Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
| institutie:27 [27-06-2025 om 11.32 uur] – Cornelis Bregman | institutie:27 [17-09-2025 om 12.24 uur] (huidige) – Henk van Abbema | ||
|---|---|---|---|
| Regel 106: | Regel 106: | ||
| - Elia is in de hemel opgenomen zonder de pijn en de smart van de dood, waarmee God zijn profetische boodschap door dit openlijk en zichtbaar getuigenis goedkeurde, en de Israëlieten hierdoor van de afgodendienst werden weggetrokken om God werkelijk te dienen en in godsvrucht te leven. Maar Christus heeft eerst geleden en is gestorven vóór Hij ten hemel voer. Hij is echter weer levend geworden en heeft door zijn hemelvaart de heerlijkheid van zijn opstanding bevestigd en daarmee ook alles wat Hij tevoren gezegd en gedaan had. | - Elia is in de hemel opgenomen zonder de pijn en de smart van de dood, waarmee God zijn profetische boodschap door dit openlijk en zichtbaar getuigenis goedkeurde, en de Israëlieten hierdoor van de afgodendienst werden weggetrokken om God werkelijk te dienen en in godsvrucht te leven. Maar Christus heeft eerst geleden en is gestorven vóór Hij ten hemel voer. Hij is echter weer levend geworden en heeft door zijn hemelvaart de heerlijkheid van zijn opstanding bevestigd en daarmee ook alles wat Hij tevoren gezegd en gedaan had. | ||
| - Elia is in een vurige wagen opgevaren door de dienst van de engelen, want hij was – zoals Gregorius ook zegt – alleen maar een mens die daarom de hulp van anderen nodig had. Hij kon niet door zichzelf naar de hemel opvaren, want de zwakheid van zijn lichaam was daarvoor te groot. Christus is echter niet ten hemel gevaren met een wagen maar door zijn eigen kracht, zonder de dienst van engelen. Hij Die alles geschapen had, voer nu in eigen kracht op boven al het geschapene. | - Elia is in een vurige wagen opgevaren door de dienst van de engelen, want hij was – zoals Gregorius ook zegt – alleen maar een mens die daarom de hulp van anderen nodig had. Hij kon niet door zichzelf naar de hemel opvaren, want de zwakheid van zijn lichaam was daarvoor te groot. Christus is echter niet ten hemel gevaren met een wagen maar door zijn eigen kracht, zonder de dienst van engelen. Hij Die alles geschapen had, voer nu in eigen kracht op boven al het geschapene. | ||
| - | - Elia heeft aan Elisa zijn mantel gelaten en twee delen van zijn geest, maar Christus heeft de apostelen zijn mantel omgehangen – dat wil zeggen: Hij heeft hen omgord met de kracht van boven, dus uit de hemel, want Hij vervulde hen met de kracht van de Heilige Geest. Christus heeft zijn apostelen de kracht gegeven om dubbelgrote wonderen te doen die groter waren dan die Hij zelf deed((*Johannes 14:12)). Dat geldt niet voor het wezenlijke van het wonder, maar wel voor het aantal en het krachtige effect ervan. Die wonderen waren niet groter door de kracht van de apostelen zelf, maar door de kracht van hun Meester, | + | - Elia heeft aan Elisa zijn mantel gelaten en twee delen van zijn geest, maar Christus heeft de apostelen zijn mantel omgehangen – dat wil zeggen: Hij heeft hen omgord met de kracht van boven, dus uit de hemel, want Hij vervulde hen met de kracht van de Heilige Geest. Christus heeft zijn apostelen de kracht gegeven om dubbelgrote wonderen te doen die groter waren dan die Hij zelf deed((*Johannes 14:12)). Dat geldt niet voor het wezenlijke van het wonder, maar wel voor het aantal en het krachtige effect ervan. Die wonderen waren niet groter door de kracht van de apostelen zelf, maar door de kracht van hun Meester, |
| - Elia is een burger geworden in het hemelrijk, maar Christus is een Naam gegeven boven alle namen, want Hij heeft veel grotere heerlijkheid gekregen dan de engelen, boven alle “naam die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw” (Efeziërs 1: | - Elia is een burger geworden in het hemelrijk, maar Christus is een Naam gegeven boven alle namen, want Hij heeft veel grotere heerlijkheid gekregen dan de engelen, boven alle “naam die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw” (Efeziërs 1: | ||