Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
| institutie:19 [15-01-2024 om 23.44 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:19 [20-09-2025 om 11.20 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
|---|---|---|---|
| Regel 10: | Regel 10: | ||
| - In het bijzonder en bij uitstek betekent de wet het hele Oude Testament; zie Romeinen 3:19: “Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn.” | - In het bijzonder en bij uitstek betekent de wet het hele Oude Testament; zie Romeinen 3:19: “Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn.” | ||
| - Als de wet tegenover de profeten gesteld worden, betekent de wet alleen de boeken van Mozes; dan wordt de wet van de profeten en de psalmen onderscheiden, | - Als de wet tegenover de profeten gesteld worden, betekent de wet alleen de boeken van Mozes; dan wordt de wet van de profeten en de psalmen onderscheiden, | ||
| - | - Als de wet tegenover het evangelie gesteld wordt, | + | - Als de wet tegenover het evangelie gesteld wordt, is de wet de wet van de zeden en alles wat daarbij hoort, zoals in Romeinen 3:28 gebeurt: “Wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet.” |
| - | - Als de wet tegenover de genade gesteld wordt, betekent de wet de toorn van God, het oordeel en strenge rechtvaardigheid; | + | - Als de wet tegenover de genade gesteld wordt, betekent de wet de toorn van God, het oordeel en strenge rechtvaardigheid; |
| - Soms wordt de wet gesteld tegenover de waarheid; dan geeft de wet de schaduwdienst van het Oude Testament aan, dus alles wat met de ceremoniën van de wet te maken heeft, zoals in Johannes 1:17 wordt bedoeld: “De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” | - Soms wordt de wet gesteld tegenover de waarheid; dan geeft de wet de schaduwdienst van het Oude Testament aan, dus alles wat met de ceremoniën van de wet te maken heeft, zoals in Johannes 1:17 wordt bedoeld: “De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” | ||
| - Als de wet in verband gebracht wordt met de tijd dat Christus in de wereld is gekomen, betekent de wet het geheel van het maatschappelijk en burgerlijk bestel zoals Mozes dat had verordend; daarvan lezen we bijvoorbeeld in Galaten 3:23: “Voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden.” Ook heeft het woord dan betrekking op de instelling van het priesterschap, | - Als de wet in verband gebracht wordt met de tijd dat Christus in de wereld is gekomen, betekent de wet het geheel van het maatschappelijk en burgerlijk bestel zoals Mozes dat had verordend; daarvan lezen we bijvoorbeeld in Galaten 3:23: “Voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden.” Ook heeft het woord dan betrekking op de instelling van het priesterschap, | ||
| Regel 58: | Regel 58: | ||
| - Na de val van Adam is het verstand van de mens door duisternis bevangen, waardoor ook de kennis van de wet der natuur verdonkerd is; ook ons toestemmen van de wet is zwakker geworden en er is in de mens een grote hardnekkigheid ontstaan onder invloed van onze lagere driften. | - Na de val van Adam is het verstand van de mens door duisternis bevangen, waardoor ook de kennis van de wet der natuur verdonkerd is; ook ons toestemmen van de wet is zwakker geworden en er is in de mens een grote hardnekkigheid ontstaan onder invloed van onze lagere driften. | ||
| - | - God heeft door een nieuwe afkondiging van de wet te kennen gegeven dat Hij de Auteur van de wet der natuur en de natuurlijke kennis is; en tegelijk wil Hij betuigen dat Hij niet wil dat Zijn wet in de wind geslagen wordt. | + | - God heeft door een nieuwe afkondiging van de wet te kennen gegeven dat Hij de Auteur van de wet der natuur en de natuurlijke kennis is; en tegelijk wil Hij betuigen dat Hij niet wil dat zijn wet in de wind geslagen wordt. |
| - | - God heeft gewild dat er een uitdrukkelijke stem van Zijn gericht en oordeel tegen de zonde zou klinken, en dat men zal weten dat de mensen niet als door toeval gestraft worden, maar door Gods verordening. | + | - God heeft gewild dat er een uitdrukkelijke stem van zijn gericht en oordeel tegen de zonde zou klinken, en dat men zal weten dat de mensen niet als door toeval gestraft worden, maar door Gods verordening. |
| - Zo hebben wij mensen een bepaalde manier om God te dienen en te eren. | - Zo hebben wij mensen een bepaalde manier om God te dienen en te eren. | ||
