Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


Zijbalk

institutie:19

Dit is een oude revisie van het document!


Inhoud

De wet

1. Waar komt het woord 'wet' vandaan?

Het Latijnse woord voor 'wet' is lex en komt waarschijnlijk van:

  • ligando (binden), omdat de wet degenen bindt die ze gesteld is, hetzij tot ware gehoorzaamheid dan wel tot straf.
  • Of van legendo (lezen) omdat de wetten gewoonlijk in het openbaar gelezen worden.
  • Of van eligendo (verkiezen) omdat ze leert de regel wat men verkiezen of verwerpen zal.

In het Grieks heet de wet nomos, alsof men zei 'nemer', bij wijze van tegennaming(???), omdat ze niemand het zijne beneemt maar juist een ieder geeft wat hem rechtens toekomt.

2. Wat betekent het woord Wet?

  1. In het algemeen wordt het gebruikt voor alle lering die ons wat voorschrijft, gelijk het bij de Hebreeën 'Thora' genoemd wordt, komende van jara(???) dat is: hij heeft geleerd: Zo wordt ook het evangelie een wet genoemd.1) En in Romeinen 3:2727 Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof. wordt het evangelie door een navolgende manier van spreken 'De Wet van het geloof' genoemd. Dat is een leer die de zaligheid voorstelt onder een conditie: zo gij geloofd. Het betekent in Filippenzen 3:55 besneden ten achtsten dage, uit het volk Israël, van de stam Benjamin. het voorschrift of de regel van de Religie of de Godsdienst. Naar welke mening Paulus zegt dat hij een farizeeër geweest is naar de wet, dat is naar de Religie.
  2. Het woord wet betekend in het bijzonder, door een uitnemendheid van spreken het gehele Oude Testament.2)
  3. Als de wet gesteld word tegenover de Profeten, zo betekend ze alleen de boeken van Mozes, en wordt van de Profeten en de Psalmen onderscheiden, zoals 3)zegt. En 4)
  4. Als ze gesteld wordt tegenover het evangelie, zo wordt het gebruikt voor de wet van de zeden en haar aanhangselen, zoals in hetzelfde hoofdstuk 5)
  5. Als het gesteld wordt tegenover de genade, dan betekend het de gramschap van God, de verdoemenis en haar gerechtigheid zoals in 6) en 7).
  6. Soms wordt het gesteld tegenover de waarheid, en dan betekend het de schaduwen, dat is de ceremoniën van de wet. 8).
  7. Als het gesteld wordt tegenover de tijd dat Christus in de wereld gekomen is, zo betekend het de gehele politie of burgerlijke regering, Mozes en zijn afkondigingen(???) zoals 9), En de instelling van het priesterschap 10). 11) 12)
  8. Soms wordt het woord wet door een overnoeming(???) genomen voor het recht, autoriteit, aanzien en gebod(???) of voor de kracht, waardoor wij tot iets gedreven worden, wanneer gezegd wordt: 13) En 14).

3. Wat verstaat gij hier bij het woord: Wet?

Een leer die in het verstand van de mensen van God ingeplant is en eertijds door Mozes verhaalt is, bevelende dingen die heilig en rechtvaardig zijn, belovende het eeuwige leven met zulke voorwaarde: zo gij het alles volbrengt: en de verdoemenis dreigende: zo gij in het allerminst tekort komt.15)

4. Welke bijnamen worden de wet gegeven?

Verschillende, maar in verschillend opzicht: want als er een vergelijking gemaakt wordt tussen de wet en het evangelie, voornamelijk in het hoofdstuk van de rechtvaardigmaking, dan geeft Paulus aan de wet zeer beschimpende namen, maar dat geschied niet om de schuld van de wet, maar om onzent wil. Want hij noemt ze: een lijder en een besloten kerker16), het juk der dienstbaarheid 17)18); de macht of de kracht van de zonde.19); de werking van de toorn en de dood.20); zwakke en gebrekkige inzettingen of beginselen van de wereld.21); de dienst van de dood en de verdoemenis:een dode letter 22), het handschrift dat tegen ons is 23), het verbond tot dienstbaarheid barende.24). Maar de wet in zichzelf aangemerkt zijnde als een leer van God ingesteld en geboden, wordt genoemd 'een heilige wet' en 'een heilig en goed gebod'25) en levendige woorden 26) en 'het gebod tot het leven'.27)

5. Wie is de auteur en de insteller van de wet?

God zelf, die dezelve in de schepping van het begin af in het verstand van de mensen ingestort heeft. Daarna op de berg Sinaï in stenen tafelen gesneden en heeft laten verkondigen.28)

6. Welke zijn de mede-werkende oorzaken, dat is, wie zijn de bedienaars geweest?

  1. De engelen, die geen instellers zijn geweest maar boden en getuigen, die God in de verkondiging van Zijn wet gebruikt heeft.29) En 30)

"en zij is op last van (God) door engelen in de hand van een middelaar gegeven", dat is, zij is Mozes Zijn bode gegeven door de dienst van de engelen.

