Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


Zijbalk

institutie:27

Dit is een oude revisie van het document!


27. De hemelvaart van Christus en de hemel

1. Hoe is de geschiedenis van de hemelvaart van Christus?

Die moet men voornamelijk nemen uit Marcus 16:19 – “De Here [Jezus] dan werd, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand Gods.”: . Een andere beschrijving is naar Lukas in zijn evangelie, .Ook in de *Handelingen der Apostelen . En Paulus zegt er van in Efeziërs 4:88 Daarom heet het: opgevaren naar den hoge voerde Hij krijgsgevangenen mede, gaven gaf Hij aan de mensen. daaromzegt de Schrift Psalm 68:19 – “Gij zijt opgevaren naar den hoge; Gij hebt gevangenen meegevoerd; Gij hebt gaven in ontvangst genomen onder de mensen, ja ook van weerspannigen - om daar te wonen, o Here God.” . En ook in *1Timotheüs Psalm 3:16 – “”. , Hebreeën 4:14 – “Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden.” en Hebreeën 9:24 – “Want Christus is niet binnengegaan in een heiligdom met handen gemaakt, een afbeelding van het ware, maar in de hemel zelf, om thans, ons ten goede, voor het aangezicht Gods te verschijnen”..

2. Wat moet men onder het 'opvaren' verstaan?

Niet een verandering van de ene gestalte in een andere, of een verdwijning. Maar eigenlijk een overzetting, dat wil zeggen een beweging van plaats naar plaats en dat uit een lagere plaats naar een hogere. Want er wordt altijd gesproken over een opklimmen, van een lagere (plaats) tot een hogere te gaan, zoals ook in *2Koningen Hebreeën 2:11 – “Want Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit één; daarom schaamt Hij Zich niet hen broeders te noemen”. , en Psalm 139:8 – “Steeg ik ten hemel - Gij zijt daar, of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde - Gij zijt er”.. Maar het wordt door een menselijke manier van spreken God ook toegeschreven: Genesis 17:22 – “Toen God geëindigd had met hem te spreken, voer Hij van Abraham op.” en Psalm 47:6 – “God is opgevaren onder gejuich, de Here onder bazuingeschal.”. Maar in Johannes 3:13 – “En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.” betekent opvaren ten hemel in het eerste deel van het vers door een allegorie met het licht van het geestelijke verstand begiftigd zijn.

3. Wordt het hier eigenlijk of oneigenlijk genomen?

Eigenlijk voor waar, hetgeen helder genoeg blijkt uit de verschillende manieren van spreken die de evangelisten bij een nadere verklaring gebruikt hebben. Want Markus zegt in . Een . En het is kennelijk dat door het woord 'scheiden' te kennen wordt gegeven dat men wel naar een andere plaats gaat. En Lukas zegt ook waarheen Hij ging: "en Hij wordt opgenomen in de hemel: Hij wordt opgenomen zegt hij, hetgeen ook een zeker teken is van een beweging van uit de ene plaats in de andere. Handelingen 1:9 – “En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.” . Niet dat Hij in Zichzelf onzichtbaar is geworden, maar omdat Hij hoger en verder opgevaren is dan de discipelen met het gezicht van de ogen hebben kunnen volgen. Hierbij komt bnog dat de apostelen zolang zij konden Hem met het gezicht en de ogen volgen, niet als één die verdwijn maar die opvaart. Want "terwijl hij heenvoer". Welke manier van spreken wel duidelijk een beweging van plaats tot plaats uitdrukt; "hielden zij hun ogen gericht naar de hemel" hetgeen heel dwaas zou zijn geweest als zij Hem niet in de hoogte hadden zien opvaren. Tenslotte betuigen de engelen, die hetgeen aan het begrip van de apostelen ontbrak willen verklaren, dat Christus van hen was opgenomen in de hemel (opdat wij geen twijfel zouden hebben over de vraag of het werkelijk gebeurt was) en dat Hij ook op deze manier zoals zij Hem naar de hemel hebben zien gaan zal terugkomen.