| Regel 67: | Regel 67: | ||
| ==== 13. Kunnen wij aan de wet de gehoorzaamheid geven die van ons geëist wordt? ==== | ==== 13. Kunnen wij aan de wet de gehoorzaamheid geven die van ons geëist wordt? ==== | ||
| + | |||
| De wedergeborenen kunnen dat niet; dat leert de ervaring ons maar ook het getuigenis in de Schrift, zoals Jezus Sirach 7:21 en Spreuken 20:9. In 1 Koningen 8:46 lezen we: “Er is immers geen mens die niet zondigt”; en David zegt in Psalm 143:2: “Niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.” Als Paulus in Romeinen 7:21 over goede werken spreekt, zegt hij: “Als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig”; | De wedergeborenen kunnen dat niet; dat leert de ervaring ons maar ook het getuigenis in de Schrift, zoals Jezus Sirach 7:21 en Spreuken 20:9. In 1 Koningen 8:46 lezen we: “Er is immers geen mens die niet zondigt”; en David zegt in Psalm 143:2: “Niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.” Als Paulus in Romeinen 7:21 over goede werken spreekt, zegt hij: “Als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig”; | ||
| Regel 84: | Regel 84: | ||
| ==== 16. Wat is het nuttige gebruik of de functie van de zedelijke wet? ==== | ==== 16. Wat is het nuttige gebruik of de functie van de zedelijke wet? ==== | ||
| - | Dat is van drieërlei aard, namelijk het weren of beteugelen van de zonde, het veroordelen ervan en het onderwijs eruit. | + | Dat gebruik of die functie |
| Het eerste gebruik is uitwendig, omdat het te maken heeft met het recht, de straf en het maatschappelijk nut. Dit gebruik is het ook waardoor zelfs een niet-wedergeboren mens van de zonde wordt weerhouden; dat komt door de vrees die er is voor straf en door de angst voor Gods wraak. Dat is nodig om het maatschappelijk leven van de mensen en de vrede te handhaven. De apostel houdt ons in 1 Timoteüs 1:9 voor “dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, | Het eerste gebruik is uitwendig, omdat het te maken heeft met het recht, de straf en het maatschappelijk nut. Dit gebruik is het ook waardoor zelfs een niet-wedergeboren mens van de zonde wordt weerhouden; dat komt door de vrees die er is voor straf en door de angst voor Gods wraak. Dat is nodig om het maatschappelijk leven van de mensen en de vrede te handhaven. De apostel houdt ons in 1 Timoteüs 1:9 voor “dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, | ||
| Regel 107: | Regel 107: | ||
| - Het menselijk verstand dwaalt heel gemakkelijk zodra het niet door Gods Woord wordt bestuurd. | - Het menselijk verstand dwaalt heel gemakkelijk zodra het niet door Gods Woord wordt bestuurd. | ||
| - | - God wil niet dat wij naar eigen vermogen en inzicht onze dingen doen en ons godsdienstig leven leiden, maar Hij wil dat we ons laten leiden door Zijn Woord. Zo zegt Psalm 119:105 dat: “Uw woord is een lamp voor mijn voet.” En in Matteüs 15:9 staat: “Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.” | + | - God wil niet dat wij naar eigen vermogen en inzicht onze dingen doen en ons godsdienstig leven leiden, maar Hij wil dat we ons laten leiden door zijn Woord. Zo zegt Psalm 119:105 dat: “Uw woord is een lamp voor mijn voet.” En in Matteüs 15:9 staat: “Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.” |
| - Het voorschrift om godvruchtig en goed te leven dat de Heilige Geest ons voorhoudt, is niet anders dan wat de wet voorschrijft. | - Het voorschrift om godvruchtig en goed te leven dat de Heilige Geest ons voorhoudt, is niet anders dan wat de wet voorschrijft. | ||
| - De overblijfselen van het vlees zijn sterk. De gelovigen zijn immers niet in alles wedergeboren, | - De overblijfselen van het vlees zijn sterk. De gelovigen zijn immers niet in alles wedergeboren, | ||
| Regel 119: | Regel 119: | ||
| - De sacramenten. | - De sacramenten. | ||
| - De voorschriften ten aanzien van het voedsel((*Deuteronomium 14:6-21 *Leviticus 17:11)), de kleding((*Deuteronomium | - De voorschriften ten aanzien van het voedsel((*Deuteronomium 14:6-21 *Leviticus 17:11)), de kleding((*Deuteronomium | ||
| - | 22:5-11)), het zaaien((*Leviticus 19:19)), het ploegen((*Deuteronomium 22:10)), de vrucht((In het Latijn staat hier // | + | 22:5-11)), het zaaien((*Leviticus 19:19)), het ploegen((*Deuteronomium 22:10)), de vrucht((In het Latijn staat hier // |