Mozes, die van God in het bijzonder daartoe gesteld is geweest.31) 32) Hetwelk in 33) bevestigt wordt: want Mozes als een middelaar tussen God en het volk 34), twee maal van de berg komende, heeft twee tafelen, die hij van God door de dienst van de engelen ontvangen had, tot de Israëlieten gebracht.35)

7. Welke is de materie, stof of inhoud of het voorwerp van de wet?

De liefde van(???) tot(???) God en de naasten.36)

8. Hoe velerlei is de wet van Mozes?

Drieërlei: de wet van de zeden, de wet van de ceremoniën en de wet van de vierschaar of de burgerlijke wet.37) Van welke de wet van de zeden aan de Joden met de andere heidenen gemeenschappelijk is geweest, en de wet van de ceremoniën en de burgerlijke wet zijn haar eigen geweest en als haar stadsrechten.

9. Wat is de wet van de zeden?

Het is een goddelijk gebod, inhoudende een regel om godvruchtig en rechtvaardig voor God te leven, eisende van alle mensen een volkomen en altijd durende gehoorzaamheid tegenover God. Belovende het eeuwige leven aan hen die gehoorzaam geweest zijn. Maar de dood en verdoemenis dreigende hen die ze niet volkomen volbracht zullen hebben.38) Zij wordt de wet der zeden genoemd omdat ze een gedurige regel is voor het leven, daar een ieders zeden en manieren zowel tegen God als tegen de naaste moeten toegepast worden en sommierlijk(???) in de tien geboden begrepen zijn.39)

10. Welke is het verschil tussen deze wet van de zeden en de menselijke wetten aangaande de zeden?

Het verschil is heel groot: Want de menselijke wetten eisen of verbieden alleen uiterlijke werken, en zijn een discipline of onderwijzing die alleen overlopener(???) wijze geschied. En alleen een inwendige sturing en matiging van het gemoed en gezindheden naar het oordeel van ons verstand. Maar de wet van God vereist niet alleen uiterlijke werken en daden, maar bekering van de gehele natuur tot God. Een absoluut volkomen gehoorzaamheid en een inzet van al onze emoties naar de altijd durende regel van het verstand van God en geestelijke bewegingen die oprecht en zuiver met de wet overeenkomen. Welk Paulus gevoelen is in Romeinen 7:1414 Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde.: De wet is geestelijk. En in Deuteronomium 6:55 Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.: Gij zult de Heere uw God liefhebben met uw ganse hart. En: Gij zult niet begeren…40).

Ten andere, die wetten verkondigen ons alleen tijdelijke straffen: maar de wetten van God eeuwige gramschap en tegelijk tijdelijke en eeuwige straffen.

11. Is de wet van de zeden verscheiden van de wet van de natuur?

Nee.

Waarom is het dan nodig geweest dat de tien geboden verkondigt werden?

  1. Omdat na de val van Adam de verstanden van de mensen met duisternis bevangen zijn, die de kennis van de wet van de natuur verduistert heeft: omdat het toestemmen ook zwakker geworden is en in de mens een grote halstarrigheid gekomen is der benedenste krachten.
  2. Omdat God heeft willen te kennen geven door deze nieuwe verkondiging, dat Hij een auteur van de wet van de natuur en van de natuurlijke verkondiging is, en tegelijk ook betuigen dat Hij niet wil dat men Zijn wet zo in de wind zal slaan.
  3. Hij heeft gewild dat er een uitgedrukte stem van zijn grecht en oordeel tegen de zonde zou zijn, en dat men wist dat de straffen de mensen niet bijgeval overkomen, maar door de beschikking van God.
  4. Opdat wij een zekere manier hadden om God te dienen en te eren.

12.Wat is het (doel) einde van de wet?

1 Timoteüs 1:55 En het doel van (alle) vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof.: En het doel van (alle) vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof.

13. Kunnen wij de wet wel zodanig gehoorzamen als ze van ons eist?

Dat de wedergeborenen dat ook niet kunnen leert ons niet alleen de ervaring en het getuigenis van de Schrift:41) "Geen mens is er die niet zondigt". David in:42) 'Niemand die leeft zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn'. En Paulus in Romeinen 7:2121 Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig.: "Degenen die het goede wil doen, (want hij spreekt van een enig werk dat goed is) ligt het kwaad bij." En in Filippenzen 3:1212 Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben.: "Niet dat ik het alreeds verkregen heb, of alreeds volmaakt ben". Maar ook de nieuwe weg, die ons hemelwaarts wijst, waar Christus Jezus is, onze Heere, die betuigt dat duidelijk: 'Want indien de rechtvaardigheid uit de wet is," zegt Paulus in Galaten 2:2121 Ik ontneem aan de genade Gods haar kracht niet; want indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven., "zo is dan Christus tevergeefs gestorven."

14. Is God dan niet onrechtvaardig, dat Hij onmogelijke dingen van ons eist?

Dat zij verre, want Hij eist van ons, dat van Hem is, en dat Hij tevoren gegeven heeft. Want Hij had in de schepping onze eerste ouders het vermogen gegeven om de wet te volbrengen: Gelijk wanneer iemand aan een ander geld leende, en dat deze het geld door zijn verzuim en schuld verloor of doorbracht, zodat hij het geld niet terug kon betalen, de schuld-heer nochtans niet zou kunnen beschuldigt worden van ongerechtiheid, indien hij het geleende geld van hem en zijn erfgenamen terugeistte.

15. Hoe worden dan deze twee spreuken verstaan die Hieronimus toegeschreven worden: 'Vervloekt is hij die zegt, dat God onmogelijke dingen geboden heeft; En vervloekt is hij die zegt, dat het mogelijk is de wet te volbrengen?

