Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


Zijbalk

institutie:2

Dit is een oude revisie van het document!


2. Christus

1. Wat betekent de naam 'Christus'?

Het betekent 'gezalfde' en komt van het woord chrio (zalven), zoals dat voorkomt in Jesaja 45:11 Zo zegt de Here tot zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik gevat heb om volken vóór hem neer te werpen: de lendenen van koningen ontgord Ik; om deuren vóór hem te openen, geen poorten blijven gesloten.: "Zo zegt de HERE tot Kores, Zijn gezalfde". Maar bij uitstek wordt deze naam toegeschreven aan de Zaligmaker der wereld, die in het Hebreeuws messias genoemd wordt.1) "Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen" (Psalm 45:88 Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid; daarom heeft, o God, uw God u gezalfd met vreugdeolie boven uw metgezellen.). Hij is voorwaar de Koning, de enige Hogepriester en Profeet die aan het menselijk geslacht beloofd is.2)

2. Is de naam 'Christus' aanduiding van zijn natuur of persoon?

Van zijn persoon, en dat naar zijn beide naturen. Het betreft immers een concrete naam.

3. Wat bedoelt u met een concrete naam?

De naam 'Christus' duidt op Christus als de Zoon van God. En de aanduiding 'Zoon van God' ziet niet op de goddelijke natuur, maar heel concreet op de persoon van de Zoon van God. Zo ziet ook de aanduiding 'Zoon des mensen' niet op de mensheid, maar op de persoon van Christus. Anders is het met een abstracte naam, die wél de natuur te kennen geeft, zoals de godheid van Christus en de mensheid van Christus.

4. Welke dingen zijn wel met name nodig om Jezus Christus te kennen?

Twee dingen: Zijn persoon en Zijn ambt.

5. Wie is Christus?

Hij is de eniggeboren Zoon van God, die uit Zijn eigen liefde tot de mensen, Hem uit het zaad van de maagd Maria gereinigd, van de Heilige Geest geschapen heeft, en en scheppende aangenomen heeft, persoonlijk en onbindelijk??? tot in eeuwigheid verenigd heeft een waarachtig menselijk lichaam verzien??? met een redelijke ziel. En zo blijvende waarachtig God, is Hij waarachtig mens geworden, ons in alles gelijk, de zonde alleen uitgenomen.

6. Welke dingen moeten wij het meest aanmerken in de Persoon van Christus?

Vier dingen:

  1. Dat Christus God is.
  2. Dat Christus mens is.
  3. Dat Hij God de mens is, dat wil zeggen: God en mens tegelijk in één persoon.
  4. De manieren van spreken of uitspraken van de persoon van Christus in de Schrift gebruikelijk.

7. Met hoeveel en welke getuigenissen bewijst u dat Christus God is?

Met drie getuigenissen:

  1. Met duidelijke uitspraken van de Schrift, waardoor de godheid van Christus wordt bevestigd.
  2. Door Zijn werken, die ten enenmale goddelijk zijn.
  3. Uit de dienst en eer die Christus door de heilige gelovigen en engelen gedaan wordt.

Geef enkele duidelijke getuigenissen, waarmee u bewijst dat Christus God is.

