Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:33

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:33 [27-09-2025 om 22.38 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:33 [29-09-2025 om 20.22 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 3: Regel 3:
 ==== 1. Wat verstaan we onder de christelijke vrijheid? ==== ==== 1. Wat verstaan we onder de christelijke vrijheid? ====
  
-Geen ongebondenheid of zomaar wat vrijheid in het algemeen, maar een vrijheid die beperkt is tot een bepaalde soort en tot zekere gradaties. Want het bijvoeglijk naamwoord 'christelijke' of ook 'geestelijke' onderscheidt deze specifieke vrijheid van de burgerlijke en lichamelijke vrijheid, alsook van de zogenaamde vrijheid van allerlei sekten. Ze is echter niet in strijd met de lichamelijke of burgerlijke dienstbaarheid, noch met de dienstbaarheid die wij God en de gerechtigheid verschuldigd zijn.((*Efeziërs 6:5 *1 Petrus 2:16 *Romeinen 6:18)) 1 Korintiërs 7:22 zegt dat wie "als vrije geroepen werd, een slaaf van Christus" is, dat wil zeggen: hij moet Christus dienen.+Geen ongebondenheid of zomaar wat vrijheid in het algemeen, maar een vrijheid die beperkt is tot een bepaalde soort en tot zekere gradaties. Want het bijvoeglijk naamwoord 'christelijke' of ook 'geestelijke' onderscheidt deze specifieke vrijheid van de burgerlijke en lichamelijke vrijheid, alsook van de zogenaamde vrijheid van allerlei sekten. Ze is echter niet in strijd met de lichamelijke of burgerlijke dienstbaarheid,((*Efeziërs 6:5)) noch met de dienstbaarheid die wij God en de gerechtigheid verschuldigd zijn.((*1 Petrus 2:16 *Romeinen 6:18)) 1 Korintiërs 7:22 zegt dat wie "als vrije geroepen werd, een slaaf van Christus" is, dat wil zeggen: hij moet Christus dienen.
  
 Als we het verder hebben over de christelijke vrijheid, is nog te onderscheiden tussen de vrijheid van de wil, waarover wij gesproken hebben in het hoofdstuk over de vrije wil, en de vrijheid van de persoon, waarover wij hier zullen handelen. Als we het verder hebben over de christelijke vrijheid, is nog te onderscheiden tussen de vrijheid van de wil, waarover wij gesproken hebben in het hoofdstuk over de vrije wil, en de vrijheid van de persoon, waarover wij hier zullen handelen.
Regel 9: Regel 9:
 In het Grieks wordt deze vrijheid //lutrosis// en //eleutheria// genoemd, dat wil zeggen: verlossing en ontbinding van slavernij. 2 Korintiërs 3:17 zegt: "Waar de Geest des Heren is, is vrijheid", //eleuteria//. In het Latijn spreken we van //libertas// (vrijheid) of //liberatio// (bevrijding). Het is een vrijheid die niet tot stand komt door geweld of kracht, zoals gebeurde toen de Heere zijn volk uit de hand van de farao verloste. Behalve dan met betrekking tot de satan, wiens macht en rijk Christus [wel met kracht] vernietigd heeft. De christelijke vrijheid is ook niet te danken aan de welwillende toestemming van de vijand, zoals toen Gods volk terugkeerde uit Babel. Maar het is een vrijheid die verkregen wordt door de betaling van een rechtvaardige prijs, niet aan de satan, maar aan God.((De apostel noemt dit ook wel //apolutrosin//, [wat Grieks is voor] een verlossing.)) In het Grieks wordt deze vrijheid //lutrosis// en //eleutheria// genoemd, dat wil zeggen: verlossing en ontbinding van slavernij. 2 Korintiërs 3:17 zegt: "Waar de Geest des Heren is, is vrijheid", //eleuteria//. In het Latijn spreken we van //libertas// (vrijheid) of //liberatio// (bevrijding). Het is een vrijheid die niet tot stand komt door geweld of kracht, zoals gebeurde toen de Heere zijn volk uit de hand van de farao verloste. Behalve dan met betrekking tot de satan, wiens macht en rijk Christus [wel met kracht] vernietigd heeft. De christelijke vrijheid is ook niet te danken aan de welwillende toestemming van de vijand, zoals toen Gods volk terugkeerde uit Babel. Maar het is een vrijheid die verkregen wordt door de betaling van een rechtvaardige prijs, niet aan de satan, maar aan God.((De apostel noemt dit ook wel //apolutrosin//, [wat Grieks is voor] een verlossing.))
  