| - | namelijk niet slechts gewaagd van een verboden, maar van een gezegd wat ook duidelijk in de Statenvertaling terugkomt: "Als gij ook in dat land gekomen zult zijn, en alle geboomte ter spijze geplant zult hebben, zo zult gij de voorhuid daarvan, deszelfs vrucht, besnijden; drie jaren zal het u onbesneden zijn, daarvan zal niet gegeten worden." | + | |
| - | de | + | |
| - | bomen((*Leviticus 19:23)), het vangen van vogels((*Deuteronomium 22:6)) en dergelijke. Er waren ook voorschriften die | + | |
| - | ten dienste van de godsdienstige ceremoniën werden voorgeschreven zolang het maatschappelijk bestuur onder de wet van | + | |
| - | Mozes duurde; eerst gebeurde dat in de tabernakel die men kon meenemen tijdens de reis, en daarna in de tempel die op | + | |
| - | een vaste plaats stond; en ook wel op andere plaatsen buiten tabernakel en tempel om. | + | |
| - | ==== 21. Wat hield het gebruik van de ceremoniën en offers in? ==== | + | ==== 21. Wat hield het gebruik van de ceremoniën en offers in? ==== |
| - Ze waren een beeld van de inwendige, geestelijke dienst aan God, die men Hem verschuldigd was. | - Ze waren een beeld van de inwendige, geestelijke dienst aan God, die men Hem verschuldigd was. | ||
| - Ze lieten de verdorvenheid zien van de zonde die in de mensen woont, en tegelijk ook wat zij vanuit zichzelf verdienen, namelijk de dood en het eeuwige oordeel – en als zodanig waren ze ook een uitvloeisel van de zedelijke wet. | - Ze lieten de verdorvenheid zien van de zonde die in de mensen woont, en tegelijk ook wat zij vanuit zichzelf verdienen, namelijk de dood en het eeuwige oordeel – en als zodanig waren ze ook een uitvloeisel van de zedelijke wet. | ||
| - | - Het waren voor de gelovigen een zichtbare en tastbare prediking van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van de ellendige gevolgen van de dood en het oordeel verlost zijn. Als zodanig zijn ze vooruitwijzingen van het evangelie geweest, waarbij in het bijzonder de wet een tuchtmeester tot Christus wordt genoemd.((*Galaten 3:24)) De besnijdenis leerde aan het beloofde geestelijke nageslacht van Abraham dat de oudtestamentische afwassingen met kracht verwezen naar de afwassing van de vuile zonden door het bloed van Christus. De offers waren een afschaduwing van het komende slachtoffer, | + | - Ze waren voor de gelovigen een zichtbare en tastbare prediking van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van de ellendige gevolgen van de dood en het oordeel verlost zijn. Als zodanig zijn ze vooruitwijzingen van het evangelie geweest, waarbij in het bijzonder de wet een tuchtmeester tot Christus wordt genoemd.((*Galaten 3:24)) De besnijdenis leerde aan het beloofde geestelijke nageslacht van Abraham dat de oudtestamentische afwassingen met kracht verwezen naar de afwassing van de vuile zonden door het bloed van Christus. De offers waren een afschaduwing van het komende slachtoffer, |
| - Het waren tekenen of sacramenten, | - Het waren tekenen of sacramenten, | ||
| - Het waren kentekenen van de belijdenis, tekenen van onderscheid en het bestaan van een tussenmuur, waardoor de Israëlitische gemeente werd onderscheiden van de heidenen en tegelijk ook de overvloedige afgodendienst van de heidenen werd geweerd. | - Het waren kentekenen van de belijdenis, tekenen van onderscheid en het bestaan van een tussenmuur, waardoor de Israëlitische gemeente werd onderscheiden van de heidenen en tegelijk ook de overvloedige afgodendienst van de heidenen werd geweerd. | ||
| Regel 142: | Regel 136: | ||
| - Om het gezag van de regering in het maatschappelijk leven te handhaven, al naar gelang de situatie van plaats, tijd en volk. | - Om het gezag van de regering in het maatschappelijk leven te handhaven, al naar gelang de situatie van plaats, tijd en volk. | ||
| - | - Om een duidelijk verschil te laten bestaan | + | - Om een duidelijk verschil te laten uitkomen |
| ==== 24. In hoeverre is de wet niet meer van kracht? ==== | ==== 24. In hoeverre is de wet niet meer van kracht? ==== | ||
| Regel 156: | Regel 150: | ||
| ==== 25. Is de ceremoniële wet afgeschaft? ==== | ==== 25. Is de ceremoniële wet afgeschaft? ==== | ||