Op deze plaatsen wordt Christus ronduit God genoemd, en de naam Jehova wordt Hem zonder bedoeling gegeven, niet door een oneigenlijke manier van spreken, als namelijk vanwege het waarteken of de getuigenis van Gods tegenwoordigheid, gelijk Exodus 171 De gehele vergadering der Israëlieten brak daarna op uit de woestijn Sin, trekkende van pleisterplaats tot pleisterplaats naar het bevel des Heren, en legerde zich te Refidim, maar daar was geen water voor het volk om te drinken. 2 Het volk begon met Mozes te twisten en zeide: Geeft ons water, zodat wij kunnen drinken. Maar Mozes zeide tot hen: Wat twist gij met mij? Wat stelt gij de Here op de proef? 3 En het volk dorstte daar naar water, het morde tegen Mozes en zeide: Waarom toch hebt gij ons uit Egypte gevoerd, om mij, mijn kinderen en mijn kudde van dorst te doen omkomen? 4 Toen riep Mozes luide tot de Here en zeide: Wat moet ik met dit volk doen? Nog een ogenblik en zij gaan mij stenigen! 5 Daarop zeide de Here tot Mozes: Ga vóór het volk uit en neem enige van de oudsten van Israël met u; neem ook de staf waarmee gij de Nijl geslagen hebt, in uw hand en ga heen. 6 Zie, Ik zal daar vóór u op de rots bij Horeb staan; dan zult gij op de rots slaan en daaruit zal water te voorschijn komen, zodat het volk kan drinken. En Mozes deed alzo voor de ogen van de oudsten van Israël. 7 Hij noemde die plaats Massa en Meriba, wegens de twist der Israëlieten en omdat zij de Here op de proef gesteld hadden door te zeggen: Is de Here in ons midden of niet? 8 Toen kwam Amalek en streed tegen Israël te Refidim. 9 En Mozes zeide tot Jozua: Kies ons mannen uit, trek uit, strijd tegen Amalek, morgen zal ik op de heuveltop staan met de staf Gods in mijn hand. 10 Jozua nu deed, zoals Mozes tot hem gezegd had en streed tegen Amalek; maar Mozes, Aäron en Chur hadden de heuveltop bestegen. 11 En wanneer Mozes zijn hand ophief, had Israël de overhand, maar wanneer hij zijn hand liet zakken, had Amalek de overhand. 12 Toen de handen van Mozes zwaar werden, namen zij een steen, legden die onder hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten; en Aäron en Chur ondersteunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere zijde, zodat zijn handen onbeweeglijk bleven tot zonsondergang. 13 Zo overwon Jozua Amalek en diens volk door de scherpte des zwaards. 14 En de Here zeide tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en prent het Jozua in, dat Ik de herinnering aan Amalek onder de hemel volledig zal uitwissen. 15 Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het: de Here is mijn banier. 16 En hij zeide: De hand op de troon des Heren! De Here heeft een strijd tegen Amalek, van geslacht tot geslacht. deze naam het altaar toegeschreven wordt, Psalm 24:88 Wie is toch de Koning der ere? De Here, sterk en geweldig, de Here, geweldig in de strijd. de ark des verbonds en Jeremia 33:1616 In die dagen zal Juda verlost worden en Jeruzalem veilig wonen, en zó zal men het noemen: De Here onze gerechtigheid. de stad van Jeruzalem.

Welke zijn de tweede getuigenissen?

De werken die God alleen toekomen en die Hem toegeschreven worden, zoals scheppen en behoeden, verlossen, de ongerechtigheden wegdoen, de harten doorgronden, verhoren, levend maken, oordelen. Evenals de miraculeuze en wonderbare werken die Hij door Zijn kracht naar de voorzegging van Jesaja 35:5-65 Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; 6 dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe. gedaan heeft. Tot welke Christus Zelf ons ook zendt, en om ze ook te doen, Hij zijn Apostelen macht gegeven heeft. En de toegevoegde namen werden Hem gegeven, evenals de wezenlijke eigenschappen van God die de goddelijke natuur alleen toekomen, zoals Eeuwig, Almachtig, Onmetelijk, Koning der koningen, Behouder en andere, die getuigen dat hij van nature God is.

Welke zijn de derde getuigenissen?

De godsdienst en eer die Christus gedaan werd, zoals de aanroeping, aanbidding, geloof en hoop.

Psalm 72:1111 mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen.: "Mogen alle koningen zich voor hem nederbuigen, alle volkeren hem dienen."

Jesaja 11:1010 En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn. en Romeinen 15:1212 En verder zegt Jesaja: Komen zal de wortel van Isaï, en Hij, die opstaat, om over de heidenen te regeren; op Hem zullen de heidenen hopen.: "En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn."

Psalm 2:1212 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Welzalig allen die bij Hem schuilen!: "Welzalig allen die bij Hem schuilen!"