-==== 2. Hoeveel soorten van persoonlijke vrijheid zijn er? ====+==== 2. Hoeveel soorten persoonlijke vrijheid zijn er? ====
  
-Paulus stelt twee soorten vrijheid vast, van elkaar onderscheiden in gradatie:+Paulus stelt twee soorten vast, van elkaar onderscheiden in gradatie:
  
-  - De vrijheid van onze verlossing, door de betaling van Christus' bloed als de onmetelijke losprijs. Dit betreft onze vrijmaking van de dienstbaarheid aan de zonde, de dood en de wet. Hiervan gewaagt de apostel in Romeinen 6:22: u bent "vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen". En in Romeinen 8:2: "De wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods." +  - De [nu al aanwezige] vrijheid van onze verlossing, door de betaling van Christus' bloed als de onmetelijke losprijs. Dit betreft onze vrijmaking van de dienstbaarheid aan de zonde, de dood en de wet. Hiervan gewaagt de apostel in Romeinen 6:22: u bent "vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen". En in Romeinen 8:2: "De wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods." 
-  - De [toekomstige] vrijheiddie ons zal stellen in de volle en volmaakte vrijheid. Dit betreft "de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods" (Romeinen 8:21) en "de verlossing van ons lichaam" (Romeinen 8:23).+  - De [toekomstige] vrijheid die ons zal stellen in de volle en volmaakte vrijheid. Dit betreft "de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods" (Romeinen 8:21) en "de verlossing van ons lichaam" (Romeinen 8:23).
  
 De eerste soort zouden we een //begonnen// vrijheid kunnen noemen, en de tweede een //voleindigde// vrijheid. Want hoewel wij reeds vrij zijn naar de eerste soort vrijheid, worden wij toch nog enigszins door de kracht van de zonde in een zekere dienstbaarheid gehouden, zodat wij nog niet doen wat wij [door het geloof al wel] willen.((*Galaten 5:17)) Ook houdt de onderworpenheid aan de vergankelijkheid en de dood ons nog in boeien geketend tot aan de dag van de verlossing,((*Efeziërs 4:30)) waarop Christus ons, door Hem verlost, zal vrijspreken. Want wij zijn nu nog slechts in [beginsel en in] hope zalig geworden.((*Romeinen 8:24)) 1 Johannes 3:2 zegt wel: "Nu zijn wij kinderen Gods", en dat wil ook zeggen: vrije kinderen,((*Matteüs 17:26)) maar "het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen". De eerste soort zouden we een //begonnen// vrijheid kunnen noemen, en de tweede een //voleindigde// vrijheid. Want hoewel wij reeds vrij zijn naar de eerste soort vrijheid, worden wij toch nog enigszins door de kracht van de zonde in een zekere dienstbaarheid gehouden, zodat wij nog niet doen wat wij [door het geloof al wel] willen.((*Galaten 5:17)) Ook houdt de onderworpenheid aan de vergankelijkheid en de dood ons nog in boeien geketend tot aan de dag van de verlossing,((*Efeziërs 4:30)) waarop Christus ons, door Hem verlost, zal vrijspreken. Want wij zijn nu nog slechts in [beginsel en in] hope zalig geworden.((*Romeinen 8:24)) 1 Johannes 3:2 zegt wel: "Nu zijn wij kinderen Gods", en dat wil ook zeggen: vrije kinderen,((*Matteüs 17:26)) maar "het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen".
Regel 72: Regel 72:
   - We moeten onderscheiden tussen de verschillende tijden of bedelingen van het Koninkrijk van Christus; tussen het Koninkrijk van de heerlijkheid [straks] en het Koninkrijk van Gods weldaden [nu]. De ziel van de gelovige wordt in dit leven al wedergeboren, maar het lichaam moet eerst sterven voordat het wedergeboren kan worden. Want de apostel [Paulus] schrijft in 1 Korintiërs 15:36-44: "Wat gij zelf zaait, wordt niet levend, of het moet gestorven zijn, en als gij zaait, zaait gij niet het toekomstige lichaam, maar slechts een korrel, bijvoorbeeld van koren, of van iets anders. Maar God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam. (...) Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt", [en geestelijk dan] niet in wezen, maar in hoedanigheid; waar een natuurlijk lichaam alleen leeft door de ziel, wordt het geestelijke lichaam door Gods Geest levend gemaakt samen met de ziel.   - We moeten onderscheiden tussen de verschillende tijden of bedelingen van het Koninkrijk van Christus; tussen het Koninkrijk van de heerlijkheid [straks] en het Koninkrijk van Gods weldaden [nu]. De ziel van de gelovige wordt in dit leven al wedergeboren, maar het lichaam moet eerst sterven voordat het wedergeboren kan worden. Want de apostel [Paulus] schrijft in 1 Korintiërs 15:36-44: "Wat gij zelf zaait, wordt niet levend, of het moet gestorven zijn, en als gij zaait, zaait gij niet het toekomstige lichaam, maar slechts een korrel, bijvoorbeeld van koren, of van iets anders. Maar God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam. (...) Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt", [en geestelijk dan] niet in wezen, maar in hoedanigheid; waar een natuurlijk lichaam alleen leeft door de ziel, wordt het geestelijke lichaam door Gods Geest levend gemaakt samen met de ziel.
   - Vanwege de oefening van het geloof, de hoop, de aanroeping en het liefdebetoon van de gelovigen in hun strijd.   - Vanwege de oefening van het geloof, de hoop, de aanroeping en het liefdebetoon van de gelovigen in hun strijd.
-  - Omdat de dood van het lichaam naar het woord van Paulus in 1 Korintiërs 15:26 "de laatste vijand" is, die pas door de heerlijke opstanding vernietigd moet worden.+  - Omdat de dood van het lichaam naar het woord van Paulus in 1 Korintiërs 15:26 "de laatste vijand" is, die pas [op de jongste dag] door de opstanding in heerlijkheid vernietigd moet worden.
  