Door onderscheid van tijden en personen. God heeft geen onmogelijke dingen geboden aan onze eerste ouders, namelijk voor de val, noch ook aan de wedergeborenen voor wie de wet mogelijk en doenlijk is door de genade, en dat de eersten door toerekening van de voldoening van Christus en door de vergeving van zonden: want het eind of doel, volbrengen en volmaaktheid van de wet, is Christus tot rechtvaardigheid voor een ieder die gelooft.43) En gelijk Ambrosius zegt: 'Die in Christus gelooft, heeft de volmaaktheid van de wet'.

Ten andere, door het beginnen van een nieuw leven te lijden, hetwelk geschied van de Heilige Geest, tot enige trap toe van een goed geweten, naar dewelke zij volmaakt genoemd worden,44) maar door een volkomen volmaaktheid.45) In deze zin zijn de geboden van God niet zwaar,46) omdat ze de vergeving van zonden bij zich hebben 47) en omdat de geest der vernieuwing dusdanig willen in de gelovigen werkt, dat ze een lust en behagen hebben in de wet van God.48). Maar de wet is onmogelijk, namelijk voor de mens in deze verdorven natuur, door zijn eigen krachten en werken: en de schrift schroomt niet te zeggen dat de onderhouding van de wet en juk is, dat noch de apostelen , noch de gelovigen, noch de eerste kerk, noch de eerste vaderen, niet hebben kunnen dragen.49) Het welk ook voorwaar te verstaan is van de wedergeborenen en die gerechtvaardigt zijn.

16. Wat is het gebruik of nuttigheid van de wet van de zeden?

Het gebruik is drieërlei: om te onderhouden of te bedwingen, om te veroordelen en om te leren. Het eerste is uitwendig, het welk ook een tucht of straf en een burgerlijk gebruik genoemd wordt. Dat de mensen, ook diegenen die onherboren zijn, door een vrees voor strsf en een schrik voor Gods wraak, van uiterlijke zonden afhoud en nodig is tot onderhouding van de openbare gemeenschap van de mensen en bescherming van de vrede: welke de apostel ons voorhoud.50) Als Hij zegt "dat de rechtvaardigen de wet niet is gezet" (niet alleen zoveel de rechtvaardigmaking of de verdoemenis belangt, maar zoveel aangaat het bedwang: gelijk een moeder die haar kinder vanzelf liefheeft en voed, door de wet daartoe niet gedwongen zijnde, al is het schoon dat de wet zulks ook gebied), maar de onrechtvaardigen, de halstarrigen enz. En dit gebruik is goed om ieder mens in zijn ambt en schuldige plicht te houden en de uitwendige manieren en zeden te stieren. Met hetwelk de farizeeën en de geveinsden tevreden zijn: ten aanzien van welk gebruik Paulus ook zegt in Filippenzen 3:66 een Hebreeër uit de Hebreeën, naar de wet een Farizeeër, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk. dat hij voor zijn bekering onberispelijk is geweest.

17. Welke is het tweede gebruik?

Inwendig en verborgen, dat het geweten van de mensen raakt, de zonde ontdekt, straft en verdoemt, de mens brengt voor Gods rechterstoel en hem onderwerpt aan het vonnis van de verdoemenis: van welk gebruik men leest in Romeinen 3:2020 daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen.: "Door de wet is de kennis der zonde", en in Romeinen 7:99 Ik heb eertijds geleefd zonder wet; toen echter het gebod kwam, begon de zonde te leven, maar ik begon te sterven.: Ik leefde eertijds zonder de wet, dat is zonder zorg, niet voelende het oordeel van de wet, Maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weer levend geworden, doch ik ben gestorven, dat is , heb verstaan dat ik de dood en de verdoemenis waardig ben, ten aanzien van dit gebruik wordt er gezegd: "dat de wet toorn werkt" (Romeinen 4:1515 De wet immers bewerkt toorn; waar echter geen wet is, is ook geen overtreding.). Omdat ze Gods gramschap en toorn verkondigt en als uitroept dat wij de gramschap van God zijn onderworpen.

En 2 Korintiërs 3:77 Indien nu de bediening des doods, met letters op stenen gegrift, gepaard ging met zulk een heerlijkheid, dat de kinderen Israëls de blik niet op het aangezicht van Mozes konden vestigen om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die toch verdwijnen moest.. De wet is de bediening van de dood, dat is, zij doet ons verstaan uit de kennis van de zonden, dat wij des doods, dat is, de verdoemenis waardig zijn. Dat heeft de wet, niet door haar schuld en gebrek (want van natuur is ze goed en heilig), maar door het gebrek van onze verdorven natuur. Want gelijk de toetssteen niet het goud zelf is, maar alleen een proefsteen, die het oprechte goud van het valse goud onderscheid: alzo is de wet de oorzaak van de zonde niet, maar alleen een toetssteen die het recht onderscheid van het onrecht.51)

Dit gebruik dient daartoe om de overgegeven boze mensen te verschrikken en die zo overgegeven boos niet zijn dweeg(???) te maken en hen te bereiden om hulp te zoeken en die in Christus te verkrijgen. Tot welk aanzien de wet een leidsman of leermeester genoemd wordt. "Galaten 3:2424 De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden.". Want als de wet alle mensen van ongerechtigheid beschuldigde zo vermaande ze ook meteen dat de gerechtigheid, in die beloofde Messias te zoeken was, zo ze niet verloren wilden gaan.