Filippenzen 21 Indien er dan enig beroep (op u gedaan mag worden) in Christus, indien er enige bemoediging is der liefde, indien er enige gemeenschap is des geestes, indien er enige ontferming en barmhartigheid is, 2 maakt (dan) mijn blijdschap volkomen door eensgezind te zijn, één in liefdebetoon, één van ziel, één in streven, 3 zonder zelfzucht of ijdel eerbejag; doch in ootmoedigheid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf; en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, 4 maar ieder (lette) ook op dat van anderen. 5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, 6 die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. 9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, 10 opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, 11 en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! 12 Daarom, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijde gehoorzaam zijt geweest, blijft, niet alleen zoals in mijn tegenwoordigheid, maar nu des te meer bij mijn afwezigheid, uw behoudenis bewerken met vreze en beven, 13 want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt. 14 Doet alles zonder morren of bedenkingen, 15 opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, 16 het woord des levens vasthoudende, mij ten roem tegen de dag van Christus, dat ik niet vruchteloos (mijn wedloop) gelopen, noch vruchteloos mij ingespannen heb. 17 Maar ook indien ik geplengd word bij de offerande en de eredienst van uw geloof, verblijd ik mij, en ik verblijd mij met u allen. 18 Verblijdt gij u evenzo en verblijdt u met mij. 19 Ik hoop in de Here Jezus Timoteüs spoedig tot u te zenden, opdat ook ik welgemoed moge zijn, wanneer ik vernomen heb, hoe het u gaat. 20 Want ik heb niemand die zó eens geestes (met u) is, om uw belangen getrouw te behartigen; 21 want allen zoeken zij hun eigen belang, niet de zaak van Christus Jezus. 22 Zijn beproefde trouw kent gij echter, dat hij, gelijk een kind zijn vader, mij in de dienst van het evangelie heeft geholpen. 23 Hem hoop ik terstond te zenden, zodra ik zie, hoe het met mijn zaak loopt; 24 ik vertrouw echter in de Here, dat ik ook zelf spoedig komen zal. 25 Maar ik achtte het noodzakelijk, Epafroditus tot u te zenden, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, die uw afgevaardigde was om mij te helpen in hetgeen ik nodig had. 26 Immers, hij was vol verlangen naar u allen en ook in zorg, omdat gij gehoord hadt, dat hij ziek was. 27 Hij is ook ziek geweest, de dood nabij, maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. 28 Ik zend hem dan met te meer spoed, opdat gij, als gij hem ziet, u weer verblijden moogt en ik minder zorg moge hebben. 29 Ontvangt hem dan in de Here met alle blijdschap en houdt mannen zoals hij in ere. 30 Want om het werk van Christus is hij de dood nabijgekomen en hij heeft zijn leven gewaagd om aan te vullen wat nog aan uw dienstbetoon jegens mij ontbrak.: 10: "Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn."

Johannes 14:11 Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij."

Handelingen 7:5959 En zij stenigden Stefanus, die de Here aanriep, zeggende: Here Jezus, ontvang mijn geest.: "Here Jezus, ontvang mijn geest."

Deze teksten betuigen dat Hij de waarachtige God is.

8. Waarom moest Christus als Verlosser God zijn?

Vooral om twee redenen:

  1. De grootheid van het kwaad waarmee het menselijk geslacht mee was belast, dat door geen enkel schepsel kon worden weggenomen.
  2. De grootheid van het goed dat de mensen door niemand kon teruggegeven worden dan door God Die alleen waarlijk goed is.

Wat is de grootheid van het kwaad?

Die bestaat in vier dingen:

  • de zwaarte van de zonde,
  • de grote en ontzaglijke last van de gramschap van Goed,
  • het geweld van de dood,
  • de tirannie van de duivel,

Deze dingen kan niemand wegnemen, tenietdoen, verzoenen en overwinnen, dan alleen God.

Wat is de grootheid van het goed, dat door geen schepsel hersteld en teruggegeven kan worden ?

Het herstel van het beeld van God. Daarom is het Christus "die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing" , 1 Korinthe 1:30.. Niet alleen die dingen lerend, maar volbrengend en herstellend.