| - | Ja, zij is niet meer van kracht, maar dan niet zozeer wat de diepere zin ervan betreft. Ze mag in de Schrift dus ook gelezen worden, want ze kan ons onderwijs geven over Christus Jezus; maar het uitwendig onderhouden van deze wet geldt niet meer. Daniël 9:27 zegt ons: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden.” En Christus zegt in Matteüs 11:13: “Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.” In Johannes 1:17 staat: “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” Daarom zijn de ceremoniën langs de weg van een openbaar besluit door de Heilige Geest in de vergadering van de apostelen | + | Ja, zij is niet meer van kracht, maar dan niet zozeer wat de diepere zin ervan betreft. Ze mag in de Schrift dus ook gelezen worden, want ze kan ons onderwijs geven over Christus Jezus; maar het uitwendig onderhouden van deze wet geldt niet meer. Daniël 9:27 zegt ons: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden.” En Christus zegt in Matteüs 11:13: “Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.” In Johannes 1:17 staat: “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” Daarom zijn de ceremoniën langs de weg van een openbaar besluit door de Heilige Geest in de vergadering van de apostelen |
| - | De ceremoniën waren plechtige instellingen die van onze schuld en onreinheid spraken. Maar in Hebreeën 10:14 staat: “Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.” Dit is ook bevestigd door het scheuren van het voorhangsel van de tempel, toen Christus aan het kruis Zijn lijden onderging.((*Matteüs 27:51)) Daarom zegt Paulus in Galaten 5:2: “Indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen.” | + | De ceremoniën waren plechtige instellingen die van onze schuld en onreinheid spraken. Maar in Hebreeën 10:14 staat: “Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.” Dit is ook bevestigd door het scheuren van het voorhangsel van de tempel, toen Christus aan het kruis zjn lijden onderging.((*Matteüs 27:51)) Daarom zegt Paulus in Galaten 5:2: “Indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen.” |
| In plaats van deze ceremoniële wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die in de christelijke gemeente moeten worden onderhouden. Dat moet gebeuren naar de richtlijn die Hij heeft ingesteld, en wel tot aan het einde van de wereld. Zie Marcus 16:15 en verder, waar Christus het bevel geeft om heen te gaan in de wereld, daar het evangelie te verkondigen en te dopen die zullen geloven. En in 1 Korintiërs 11:26 staat: “Verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” Maar dingen die plaatselijk tot de gang van zaken behoren, heeft Hij in de vrijheid van de gemeenten gesteld. | In plaats van deze ceremoniële wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die in de christelijke gemeente moeten worden onderhouden. Dat moet gebeuren naar de richtlijn die Hij heeft ingesteld, en wel tot aan het einde van de wereld. Zie Marcus 16:15 en verder, waar Christus het bevel geeft om heen te gaan in de wereld, daar het evangelie te verkondigen en te dopen die zullen geloven. En in 1 Korintiërs 11:26 staat: “Verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” Maar dingen die plaatselijk tot de gang van zaken behoren, heeft Hij in de vrijheid van de gemeenten gesteld. | ||
| Regel 164: | Regel 158: | ||
| ==== 26. Maar is ook de burgerlijke wet afgeschaft? ==== | ==== 26. Maar is ook de burgerlijke wet afgeschaft? ==== | ||
| - | Ja, in die zin dat geen enkele natie gehouden is om de burgerlijke wetten van het volk Israël te onderhouden. Het staat elke vorst vrij om al naar gelang plaats, tijd, personen en omstandigheden de manier en de vormgeving van de straffen zelf te bepalen. De burgerlijke wet verbindt namelijk alleen degenen aan wie ze gegeven is. De wet die voor een bepaalde tijd gegeven is, behoudt ná die tijd niet langer haar gezag; en zo is ze aan de Israëlieten ook slechts voor een zekere tijd gegeven. “De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn” (Genesis 49:10). Zo mag ook het woord van Christus | + | Ja, in die zin dat geen enkele natie gehouden is om de burgerlijke wetten van het volk Israël te onderhouden. Het staat elke vorst vrij om al naar gelang plaats, tijd, personen en omstandigheden de manier en de vormgeving van de straffen zelf te bepalen. De burgerlijke wet verbindt namelijk alleen degenen aan wie ze gegeven is. De wet die voor een bepaalde tijd gegeven is, behoudt ná die tijd niet langer haar gezag; en zo is ze aan de Israëlieten ook slechts voor een zekere tijd gegeven. “De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn” (Genesis 49:10). Zo mag ook het woord van Christus |
