Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:19

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:19 [15-01-2024 om 23.50 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:19 [20-09-2025 om 11.20 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 10: Regel 10:
   - In het bijzonder en bij uitstek betekent de wet het hele Oude Testament; zie Romeinen 3:19: “Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn.”   - In het bijzonder en bij uitstek betekent de wet het hele Oude Testament; zie Romeinen 3:19: “Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn.”
   - Als de wet tegenover de profeten gesteld worden, betekent de wet alleen de boeken van Mozes; dan wordt de wet van de profeten en de psalmen onderscheiden, zoals Lucas in hoofdstuk ~Lucas 24:44 zegt: “Alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen”. En in Romeinen 3:21 lezen we: “Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen”.   - Als de wet tegenover de profeten gesteld worden, betekent de wet alleen de boeken van Mozes; dan wordt de wet van de profeten en de psalmen onderscheiden, zoals Lucas in hoofdstuk ~Lucas 24:44 zegt: “Alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen”. En in Romeinen 3:21 lezen we: “Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen”.
-  - Als de wet tegenover het evangelie gesteld wordt, dan is de wet de wet van de zeden en alles wat daarbij hoort, zoals in Romeinen 3:28 gebeurt: “Wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet.” +  - Als de wet tegenover het evangelie gesteld wordt, is de wet de wet van de zeden en alles wat daarbij hoort, zoals in Romeinen 3:28 gebeurt: “Wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet.” 
-  - Als de wet tegenover de genade gesteld wordt, betekent de wet de toorn van God, het oordeel en strenge rechtvaardigheid; daarover lezen we in Romeinen 6:14: “Want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.” Zo ook in Galaten 5:18: “Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dat zijt gij niet onder de wet.”+  - Als de wet tegenover de genade gesteld wordt, betekent de wet de toorn van God, het oordeel en strenge rechtvaardigheid; daarover lezen we in Romeinen 6:14: “Want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.” Zo ook in Galaten 5:18: “Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet.”
   - Soms wordt de wet gesteld tegenover de waarheid; dan geeft de wet de schaduwdienst van het Oude Testament aan, dus alles wat met de ceremoniën van de wet te maken heeft, zoals in Johannes 1:17 wordt bedoeld: “De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.”   - Soms wordt de wet gesteld tegenover de waarheid; dan geeft de wet de schaduwdienst van het Oude Testament aan, dus alles wat met de ceremoniën van de wet te maken heeft, zoals in Johannes 1:17 wordt bedoeld: “De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.”
   - Als de wet in verband gebracht wordt met de tijd dat Christus in de wereld is gekomen, betekent de wet het geheel van het maatschappelijk en burgerlijk bestel zoals Mozes dat had verordend; daarvan lezen we bijvoorbeeld in Galaten 3:23: “Voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden.” Ook heeft het woord dan betrekking op de instelling van het priesterschap, waarover we in Matteüs 11:13 lezen: “Al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.”((*Hebreeën 7:12 *Hebreeën 10:1))   - Als de wet in verband gebracht wordt met de tijd dat Christus in de wereld is gekomen, betekent de wet het geheel van het maatschappelijk en burgerlijk bestel zoals Mozes dat had verordend; daarvan lezen we bijvoorbeeld in Galaten 3:23: “Voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden.” Ook heeft het woord dan betrekking op de instelling van het priesterschap, waarover we in Matteüs 11:13 lezen: “Al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.”((*Hebreeën 7:12 *Hebreeën 10:1))
Regel 58: Regel 58:
  
