Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:32

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
institutie:32 [27-01-2021 om 11.43 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:32 [27-01-2021 om 12.32 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 75: Regel 75:
   - Ons werk, dus de verrichte dienst, moet voor degene voor wie we dit doen nuttig en dienstbaar zijn. God heeft echter in het geheel geen nut of baat van onze werken. Psalm 16:2 zegt: “Ik heb geen goed buiten U”; vgl. Job 22:2). God heeft immers niets van ons nodig; vgl. Psalm 50:11 en 12.   - Ons werk, dus de verrichte dienst, moet voor degene voor wie we dit doen nuttig en dienstbaar zijn. God heeft echter in het geheel geen nut of baat van onze werken. Psalm 16:2 zegt: “Ik heb geen goed buiten U”; vgl. Job 22:2). God heeft immers niets van ons nodig; vgl. Psalm 50:11 en 12.
   - Wat wij voor onze naast doen, moet van gelijke waarde zijn met wat we van de ander ontvangen, met wat de ander ons dus als een beloning geeft. Maar geen van onze goede daden zijn af te wegen tegen de zaligheid en het eeuwige leven dat we van God ontvangen, omdat er in het geheel geen sprake is van evenredigheid tussen onze goede werken en het eeuwige leven.((*Romeinen 8:18)) Daarom is er in onze goede werken dus geen verdienste bij God. Het eeuwige leven wordt dus een geschenk of een gave genoemd, die we uit genade van God ontvangen (Romeinen 6:23).   - Wat wij voor onze naast doen, moet van gelijke waarde zijn met wat we van de ander ontvangen, met wat de ander ons dus als een beloning geeft. Maar geen van onze goede daden zijn af te wegen tegen de zaligheid en het eeuwige leven dat we van God ontvangen, omdat er in het geheel geen sprake is van evenredigheid tussen onze goede werken en het eeuwige leven.((*Romeinen 8:18)) Daarom is er in onze goede werken dus geen verdienste bij God. Het eeuwige leven wordt dus een geschenk of een gave genoemd, die we uit genade van God ontvangen (Romeinen 6:23).
-We ontkennen ook dat God voor de goede werken ons iets schuldig is, zoals dat het geval is als men het woord “schuld” of “loon” letterlijk opvat. Het goede werk van iemand heeft immers niet die waarde dat God daar van rechtswege toe verplicht zou zijn.((*Lucas 17:8)) Moet een heer zijn dienaar bedanken, omdat hij gedaan heeft wat hem was opgedragen? Ik dacht het niet! Men kan echter niet ontkennen dat er van ‘loon’ sprake is, die op de goede werken volgen, vanwege Gods ‘verdrag’ en genadige belofte – tenminste, als die werken volmaakt zijn. Romeinen 4:4 zegt: “Nu wordt hem die werkt – die de wet dus volledig vervult –, het loon niet toegerekend uit genade, maar krachtens verplichting. En God spreekt in Zijn wet:”[Ik], die barmhartigheid doe aan duizenden van he ndie Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden" (Exodus 20:6). +We ontkennen ook dat God voor de goede werken ons iets schuldig is, zoals dat het geval is als men het woord “schuld” of “loon” letterlijk opvat. Het goede werk van iemand heeft immers niet die waarde dat God daar van rechtswege toe verplicht zou zijn.((*Lucas 17:8)) Moet een heer zijn dienaar bedanken, omdat hij gedaan heeft wat hem was opgedragen? Ik dacht het niet! Men kan echter niet ontkennen dat er van ‘loon’ sprake is, die op de goede werken volgen, vanwege Gods verbondsverdrag en Zijn genadige belofte – tenminste, als die werken volmaakt zijn. Romeinen 4:4 zegt: “Nu wordt hem die werkt – die de wet dus volledig vervult –, het loon niet toegerekend uit genade, maar krachtens verplichting. En God spreekt in Zijn wet:”[Ik], die barmhartigheid doe aan duizenden van he ndie Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden" (Exodus 20:6). 