Wij hebben het voorbeeld van dit gebruik bij David. Nadat hij de bestraffing van Nathan had gehoord:52) en Jesaja zegt: "Gelijk een leeuw, zo zal hij al mijn beenderen breken" (Jesaja 38:1313 Dag en nacht geeft Gij mij prijs; tot aan de morgen zoek ik tot rust te komen. Als een leeuw, zo verbreekt Hij al mijn beenderen. Dag en nacht geeft Gij mij prijs.). En Handelingen 2:14,23,3714 Maar Petrus stond met de elven op, en hij verhief zijn stem en sprak hen toe: Gij Joden en allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt, dit zij u bekend en neemt mijn woorden ter ore. (...) 23 deze, naar de bepaalde raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood. (...) 37 Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen, en zij zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannen broeders?: Wanneer de hoorders vaan Petrus prediking van de wet, die de joden de ondankbaarheid tegen God en de doodslag van de onschuldige Christus voorhield, dat is de schending van de twee tafels van de wet, van harte verslagen zijnde zeiden tot de apostelen: "Mannen broeders, wat moeten wij doen?" Welke Petrus antwoord: "Bekeert u" (Handelingen 2:3838 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des heiligen Geestes ontvangen.). Want gelijk levende of ongebluste kalk met water ontstoken wordt en met olie uitgeblust: zo wordt de zonde door de wet door toeval vermeerdert en de angsten van het hart, dat door het oordeel van de wet verslagen is, worden door de olie, dat is, door het aanhoren van de troost van het evangelie geheeld en gezond gemaakt.

18. Welke is het derde gebruik?

Dat is geestelijk, omdat het hen aangaat die door Gods Geest wedergeboren zijn, die hij leert en onderwijst in de ware Godsdienst en de regel om wel te leven. Van welk gebruik in Ezechiël 20:1919 Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen. staat : "Wandelt in mijn inzettingen". Ten aanzien van dit gebruik prijst David ons de wet bijzonder aan met heerlijke lofprijzing Psalm 19:8,98 De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. 9 De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen.: " 8 De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. 9 De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. "

19. Hebben zij die door de Heilige Geest herboren zijn, ook met de Wet van doen, nademaal ze de Heilige Geest tot een leerraar en leidsman hebben?

  1. Zij hebben van doen. Ten eerste, Overmits dat het menselijk vernuft of verstand lichtelijk dwaalt, zo haast als het door Gods Woord niet bestuurd wordt.
  2. God wil niet dat wij naar ons vermogen en goeddenken ons zelfs werken en godsdienst zullen versieren: maar Hij wil dat wij naar Zijn woord zullen bestuurt worden zoals gezegd wordt in Psalm 119:105105 Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.: "Uw Woord is mij een lamp voor mijn voet." En Matteüs 15:99 Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn.: "Tevergeefs eren zij Mij lerende leringen die geboden van mensen zijn."
  3. De regel van godvruchtig en wel leven die de Heilige Geest ons voorschrijft is niet onderscheiden van de regel van de wet.
  4. Om de overblijfselen van het vlees: want de gelovigen zijn in alle delen niet herboren: daarom is het nodig dat ze van dag tot dag hoe langer hoe meer van de wil van God onderwezen en geleerd worden, en dat haar traagheid door de vermaningen als door sporen en prikkels opgewekt wordt om vaardig te gehoorzamen.

20. Welke is de wet van de ceremoniën?

Die leerde de kerkelijke gebruiken en de uitwendige ceremoniën als

  1. De offers.
  2. De heilige dingen of plaatsen en vaten of tijden en vieringen.
  3. De sacramenten.
  4. Enige onderhouding in spijs,53), in kleding,54) zaaien,55) ploegen,56) vruchten van de bomen,57), vogels vangen58) en andere dergelijke dingen die ook de uitwendige godsdienst leerde. Die waren zolang in het gebruik als de politie of burgerlijke regering. Mozes duide(???) zo met de eerste tabernakel die men kon dragen: die in een zekere plaats vast stond: als daar buiten.

21. Wat was het nut van de ceremoniën en offers?

  1. Dat ze schilderijen of beelden zouden zijn van de inwendige godsdienst, die men God verschuldigd was.
  2. Dat ze de onreinheid zouden vertonen van de zonde die in de mensen is, en betuigen wat de mensen bij zichzelf verdienden, namelijk de dood en de eeuwige verdoemenis en in zo verre waren het de aanhangsels van de wet der zeden.
  3. Dat het voor de vromen zichtbare en tastbare predikingen zouden zijn van het lijden en de dood van Christus, waardoor zij van die ellendigheid verlost zouden worden. En in dat opzicht zijn het voorbeelden geweest van het evangelie, en dat in het bijzonder ten aanzien van de wet, die een leider59) of leermeester tot Christus genoemd wordt. Want de besnijdenis leerde het geestelijk beloofde zaad van Abraham: de wassingen vermaanden de afwassing van de vuilheid door het bloed van Christus: de offers waren schaduwen en voorbeelden van het toekomende Slachtoffer: daarom leest men in Kolossenzen 2:1717 dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is. en Hebreeën 10:11 Want daar de wet slechts een schaduw heeft der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf, is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelfde offeranden, die onafgebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te volmaken.: "De wet had de schaduw der toekomende goederen en niet van de zaak zelf, maar het lichaam is van Christus."
  4. Dat het tekenen en sacramenten zouden zijn, waardoor de Heilige Geest krachtig zou werken, gebruikt zijnde, niet uit gewracht(???) werk (zoals men dat noemt) maar uit het geloof: in welke zin de offeranden, verzoeningen of ontzondigingen van de zonden genoemd worden.60)
  5. Dat het kenmerken zouden zijn van de belijdenis, tekenen en ondescheidingen of scheidsmuren, waardoor de kerk van de Israëlieten van de andere heidenen onderscheiden werden en geweerd van de menigvuldige afgoderij van de heidenen.