   - Na de val van Adam is het verstand van de mens door duisternis bevangen, waardoor ook de kennis van de wet der natuur verdonkerd is; ook ons toestemmen van de wet is zwakker geworden en er is in de mens een grote hardnekkigheid ontstaan onder invloed van onze lagere driften.   - Na de val van Adam is het verstand van de mens door duisternis bevangen, waardoor ook de kennis van de wet der natuur verdonkerd is; ook ons toestemmen van de wet is zwakker geworden en er is in de mens een grote hardnekkigheid ontstaan onder invloed van onze lagere driften.
-  - God heeft door een nieuwe afkondiging van de wet te kennen gegeven dat Hij de Auteur van de wet der natuur en de natuurlijke kennis is; en tegelijk wil Hij betuigen dat Hij niet wil dat Zijn wet in de wind geslagen wordt. +  - God heeft door een nieuwe afkondiging van de wet te kennen gegeven dat Hij de Auteur van de wet der natuur en de natuurlijke kennis is; en tegelijk wil Hij betuigen dat Hij niet wil dat zijn wet in de wind geslagen wordt. 
-  - God heeft gewild dat er een uitdrukkelijke stem van Zijn gericht en oordeel tegen de zonde zou klinken, en dat men zal weten dat de mensen niet als door toeval gestraft worden, maar door Gods verordening.+  - God heeft gewild dat er een uitdrukkelijke stem van zijn gericht en oordeel tegen de zonde zou klinken, en dat men zal weten dat de mensen niet als door toeval gestraft worden, maar door Gods verordening.
   - Zo hebben wij mensen een bepaalde manier om God te dienen en te eren.   - Zo hebben wij mensen een bepaalde manier om God te dienen en te eren.
  
Regel 67: Regel 67:
  
 ==== 13. Kunnen wij aan de wet de gehoorzaamheid geven die van ons geëist wordt? ==== ==== 13. Kunnen wij aan de wet de gehoorzaamheid geven die van ons geëist wordt? ====
 + 
 De wedergeborenen kunnen dat niet; dat leert de ervaring ons maar ook het getuigenis in de Schrift, zoals Jezus Sirach 7:21 en Spreuken 20:9. In 1 Koningen 8:46 lezen we: “Er is immers geen mens die niet zondigt”; en David zegt in Psalm 143:2: “Niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.” Als Paulus in Romeinen 7:21 over goede werken spreekt, zegt hij: “Als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig”; en in Filippenzen 3:12 belijdt hij: “Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn.” Ten slotte getuigt ook de nieuwe Weg die ons gewezen is om hemelwaarts te gaan, namelijk Jezus Christus onze Here, het heel duidelijk, want Paulus zegt in Galaten 2:21: “Indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.” De wedergeborenen kunnen dat niet; dat leert de ervaring ons maar ook het getuigenis in de Schrift, zoals Jezus Sirach 7:21 en Spreuken 20:9. In 1 Koningen 8:46 lezen we: “Er is immers geen mens die niet zondigt”; en David zegt in Psalm 143:2: “Niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.” Als Paulus in Romeinen 7:21 over goede werken spreekt, zegt hij: “Als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig”; en in Filippenzen 3:12 belijdt hij: “Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn.” Ten slotte getuigt ook de nieuwe Weg die ons gewezen is om hemelwaarts te gaan, namelijk Jezus Christus onze Here, het heel duidelijk, want Paulus zegt in Galaten 2:21: “Indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.”
  
Regel 84: Regel 84:
 ==== 16. Wat is het nuttige gebruik of de functie van de zedelijke wet? ==== ==== 16. Wat is het nuttige gebruik of de functie van de zedelijke wet? ====
  
-Dat is van drieërlei aard, namelijk het weren of beteugelen van de zonde, het veroordelen ervan en het onderwijs eruit.+Dat gebruik of die functie is van drieërlei aard, namelijk het weren of beteugelen van de zonde, het veroordelen ervan en het onderwijs eruit.
  