-==== 22. Is God dan voor de goede werken van degenen die wedergeboren zijn, iets verschuldigd vanwege Zijn verdrag en belofte? ====+==== 22. Is God dan voor de goede werken van degenen die wedergeboren zijn, iets verschuldigd vanwege Zijn verbondsverdrag en belofte? ====
 In het geheel niet! In het geheel niet!
-  - We leven namelijk niet onder het verbond van de wet of ook wel het werkverbond. Daarin heeft God met de mens een verdrag gesloten met als voorwaarde dat de werken die de wet gebiedt, worden gedaan. Maar wij leven nu onder het verbond van de genade, waarin God de mens opneemt onder voorwaarde dat hij de verdienste van Christus door het geloof aanneemt.+  - We leven namelijk niet onder het verbond van de wet of ook wel het werkverbond. Daarin heeft God met de mens een verbondsverdrag gesloten met als voorwaarde dat de werken die de wet gebiedt, worden gedaan. Maar wij leven nu onder het verbond van de genade, waarin God de mens opneemt onder voorwaarde dat hij de verdienste van Christus door het geloof aanneemt.
   - Stel dat wij nog onder het verbond van de wet of het werkverbond zouden zijn, dan is God krachtens de bepalingen die Hij daarin heeft afgekondigd alleen maar verplicht ons met de dood te straffen, omdat onze werken – ook als we wedergeboren zijn – onvolmaakt zijn. Ze kunnen de proef niet doorstaan als ze getoetst worden aan de heilige en volmaakte norm van Gods wet, behalve wanneer men daarvan een valse voorstelling((valschen regel / ofte lotery)) maakt zoals de roomsen doen.   - Stel dat wij nog onder het verbond van de wet of het werkverbond zouden zijn, dan is God krachtens de bepalingen die Hij daarin heeft afgekondigd alleen maar verplicht ons met de dood te straffen, omdat onze werken – ook als we wedergeboren zijn – onvolmaakt zijn. Ze kunnen de proef niet doorstaan als ze getoetst worden aan de heilige en volmaakte norm van Gods wet, behalve wanneer men daarvan een valse voorstelling((valschen regel / ofte lotery)) maakt zoals de roomsen doen.
 ==== 23. Maar in het Evangelie wordt toch ook zo hier en daar beloofd dat goede werken met tijdelijke of eeuwige weldaden worden beloond? ==== ==== 23. Maar in het Evangelie wordt toch ook zo hier en daar beloofd dat goede werken met tijdelijke of eeuwige weldaden worden beloond? ====
Regel 98: Regel 98:
   - Al die teksten geven ook duidelijk aan dat de oorzaak van de zaligheid in Gods eeuwig besluit ligt, omdat Hij het Koninkrijk vanaf de grondvesten der aarde tot een bezit heeft toebereid voor deze “gezegenden”, die in de tijd zijn geroepen en gerechtvaardigd.   - Al die teksten geven ook duidelijk aan dat de oorzaak van de zaligheid in Gods eeuwig besluit ligt, omdat Hij het Koninkrijk vanaf de grondvesten der aarde tot een bezit heeft toebereid voor deze “gezegenden”, die in de tijd zijn geroepen en gerechtvaardigd.
   - Het woordje “naar” in Psalm 62:13 geeft geen oorzaak aan, maar een overeenstemming, zoals we die ook aantreffen in 1 Korintiërs 13:12: “Dan zal ik ten volle kennen, zoals [of naarmate] ik zelf gekend ben.” Zo is het ook met de woorden in Psalm 62:13: “God zal een ieder //naar// zijn werken vergelden”, dat wil zeggen: naar wat hij goed of kwaad gedaan heeft.   - Het woordje “naar” in Psalm 62:13 geeft geen oorzaak aan, maar een overeenstemming, zoals we die ook aantreffen in 1 Korintiërs 13:12: “Dan zal ik ten volle kennen, zoals [of naarmate] ik zelf gekend ben.” Zo is het ook met de woorden in Psalm 62:13: “God zal een ieder //naar// zijn werken vergelden”, dat wil zeggen: naar wat hij goed of kwaad gedaan heeft.
