Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:2

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:2 [16-09-2020 om 15.08 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:2 [01-04-2022 om 12.44 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 167: Regel 167:
 Het is een oprechte uitspraak, die bestaat ook in de daad zelf, omdat de Persoon waarvan in het gemeen en ten rechte zowel goddelijke als menselijke namen of eigenschappen of daden door een samenneming uitgesproken worden, die dingen alle waarlijk en inder daad in Hem vervat, die de ware God en de ware mens toekomen, maar de goddelijke in zoverre Hij God is, de menselijke in zoverre Hij mens is, niet ten aanzien van beide naturen, maar naar wat anders en wat anders, zoals Cyrillus op dezelfde plaats leert. Want zo zou de ketterij van Eutyches van de vermenging der naturen of eigenschappen voortgebracht worden. En de synecdoche of samen-nemende manier van spreken zou ophouden. Het is een oprechte uitspraak, die bestaat ook in de daad zelf, omdat de Persoon waarvan in het gemeen en ten rechte zowel goddelijke als menselijke namen of eigenschappen of daden door een samenneming uitgesproken worden, die dingen alle waarlijk en inder daad in Hem vervat, die de ware God en de ware mens toekomen, maar de goddelijke in zoverre Hij God is, de menselijke in zoverre Hij mens is, niet ten aanzien van beide naturen, maar naar wat anders en wat anders, zoals Cyrillus op dezelfde plaats leert. Want zo zou de ketterij van Eutyches van de vermenging der naturen of eigenschappen voortgebracht worden. En de synecdoche of samen-nemende manier van spreken zou ophouden.
  
-==== 22. Maar de namen die tot het ambt van de Verlossing behoren, moet men die de naturen elk bijzonder of de Persoon toeschrijven?  ====+==== 22. Maar de namen die tot het ambt van de Verlossing behoren, moet men die de naturen elk bijzonder of de Persoon toeschrijven? ====
  
 De persoon, als Christus is de Middelaar, de Herder, de Hogepriester, naar beide naturen, ook al houdt een ieder natuur zijn eigen werkende kracht in dat werk. De persoon, als Christus is de Middelaar, de Herder, de Hogepriester, naar beide naturen, ook al houdt een ieder natuur zijn eigen werkende kracht in dat werk.
Regel 200: Regel 200:
 ==== 27. Wat is het profetisch ambt? ==== ==== 27. Wat is het profetisch ambt? ====
  
-...+Het is dat ambt, waardoor Hij het evangelie - dat wil zeggen: de verborgen raad van de Vader van de verlossing van de mens - door het Woord, de Heilige Geest en de sacramenten aan de mens openbaart, zowel door zichzelf als door de dienaren van het Woord.
  