 ==== 10. Wat is de vrucht van deze vrijheid? ==== ==== 10. Wat is de vrucht van deze vrijheid? ====
  
-Dat de gelovigen een gerustgesteld geweten hebben en de wet niet meer verafschuwen maar zich daarin verheugen.((*Psalm 1:2)) En dat ze erop vertrouwen dat hun gehoorzaamheid, hoe onvolmaakt ook, God als hun Vader behaagt.+Dat de gelovigen een gerustgesteld geweten hebben en de wet niet meer verafschuwen maar zich daarin verheugen.((*Psalm 1:2)) En dat ze erop vertrouwen dat hun gehoorzaamheid, hoe onvolmaakt ook, God hun Vader behaagt.
  
 ==== 11. Wat is het derde onderdeel van de christelijke vrijheid? ==== ==== 11. Wat is het derde onderdeel van de christelijke vrijheid? ====
Regel 87: Regel 87:
 De bevrijding van de Mozaïsche riten, oftewel de ceremoniële wet, en veel meer nog van de menselijke tradities die zijn ingesteld om God [daardoor] te dienen. [Hierbij valt te denken aan:] De bevrijding van de Mozaïsche riten, oftewel de ceremoniële wet, en veel meer nog van de menselijke tradities die zijn ingesteld om God [daardoor] te dienen. [Hierbij valt te denken aan:]
  
-  - de offers en sacramenten die God aan het Joodse volk had toevertrouwd. Omdat dit voorafbeeldingen en voorafschaduwingen van de waarheid waren, moesten zij ophouden te bestaan toen de waarheid geopenbaard was.  als dingen die vervuld zijn en hun einde waartoe zij ingesteld zijn verkregen hebben, zoals de apostel het doorlopend leert in de gehele brief aan de Hebreeën, waarvan men deze regel wel moet onthouden: alle Mozaïsche ceremoniën buiten, binnen en na Christus geopenbaard in het vlees, zijn te niet gedaan, zodat degene die ze zal willen onderhouden, verstoken wordt van de vrijheid die wij in Christus hebben.((*Galaten 2:4,5)) Want in Galaten 3:25 heet het: "Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester." +  - de offers en sacramenten die God aan het Joodse volk had toevertrouwd. Omdat dit voorafbeeldingen en voorafschaduwingen van de waarheid waren, moesten zij ophouden te bestaan toen de waarheid [ervan in Christus] geopenbaard was. Het zijn dingen die vervuld zijn en het doel bereikt hebben waartoe zij ingesteld waren, zoals de apostel leert in heel zijn brief aan de Hebreeën. Hierover moet de volgende regel worden aangehouden: alle Mozaïsche ceremoniën zijn na de openbaring van Christus in het vlees te niet gedaan. En wel zozeerdat wie ze [nog altijd] wil onderhouden, afvalt van de vrijheid die wij in Christus hebben.((*Galaten 2:4,5)) Want Galaten 3:25 zegt: "Nu (...) het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester." 
-  - de noodzaak om enige wetse geboden aangaande de middelmatige dingen te onderhoudenals daar zijn van het verkiezen en eten van zekere spijzen, van onderhoudingen der dagen en dergelijke. Van welke beide delen dezer vrijheid gesproken wordt in Galaten 5:1,2,13.((*Galaten 5:1,2,13 *Efeziërs 2:15 *Kolossenzen 2:14,16))+  - de noodzaak om bepaalde wettische voorschriften aangaande middelmatige zaken in acht te nemenzoals het verkiezen en eten van bepaald voedselde onderhouding van [bepaalde] dagen en dergelijke.((*Galaten 5:1,2,13 *Efeziërs 2:15 *Kolossenzen 2:14,16))
  
-==== 13. Wat zijn middelmatige dingen? ====+==== 13. Wat zijn middelmatige zaken? ====
  