Daarom noemen de Griekse oudvaders het Christus opneming die in het vlees geschied is en Christus' opvaart. Uit het onderzoek van welke woorden het blijkt dat Christus' hemelvaart een daad geweest is; niet die onwerkelijk was of in een ogenblik gescheid, maar die werkelijk en onderscheiden was in delen van beweging en voortgang en in tijd en plaats door welke daad Hij opgegaan is van een lagere plaats naar een hogere, namelijk van de aarde in de hemel.

4. Omdat in de tekst van Paulus in Efeze 4:10 (Die nedergedaald is, is ook dezelfde die opgevaren is), het woord nederdalen op figuurlijke wijze vernedering betekent, waarom wordt het woord opgevaren ook niet op figuurlijke wijze geïnterpreteerd voor Zijn verhoging en heerlijkmaking?

Omdat toen Christus van de hemel neder gekomen is, toen was het zonder verandering van plaats omdat Hij alleen God was en geen mens, maar door Zijn nederdaling is Hij mens geworden. Maar als Hij ten hemel gevaren is, is Hij opgevaren met verandering van plaats aangezien Hij God en mens was.

5. Wie is ten hemel gevaren?

Christus, God en mens. Dezelfde die uit de maagd Maria als mens geboren is, Die geleden heeft en gestorven is, Die verrezen is en na Zijn verrijzenis en na Zijn verrijzenis veertig dagen met Zijn discipelen omgang heeft gehad. Die, zeg ik, en geen ander, is opgevaren, . De gehele Christus is dan dadelijk opgevaren omdat deze Christus waarachtig God en waarachtig mens is, maar Hij is ten aanzien van Zijn mensheid met Zijn lichaam eigenlijk en plaatselijk van de aarde in de hemel opgevaren. Evenals hij daarvoor waarachtig en door een plaatselijke beweging vanuit het graf op de aarde van de levenden opgevaren was. Daarom wordt er gezegd bij Markus ten aanzien van de menselijke natuur 'dat Hij opgenomen is'. En bij Lukas in de Handelingen 'dat Hij opgeheven werd'. Want deze dingen kunnen de Godheid niet toegeschreven worden van welke gezegd wordt Jeremia 23:24 – “Zou zich iemand in schuilhoeken kunnen verschuilen, dat Ik hem niet zou zien? luidt het woord des Heren. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? luidt het woord des Heren.”, Ik vervul de hemel en de aarde. Maar hetgeen de ene natuur eigen is wordt door een mededeling der eigenschappen van de gehele persoon van Christus gezegd. En zoals Theodorus zegt: de eigenschappen van de naturen worden de Persoon medegedeeld.

6. Wat is de werkende oorzaak (of auteur) van de hemelvaart van Christus?

Christus zelf die door de almogende kracht van Zijn Godheid Zijn menselijke natuur opvoert en in de hemel gebracht heeft. Maar omdat de goddelijke macht van de Vader en de Zoon één is, daarom wordt deze overzetting in de hemel als ook de opwekking door de kracht van de Vader ook toegeschreven aan Christus. (???). Handelingen 2:33 – “Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort.”: Nu Hij dan door de rechterhand Gods …" dat wil zeggen de kracht en de macht van God "..verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft…" En Handelingen 5:30 – “De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, die gij hebt gehangen aan een hout en omgebracht”.: , deze zeg ik "heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker". Maar de menselijke natuur door de verrijzenis verkregen hebbend en daarmee de eigenschappen of kenmerken (???) van het lichaam dat zich voor het aanzien van de mensen beweegt (???) (om zo te spreken), dit lichaam van de Godheid is opwaarts gestegen en is eigenlijk waarachtig opgevaren: daarom kan zij een verdienstelijke oorzaak van de hemelvaart genoemd worden. (??? kan er niet meer van maken)

7. Waaruit zal men de manier en de zekerheid van de hemelvaart nemen?

Uit de bijvoegsels of omstandigheden, te weten van de tijd, van de plaats vanwaar Hij opgevaren is, van de wijze van de hemelvaart en van de plaats waarheen Hij opgevaren is, en tenslotte uit de omstandigheden van de getuigen.