 +//Kunt u dat bewijzen?//
  
 +Deuteronium 18:18: “...”
 +
 +Jesaja 61:1: “...”
 +
 +Matteüs 17:5: “...”
 +
 +Hierom werd Hij een Herder((*Jesaja 40:11 *Johannes 10:11)) genoemd, een Vredeverkondiger((*Zacharia 9:10 *Efeziërs 2:17)) en een getrouwe getuige van God((*Johannes 2:32)). Dit ambt bedient Hij tot aan het einde van de wereld.((*Efeziërs 4:11))
 +
 +==== 28. Wat is Zijn priesterambt? ====
 +
 +Het ambt waardoor Hij Zich gesteld heeft tot een middelaar tussen God en de mensen,((*1 Timoteüs 2:5 *Hebreeën 11:24)) en dat aan niemand anders dan alleen aan Christus toekomt.((*Hebreeën 2:17))
 +
 +//Hoeveel delen heeft dit ambt?//\\ Twee:
 +  - Voldoening, waardoor Hij de Wet vervult en het rantsoengeld voor de zonden der wereld betaald heeft. Ten aanzien daarvan wordt Hij genoemd de Verlosser, Zaligmaker en het Lam of Slachtoffer. 
 +  - Voorbidding, waardoor Christus ernstig begeert dat Zijn offer tot in eeuwigheid bij God de Vader geldt tot verzoening van Zijn uitverkorenen. Hij brengt onze gebeden tot de Vader en geeft ons vrijmoedigheid tot Hem te naderen.
 +
 +==== 29. Naar welke natuur is Christus middelaar en priester? ====
 +Naar geen van beide afzonderlijk, maar naar zijn goddelijke als menselijke natuur beide.
 +
 +  - Omdat Hij in één en dezelfde Persoon zowel God als mens is.
 +  - Omdat Hij naar de ordening van Melchizedek God is zonder vader en moeder.
 +  - Omdat Hij deel uit moet maken van de beide partijen die God met de mens en de mens met God zouden verzoenen, zoals Irenaeus zegt: "Dat de Middelaar van God en de mensen, vanwege de gemeenschap die Hij met beiden heeft, beide behoort tot vrede, vriendschap en eendracht te brengen, en te doen dat God de mens in genade aanneemt, en dat de mens weer tot God gebracht wordt.
 +  - Omdat de werken van de Middelaar Gods mannelijk zijn, opdat ze God welgevallig zijn.
 +  - Omdat niemand genoeg heeft kunnen doen dan God, en niemand verplicht was genoeg te doen dan de mens.
 +
 +==== 30. Is Christus geen middelaar geweest voor de aanneming van de menselijke natuur? ====
 +
 +Ja, want de twee naturen werden voor verenigd gehouden van de kennis, voorbestemming en aangenaamheid of goedkenning???, en bij Hem gelden evenveel de dingen die gedaan zijn en gedaan zullen worden, tegenwoordige en toekomstige. Daarom zegt Hebreeën 13:8: “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid”.((*1 Petrus 1:20)) En zoals Openbaring 13:8 zegt: “dat het Lam geslacht is van de grondlegging der wereld”. Zo mag men ook zeggen dat Hij toen reeds voor Zijn kerk bad, ten aanzien van de voorgoedkenning??? van Zijn Vader.
 +
 +==== 31. Op welke manier bidt de Zoon voor ons bij de Vader ====
 +
 +Hij bidt wel als een Persoon, maar slechts in zoverre Hij een mens is. Hij doet dit echter wel zo, dat de waardigheid en aangenaamheid van Zijn gebeden bloeit uit de uitnemendheid van de goddelijke natuur die in Christus met de menselijke natuur persoonlijk verenigd is.
 +
 +==== 32. Hebt u geen helder getuigenis van het priesterambt van Christus? ====
 +
 +Psalm 110:4: “De Heere heeft gezworen...naar de ordening van Melchizedek”, die een voorbeeld van Christus is geweest,((*Hebreeën 7:3)) zoals ook Aäron en Izaäk.((*Genesis 22:6-9))
 +
 +==== 33. Mogen de dienaren van het Evangelie wel priesters genoemd worden? ====
 +
 +Ja, maar slechts om twee redenen:
 +
 +  - Omdat ze Christus tegelijk met de anderen toegeëigend zijn, en in zoverre zij oprechte christenen zijn.
 +  - Omdat ze het Evangelie leren, en zelf de mensen slachten en God een levendig offer voor het Evangelie opofferen. Hierom betuigt Paulus dat hij een offer gedaan heeft toen hij de heidenen door het Evangelie slachtte, omdat ze God een aangenaam offer zouden worden, geheiligd door de Heilige Geest.((*Romeinen 15:16)) Nergens echter wordt in het Nieuwe Testament de dienaren van het Evangelie in het bijzonder de naam priester toegeschreven, want Christus heeft geen medegezellen in Zijn priesterambt.
 +
 +==== 34. Wat is het koninklijke ambt van Christus? ====
 +
 +Het ambt waardoor Hij naar Zijn beide naturen willens en wetens alles leidt, stuurt en regeert.
 +
 +//Kunt u een helder getuigenis geven van dat ambt?//
 +
 +Psalm 2:6: “...”
