*Galaten 3:24)) De besnijdenis leerde aan het beloofde geestelijke nageslacht van Abraham dat de oudtestamentische afwassingen | ||
+ | - Het waren tekenen of sacramenten, | ||
+ | - Het waren kentekenen van de belijdenis, tekenen van onderscheid en het bestaan van een tussenmuur, waardoor de Israëlitische gemeente werd onderscheiden van de heidenen en tegelijk ook de overvloedige afgodendienst van de heidenen werd geweerd. | ||
+ | |||
+ | ==== 22. Wat hield de burgerlijke wet in? ==== | ||
+ | |||
+ | Deze wet had betrekking op uitwendige kwesties waardoor de burgerlijke en maatschappelijke zaken van de Israëlieten geregeld moesten worden. Het Israëlitische burgerlijk recht werd gehandhaafd door de burgerlijke overheden. Zij spraken zich uit over het onderscheid in bevoegdheden, | ||
- | ==== 21. Wat was het nut van de ceremoniën en offers? ==== | + | ==== 23. Wat was de functie |
- | - Dat ze schilderijen of beelden zouden zijn van de inwendige godsdienst, die men God verschuldigd was. | + | - Om het gezag van de regering in het maatschappelijk leven te handhaven, al naar gelang |
- | - Dat ze de onreinheid zouden vertonen | + | - Om een duidelijk verschil te laten uitkomen tussen |
- | - Dat het voor de vromen zichtbare en tastbare predikingen zouden zijn van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van die ellendigheid verlost zouden worden. En in dat opzicht zijn het voorbeelden geweest van het evangelie, en dat in het bijzonder ten aanzien van de wet, die een leider((*Galaten 3:24)) of leermeester tot Christus genoemd wordt. Want de besnijdenis leerde het geestelijk beloofde zaad van Abraham: | + | |
- | - Dat het tekenen en sacramenten zouden zijn, waardoor de Heilige Geest krachtig | + | |
- | - Dat het kenmerken zouden zijn van de belijdenis, tekenen | + | |
- | ==== 22. Wat is de wet van het gericht of de burgerlijke wet geweest? ==== | + | ==== 24. In hoeverre |
- | Het is een gebod geweest | + | Ten aanzien |
- | ==== 23. Wat was het gebruik | + | Ten aanzien |
- | - De uitoefening | + | Ten aanzien |
- | - Dat ze een heerlijk onderscheid van de andere heidenen zou wezen van de burgerlijke regering (in dewelke | + | |
- | ==== 24. In hoeverre | + | Maar ten aanzien van de toegevoegde beloften en bedreigingen zijn al de beloften van de wet vastgemaakt in Christus. De bedreigingen, |
- | Wat betreft de rechtvaardigmaking, | + | ==== 25. Is de ceremoniële |
- | Wat betreft de gehoorzaamheid, zo moet men de delen van de wet onderscheiden. De wet van de zeden heeft twee delen: | + | Ja, zij is niet meer van kracht, maar dan niet zozeer wat de diepere zin ervan betreft. Ze mag in de Schrift dus ook gelezen worden, want ze kan ons onderwijs geven over Christus Jezus; maar het uitwendig onderhouden van deze wet geldt niet meer. Daniël 9:27 zegt ons: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden.” En Christus zegt in Matteüs 11:13: “Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.” In Johannes 1:17 staat: “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” Daarom zijn de ceremoniën langs de weg van een openbaar besluit door de Heilige Geest in de vergadering van de apostelen te niet gedaan; zie daarvoor Handelingen 15:6 en verder. Ze kunnen nu ook niet meer opnieuw worden gepraktiseerd, |
- | Wat betreft de regel van het leven: de wet zal wat betreft de geboden zelf niet afgedaan | + | De ceremoniën waren plechtige instellingen die van onze schuld en onreinheid spraken. Maar in Hebreeën 10:14 staat: “Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd |
- | En in dit aanzicht betuigt | + | In plaats van deze ceremoniële wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die in de christelijke gemeente moeten worden onderhouden. Dat moet gebeuren naar de richtlijn die Hij heeft ingesteld, en wel tot aan het einde van de wereld. Zie Marcus 16:15 en verder, waar Christus het bevel geeft om heen te gaan in de wereld, daar het evangelie te verkondigen en te dopen die zullen geloven. En in 1 Korintiërs 11:26 staat: “Verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” Maar dingen die plaatselijk tot de gang van zaken behoren, heeft Hij in de vrijheid van de gemeenten gesteld. |