-Basilius noemt ze dingen die geoorloofd zijn, en in ons macht en goeddunken staan, Gregorius van Nazianze dingen die in het midden gesteld zijnChrysostomus tot de Romeinse //adiaphora//, onverschillige dingen, waar niet veel aan gelegen is, wat niet veel scheelt of hoeft gedaan te wordenEn middelmatige dingen zijn werken of daden die in zichzelf of naar hun aard goed noch kwaad zijn, maar uit de omstandigheden van hun gebruik goed of kwaad geacht worden. Of dat worden middelmatige dingen of daden genoemd, die in Gods wet of Woord niet uitdrukkelijk geboden of verboden zijn, zoals het eten van vlees of deze spijze op deze of die dag, of niet te eten, op dit fatsoen??? of met deze verf??? gekleed te worden of niet gekleed te worden. Want het zijn geen middelmatige dingen die uitdrukkelijk in het Woord Gods geboden wordenof openlijk tegen Gods Woord strijden, zoals naar de mis gaanen met zulke over-geloofse dingen gemeenschap te hebben die tegen het Woord van God en de verdienste van Christus strijden, of die om de bijgevoegde waan van verdienste of godsdienst goddeloos zijn.+Basilius noemt ze dingen die geoorloofd zijn, waarvan het gebruik in onze macht en goeddunken staat. Gregorius van Nazianze omschrijft ze als dingen die in het midden gesteld zijnChrysostomus noemt ze in zijn commentaar op Romeinen //adiafora//, onverschillige dingen.\\ 
 +Middelmatige zaken zijn dingen of handelingen die in zichzelf of naar hun eigen aard goed noch slecht zijn, maar die op basis van de omstandigheden waarin ze gebruikt worden goed of slecht geacht kunnen worden. We kunnen ze ook omschrijven als onverschillige dingen of handelingen die door geen wet of woord van God uitdrukkelijk geboden of verboden worden. Zoals het al dan niet eten van vlees op deze of die dag en het al dan niet dragen van kleding met deze of die vorm of kleur.\\  
 +Want middelmatige zaken zijn niet die dingendie uitdrukkelijk door Gods Woord geboden worden of duidelijk met dat Woord in strijd zijn, zoals het bijwonen van de mis, het [aan het avondmaal] laten aangaan van bijgelovigen die in strijd komen met Gods Woord en met de verdienste van Christus, of die vanwege een [aan Gods Woord] toegevoegd waanidee omtrent [eigen] verdienstelijke werken of [eigenwillige] godsdienst goddeloos zijn te noemen.
  
-==== 14. Mag men de middelmatige dingen dan wel sol bol??? en zonder onderscheid gebruiken? ====+==== 14. Mogen we middelmatige en onverschillige zaken naar willekeur en zonder onderscheid gebruiken? ====
  
-Nee, men moet daarin de volgende voorzichtigheden waarnemen:+Nee, hierbij moeten bepaalde voorzichtigheden in acht worden genomen:
  