9. Waarom wordt Hij het Woord genoemd?

BasiliusBasilius de Grote (330-379) was één van de drie Cappadocische kerkvaders en als bisschop verbonden aan de stad Caesarea. In theologisch opzicht stond hij aan de zijde van Athanasius en dus tegenover Arius en de zijnen. zegt: omdat Hij uit het Verstand is gekomen en omdat Hij het Beeld is van Degene Die Hem gebaard heeft, vertonend in Hem geheel Degene Die Hem gebaard heeft. En omdat Hij wezenlijk het Woord is, zoals ook ons spreken een gedaante of beeltenis is van onze gehele gedachte.

Maar Hij is, zoals Ignatius zegt, niet het spreken, maar het wezenlijke Woord van de Vader. Of zoals Ireneus zegt, omdat Hij is de Uitlegger van de Vader. En als het sprekende Woord, sprekende met de Vader. Of omdat Hij Die is van Wie gesproken is , of Die de Heere beloofd heeft. Of omdat Hij Degene is die gesproken heeft en het is geworden.

10. In welke natuur wordt Hij het Beeld van God genoemd (Kolossenzen 1:15)?

Niet alleen in de menselijke natuur, zoals van de mens wordt gezegd dat hij naar het beeld van God is geschapen. Maar vooral in de goddelijke natuur, hoewel zichtbaar in het vlees; of in zoverre God Zich waarlijk in Christus laat aanschouwen. Daarom wordt Hij ook genoemd "de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen", Hebreeën 1:33 Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge.. Omdat Hij niet is een verdwijnend Beeld, maar een uitgedrukt Beeld en altijd blijvend.

11. Hoe bewijst u dat Christus waarlijk mens is?

In Genesis 3:1515 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. wordt aan het zaad der vrouw beloofd, dat het de kop van de slang zou vermorzelen. In Genesis 22:1818 En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt. heeft God aan Abraham beloofd dat in zijn zaad alle volken zouden gezegend worden. In 2 Samuël 7:12-1612 Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. 13 Die zal mijn naam een huis bouwen, en Ik zal zijn koninklijke troon voor immer bevestigen. 14 Ik zal hem tot een vader zijn, en hij zal Mij tot een zoon zijn. Wanneer hij ongerechtigheid bedrijft, zal Ik hem tuchtigen met een roede der mensen en met slagen der mensenkinderen. 15 Maar mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, zoals Ik haar heb doen wijken van Saul, die Ik voor uw aangezicht heb weggedaan. 16 Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal vast staan voor altijd. wordt aan David beloofd dat zijn zoon zou zitten op zijn troon en in eeuwigheid zou heersen. Jesaja 7:1414 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.: "Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven." Bovendien bewijst de gehele evangelische geschiedenis duidelijk dat Christus ontvangen is, geboren, besneden en dat hij een waarachtig lichaam en ziel heeft gehad. Hij heeft gehongerd en gedorst, Hij heeft Zijn bloed gestort en is gestorven. Hij heeft alle eigenschappen en genegenheden van de menselijke natuur gehad, hoewel zonder zonde. Hij is zichtbaar en door verandering van plaats naar de hemel gevaren, vanwaar Hij zal komen om te oordelen.