22. Wat is de wet van het gericht of de burgerlijke wet geweest?

Het is een gebod geweest van uiterlijke daden, waardoor de burgerlijke gemeenzaamheid van de Israëlieten moest bestuurd worden: of een Israëlietisch burgerlijk recht van de Magistraten of overheden van onderscheiding van heerlijkheden, uitdeling van erfgoederen, straffen van de misdaden, onderscheiding en heerschappij van erfenis, orden van vierschaar-rechten, handelingen, wijzen van huwelijken, verlatingen, dienstbaarheid, orden en wetten van krijgsgetuigen, woeker, van zijn broeden zaad verwekken, straffen van lasteren, mijneed, de ontheiliging van de sabbat en de ceremoniën, van oproer, van ongehoorzaamheid, van doodslag, van gegeven schade of in goederen, of in het lichaam, van overspel, verkrachting, diefstal en samengevat van alle misdaden tegen ieder gebod van de tien woorden begaan.

23. Wat was het gebruik van de wet van het vierschaarrecht?

  1. De uitoefening van de burgerlijke rechtspraak naar de gelegenheid van plaats, tijd en volk.
  2. Dat ze een heerlijk onderscheid van de andere heidenen zou wezen van de burgerlijke regering (in dewelke de Messias uit een zekere stam zou geboren worden).

24. In hoeverre is de wet afgedaan?

Wat betreft de rechtvaardigmaking, in gelijke voege moet men gevoelen van alle delen van de wet, te weten: dat er niemand rechtvaardig is of tot het eeuwige leven aangenomen wordt om enig werk van de wet.

Wat betreft de gehoorzaamheid, zo moet men de delen van de wet onderscheiden. De wet van de zeden heeft twee delen: de geboden of de regel en richtsnoer van het leven en het aanhangsel van de beloften of dreigementen.

Wat betreft de regel van het leven: de wet zal wat betreft de geboden zelf niet afgedaan worden, noch in dit noch in het toekomende leven.Want God eist een altijd durende liefde tot Hem en zijn schepsel elk in het zijne.

En in dit aanzicht betuigt de Heere dat Hij niet gekomen is om de wet teniet te doen, maar om de wet te vervullen, en dat er niet een stip van de wet vergaan zal, of het zal alles geschieden. Matteüs 5:17,1817 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. 18 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied..

Maar zoveel belangt de aanhangsels, alle beloften van de wet zijn voor de wedergeborenen vast in Christus. 61)

Zoveel de dreigingen, de onverbiddelijke straf van de wet en strafuitvoering aangaat, die zijn voor de wedergeborenen teniet gedaan. Romeinen 6:1414 Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.: "Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade." En Romeinen 8:11 Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.: " Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn ." En Galaten 3:1313 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.: " Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden;" En Galaten 4:4,54 Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, 5 om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen.: Christus is onder de wet geworden, opdat Hij degenen die onder de wet waren verlossen zou.Doch de verdoemden zijn de gehele en haar verdoemelijk vonnis onder worpen naar Galaten 3:1010 Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.: " Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. "

25. Is de wet van de ceremoniën teniet afgedaan?

Zij is teniet gedaan, maar niet voor zoveel de betekenis en de schrift aangaat, dat ze niet gelezen zouden mogen worden, want ze kan ons leren van Christus Jezus. Maar wat betreft het gebruik en de uitwendige onderhouding: Daniël 9:2727 En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.: " En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; " En Christus zegt in Matteüs 11:1313 Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.: "Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe". En Johannes 1:1717 want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.: "want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. " Daarom zijn de ceremoniën door het openbaar besluit van de Heilige Geest in de vergadering van de apostelen, Handelingen 15:66 En de apostelen en de oudsten vergaderden om deze aangelegenheid te overwegen., en volgende, teniet gedaan en kunnen ook niet weer in het gebruik genomen worden, omdat Christus (wiens voorbeelden zij geweest zijn) gekomen is en die alle tezamen vervult heeft. Kolossenzen 2:1414 door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen.: "door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen. " Dat is de ceremoniën, die plechtige of feestelijke werktuigen waren,die betuigen onze schuld en onreinheid. Zo ook Hebreeën 10:1414 Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.: "Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden. " Dat werd ook betekent door het scheuren van het voorhangsel van de tempel in het lijden van Christus.62) Daarom zegt Paulus: Galaten 5:22 Zie, ik, Paulus, zeg u: indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen.: "Zie, ik, Paulus, zeg u: indien gij u laat besnijden, zal Christus u geen nut doen." Voor deze wet heeft Christus de bediening van twee sacramenten ingesteld, die onderhouden moeten worden in de christelijke kerk naar Zijn regel of richtsnoer tot het einde van de wereld toe. Marcus 16:1515 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.. Gaat, predikt, doopt. En in 1 Korintiërs 11:2626 Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.: " Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt. " Maar de dingen die daar tot de orden behoren heeft Hij in de vrijheid van de kerken gesteld.