 Het eerste gebruik is uitwendig, omdat het te maken heeft met het recht, de straf en het maatschappelijk nut. Dit gebruik is het ook waardoor zelfs een niet-wedergeboren mens van de zonde wordt weerhouden; dat komt door de vrees die er is voor straf en door de angst voor Gods wraak. Dat is nodig om het maatschappelijk leven van de mensen en de vrede te handhaven. De apostel houdt ons in 1 Timoteüs 1:9 voor “dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars”. Met het eerste bedoelt hij te zeggen dat deze wet niet zozeer de rechtvaardiging of het oordeel van deze rechtvaardigen betreft, maar meer een eisend karakter heeft. Het is bij hen echter net als bij een moeder die haar kinderen vanzelf liefheeft en hun te eten en te drinken geeft. Ze hoeft daar door de wet helemaal niet toe gedwongen te worden, al is het wel waar dat de wet dit ook van haar eist. Het eerste gebruik is uitwendig, omdat het te maken heeft met het recht, de straf en het maatschappelijk nut. Dit gebruik is het ook waardoor zelfs een niet-wedergeboren mens van de zonde wordt weerhouden; dat komt door de vrees die er is voor straf en door de angst voor Gods wraak. Dat is nodig om het maatschappelijk leven van de mensen en de vrede te handhaven. De apostel houdt ons in 1 Timoteüs 1:9 voor “dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars”. Met het eerste bedoelt hij te zeggen dat deze wet niet zozeer de rechtvaardiging of het oordeel van deze rechtvaardigen betreft, maar meer een eisend karakter heeft. Het is bij hen echter net als bij een moeder die haar kinderen vanzelf liefheeft en hun te eten en te drinken geeft. Ze hoeft daar door de wet helemaal niet toe gedwongen te worden, al is het wel waar dat de wet dit ook van haar eist.
Regel 107: Regel 107:
  
   - Het menselijk verstand dwaalt heel gemakkelijk zodra het niet door Gods Woord wordt bestuurd.   - Het menselijk verstand dwaalt heel gemakkelijk zodra het niet door Gods Woord wordt bestuurd.
-  - God wil niet dat wij naar eigen vermogen en inzicht onze dingen doen en ons godsdienstig leven leiden, maar Hij wil dat we ons laten leiden door Zijn Woord. Zo zegt Psalm 119:105 dat: “Uw woord is een lamp voor mijn voet.” En in Matteüs 15:9 staat: “Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.”+  - God wil niet dat wij naar eigen vermogen en inzicht onze dingen doen en ons godsdienstig leven leiden, maar Hij wil dat we ons laten leiden door zijn Woord. Zo zegt Psalm 119:105 dat: “Uw woord is een lamp voor mijn voet.” En in Matteüs 15:9 staat: “Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.”
   - Het voorschrift om godvruchtig en goed te leven dat de Heilige Geest ons voorhoudt, is niet anders dan wat de wet voorschrijft.   - Het voorschrift om godvruchtig en goed te leven dat de Heilige Geest ons voorhoudt, is niet anders dan wat de wet voorschrijft.
   - De overblijfselen van het vlees zijn sterk. De gelovigen zijn immers niet in alles wedergeboren, en daarom is het nodig dat ze van dag tot dag en hoe langer hoe meer door de wil van God worden onderwezen, en dat hun natuurlijke traagheid om het goede te doen door de goddelijke vermaningen wordt aangespoord en geprikkeld om onmiddellijk te gehoorzamen.   - De overblijfselen van het vlees zijn sterk. De gelovigen zijn immers niet in alles wedergeboren, en daarom is het nodig dat ze van dag tot dag en hoe langer hoe meer door de wil van God worden onderwezen, en dat hun natuurlijke traagheid om het goede te doen door de goddelijke vermaningen wordt aangespoord en geprikkeld om onmiddellijk te gehoorzamen.
Regel 121: Regel 121:
 22:5-11)), het zaaien((*Leviticus 19:19)), het ploegen((*Deuteronomium 22:10)), de vrucht((In het Latijn staat hier //praeputio//, wat zoveel betekent als voorhuid. In de Hebreeuwse tekst van Leviticus 19:23 wordt de vrucht van de boom namelijk letterlijk een voorhuid genoemd, wat doet denken aan de besnijdenis: zoals een zoon niet besneden mocht worden voor de achtste dag, mocht de vrucht van de boom niet gegeten worden voordat er drie jaren voorbij waren gegaan.)) van de bomen((*Leviticus 19:23)), het vangen van vogels((*Deuteronomium 22:6)) en dergelijke. Er waren ook voorschriften die ten dienste van de godsdienstige ceremoniën werden voorgeschreven zolang het maatschappelijk bestuur onder de wet van Mozes duurde; eerst gebeurde dat in de tabernakel die men kon meenemen tijdens de reis, en daarna in de tempel die op een vaste plaats stond; en ook wel op andere plaatsen buiten tabernakel en tempel om. 22:5-11)), het zaaien((*Leviticus 19:19)), het ploegen((*Deuteronomium 22:10)), de vrucht((In het Latijn staat hier //praeputio//, wat zoveel betekent als voorhuid. In de Hebreeuwse tekst van Leviticus 19:23 wordt de vrucht van de boom namelijk letterlijk een voorhuid genoemd, wat doet denken aan de besnijdenis: zoals een zoon niet besneden mocht worden voor de achtste dag, mocht de vrucht van de boom niet gegeten worden voordat er drie jaren voorbij waren gegaan.)) van de bomen((*Leviticus 19:23)), het vangen van vogels((*Deuteronomium 22:6)) en dergelijke. Er waren ook voorschriften die ten dienste van de godsdienstige ceremoniën werden voorgeschreven zolang het maatschappelijk bestuur onder de wet van Mozes duurde; eerst gebeurde dat in de tabernakel die men kon meenemen tijdens de reis, en daarna in de tempel die op een vaste plaats stond; en ook wel op andere plaatsen buiten tabernakel en tempel om.
  