-  - Aangaande het geloof, dat wij namelijk niets zullen doen of bij de hand nemen met een twijfelend geweten, die ons in achterdenken zou mogen brengen, of wij dat wel zouden mogen gebruiken of doen met een goed geweten of niet. Maar dat wij uit het Woord van God verzekerd zijn wat ons toegelaten, wat geboden en wat verboden isnaar luidt van Romeinen 14:5: "Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd." En in vers 14 staat "dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem, die iets onrein acht, is het onrein." En in vers 22: "Zalig is hij, die zich geen verwijten maakt bij hetgeen hij goed acht." +  - Ten aanzien van het geloofwij mogen niets doen of ter hand nemen met een twijfelend geweten, dat een knagend gevoel van onrecht veroorzaakt omdat we niet zeker weten of iets ons geoorloofd is of niet. We moeten uit Gods Woord overtuigd zijn dat iets ons is toegestaan en dus geboden is dan wel verboden, zoals Romeinen 14:5 aangeeft: "Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd." En vers 14 zegt "dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem, die iets onrein acht, is het onrein." En verderop staat: "Zalig is hij, die zich geen verwijten maakt bij hetgeen hij goed acht. Maar wie twijfelt, wanneer hij eet, is veroordeeld, omdat hij het niet uit geloof doet. En al wat niet uit geloof is, is zonde(Romeinen 14:22,23). 
-  - In het gebruik der middelmatige dingen worden drieërlei soorten van mensen aangemerktWant sommige zijn zwak in het geloof, dat wil zeggen: niet zo geoefend in de leer van het geloofen zij kennen de christelijke vrijheid niet. Sommigen zijn hardnekkig en moedwillig, en sommign sterk die de christelijke vrijheid wetenZoveel de eerste aangaat, men moet zich wel wachten en toetsen dat men die dingen die wij uit Gods Woord geleerd hebben middelmatig te zijn, niet gebruikt of tot wellustigheid of roekeloos of op een verkeerd moment, met ergernis van onze evennaasten, die in het geloof nog zwak is. Maar wij zullen het gebruik van die dingen matigennaar het verstand en het begrip van onze naasten, die uit onwetendheid nog zwak en in de school van Christus nog jong zijn, en dat tot de tijd dat ze onderwezen zijn.((*Romeinen 14:1)) De één (te weten, die in de kennis van het evangelie heeft toegenomen en naar 1 Timoteüs 4:4 weet: "alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt". En naar Titus 1:15 "Alles is rein voor de reinen, maar voor hen, die besmet en onbetrouwbaar zijn, is niets rein"gelooft dat men alle ding eten mag, maar de ander, die zwak is, ere moestRomeinen 14:3: "Wie wèl eet," zijns vrijheids namelijk bewust zijnde, "minachte hem niet, die niet eet,dat is: hij bespotte hem niet trots, "en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet", dat wil zeggen: hij veroordele niet wat hij niet verstaat. "Dan gaat er immers iemand, die zwak is, ten gevolge van uw kennis verloren, een broeder, om wiens wil Christus gestorven is" (1 Korintiërs 8:11). "Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder geen aanstoot te geven" (1 Korintiërs 8:13). +  - Ten aanzien van het gebruik van onverschillige zaken: we moeten drie soorten mensen onderscheidenNaast mensen die standvastig zijn en onderwezen in de christelijke vrijheid, zijn er immers ook: 
-  Maar tot de tweede soort mensen behoort deze regel, de moedwillige, hardnekkige, bijgelovige mensen, of die uit een verkeerde boosheid onze vrijheid valstrikken leggen, en moet men in hun goddeloze mening of waan door ons afhouden van het gebruik der vrijheid niet verstekenDe zwakken zal men wat toegeven tot stichting, maar de Farizeeën, dat wil zeggen: de dwarsdrijvers, of de kwaadaardige verspiedersdie op ons loeren, zal men niet een handbreed wijken, opdat de christelijke vrijheid in haar geheel blijft. Daarom zegt Christus in Matteüs 15:14: "Laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden." Zo heeft Paulus ook toegelaten dat Timoteüs besneden werd, acht hebbende op de zwakheid van de gelovigen onder de Joden.((*Handelingen 16:3)) Maar hij wilde niet dat Titus besneden zou worden, omdat hij de christelijke vrijheid tegen de hardnekkige inkruipers of valstrikleggers moest verdedigen of beschermen.((*Galaten 2:3-5)) +    - zwakken in het geloof, die niet zo geoefend zijn in de leer van het geloof en niet bekend met de christelijke vrijheid. Ten aanzien van hen moeten wij ervoor waken dat wij de zaken waarvan wij uit Gods Woord hebben geleerd dat ze middelmatig zijn, niet gebruiken om onze lusten te bevredigen, noch roekeloos en onbedachtzaam gebruiken, waardoor we tot een struikelblok zouden worden voor de naaste die zwak is in het geloof. Maar wij moeten ons, uit bezorgdheid om hun nog aanwezige onwetendheid en nog niet ver gevorderd zijn in de leerschool van Christus, aanpassen aan hun beperkte bevattingsvermogen, en dat tot de tijd dat zij onderwezen zijn.((*Romeinen 14:1,20)) De één is in de kennis van het evangelie toegenomen en weet met 1 Timoteüs 4:4: "alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt", en met Titus 1:15"Alles is rein voor de reinen, maar voor hen, die besmet en onbetrouwbaar zijn, is niets rein". Zo iemand gelooft dat men alles mag eten. Maar een ander, die zwak is in het geloofeet groentenLaat hij die eet en dus weet van zijn vrijheid, hem die niet eet, niet verachten, dat wil zeggenlaat hij hem niet arrogant minachten. Evenals hij die niet eet, hem die wel eet niet mag veroordelen, dat wil zeggen: niet mag veroordelen wat hij niet begrijpt. "Dan gaat er immers iemand, die zwak is, ten gevolge van uw kennis verloren, een broeder, om wiens wil Christus gestorven is" (1 Korintiërs 8:11). "Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder geen aanstoot te geven" (1 Korintiërs 8:13). 
-  - Wij moeten onze vrijheid niet …??? of verzuimen en nalaten, maar gebruiken tot stichting en bevestiging van degenen die nu sterk zijnen in het Woord wel onderwezen. Zo schrijft Paulus in Galaten 2:11 dat hij Petrus hevig berispte, omdat hij hen om de Joden de heidenen ontzag, omdat hij hen niet zou ergeren, waarmee hij de hardnekkige Joden versterkte, dat ze de heidenen altijd voor onrein hielden+    koppige mensen. Ten aanzien van hen geldt deze regelhardnekkige bijgelovigen of zij die onze vrijheid kwaadwillig belagen moeten niet door onze onthouding of misbruik van de vrijheid in hun goddeloze opvatting worden bevestigdWant aan de zwakken moet men wel wat toegeventot opbouw, maar aan de farizeeën, dat wil zeggen: aan hen die arglistig of kwaadwillig op de loer liggenmoet niets worden toegegeven, opdat de christelijke vrijheid ongeschonden bewaard blijft. Daarom zegt Christus in Matteüs 15:14: "Laat hen gaan, blinden zijn zij, die blinden leiden." Zo heeft Paulus ook toegelaten dat Timoteüs besneden werd, acht hebbende op de zwakheid van de gelovigen onder de Joden.((*Handelingen 16:3)) Maar hij wilde niet dat Titus besneden zou worden, omdat hij de christelijke vrijheid moest verdedigen of beschermen tegen de koppigen en de listige belagers.((*Galaten 2:3-5)) 
-  - De onwetende en zwakken behoren niet waanweerdelijk??? te verdoemen vanwege hetgeen zij nog niet verstaan, maar dat ze degenen die sterker zijn als zij haar recht en vrijheid laat behouden.((Romeinen 14.)) Dat ook geen gemeente een andere gemeente veroordele om een andere onderhouding van de middelmatige dingen, zoals tot grote schade van de christenheid geschied is in de vroege kerk, aangaande het paasfeesten de onderhouding van de vastdagen.+  - Onze vrijheid moet niet worden verzuimd of verwaarloosd, maar gebruikt tot opbouw en bevestiging van hen die reeds standvastig zijn en goed onderwezen in het Woord. Zo schrijft Paulus dat hij Petrus zeer ernstig heeft terechtgewezen, omdat die zich uit ontzag voor de Joden die hij niet wilde ergeren, van de heidenen had afgezonderd.((*Galaten 2:11)) Daarmee bevestigde Petrus de hardnekkigen in hun mening dat de heidenen voor altijd onrein waren
 +  - Onwetenden en zwakken moeten wat zij nog niet begrijpen niet lichtgeraakt veroordelen, maar zij moeten de sterkeren hun recht en vrijheid gunnen.((*Romeinen 14:3)) Ook mag geen gemeente een andere gemeente veroordelen vanwege een andere naleving van middelmatige zaken, zoals tot grote schade gebeurde in de vroege kerk, met betrekking tot [de datum van] het paasfeest en de onderhouding van bepaalde vastendagen.
  