26. Maar is de wet van het gericht ook niet afgedaan?

Ja, zoveel de verbintenis aangaat, in zoverre namelijk dat geen land gehouden is om de burgerlijke wetten van het volk van Israël aan te nemen. En zoveel belangt de wijze, bepaling en de gedaante van de straffen of de constitutie en instelling door zekere omstandigheden beschreven, die bestaat in het goeddenken en de vrijheid van de vorsten en prinsen, naar de eis van de plaatsen, tijden en personen: want de wet van het burgerlijk recht verbind degenen alleen die ze gegeven is. Zo ook de wet die voor een zekere tijd gegeven is, verliest de autoriteit of macht na die tijd: zij is de Israëlieten alleen en dat voor een zekere tijd gegeven. Genesis 49:1010 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn. "De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn." Daarvan mag ook verstaan worden de spreuk van Christus: Lucas 16:1616 De wet en de profeten gaan tot Johannes; sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin. " De wet en de profeten gaan tot Johannes " , dat is de burgerlijke regering Mozes, zijn tot op Johannes.

Zo is het dat de wet van de vierschaar van een gezet recht geweest is, en de christenen worden derhalve niet gedwongen hun burgerlijke regering op dezelfde wijze te bedienen, als het gemenebest van Israël bedient is geweest, maar het is hun geoorloofd de burgerlijke wetten van haar volk te gebruiken, die overeen komen met de wet van de natuur en de tien geboden naar het gebod uit Romeinen 14:11 Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen.: " Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen. " 63) Ten andere heeft God de burgerlijke regering Mozes door zijn (???) oordeel uitgeroepen. 64)

Maar zij is niet afgedaan wat betreft het wezen en einde of de natuurlijke en algemene gerechtigheid, die daar is van Goddelijk en natuurlijk recht en zo veel het de algemene wet van de zeden aangaat, dat degenen gestraft worden die de menselijke gemeenzaamheid in roer stellen, dat een eerlijke vrede en openbare gerustheid onderhouden wordt, en dat recht en gerechtigheid in zwang gaan.

27. Welke dingen zijn hiervan verschillend?

Het evangelie is van de wet verschillend, waarvan wij spreken zullen in de volgende plaats.

28. Welke dingen strijden hiertegen?

De dwalingen:

  1. Van de Manicheën, die zeiden dat de wet kwaad was, omdat ze de gramschap wraakt,"Romeinen 4:1515 De wet immers bewerkt toorn; waar echter geen wet is, is ook geen overtreding.", daar zij zulks eigenlijk niet doet, maar de overtreding van de wet, en stelden niet God maar ik weet niet wie, een auteur van dezelve te zijn.
  2. Van de Pelagianen, die meenden dat ze van nature geschikt genoeg waren om de wet te volbrengen.
  3. Van de Antinomianen of wetsbestrijders en de vrijgeesten, die meenden dat de christenen met Gods zedelijke wet niets meer te maken hebben, en dat men de tien geboden in de christelijke kerk niet behoord te prediken omdat de gelovigen door Gods Geest herboren zijn.
  4. Van de Farizeeërs, die gemeend hebben dat het zeer licht en mogelijk was de wet te vervullen. 65) En dt er sommige grote geboden zijn, als van de grootste zonden, van de doodslag, overspel, mijneed. En sommige zeer klein, naar welker overtreding God niet veel vraagt, zoals de inwendige genegenheden die van de wet van God afdwalen. 66) Dezelfde dwaling hadden de Ebionieten, die leerden dat men de onderhouding van de wet der ceremoniën moest voegen bij het evangelie.
  5. Van de Papisten, die staande houden, dat de wet volkomen kan worden onderhouden van een wedergeboren mens, naar de staat van diegene, die op de weg is: en dat de Schrift de gelovigen verschillende werken toeschrijft, van welke sommige goed zijn, die de wet voldoen, en sommige kwaad, die tegen de wet strijden. En dat de wet geen volkomen gehoorzaamheid van de mensen eist, dan die in het leven volbracht kan worden. Ja dat de mens meer kan doen, dan hij schuldig is, indien hij wil, die zij overtollige werken noemen. En dat de mensen door de onderhouding van de wet voor God rechtvaardig kan worden en het eeuwige leven verdienen.
  6. Dezelfde dwaling die door een verkeerde ijver de Levitische Ceremoniën weer invoeren in de kerken.
  7. Van de harteloze mensen, die willen dat de gebieden van de christenen alleen door de burgerlijke wetten van de Israëlieten geregeerd worden.
  8. Van de wederdopers, die bedacht hebben dat de Patriarchen van het evangelie en de beloften van het eeuwige leeven niets geloofd hebben (…)
1)
Jesaja 2:3 – “En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem.” Jeremia 31:33 – “Maar dít is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.”
2)
Romeinen 3:19 – “Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God”.
3)
Lucas 24:44 – “Hij zeide tot hen: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden.”
4)
Romeinen 3:21 – “Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen”.
5)
Romeinen 3:28 – “Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet.”
6) , 47)
Romeinen 6:14 – “Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.”
7)
Galaten 5:18 – “Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet.”
8) , 32)
Johannes 1:17 – “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.”
9)
Galaten 3:23 – “Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden.”
10)
Matteüs 11:13 – “Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe”.
12)
Hebreeën 10:1 – “Want daar de wet slechts een schaduw heeft der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf, is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelfde offeranden, die onafgebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te volmaken.”
14)
Romeinen 7:23 – “Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is.”
15)
Jakobus 2:10 – “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).” Galaten 3:10 – “Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.”
16)
Galaten 3:23,24 – “Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden. De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden.”
17)
Galaten 5:1 – “Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.”
18) , 49)
Handelingen 15:10 – “Nu dan, wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen?”
19)
1 Korintiërs 15:56 – “De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet.”
20)
Romeinen 4:15 – “De wet immers bewerkt toorn; waar echter geen wet is, is ook geen overtreding.” Romeinen 7:5 – “Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen”.
21)
Galaten 4:9 – “Nu gij echter God hebt leren kennen, ja, meer nog, door God gekend zijt, hoe kunt gij thans terugkeren tot die zwakke en armelijke wereldgeesten, waaraan gij u weder van meet aan dienstbaar wilt maken?”
22)
2 Korintiërs 3:6-8 – “Die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond, niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. Indien nu de bediening des doods, met letters op stenen gegrift, gepaard ging met zulk een heerlijkheid, dat de kinderen Israëls de blik niet op het aangezicht van Mozes konden vestigen om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die toch verdwijnen moest, hoe zal niet nog meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn?”
23)
Kolossenzen 2:14 – “Door het bewijsstuk uit te wissen, dat door zijn inzettingen tegen ons getuigde en ons bedreigde. En dat heeft Hij weggedaan door het aan het kruis te nagelen”.
24)
Galaten 4:24 – “Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is Hagar.”
25)
Romeinen 7:12 – “Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.”
26) , 33)
Handelingen 7:38 – “Deze is het, die in de vergadering in de woestijn met de engel was, die tot hem sprak op de Sinai, en met onze vaderen; en hij ontving levende woorden om die u te geven.”
27)
Romeinen 7:10 – “En het gebod dat ten leven moest leiden, bleek voor mij juist ten dode te zijn”.
28)
Exodus 32:16 – “De tafelen waren het werk Gods en het schrift was het schrift Gods, op de tafelen gegrift.”
29)
Handelingen 7:53 – “Gij, die de wet ontvangen hebt op beschikking van engelen, doch haar niet hebt gehouden.”
30)
Galaten 3:19 – “Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, en zij is op last van (God) door engelen in de hand van een middelaar gegeven.”
31)
Exodus 19:3,20 – “Toen klom Mozes op tot God, en de Here riep tot hem van de berg, en zeide: Zó zult gij zeggen tot het huis van Jakob en meedelen aan de Israëlieten: (...) Toen daalde de Here neder op de berg Sinai, op de bergtop, en de Here riep Mozes naar de bergtop, en Mozes klom naar boven.”
34)
Deuteronomium 5:5 – “Ik stond te dien tijde tussen de Here en u om u het woord des Heren mede te delen, want gij vreesdet voor het vuur en gij kwaamt de berg niet op - en Hij zeide”.
35)
Exodus 32:15 – “Toen keerde Mozes zich om en daalde van de berg af met de twee tafelen der getuigenis in zijn hand, tafelen, die aan beide zijden beschreven waren: aan de éne en aan de andere zijde waren zij beschreven.” Exodus 34:29 – “Toen Mozes van de berg Sinai afdaalde, - de twee tafelen der getuigenis nu waren in de hand van Mozes, toen hij van de berg afdaalde - wist hij niet, dat de huid van zijn gelaat straalde, doordat hij met Hem gesproken had.”