-==== 21. Wat hield het gebruik van de ceremoniën en offers in? ====+==== 21.  Wat hield het gebruik van de ceremoniën en offers in? ====
  
   - Ze waren een beeld van de inwendige, geestelijke dienst aan God, die men Hem verschuldigd was.   - Ze waren een beeld van de inwendige, geestelijke dienst aan God, die men Hem verschuldigd was.
   - Ze lieten de verdorvenheid zien van de zonde die in de mensen woont, en tegelijk ook wat zij vanuit zichzelf verdienen, namelijk de dood en het eeuwige oordeel – en als zodanig waren ze ook een uitvloeisel van de zedelijke wet.   - Ze lieten de verdorvenheid zien van de zonde die in de mensen woont, en tegelijk ook wat zij vanuit zichzelf verdienen, namelijk de dood en het eeuwige oordeel – en als zodanig waren ze ook een uitvloeisel van de zedelijke wet.
-  - Het waren voor de gelovigen een zichtbare en tastbare prediking van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van de ellendige gevolgen van de dood en het oordeel verlost zijn. Als zodanig zijn ze vooruitwijzingen van het evangelie geweest, waarbij in het bijzonder de wet een tuchtmeester tot Christus wordt genoemd.((*Galaten 3:24)) De besnijdenis leerde aan het beloofde geestelijke nageslacht van Abraham dat de oudtestamentische afwassingen met kracht verwezen naar de afwassing van de vuile zonden door het bloed van Christus. De offers waren een afschaduwing van het komende slachtoffer, Christus. Daarom lezen we in Kolossenzen 2:17 en in Hebreeën 10:1 dat de wet slechts een schaduw had van de toekomstige goederen, en niet de gestalte van de dingen zelf, maar dat de werkelijkheid zelf van Christus is.((*Kolossenzen 2:17 *Hebreeën 10:1))+  - Ze waren voor de gelovigen een zichtbare en tastbare prediking van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van de ellendige gevolgen van de dood en het oordeel verlost zijn. Als zodanig zijn ze vooruitwijzingen van het evangelie geweest, waarbij in het bijzonder de wet een tuchtmeester tot Christus wordt genoemd.((*Galaten 3:24)) De besnijdenis leerde aan het beloofde geestelijke nageslacht van Abraham dat de oudtestamentische afwassingen met kracht verwezen naar de afwassing van de vuile zonden door het bloed van Christus. De offers waren een afschaduwing van het komende slachtoffer, Christus. Daarom lezen we in Kolossenzen 2:17 en in Hebreeën 10:1 dat de wet slechts een schaduw had van de toekomstige goederen, en niet de gestalte van de dingen zelf, maar dat de werkelijkheid zelf van Christus is.((*Kolossenzen 2:17 *Hebreeën 10:1))
   - Het waren tekenen of sacramenten, waardoor de Heilige Geest duidelijk wilde werken – en dan niet op de manier van het al ‘gewerkte werk’, zoals men dat noemt, maar door middel van het geloof. Daarom worden de offers ook wel een verzoening of wegneming van de zonden genoemd.((*Leviticus 16:27))   - Het waren tekenen of sacramenten, waardoor de Heilige Geest duidelijk wilde werken – en dan niet op de manier van het al ‘gewerkte werk’, zoals men dat noemt, maar door middel van het geloof. Daarom worden de offers ook wel een verzoening of wegneming van de zonden genoemd.((*Leviticus 16:27))
   - Het waren kentekenen van de belijdenis, tekenen van onderscheid en het bestaan van een tussenmuur, waardoor de Israëlitische gemeente werd onderscheiden van de heidenen en tegelijk ook de overvloedige afgodendienst van de heidenen werd geweerd.   - Het waren kentekenen van de belijdenis, tekenen van onderscheid en het bestaan van een tussenmuur, waardoor de Israëlitische gemeente werd onderscheiden van de heidenen en tegelijk ook de overvloedige afgodendienst van de heidenen werd geweerd.
Regel 150: Regel 150:
 ==== 25. Is de ceremoniële wet afgeschaft? ==== ==== 25. Is de ceremoniële wet afgeschaft? ====
  