8. Op welke tijd is Hij ten hemel opgevaren?

Op de veertigste dag na Zijn opstanding: zoals Hij tot Zijn discipelen van het Koninkrijk Gods gesproken had en hen uitgebreid onderwezen had van de dingen die de zaligheid aan gaan, daarmee hen op die manier geleerd had over Zijn opstanding en van de waarheid over Zijn lichaam, zodat zij er niet meer over konden twijfelen.

9. Van welke plaats is Hij opgevaren?

Lukas zegt in zijn evangelie in dat de discipelen zijn uitgeleid tot buit in Betanië, een dorp in Judea, en dat Christus vandaar is opgevaren. En in Handelingen 1:12 – “Toen keerden zij terug naar Jeruzalem van de berg, genaamd de Olijfberg, die dicht bij Jeruzalem is, een sabbatsreis daarvandaan.” zegt hij dat zij teruggekeerd zijn van de Olijfberg die bij Jeruzalem is, waaruit blijkt dat Christus ten hemele is opgevarenvan een plaats op die berg niet ver van het dorp Bethanië.

10. Waarom heeft Hij deze plaats gekozen?

1. Opdat Hij gelijkerwijs worstelde op de Olijfberg worstelde met de dood, bloed gezweten heeft, tot een zeker bewijs van Zijn menselijke zwakheid en Zijn grote liefde tot ons . Hij van dezelfde berg ten hemel opvarend een zekere bewijs gaf van Zijn godheid. En dat de plaats op dewelke Zijn versmaadheid en lijden begon ook zou dienen tot de heerlijkheid van Christus.

2. Opdat de bergachtige plaatsen ons zouden wijzen op de hemelse.

3. Opdat wij weten zouden dat ons , als wij vanuit dit Bethanië (hetgeen vertaald wordt het Huis der Verdrukkingen) ten hemel varen, de toegang tot de hemelse vreugden door Christus en door veel verdrukkingende ingang in het Koninkrijk Gods verkrijgen.

11. Welke is de wijze van de hemelvaart?

1. Dat als Hij van de Zijnen zou scheiden, Hij hen als een goed huisvader, verheffende Zijn handen naar de hemel, gezegend heeft en Gode bevolen.dat is dat hij hen in de goddelijke beschutting bevolen heeft om te betuigen dat Hij het gezegende Zaad is daar alle volken in gezegend worden. Dat ons de volkomen zaligheid verworven is, dat wij alle vervloekingen verlost zijn en met de Vader verzoend. dat hij al degenen gezegend heeft die in Hem geloven en dat Zijn zegening altijd bondig en vast zal zijn "omdat Hem gegeven is alle macht in de hemel en op de aarde (Mattheus ).

2. Hij is in de hoogte opgenomen waar de discipelen het zagen, Hij is neit verdwenen of in Zichzelf onzichtbaar geworden. Maar in het gezicht van de discipelen is Hij zichtbaar van de aarde (waar Hij eerst was) opwaarts ten Hemel (waar Hij tevoren niet was) gereisd.

3. Hier is Hij gekomen de dienst van de wolk die Hem weg gaande opnam, als een wagen die opwaarts voer en opgevaren zijnde Hem eindelijk van hun ogen weg nam om te betuigen dat Hij Die was waarvan geschreven staat in Psalm 104:3 – “Hij zoldert zijn opperzalen in de wateren, Hij maakt de wolken tot zijn wagen, Hij wandelt op de vleugelen van de wind.” . En om verder de curieusheid en verdere onderzoeking van de Zijnen als door een zeil dat daarvoor hangt te betonen. (???)