-==== 15. Wat te denken van de menselijke tradities die niet door God zijn ingesteld? ====+==== 15. Wat te denken van menselijke traditiesdie niet door God zijn ingesteld? ====
  
-Zo veel de godsdienst aangaat, moet men alleen letten op het geschreven Woord van God, en niet op menselijke instellingen, want God heeft ons bekend gemaakt hoe wij Hem zullen leren kennen en dienen, en dat men derhalve niet moet gehoorzamen de instellingen die de leer of de geestelijke regering aangaan, die openlijk of scheefs??? tegen het Woord van God strijden, en ons van Christus afleiden, of de riten en gebruikelijke wijzn om God te dienen, waarvan sommigen zeer leurig???, ijdel, kinds en beuzelachtig zijn, sommige voor zichzelf, of om iets anders zeer bijgelovigs of overgelovigs, en sommige zeer goddeloos, als daar zijn de kramerijen van de missen, de aanroeping van heiligen, de instelling van ongehuwd te leven, het onderscheid der spijzen, het opperste gebied van de roomse paus, het smeden van beelden en kruizen, van de vrije wil, de verdienste, de aflaten, de wezenlijke veranderingen, het oliesel, het vasten in de Vastenhet wijwater, de wijding van de altaren, de beloften van de monnikende gebeden voor de dodende fielterij??? van de Dagheyvers???, de dienst van de relikwieën of overblijfselen van heiligen, etc\\ Matteüs 16:6: "Wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën"En in ~Matteüs 15:9: "Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn." En Ezechiël 20:18,19: "Wandelt niet naar de inzettingen van uw vaderen, onderhoudt hun verordeningen niet en verontreinigt u niet met hun afgoden. Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen." Handelingen 5:29: "Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen". Galaten 1:9: "Indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt!" \\ Maar de wettige ceremoniën, die door de kerkenraad ingesteld zijn, zonder waan van godsdienst en noodzakelijkheid, maar alleen opdat "alles betamelijk en in goede orde" in de gemeente toegaat (1 Korintiërs 14:40), die moet men onderhouden, niet van zichzelf, maar door de wet van de liefde, zodat degene die ze veracht en moedwillig met ergernis nalaat, voor God schuldig is vanwege de overtreding van de orde en het breken van de band der liefde. Maar buiten het gevaar van ergernis en moedwilligheid zondigt degene die ze nalaat niet. \\ Bovendien zijn er sommige menselijke instellingen die op zichzelf wel niet goddeloos zijn, maar die toch weinig of niet tot stichting te betekenen hebben, en waarvan het beter was, dat ze ten enenmale niet waren gedaan. In het onderhouden of nalaten van deze moet men acht hebben op de ergernissen.+Wat de godsdienst betreft, moet men zich uitsluitend richten naar het geschreven Woord van God, niet naar menselijke tradities. Want God heeft ons de manier bekendgemaakt waarop Hij door ons gekend en gediend wil worden. Daarom zijn we geen gehoorzaamheid verschuldigd aan bepalingen omtrent de leer of de geestelijke regering die openlijk of indirect in strijd zijn met Gods Woord en ons van Christus afleiden. Of aan allerlei religieuze gebruiken, waarvan sommigen dwaas en belachelijk zijn, anderen bijgelovig en weer anderen goddeloos. Zoals de duizenden beuzelarijen van de mis, de aanroeping van de heiligen, de wetten van het celibaat, het onderscheid in voedsel, het primaat van de roomse paus, het maken van afgodsbeelden en kruisende verdiensten van de vrije wil, aflaten, transsubstantiatie, het vormsel, het veertigdagenvasten, wijwater, de wijding van altaren, magistrale besluiten over monastieke geloften, gebeden voor de doden in het vagevuur en de verering van relikwieën. [Zo blijkt wel uit de volgende Schriftplaatsen:
 +  * Matteüs 16:6: "Wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën". 
 +  * Matteüs 15:9: "Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn." 
 +  * Ezechiël 20:18,19: "Wandelt niet naar de inzettingen van uw vaderen, onderhoudt hun verordeningen niet en verontreinigt u niet met hun afgoden. Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen." 
 +  * Handelingen 5:29: "Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen". 
 +  * Galaten 1:9: "Indien iemand u een evangelie predikt, afwijkend van hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt!"
  