-Ja, zij is niet meer van kracht, maar dan niet zozeer wat de diepere zin ervan betreft. Ze mag in de Schrift dus ook gelezen worden, want ze kan ons onderwijs geven over Christus Jezus; maar het uitwendig onderhouden van deze wet geldt niet meer. Daniël 9:27 zegt ons: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden.” En Christus zegt in Matteüs 11:13: “Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.” In Johannes 1:17 staat: “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” Daarom zijn de ceremoniën langs de weg van een openbaar besluit door de Heilige Geest in de vergadering van de apostelen te niet gedaan; zie daarvoor Handelingen 15:6 en verder. Ze kunnen nu ook niet meer opnieuw worden gepraktiseerd, want ze wezen op Christus, maar Hij is gekomen en heeft ze alle vervuld. Hij heeft het bewijsstuk van onze schuld uitgewist, “dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde” (Kolossenzen 2:14).+Ja, zij is niet meer van kracht, maar dan niet zozeer wat de diepere zin ervan betreft. Ze mag in de Schrift dus ook gelezen worden, want ze kan ons onderwijs geven over Christus Jezus; maar het uitwendig onderhouden van deze wet geldt niet meer. Daniël 9:27 zegt ons: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden.” En Christus zegt in Matteüs 11:13: “Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.” In Johannes 1:17 staat: “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.” Daarom zijn de ceremoniën langs de weg van een openbaar besluit door de Heilige Geest in de vergadering van de apostelen tenietgedaan; zie daarvoor Handelingen 15:6 en verder. Ze kunnen nu ook niet meer opnieuw worden gepraktiseerd, want ze wezen op Christus, maar Hij is gekomen en heeft ze alle vervuld. Hij heeft het bewijsstuk van onze schuld uitgewist, “dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde” (Kolossenzen 2:14).
  