| - | De burgerlijke wet [onder Israël] is dus een door de tijd begrensd recht geweest, en daarom worden de christenen niet gedwongen hun burgerlijke regering en wetgeving op dezelfde manier in te richten als dat onder het volk Israël gebeurde. Het is hun dus toegestaan om zich te voegen naar de burgerlijke wetten van hun volk, voor zover die overeenkomen met de wet die de natuur voorschrijft én met de Tien Geboden.((*Romeinen 14:1)) “Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, | + | De burgerlijke wet [onder Israël] is dus een door de tijd begrensd recht geweest, en daarom worden de christenen niet gedwongen hun burgerlijke regering en wetgeving op dezelfde manier in te richten als dat onder het volk Israël gebeurde. Het is hun dus toegestaan om zich te voegen naar de burgerlijke wetten van hun volk, voor zover die overeenkomen met de wet die de natuur voorschrijft én met de Tien Geboden.((*Romeinen 14:1)) “Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, |
| Die burgerlijke wetgeving is niet afgeschaft voor zover het gaat om het wezen en het doel ervan, namelijk de natuurlijke en algemene gerechtigheid die afkomstig is van het goddelijk en natuurlijk recht. De algemeen geldende zedelijke wet zegt namelijk dat díegenen gestraft moeten worden die de menselijke gemeenschap in de war schoppen. Er moet immers oprecht naar vrede en rust gestreefd worden, waarbij recht en gerechtigheid gehandhaafd blijven. | Die burgerlijke wetgeving is niet afgeschaft voor zover het gaat om het wezen en het doel ervan, namelijk de natuurlijke en algemene gerechtigheid die afkomstig is van het goddelijk en natuurlijk recht. De algemeen geldende zedelijke wet zegt namelijk dat díegenen gestraft moeten worden die de menselijke gemeenschap in de war schoppen. Er moet immers oprecht naar vrede en rust gestreefd worden, waarbij recht en gerechtigheid gehandhaafd blijven. | ||
| Regel 182: | Regel 176: | ||
| - Die van de antinomianen of wetbestrijders en van andere vrijgeesten die het gevoelen uitdragen dat de christenen niet meer met Gods wet der zeden te maken hebben en dat men in de kerk niet meer behoort te preken over de Tien Geboden, omdat de gelovigen door Gods Geest al wedergeboren zijn. | - Die van de antinomianen of wetbestrijders en van andere vrijgeesten die het gevoelen uitdragen dat de christenen niet meer met Gods wet der zeden te maken hebben en dat men in de kerk niet meer behoort te preken over de Tien Geboden, omdat de gelovigen door Gods Geest al wedergeboren zijn. | ||
| - Die van de farizeeërs, | - Die van de farizeeërs, | ||
| - | - Die van de roomsgezinden, die er vast van overtuigd zijn dat de wet door een wedergeboren mens in de situatie waarin hij is volkomen kan worden onderhouden. Ook beweren zij dat de Heilige Schrift aan de gelovigen verschillende werken toeschrijft, | + | - Die van de roomsen, die er vast van overtuigd zijn dat de wet door een wedergeboren mens in de situatie waarin hij is, volkomen kan worden onderhouden. Ook beweren zij dat de Heilige Schrift aan de gelovigen verschillende werken toeschrijft, |
| - De dwaling van hen die door een verkeerd ijveren de levitische ceremoniën weer in de kerk invoeren. | - De dwaling van hen die door een verkeerd ijveren de levitische ceremoniën weer in de kerk invoeren. | ||
| - De dwaling van dwaze mensen die zonder enig verstand beweren dat christelijke naties alleen geregeerd moeten worden via de burgerlijke wetten van de Israëlieten. | - De dwaling van dwaze mensen die zonder enig verstand beweren dat christelijke naties alleen geregeerd moeten worden via de burgerlijke wetten van de Israëlieten. | ||
| - | - De dwaling van de wederdopers, | + | - De dwaling van de wederdopers, |
| - Ten slotte al de dwalingen die afwijken van de werkelijke zin en betekenis van de wet, en ook al de zonden die met de Tien Geboden in strijd zijn. | - Ten slotte al de dwalingen die afwijken van de werkelijke zin en betekenis van de wet, en ook al de zonden die met de Tien Geboden in strijd zijn. | ||