-==== 16. Maar houdt Christus de traditiesinstellingen of wanen die tegen het Woord van God strijden niet voor goedals Hij in Matteüs 23:2 zegt: "De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes"? ====+Maar wettige ceremoniën, die door de kerkenraad zijn ingesteld, niet met een waan van godsdienstige noodzakelijkheidmaar alleen opdat "alles betamelijk en in goede ordein de gemeente toegaat (1 Korintiërs 14:40), die moet men wél onderhouden. En dat niet op grond van zichzelf, maar volgens de wet van de liefde. Zodat wie ze met ergernis minacht en hardnekkig veronachtzaamt, voor God schuldig is aan het schenden van de orde en aan het breken van de band der liefde. Maar buiten het gevaar van ergernis [te geven] en koppig te zijn, zondigt degene die ze nalaat niet.\\ 
 +Bovendien zijn er menselijke gebruiken die op zichzelf niet goddeloos zijn, maar weinig of niets bijdragen aan de opbouw [van de gemeente], zodat het beter zou zijn als ze volledig werden afgeschaft. Bij het onderhouden of nalaten van dergelijke zaken moet altijd rekening worden gehouden met [het al dan niet geven van] aanstoot.
  
-Geenszins, maar de instellingen en bedieningen van Mozes, die van God bevolen warenwant hierin moet men ze horen, hoe verkeerd ze in hun andere dingen ook waren. Dit geeft ook te kennen de gelijkenis van de stoel, daar ze als leraars van de wet van Mozes op zatenEn die hier beveelt dat men de Farizeeën horen zalzo ze uit Mozes lerendie vermaant elders zijn discipelen dat de zich zouden wachten van hun zuurdesem.((*Matteüs 16:6)) Zo moet ook het woord van Lucas 10:16 ("Wie naar u hoort, hoort naar Mij") niet getrokken worden tot de wanen die met het evangelie strijden.+==== 16. Maar keurt Christus de tradities of meningen die in strijd zijn met Gods Woord niet goed als Hij in Matteüs 23:2,3 zegt: "De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles danwat zij u ook zeggendoet dat en onderhoudt dat"? ====
  
-==== 17Wat te denken van de goede bedoeling of meningzoals ze dat noemen? ====+GeenszinsHij keurt alleen de Mozaïsche instellingen en bedieningen goeddie een goddelijk recht hadden [omdat ze door Hemzelf waren bevolen]. Daarom moesten ze gehoord worden, hoe slecht zij ook handelden. Dit wordt aangegeven door de gelijkenis van het zitten, want zij bezetten de leerstoel als leraren van de Mozaïsche wet. En elders, waar Christus zijn discipelen waarschuwt voor de leer van de farizeeën, gebiedt Hij hen juist niét te luisteren naar hen die hun onderwijs halen uit hun eigen hoofd.((*Matteüs 16:6)) Zo moet ook het woord van Lucas 10:16, "wie naar u hoort, hoort naar Mij", niet worden toegepast op meningen die in strijd zijn met het evangelie.
  
-Dat het geen goede mening is, die iets bovenmate, tegen Gods Woord, alleen uit menselijk vernuft, in de dienst van God instelt. "Gij zult geenszins doen wat wij hier thans doen: ieder geheel naar eigen goeddunken" (Deuteronomium 12:8), maar onderhoudt "heel het gebod, dat ik u heden opleg" (Deuteronomium 11:8).+==== 17. Wat te denken van de zogenoemde goede bedoeling? ====
  
-==== 18. Aangezien Paulus in Romeinen 13:5 beveelt dat men de overheid zal gehoorzamenniet alleen vanwege de staf, maar ook vanwege het gewetengeeft hij daar te kennen dat de overheid wetten mag stellen over de gewetens? ====+Er ís geen sprake van een goede bedoeling als in de eredienst van God iets wordt ingesteld uit louter menselijk vernuftzonder Gods Woord dan wel in strijd ermee. "Gij zult geenszins doen wat wij hier thans doen: ieder geheel naar eigen goeddunken" (Deuteronomium 12:8), maar "onderhoudt (...) heel het gebod, dat ik u heden opleg" (Deuteronomium 11:8).
  
-Nee, aangezien hij de dienst van God en de geestelijke regel om rechtvaardig te leven, zowel hier als daar, verre verheft boven alle menselijk geboden, maar hij wil slechts dat men de overheid zal gehoorzamen, als ze eerlijke en geoorloofde dingen gebiden, dat is//usque ad aras//, tot de dienst Gods toe, omdat God ons deze gehoorzaamheid bevolen heeftwiens gebod niemand met een goed geweten voor God mag versmadenHij onderwerpt dan niet het geweten aan de menselijke wetten, maar aan de ordinantie van God, inzoverre die beveelt de menselijke wetten die met de goddelijke niet strijden te gehoorzamen.+==== 18. Als Paulus in Romeinen 13:5 voorschrijft dat we de overheid moeten gehoorzamen "niet slechts om de toorn" of straf, "maar ook om des gewetens wil", betekent dit dan dat de overheid ons geweten een wet mag opleggen? ==== 
 + 
 +Nee, want overal verheft Paulus de eredienst van God en de regel van een rechtvaardig en geestelijk leven boven alle menselijke voorschriften. Maar hij wil slechts dat men de overheid gehoorzaamt wanneer zij eerbare en geoorloofde dingen gebiedt. Dat wil zeggen[haar bevoegdheid reikt] tot aan de 'altaren'. Want God gebiedt ons deze gehoorzaamheid, en niemand kan zijn gebod verwerpen met een goed geweten voor God. De apostel onderwerpt ons geweten dus niet aan menselijke wetten, maar hij gebiedt ze naar Gods ordinantie te gehoorzamen voor zover ze niet in strijd zijn met de goddelijke wetten.
  