 +Matteüs 28:18: “...”
 +Johannes 13:3: “...”
 +Hierom wordt Hij genoemd de eeuwige Koning, Koning der gerechtigheid, Koning der koningen.
 +
 +//Hoe velerlei is de bediening van dit ambt?//
 +
 +In deze wereld is ze tweeërlei:
 +  - Algemeen, of van de macht waardoor Hij alle schepselen door Zijn gebied??? regeert.
 +  - In het bijzonder, of van de genade waardoor Hij in het bijzonder en vooral Zijn gemeente regeert, beschermt en bestuurt, op aarde rijk maakt en in de hemel verheerlijkt, ten aanzien waarvan Hij ook een Koning genoemd wordt.
 +    - Omdat Hij de gemeente heeft vrijgemaakt die de satan had ingenomen.
 +    - Omdat Hij de koning der duisternis had overwonnen.
 +    - Omdat Hij allen die hun toevlucht tot Hem nemen beschermt en zalig maakt.
 +
 +==== 35. Wie zijn de burgers van het Koninkrijk van Christus? ====
 +
 +De gelovigen die naar de naam van hun koning Christus christenen worden genoemd,((*Handelingen 11:26)) en een koninklijk priesterdom.((*1 Petrus 2:9))
 +
 +==== 36. Wat zijn de weldaden of werken van dit genaderijk? ====
 +
 +Rechtvaardigheid, vrede, en [de vruchten van] de Heilige Geest,((*Romeinen 14:17)) dat is: vrede, blijdschap, gelukzaligheid, licht, kennis van God. Deze dingen zijn hier begonnen, maar in de hemel of in het rijk der heerlijkheid volkomen, waaruit blijkt dat dit geen werelds koninkrijk is, maar geestelijk en hemels.((*Daniël 2:44 *Lucas 1:33 *Johannes 18:36 *2 Korintiërs 11:4))
 +
 +==== 37. Wat zijn de delen van dit koninklijke ambt van Christus? ====
 +
 +Twee: de roeping en het oordeel of gericht.
 +
 +  - De roeping geschiedt door het woord der waarheid en is tweeërlei:
 +    - Waardoor Christus alle mensen tegelijk in het algemeen nodigt om Zijn Evangelie te omhelzen. Daartoe heeft Hij de dienst van het Woord ingesteld.((*Matteüs 12:14))
 +    - Speciaal of in het bijzonder, waardoor Hij door de dienst van de dienaren de uitverkorenen te zijner tijd door de inwendige kracht van de Geest verlicht en tot Zijn kennis roept.
 +  - Het andere deel van Zijn koningsambt is het gericht, dat Hij op tweede manieren oefent:
 +    - In dit leven:
 +      - over de verkorenen, eens deels haar rechtvaardiging of van stonden vrij sprekende, wat het ambt van de Rechter is, ten anderen haar tegen allerlei vijanden beschermende;
 +      - over de verworpenen, hen straffende met tijdelijke straffen of vermorzelende door het Woord, en bovendien de bijgelovigheden of valse godsdiensten verdrijvende, bedwingende de razernij van de satan en de goddelozen.
 +    - In het toekomende leven, zowel de een als de ander voor Zijn vierschaar dragend, en het vonnis uitsprekend naar Zijn Woord.
 +    - Verheerlijkende de uitverkorenen, en veroordelende de goddelozen om eeuwig gestraft te worden.
 +
 +==== 38. Aangezien het rijk van Christus eeuwig is (Psalm 45:7), waarom zegt 1 Korintiërs 15:24 dan dat Christus op de jongste dag Zijn rijk zal overgeven aan God en de Vader? ====
 +
 +Dit wil niet zeggen dat Hij zich van het Rijk zal ontdoen, maar dat de wijze van bediening, die Christus gebruikt in het vergaderen en behoeden van Zijn gemeente in deze wereld ophouden zal.
 +
 +==== 39. Welke dingen strijden tegen dit leerstuk over het ambt van Christus? ====
 +
 +  - De dwaling van Stancari, die de dingen die de Persoon toekomen, als middelaar te zijn, de menselijke natuur in het bijzonder toegeschreven heeft. Ook Osiander, die het middelaarsambt alleen aan de godheid toeschreef.
 +  - De dwalingen van de papisten:
 +    - over de macht van de paus, van de kerken, van de concilies, om nieuwe artikelen van het geloof en uitleggingen van de Schrift te smeden, en menselijke inzettingen in de gemeente in te voeren.
 +    - over de verdiensten van de werken, voldoeningen en het misselijke offer van de mis, die in de plaats van Christus ingesteld zijn, en van het priesterschap en het offer waardoor zij goddeloos zeggen dat ze Christus opofferen voor levenden en doden, en van de aanroeping en voorbidding van de heiligen.
 +    - over het opperhoofdschap van de Paus, van Christus' stadhouderschap, waarmee hij niets van doen heeft.
 +  - De dwaling van de joden over het wereldlijke rijk van Christus. 


Paginahulpmiddelen