-De ceremoniën waren plechtige instellingen die van onze schuld en onreinheid spraken. Maar in Hebreeën 10:14 staat: “Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.” Dit is ook bevestigd door het scheuren van het voorhangsel van de tempel, toen Christus aan het kruis Zijn lijden onderging.((*Matteüs 27:51)) Daarom zegt Paulus in Galaten 5:2: “Indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen.”+De ceremoniën waren plechtige instellingen die van onze schuld en onreinheid spraken. Maar in Hebreeën 10:14 staat: “Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.” Dit is ook bevestigd door het scheuren van het voorhangsel van de tempel, toen Christus aan het kruis zjn lijden onderging.((*Matteüs 27:51)) Daarom zegt Paulus in Galaten 5:2: “Indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen.”
  
 In plaats van deze ceremoniële wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die in de christelijke gemeente moeten worden onderhouden. Dat moet gebeuren naar de richtlijn die Hij heeft ingesteld, en wel tot aan het einde van de wereld. Zie Marcus 16:15 en verder, waar Christus het bevel geeft om heen te gaan in de wereld, daar het evangelie te verkondigen en te dopen die zullen geloven. En in 1 Korintiërs 11:26 staat: “Verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” Maar dingen die plaatselijk tot de gang van zaken behoren, heeft Hij in de vrijheid van de gemeenten gesteld. In plaats van deze ceremoniële wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die in de christelijke gemeente moeten worden onderhouden. Dat moet gebeuren naar de richtlijn die Hij heeft ingesteld, en wel tot aan het einde van de wereld. Zie Marcus 16:15 en verder, waar Christus het bevel geeft om heen te gaan in de wereld, daar het evangelie te verkondigen en te dopen die zullen geloven. En in 1 Korintiërs 11:26 staat: “Verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” Maar dingen die plaatselijk tot de gang van zaken behoren, heeft Hij in de vrijheid van de gemeenten gesteld.
Regel 158: Regel 158:
 ==== 26. Maar is ook de burgerlijke wet afgeschaft? ==== ==== 26. Maar is ook de burgerlijke wet afgeschaft? ====
  
-Ja, in die zin dat geen enkele natie gehouden is om de burgerlijke wetten van het volk Israël te onderhouden. Het staat elke vorst vrij om al naar gelang plaats, tijd, personen en omstandigheden de manier en de vormgeving van de straffen zelf te bepalen. De burgerlijke wet verbindt namelijk alleen degenen aan wie ze gegeven is. De wet die voor een bepaalde tijd gegeven is, behoudt ná die tijd niet langer haar gezag; en zo is ze aan de Israëlieten ook slechts voor een zekere tijd gegeven. “De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn” (Genesis 49:10). Zo mag ook het woord van Christus Zelf worden opgevat dat hij in Lucas 16:16 spreekt: “De wet en de profeten gaan tot Johannes”; met “de wet en de profeten” wordt namelijk de burgerlijke wetgeving die Mozes had ingesteld.+Ja, in die zin dat geen enkele natie gehouden is om de burgerlijke wetten van het volk Israël te onderhouden. Het staat elke vorst vrij om al naar gelang plaats, tijd, personen en omstandigheden de manier en de vormgeving van de straffen zelf te bepalen. De burgerlijke wet verbindt namelijk alleen degenen aan wie ze gegeven is. De wet die voor een bepaalde tijd gegeven is, behoudt ná die tijd niet langer haar gezag; en zo is ze aan de Israëlieten ook slechts voor een zekere tijd gegeven. “De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn” (Genesis 49:10). Zo mag ook het woord van Christus zelf worden opgevat dat hij in Lucas 16:16 spreekt: “De wet en de profeten gaan tot Johannes”; met “de wet en de profeten” wordt namelijk de burgerlijke wetgeving die Mozes had ingesteld.
  