36)
Matteüs 22:37,39 – “Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. (...) Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.”
37)
Deuteronomium 6:1 – “Dit nu is het gebod, dit zijn de inzettingen en verordeningen, die de Here, uw God, bevolen heeft u te leren om die na te komen in het land, waarheen gij zult trekken om het in bezit te nemen”. Romeinen 9:4 – “Immers, zij zijn Israëlieten, hunner is de aanneming tot zonen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften”.
38)
Leviticus 18:5 – “Ja, gij zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen; de mens die ze doet, zal daardoor leven: Ik ben de Here.” Deuteronomium 27:26 – “Vervloekt is hij, die de woorden van deze wet niet metterdaad volbrengt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.” Galaten 3:12 – “Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven.” Deuteronomium 27:26 – “Vervloekt is hij, die de woorden van deze wet niet metterdaad volbrengt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.” Galaten 3:10 – “Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.”
39)
Exodus 20:10 – “Maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.” Deuteronomium 5:14 – “Maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw rund, noch uw ezel, noch uw overige vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont, opdat uw dienstknecht en uw dienstmaagd rusten zoals gij”.
40)
Deuteronomium 5:21 – “En gij zult niet begeren uws naasten vrouw, gij zult uw zinnen niet zetten op uws naasten huis, noch op zijn akker, noch op zijn dienstknecht, zijn dienstmaagd, zijn rund, zijn ezel, noch op iets, dat van uw naaste is.” Exodus 20:17 – “Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is.”
41)
Prediker 7:21 – “Ook moet gij niet letten op alle woorden die men spreekt, opdat gij niet hoort, dat uw knecht u vervloekt”. Spreuken 20:9 – “Wie kan zeggen: Ik heb mijn hart rein bewaard, ik ben rein van zonde?” * 1 Koningen 8:4646 Wanneer zij tegen U zondigen - er is immers geen mens die niet zondigt - en Gij op hen toornig wordt en hen overlevert aan een vijand, zodat men hen als gevangenen wegvoert naar het land van de vijand, ver of nabij.
42)
*Psalmen 143:2.
43)
Romeinen 10:4 – “Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft.”
44)
Filippenzen 3:15 – “Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren”. 1 Korintiërs 2:6 – “Toch spreken wij wijsheid bij hen, die daarvoor rijp zijn, een wijsheid echter niet van deze eeuw, noch van de beheersers dezer eeuw, wier macht teniet gaat”.
45)
Filippenzen 3:12 – “Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben.”
46)
1 Johannes 5:3 – “Want dit is de liefde Gods, dat wij zijn geboden bewaren. En zijn geboden zijn niet zwaar”.
48)
Romeinen 7:22 – “Want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods”. *Psalmen Romeinen 1:2 – “Dat Hij tevoren door zijn profeten beloofd had in de heilige Schriften”. *Psalmen Romeinen 109:14 – “”. (???)
50)
1 Timoteüs 1:9 – “Wel wetend, dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars, voor onverlaten en onheiligen, voor vadermoorders en moedermoorders en doodslagers”.
51)
Romeinen 7:5-7 – “Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen; maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter. Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.”
52)
2 Samuël 12:1,13 – “En de Here zond Natan tot David. Deze kwam bij hem en zeide tot hem: Er waren in een stad twee mannen; de een was rijk en de ander arm. (...) Toen sprak David tot Natan: Ik heb tegen de Here gezondigd. En Natan zeide tot David: De Here heeft uw zonde vergeven: gij zult niet sterven”.
53)
Deuteronomium 14:6,12,21 – “Elk dier, dat gespleten hoeven heeft - namelijk de beide hoeven geheel gekloofd - en herkauwt onder de dieren, moogt gij eten. (...) Maar deze zijn het, waarvan gij niet eten zult: de arend, de lammergier en de zeearend; (...) Gij zult geen aas eten; aan de vreemdeling, die binnen uw poorten vertoeft, moogt gij het te eten geven, of gij moogt het aan een buitenlander verkopen, want gij zijt een volk, dat de Here, uw God, heilig is. Gij zult een bokje niet koken in de melk van zijn moeder.” Leviticus 17:12 – “Daarom heb Ik tot de Israëlieten gezegd: Niemand van u zal bloed eten. Ook de vreemdeling, die in uw midden vertoeft, zal geen bloed eten.”
54)
Deuteronomium 22:5,11 – “Een vrouw zal geen mansklederen dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de Here, uw God, een gruwel. (...) Gij zult u niet kleden met een kleed van tweeërlei stof, wol en linnen tezamen.”
55)
Leviticus 19:19 – “Mijn inzettingen zult gij bewaren, gij zult van uw vee niet twee verschillende soorten laten paren, uw akker zult gij niet met tweeërlei zaad bezaaien, en een kleed, uit tweeërlei stof vervaardigd, zult gij niet dragen.”
56)
Deuteronomium 22:10 – “Gij zult niet ploegen met een rund en een ezel tezamen.”
57)
Leviticus 19:23 – “Wanneer gij komt in het land en allerlei vruchtbomen plant, dan zult gij de vrucht daarvan als verboden beschouwen; drie jaar lang zal zij u verboden zijn, zij zal niet gegeten worden.”
58)
Deuteronomium 22:6 – “Wanneer gij onderweg een vogelnest aantreft in een of andere boom of op de grond, met jongen of eieren - en de moeder zit op de jongen of de eieren - dan zult gij met de jongen niet ook de moeder wegnemen”.
59)
Galaten 3:24 – “De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden.”
60)
Leviticus 16:27 – “En de stier van het zondoffer en de bok van het zondoffer, waarvan het bloed gebracht werd om verzoening te doen in het heiligdom, zal men buiten de legerplaats brengen en hun huid, hun vlees en hun mest met vuur verbranden.”
61)
Romeinen 8:4 – “Opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.”
62)
Matteüs 27:51 – “En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën, en de aarde beefde, en de rotsen scheurden”.
63)
1 Petrus 2:13 – “Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, om des Heren wil: hetzij aan de keizer, als opperheer”.
64)
Daniël 9:16,17 – “Here, mogen naar al uw gerechtigheid uw toorn en uw grimmigheid zich toch afwenden van uw stad Jeruzalem, uw heilige berg; want om onze zonden en om de ongerechtigheden onzer vaderen zijn Jeruzalem en uw volk tot een smaad geworden voor allen om ons heen. Nu dan, hoor, o onze God, naar het gebed van uw knecht en naar zijn smeking en doe uw aangezicht lichten over uw verwoest heiligdom, - om des Heren wil.” *Matteus Daniël 24:15 – “”.
65)
Matteüs 19:20 – “De jongeling zeide tot Hem: Dat alles heb ik in acht genomen; waarin schiet ik nog te kort?”
66)
Matteüs 5:19 – “Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.”


Paginahulpmiddelen