12. Waarheen is Hij opgevaren?

Naar de hemel en omdat het woord hemel van voor tweeërlei uitleg of op een andere manier begerpen kan worden, en omdat men het niet zou uitleggen als een hemelse reis of burgerschap zoals er op de aarde ook kan zijn, of alleen van een hemnelse heerlijkheid daarom zegt Lukas dat Hij opgenomen is in de hoogte, en Markus dat Hij opgenomen is in de hemel.In Handelingen 3:2121 Hem moest de hemel opnemen tot de tijden van de wederoprichting aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher. wordt gezegd dat Hij door de hemel moet ontvangen worden zoals Nazianzenus dat ook verklaard in zijn tweede preek over de Zoon: En door de hemelse belofte ontvangen worden tot de tijd van de wederopstanding. En Oecumenius Scholiastes noemt de hemel een vertrekplaats van de Gezondene; (namelijk: Christus), of een plaats die enig ding besluit of omvat als namelijk de plaats van eeuwige zaligheid buiten deze vergankelijke wereld en derhalve boven of buiten alle hemelen. (???)

13. Maar Paulus zegt in Efeze 4:10 dat Hij opgevaren is ver boven alle hemelen?

Zeer wel: want de Schrift maakt gewag v an drie hemelen: die van de lucht, van het hemelrond en van de woonplaats van de zaligen waar Christus in opgenomen is. Ergo, zo wordt er dus gezegd dat Hij opgevaren is boven al de hemelen want Hij is niet gebleven binnen of beneden de wereldse hemelen. Maar Hij is weg gevoerd boven de lucht en het firnament of de hemelse gewelven. Hij is ook niet blijven staan in de hemelen die men aanschouwen kan maar Hij is de opperste hemel ingegeaan die er is boven de bewegende en wereldse hemelen, die doorluchtig zijn en helder vanwege het licht en de heerlijkheid Gods en aan geen verandering onderworpen.Maar zij kan van ons die nog hier op de aarde zijn niet gezien worden. En dit is die hoogte waar ment van leest in Psalm 68:19 – “Gij zijt opgevaren naar den hoge; Gij hebt gevangenen meegevoerd; Gij hebt gaven in ontvangst genomen onder de mensen, ja ook van weerspannigen - om daar te wonen, o Here God.”

14. Hoe wordt die hemel genoemd?

1. de hemel der hemelen, en de hoge woning der hemelen. De allerhoogste plaats. Ook wel de derde hemel ten aanzien van de lucht, welke hemel het dichts nabij ons is en die van de hemelse gewelven.

2. Door uitnemendheid wordt zij ook wel genoemd het paradijs of lusthof omdat zij door het aardse paradijs (dat in Eden werd geplant) in ee voorafschaduwing op aarde is geweest. Zij is ons in plaats van dit aardse paradijs bereid.

3. Het huis Gods des Vaders, de woning of woonstede, huis, zitplaats en de plaats der zaligen: want de Vader is daar Zelf. Zijn heerlijkheid en zijn goederen zijn daar openlijk en zonder verhindering bekend en de gelukzaligen volkomen deelachtig gemaakt.

4. De onderwijzers noemen het ook wel de vurige hemel (Coelum Empyreum). Van vanwege een brand maar omdat zij glinstert van vurig licht.

15. Maar als Christus opgevaren is boven al de wereldse hemelen, dan is Zijn lichaam niet meer in een plaats omdat (zoals ook Aristoteles dat bewijst in zijn eerste boek van de hemel) er boven al de hemelen geen plaats meer is?

Alhoewel dat alle plaatsen niet even duidelijk worden benoemd, noch zodanig gelijk zijn als AristotelesDe Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v.Chr.) wordt samen met Plato en Socrates beschouwd als een van de grootste filosofen uit de klassieke oudheid. Aristoteles wordt gezien als één van de grondleggers van de logica, onder meer door zijn concept van het syllogisme. in zijn boeken Van de Natuurlijke Dingen beschrijft waar nochtans enig lichaam is, daar moet noodzakelijkerwijs een spatie zijn daar het lichaam begrepen is naar de bekend uitspraak van AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme.: Neemt weg van de lichamen spatie van de plaatsen, en zij zullen nergens zijn. En omdat zij vernieuwd zullen zijn, zo zullen zij ook niet zijn. Deze spatie of begrip noemt de Schrift een plaats, Johannes 14:2 – “In het huis mijns Vaders zijn vele woningen - anders zou Ik het u gezegd hebben - want Ik ga heen om u plaats te bereiden”.. Wij stellen daarom de autoriteit van Jezus tegenover die van AristotelesDe Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v.Chr.) wordt samen met Plato en Socrates beschouwd als een van de grootste filosofen uit de klassieke oudheid. Aristoteles wordt gezien als één van de grondleggers van de logica, onder meer door zijn concept van het syllogisme..