-De burgerlijke wet [onder Israël] is dus een door de tijd begrensd recht geweest, en daarom worden de christenen niet gedwongen hun burgerlijke regering en wetgeving op dezelfde manier in te richten als dat onder het volk Israël gebeurde. Het is hun dus toegestaan om zich te voegen naar de burgerlijke wetten van hun volk, voor zover die overeenkomen met de wet die de natuur voorschrijft én met de Tien Geboden.((*Romeinen 14:1)) “Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, om des Heren wil.”((*1 Petrus 2:13)) Bovendien heeft God de burgerlijke regering onder de wetgeving van Mozes in Israël door Zijn onverbiddelijk oordeel uitgeroeid.((*Matteüs 24:15))+De burgerlijke wet [onder Israël] is dus een door de tijd begrensd recht geweest, en daarom worden de christenen niet gedwongen hun burgerlijke regering en wetgeving op dezelfde manier in te richten als dat onder het volk Israël gebeurde. Het is hun dus toegestaan om zich te voegen naar de burgerlijke wetten van hun volk, voor zover die overeenkomen met de wet die de natuur voorschrijft én met de Tien Geboden.((*Romeinen 14:1)) “Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, om des Heren wil.”((*1 Petrus 2:13)) Bovendien heeft God de burgerlijke regering onder de wetgeving van Mozes in Israël door zijn onverbiddelijk oordeel uitgeroeid.((*Matteüs 24:15))
  