12. Waarom moest Christus waarlijk mens zijn?

  1. De rechtvaardigheid van God vereiste, dat de ongehoorzaamheid die in ons vlees was begaan, daarin ook zou geboet worden.
  2. Het is de reden voor onze aanneming tot kinderen Gods. Want de Zoon van God heeft onze menselijke natuur willen aannemen en onze Broeder willen worden, en zo voorts onze naasten worden, opdat wij Zijn Lidmaten geworden zijnde, kinderen Gods zouden worden, Galaten 3:2626 Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus.. En dat Hij recht zou hebben om ons te verlossen en te bevrijden. Hieruit komt de troost in allerlei verzoeking. Daarom zegt de apostel in Hebreeën 2:16-1716 Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham. 17 Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen.: "Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham. Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen." En in Hebreeën 41 Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat niemand van u, terwijl nog een belofte van tot zijn rust in te gaan bestaat, de indruk zou wekken achter te blijven. 2 Want ook ons is het evangelie verkondigd evenals hun, maar het woord der prediking was hun niet van nut, omdat het niet met geloof gepaard ging bij hen, die het hoorden. 3 Want wij gaan tot [de] rust in, wij, die tot geloof gekomen zijn, zoals Hij gesproken heeft: gelijk Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan, en toch waren zijn werken van de grondlegging der wereld af gereed. 4 Want Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken: En God rustte op de zevende dag van al zijn werken; 5 en hier wederom: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan. 6 Aangezien nog te wachten is, dat sommigen tot die rust zullen ingaan, en zij, die het evangelie eerst ontvangen hebben, niet ingegaan zijn wegens hun ongehoorzaamheid, 7 stelt Hij wederom een dag vast, heden, als Hij door David na zo lange tijd spreekt, zoals boven gezegd werd: Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet. 8 Want indien Jozua hen in de rust gebracht had, zou Hij niet (meer) over een andere, latere dag gesproken hebben. 9 Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. 10 Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne. 11 Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen. 12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; 13 en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij rekenschap hebben af te leggen. 14 Daar wij nu een grote hogepriester hebben, die de hemelen is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, laten wij aan die belijdenis vasthouden. 15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. 16 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.: 15: "Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen."
  3. Tot verzekering van onze opstanding. Want omdat Christus ons vlees aangenomen, opgewekt en onsterfelijk gemaakt en bovendien in de hemel gebracht heeft, zo zullen wij op de jongste dag door kracht van de gemeenschap die wij met Hem hebben, worden opgewekt. En ons vernederd lichaam zal aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig worden gemaakt. Filippenzen 3:2121 die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen. en 1 Korinthe 15:21-22.: "Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden."

13. Waarom zijn de Vader en de Heilige Geest niet in het vlees gekomen, maar alleen de Zoon?

  1. Omdat het zo moest zijn, dat de wereld verlost en alles weder opgericht zou worden door Degene door Wie alles geschapen is. Of dat de mens door Diegene van de dood zou verlost worden, door Wie hij geschapen was. En door Wie hij in het eeuwige leven zou zijn gebracht, als hij niet gezondigd had.
  2. Het zou ongerijmd zijn geweest als er twee Zonen zouden zijn geweest, de Ene in de Godheid en de Andere in de mensheid.
  3. Dat is de raad van God geweest van eeuwigheid, dat Hij voorgenomen heeft om het menselijk geslacht zalig te maken door de Zoon.

14. Hoe is Christus God en mens? Gedeeld of ongedeeld?

Ongedeeld, dus niet gedeeld.

Door welke manier van samenvoeging?
Niet door inwoning alleen, zoals God woont in de heiligen. Niet door overeenstemming alleen, zoals de gelovige één zijn in de Vader en de Zoon. Niet door vermenging, zoals water en wijn gemengd worden. Niet door soldering of samenslaan, zoals twee planken samengevoegd worden. En tenslotte niet door het samenstellen, waardoor uit twee dingen het derde voortkomt. Maar door personele vereniging, die de Grieken noemen (Enofin) vereniging, (Enanthropefin) menswording, (Ensarcofin) komst in het vlees, (Oiconomian) wijselijke belijding, (Coinonian) gemeenschap der mededeling, (Perichorefin) vereniging der naastgelegen dingen, of een zeer vaste en sterke vereniging waardoor noch de gehele Godheid, noch enig deel daarvan de mensheid van Christus onderworpen mede gedeyit ??? is, maar de menselijke natuur van de Zoon van God alleen aangenomen is in één en dezelfde persoon, Hebreeën 2:1616 Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham..

15. Wat is de persoonlijke vereniging in Christus?

Het betekent dat de Persoon van de Zoon van God, Die van eeuwigheid al een Persoon was, de allerzuiverste menselijke natuur (zonder een eigen persoonlijkheid), in eenheid met Zijn Persoon aangenomen en eigen gemaakt heeft, waarbij de eigenschappen van beide naturen helemaal blijven bestaan.

Zoals Paulus ons dat beschrijft in Kolossenzen 2:99 want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk.: "want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk."