16. Is Christus' hemelvaart niet strijdig met hetgeen Hij zegt in Mattheus 28:20: Ik ben met ulieden alle dagen tot de voleinding van deze wereld?

Neen: want AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. zegt: En Hij is weg gegaan, en Hij is hier, Hij zal weerkomen en Hij heeft ons niet verlaten: want Zijn Lichaam heeft Hij in de hemel gebracht, zijn heerlijkheid heeft Hij niet van de wereld weg genomen. Men moet dan het spreken van Christus verstaan ten aanzien van de Godheid die altijd tegenwoordig is en in geen zeker begrip van plaats kan omschreven worden omdat Hij zelfs alle dingen begrijpt: maar voornamelijk door Zijn gedurige tegenwoordigheid in Zijn Kerk waar Hij krachtig werkend is in de harten van de gelovigen en het gaat niet om de tegenwoordigheid van Zijn mensheid die eindig is en in een zekere plaats bepaald waarvan Hij zegt Johannes 12:8 – “Want de armen hebt gij altijd bij u, maar Mij hebt gij niet altijd.”: . En in Mattheus Johannes 24:23 – “”. heeft Hij voorzegd dat de Anti-christenen zullen zeggen: Ziet hier is Christus; ziet daar is Christus. En Paulus beveelt ons dat wij de dood van de Heere verkondigen totdat Hij komet (1 Korinthe Johannes 11:26 – “En een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?”).

17 Wat is het dan dat Paulus zegt in Efeze 4:10 dat Christus opgevaren is boven al de hemelen opdat Hij alle dingen vervullen zou?

Dat is opdat Hij door Zijn gaven en weldaden die Hij door de Heilige Geest uitstort, Zijn ganse gemeente bestaande uit joden en de heidenen rijk zou maken. Want zo wordt het woord vervullen gebruikt. En op die wijze past dit woordje op hetgeen dat Hij tevoren in Psalm 68:19 – “Gij zijt opgevaren naar den hoge; Gij hebt gevangenen meegevoerd; Gij hebt gaven in ontvangst genomen onder de mensen, ja ook van weerspannigen - om daar te wonen, o Here God.” gezegd heeft. Hierbij wordt een gelijkenis genomen h van prinsen of grote machthebbers die na een behaalde overwinning het hele volk hun milddadigheid bewijzen, òf met algemene maaltijden, òf met geschenken. Of versta het zoals Bernardus het uitlegt: opdat Hij het alles vervulde, dat namelijk voorzegd was en voor onzer zaligheid noodzakelijk is.

18. Wie zijn de getuigen?

De engelen: want het betaamde dat degenen die Hij in Zijn ontvangenis, geboorte, verzoeking en opstanding de getuigenis en de dienst van de engelen gebruikt had, nu opnieuw te gebruiken als getuigen wanneer hij een treffelijk werk van Zijn Goddelijke Majesteit zou doen: en dat (ten eerste) ze de droefheid die de apostelen hadden vanwege het afscheid van hun goedertieren Heer en Meester zouden verzachten door op de beloftenissen van Zijn toekomstige wederkomst te wijzen.

2. Omdat zij toen het gezicht van de apostelen ophield er op zouden wijzen dat Hij naar de hemel gegaan was zegt Chrysostomos in zijn Homilie van de hemelvaart des Heeren.

3. En omdat zij zouden leren


Paginahulpmiddelen