 Die burgerlijke wetgeving is niet afgeschaft voor zover het gaat om het wezen en het doel ervan, namelijk de natuurlijke en algemene gerechtigheid die afkomstig is van het goddelijk en natuurlijk recht. De algemeen geldende zedelijke wet zegt namelijk dat díegenen gestraft moeten worden die de menselijke gemeenschap in de war schoppen. Er moet immers oprecht naar vrede en rust gestreefd worden, waarbij recht en gerechtigheid gehandhaafd blijven. Die burgerlijke wetgeving is niet afgeschaft voor zover het gaat om het wezen en het doel ervan, namelijk de natuurlijke en algemene gerechtigheid die afkomstig is van het goddelijk en natuurlijk recht. De algemeen geldende zedelijke wet zegt namelijk dat díegenen gestraft moeten worden die de menselijke gemeenschap in de war schoppen. Er moet immers oprecht naar vrede en rust gestreefd worden, waarbij recht en gerechtigheid gehandhaafd blijven.
Regel 176: Regel 176:
   - Die van de antinomianen of wetbestrijders en van andere vrijgeesten die het gevoelen uitdragen dat de christenen niet meer met Gods wet der zeden te maken hebben en dat men in de kerk niet meer behoort te preken over de Tien Geboden, omdat de gelovigen door Gods Geest al wedergeboren zijn.   - Die van de antinomianen of wetbestrijders en van andere vrijgeesten die het gevoelen uitdragen dat de christenen niet meer met Gods wet der zeden te maken hebben en dat men in de kerk niet meer behoort te preken over de Tien Geboden, omdat de gelovigen door Gods Geest al wedergeboren zijn.
   - Die van de farizeeërs, die van mening waren dat het mogelijk en zelfs heel gemakkelijk is om de wet te vervullen.((*Matteüs 19:20)) Ook beweren zij dat er sommige uiterst belangrijke geboden zijn die de grootste zonden betreffen zoals doodslag, overspel, het afleggen van een meineed; daarnaast zijn er volgens hen ook heel kleine zonden, waarvan God vindt dat het niet zo erg is als die gedaan worden. Als voorbeeld noemen ze dan de innerlijke verlangens die van Gods wet afwijken.((*Matteüs 5:19)) Hierbij hoort ook de dwaling van hen en van de Ebonieten, die leerden dat het onderhouden van de ceremoniële wet bij het Evangelie gevoegd moet worden.   - Die van de farizeeërs, die van mening waren dat het mogelijk en zelfs heel gemakkelijk is om de wet te vervullen.((*Matteüs 19:20)) Ook beweren zij dat er sommige uiterst belangrijke geboden zijn die de grootste zonden betreffen zoals doodslag, overspel, het afleggen van een meineed; daarnaast zijn er volgens hen ook heel kleine zonden, waarvan God vindt dat het niet zo erg is als die gedaan worden. Als voorbeeld noemen ze dan de innerlijke verlangens die van Gods wet afwijken.((*Matteüs 5:19)) Hierbij hoort ook de dwaling van hen en van de Ebonieten, die leerden dat het onderhouden van de ceremoniële wet bij het Evangelie gevoegd moet worden.
-  - Die van de roomsgezinden, die er vast van overtuigd zijn dat de wet door een wedergeboren mens in de situatie waarin hij is volkomen kan worden onderhouden. Ook beweren zij dat de Heilige Schrift aan de gelovigen verschillende werken toeschrijft, waarvan sommige goed zijn die dus aan de wet voldoen, en sommige verkeerd omdat ze tegen de wet ingaan. Daarmee zeggen ze dus dat de wet geen méér volkomen gehoorzaamheid van de mens eist dan hij in dit leven kan opbrengen. Ook beweren zij dat de mens méér kan doen dan hij de wet verschuldigd is als hij dat wil. Dat worden dan de “overtollige goede werken” genoemd. Daardoor kunnen mensen door het onderhouden van de wet gerechtvaardigd worden en het eeuwige leven verdienen.+  - Die van de roomsen, die er vast van overtuigd zijn dat de wet door een wedergeboren mens in de situatie waarin hij isvolkomen kan worden onderhouden. Ook beweren zij dat de Heilige Schrift aan de gelovigen verschillende werken toeschrijft, waarvan sommige goed zijn die dus aan de wet voldoen, en sommige verkeerd omdat ze tegen de wet ingaan. Daarmee zeggen ze dus dat de wet geen méér volkomen gehoorzaamheid van de mens eist dan hij in dit leven kan opbrengen. Ook beweren zij dat de mens méér kan doen dan hij de wet verschuldigd is als hij dat wil. Dat worden dan de “overtollige goede werken” genoemd. Daardoor kunnen mensen door het onderhouden van de wet gerechtvaardigd worden en het eeuwige leven verdienen.
   - De dwaling van hen die door een verkeerd ijveren de levitische ceremoniën weer in de kerk invoeren.   - De dwaling van hen die door een verkeerd ijveren de levitische ceremoniën weer in de kerk invoeren.
   - De dwaling van dwaze mensen die zonder enig verstand beweren dat christelijke naties alleen geregeerd moeten worden via de burgerlijke wetten van de Israëlieten.   - De dwaling van dwaze mensen die zonder enig verstand beweren dat christelijke naties alleen geregeerd moeten worden via de burgerlijke wetten van de Israëlieten.
-  - De dwaling van de wederdopers, die beweerd hebben dat de aartsvaders niets geloofden van de beloften van het eeuwige leven, maar dat ze zich alleen lieten voeden door beloften die op het uitwendige en lichamelijke leven betrekking hadden. Ze beweren dat omdat van hen gezegd wordt dat ze alleen in en onder de wet verkeerden.((*Romeinen 3:19 *Galaten 4:3-5)) Bovendien wijzen ze op Matteüs 11:13, waarin staat dat al de profeten en de wet tot Johannes toe hebben geprofeteerd.+  - De dwaling van de wederdopers, die beweerd hebben dat de aartsvaders niets geloofden van de beloften van het eeuwige leven, maar dat ze zich alleen lieten voeden door beloften die op het uitwendige en lichamelijke leven betrekking hadden. Ze beweren dat omdat van hen gezegd wordt dat ze alleen in en onder de wet verkeerden.((*Romeinen 3:19 *Galaten 4:3-5)) Bovendien wijzen ze op Matteüs 11:13, waar staat dat al de profeten en de wet tot Johannes toe hebben geprofeteerd.
   - Ten slotte al de dwalingen die afwijken van de werkelijke zin en betekenis van de wet, en ook al de zonden die met de Tien Geboden in strijd zijn.   - Ten slotte al de dwalingen die afwijken van de werkelijke zin en betekenis van de wet, en ook al de zonden die met de Tien Geboden in strijd zijn.


Paginahulpmiddelen