-==== 29. Maar de oorzaken van de dood waartoe de goddelozen veroordeeld zullen worden, liggen ook buiten henzelf, namelijk vanwege de vloek en het besluit van God, want de Koning zegt in Matteüs 25:41: “Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur.” Maar toch verhindert dit niet dat ook hun //werken// een oorzaak zijn van hun eeuwige veroordeling. Zijn daarom dan ook niet in diezelfde mate de goede werken van de uitverkorenen een oorzaak van hun zaligheid //naast// de oorzaak van de genadige zegening van Gods besluit? ====+==== 29. Maar de oorzaken van de dood waartoe de goddelozen veroordeeld zullen worden, liggen ook buiten henzelf, namelijk vanwege de vloek en het besluit van God, want de Koning zegt in Matteüs 25:41: “Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur.” Maar toch verhindert dit niet dat ook hun werken een oorzaak zijn van hun eeuwige veroordeling. Zijn daarom dan ook niet in diezelfde mate de goede werken van de uitverkorenen een oorzaak van hun zaligheid naast de oorzaak van de genadige zegening van Gods besluit? ====
 Het karakter van de goddeloze en de goede werken is niet van hetzelfde gehalte. De goddeloze werken zijn namelijk onze eigen daden en daardoor verdienen we straf. Maar de goede werken zijn niet van ons, maar de Heilige Geest werkt die in ons omdat we ze ook aan God verschuldigd zijn.((*Lucas 17:10)) Het karakter van de goddeloze en de goede werken is niet van hetzelfde gehalte. De goddeloze werken zijn namelijk onze eigen daden en daardoor verdienen we straf. Maar de goede werken zijn niet van ons, maar de Heilige Geest werkt die in ons omdat we ze ook aan God verschuldigd zijn.((*Lucas 17:10))
-Daar komt nog bij dat de goddeloze werken volkomen slecht zijn en dat ook het geringste kwaad al de dood verdient. De goede werken zijn echter niet volmaakt goed; ze kunnen ons het leven niet aanbrengen, tenzij ze in alle opzichten volmaakt goed zijn of op basis van een verdrag goedgekeurd worden. Daarom kunnen de goede werken geen oorzaak van de zaligheid zijn.+Daar komt nog bij dat de goddeloze werken volkomen slecht zijn en dat ook het geringste kwaad al de dood verdient. De goede werken zijn echter niet volmaakt goed; ze kunnen ons het leven niet aanbrengen, tenzij ze in alle opzichten volmaakt goed zijn of op basis van een verbondsverdrag goedgekeurd worden. Daarom kunnen de goede werken geen oorzaak van de zaligheid zijn.
 Bovendien schrijft de apostel de oorzaak van Gods besluit ten leven vrijuit toe aan het geloof dat het evangelie omhelst: “Wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen, die tot geloof gekomen zijn.” Bovendien schrijft de apostel de oorzaak van Gods besluit ten leven vrijuit toe aan het geloof dat het evangelie omhelst: “Wanneer Hij komt, om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en met verbazing aanschouwd te worden in allen, die tot geloof gekomen zijn.”
 ==== 30. Maar is in de woorden “Komt, gij gezegenden …” Gods besluit om het leven te schenken niet ingesloten, en volgt dan pas daarna niet de oorzaak vanuit hun werk “Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven …”? ==== ==== 30. Maar is in de woorden “Komt, gij gezegenden …” Gods besluit om het leven te schenken niet ingesloten, en volgt dan pas daarna niet de oorzaak vanuit hun werk “Want Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij te eten gegeven …”? ====


Paginahulpmiddelen