- | Maar zoveel belangt de aanhangsels, | + | ==== 26. Maar is ook de burgerlijke |
- | Zoveel | + | Ja, in die zin dat geen enkele natie gehouden is om de burgerlijke wetten van het volk Israël te onderhouden. Het staat elke vorst vrij om al naar gelang plaats, tijd, personen en omstandigheden de manier en de vormgeving |
- | Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn ." En Galaten 3:13: " | + | |
- | Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden;" En Galaten 4:4,5: Christus is onder de wet geworden, opdat Hij degenen die onder de wet waren verlossen zou.Doch | + | |
- | Vervloekt is een ieder, | + | |
- | ==== 25. Is de wet van de ceremoniën teniet afgedaan? ==== | + | De burgerlijke wet [onder Israël] is dus een door de tijd begrensd recht geweest, en daarom worden de christenen niet gedwongen hun burgerlijke regering en wetgeving op dezelfde manier in te richten als dat onder het volk Israël gebeurde. Het is hun dus toegestaan om zich te voegen naar de burgerlijke wetten |
- | Zij is teniet gedaan, maar niet voor zoveel de betekenis en de schrift aangaat, dat ze niet gelezen zouden mogen worden, want ze kan ons leren van Christus Jezus. Maar wat betreft | + | Die burgerlijke wetgeving |
- | En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer | + | |
- | En Christus zegt in Matteüs 11:13: "Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe". En Johannes 1:17: "want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. " | + | |
- | Daarom zijn de ceremoniën door het openbaar besluit | + | |
- | Kolossenzen 2:14: "door het bewijsstuk uit te wissen, | + | |
- | Hebreeën 10:14: "Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden. " Dat werd ook betekent door het scheuren van het voorhangsel van de tempel | + | |
- | Galaten 5:2: "Zie, ik, Paulus, zeg u: indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen." Voor deze wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die onderhouden moeten | + | |
- | 1 Korintiërs 11:26: " Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt. " Maar de dingen die daar tot de orden behoren heeft Hij in de vrijheid van de kerken gesteld. | + | |
- | ==== 26. Maar is de wet van het gericht ook niet afgedaan? ==== | + | ==== 27. Welke zaken verschillen geheel en al met de wet? ==== |
- | Ja, zoveel de verbintenis aangaat, in zoverre namelijk dat geen land gehouden | + | Het evangelie |
- | **Genesis 49: | + | |
- | **Lucas 16: | + | |
- | De wet en de profeten gaan tot Johannes " | + | |
- | , dat is de burgerlijke regering Mozes, zijn tot op Johannes. | + | |
- | Zo is het dat de wet van de vierschaar van een gezet recht geweest is, en ... | + | ==== 29. Wat is in strijd met de leer over de wet? ==== |
+ | Verschillende dwalingen: | ||
- | (…) | + | - Die van de manicheeërs, |
+ | - Die van de pelagianen, die van mening zijn dat ze vanuit zichzelf geschikt genoeg zijn om de wet te volbrengen. | ||
+ | - Die van de antinomianen of wetbestrijders en van andere vrijgeesten die het gevoelen uitdragen dat de christenen niet meer met Gods wet der zeden te maken hebben en dat men in de kerk niet meer behoort te preken over de Tien Geboden, omdat de gelovigen door Gods Geest al wedergeboren zijn. | ||
+ | - Die van de farizeeërs, | ||
+ | - Die van de roomsgezinden, | ||
+ | - De dwaling van hen die door een verkeerd ijveren de levitische ceremoniën weer in de kerk invoeren. | ||
+ | - De dwaling van dwaze mensen die zonder enig verstand beweren dat christelijke naties alleen geregeerd moeten worden via de burgerlijke wetten van de Israëlieten. | ||
+ | - De dwaling van de wederdopers, | ||
+ | - Ten slotte al de dwalingen die afwijken van de werkelijke zin en betekenis van de wet, en ook al de zonden die met de Tien Geboden in strijd zijn. |