De vereniging van ziel en lichaam is hiervan wel een voorbeeld, maar het komt daarmee niet geheel overeen. Want bij de mens komt uit de natuur van de ziel en de natuur van het lichaam een derde natuur voort (uit de eerste twee gemaakt), die de menselijke natuur wordt genoemd. Maar in Christus wordt geen derde natuur gemaakt uit de goddelijke en menselijke. Maar ze blijven beide zuiver en onvermengd. Ook de vergelijking met gloeiend ijzer komt hiermee niet overeen, want de hitte en de gloed in het gloeiende ijzer zijn hoedanigheden, dus niet het wezen van het ijzer zelf. Daarom noemt Paulus dit in 1 Timoteüs 3:1616 En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid. terecht een groot geheimenis van het geloof.

16. Hoe is de vereniging gebeurd?

Onvermengd, onveranderlijk, ongedeeld, onafscheidelijk. We belijden dat het onderscheid van de naturen door de vereniging niet is weggenomen, maar dat de eigenschap van elke natuur geheel behouden is, en in één Persoon en in één enige zelfstandigheid samenkomen. Zoals de synode van Chalcedon heeft gezegd in de geschiedenis van Evagrius, Boek 2, Hoofdstuk 4. Want sinds het Woord onze menselijke natuur heeft aangenomen, heeft Hij die nooit meer afgelegd, zelfs niet in de dood. Dit wordt ook uitgedrukt in de volgende oude dichtregels:

Ick ben dat ick was, ick was niet dat ick ben, nu ben ick beyd' te saem;
Van beyd' afkomsten my bekent, ghy weet mijn Naem.

17. Met welke getuigenissen kunt u bewijzen dat de goddelijke en menselijk natuur in Christus één en dezelfde Persoon is geworden?

Jesaja 7:1414 Daarom zal de Here zelf u een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven. en 9:55 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.. Lucas 1:3535 En de engel antwoordde en zeide tot haar: De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.: "daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden."
Johannes 1:1414 Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.: "Het Woord is vlees geworden." Niet door een sacramentele vereniging, zoals van de steenrots wordt gezegd dat het Christus was. Niet door verdubbeling van de personen, alsof er twee personen in Christus waren. Niet door vermenging van de naturen, niet door verandering, zoals het water wijn is geworden, Johannes 2:99 Toen nu de leider van het feest het water proefde, dat wijn geworden was - en hij wist niet, waar deze vandaan kwam, maar de bedienden, die het water geschept hadden, wisten het - riep de leider van het feest de bruidegom, en hij zeide tot hem.. Maar door aanneming van het vlees in eenheid van de Persoon. De stem van God die sprak van Jezus de Zoon van Maria, Matteüs 3:1717 En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb.: "Deze is mijn Zoon, de geliefde."
Efeziërs 4:1010 Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen.: "Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen."
Galaten 4:44 Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet.: "heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet".

18. Maar waarom hebben Damascenus en Gregorius van Nyssa gezegd dat Christus' vlees God is geworden of gemaakt?

Dat wil niet zeggen dat het vlees in de goddelijke natuur is veranderd, maar het betekent de samenvoeging tot de goddelijke natuur in één zelfstandigheid, en van de schenking van de gaven waardoor de menselijke natuur van Christus alle schepselen te boven gaat, maar die de natuur niet teniet doen.

19. Waarom moest Christus in één en dezelfde Persoon God en Mens zijn?

  1. Omdat Hij de mens met God zou verzoenen, of omdat Hij God en de mens één zou maken.
  2. Omdat Hij een bekwaam Middelaar Gods en der mensen zou zijn, om zijn gemeenschap die Hij met beiden heeft.
  3. Omdat Hij God zou verzoenen voor ons door Zijn dood, die Hij - als Hij alleen God zou zijn - niet zou hebben kunnen smaken. En als Hij alleen Mens was geweest, zou Hij de dood niet hebben kunnen overwinnen.
  4. Omdat ……
1)
Johannes 1:4242 deze vond eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus. – "Deze vond eerst zijn broeder Simon en zeide tot hem: Wij hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus."
2)
Psalm 2:77 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. – "Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt." Psalm 110:44 De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek. – "De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek." Jesaja 61:11 De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis. – "De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis".


Paginahulpmiddelen