 ==== 19. Wat te denken van de ceremoniën die door Christus zijn ingesteld? ==== ==== 19. Wat te denken van de ceremoniën die door Christus zijn ingesteld? ====
  
-Deze moeten vanwege het gebod en de autoriteit van de insteller worden onderhouden, al worden de mensen door hun onderhouding daarvan voor God niet gerechtvaardigd. \\ Als mensen daarvan in geval van noodzaak daarvan ontschuldigd en verschoond worden, zodat zij ze niet onderhouden, als iemand door nood zich afhoudt van het gebruik van de sacramenten, zolang er maar geen verachting bijkomt, naar het woord van Bernardus: "Het missen van de sacramenten verdoemt niet, maar het verachten".+Deze moeten worden nageleefd vanwege het gebod en het gezag van de Instellerook al wordt men door het naleven ervan niet gerechtvaardigd voor God.
  
-==== 20Wat is het doel en de vrucht van dit deel van de christelijke vrijheid? ====+Daarnaast wordt men in geval van nood verontschuldigd bij het niet naleven ervan 
 +Zo kan het zijn dat iemand door nood zich afhoudt van het gebruik van de sacramenten. Zolang er maar geen verachting bijkomt, naar het woord van Bernardus: "Niet het missen van het sacrament verdoemt, maar het verachten ervan".
  
-  - Dat wij Gods gaven met een gerust geweten gebruiken, daartoe dat ze ons van Hem gegeven zijn, zo nochtans dat wij dit gebruik matigen naar de stichting van onze naasten. +==== 20Wat is het doel en de vrucht van dit onderdeel van de christelijke vrijheid? ====
-  - Dat wij weten dat ons geweten vrij is van de macht van alle mensen. "Gij zijt gekocht en betaald" (1 Korintiërs 6:20), dus: "Weest geen slaven van mensen" (1 Korintiërs 7:23). +
-  - Dat wij onze broeders, die nog zwak zijn, niet veroordelen, want of iemand "staat of valt, gaat zijn eigen heer aan", en "de Here is bij machte hem vast te doen staan" (Romeinen 14:4). +
-  - Dat wij God en niet de schepselen dienen, met oprechte, dat is geestelijke godsdiensten, en dat wij onszelf noch andere mensen in het kwade iets toegeven.+
  
-==== 21. Welke dingen komen met de christelijke vrijheid in strijd? ====+  - Dat wij de gaven die God ons heeft gegeven met een gerust geweten gebruiken, maar dan wel zó dat wij dit gebruik matigen tot opbouw van de naaste. 
 +  - Dat wij weten dat ons geweten vrijgesteld is van de macht van alle mensen. "Gij zijt gekocht en betaald" (1 Korintiërs 6:20), dus "weest geen slaven van mensen" (1 Korintiërs 7:23). 
 +  - Dat wij onze broeders, die nog onwetender zijn, niet veroordelen, want of iemand "staat of valt, gaat zijn eigen heer aan", en "de Here is bij machte hem vast te doen staan" (Romeinen 14:4). 
 +  - Dat wij geen schepselen maar God dienen, met een oprechte, dat is geestelijke eredienst. En dat wij onszelf noch andere mensen iets toegeven ten kwade. 
 + 
 +==== 21. Welke dingen zijn in strijd met de christelijke vrijheid? ====
  
 Deze dingen niet: Deze dingen niet:
- 
   - de lichamelijke dienstbaarheid, die de minderen de meerderen schuldig zijn;   - de lichamelijke dienstbaarheid, die de minderen de meerderen schuldig zijn;
-  - de dienstbaarheid van de geest tot God; +  - de dienstbaarheid van onze geest jegens God; 
-  - de dienstbaarheid van het lichaam tot de geest.((*1 Korintiërs 9:27)).+  - de dienstbaarheid van ons lichaam jegens de Geest.((*1 Korintiërs 9:27))
  
 Maar de volgende dingen wel: Maar de volgende dingen wel:
- +  - de dienstbaarheid aan de zonde, de dwaling, de blindheid voor de wet en [allerlei] menselijke instellingen; 
-  - de dienstbaarheid van de zonde, de dwaling, de blindheid van de weten de menselijke instellingen; +  - de dromen van de joden over een aards koninkrijk van de Messias; 
-  - de dromen van de Joden van het aardse koninkrijk van de Messias. +  - de leer van de stoïcijnen, die de vrijheid alleen toeschrijven aan de wijzen van de wereld; 
-  - de leer van de stoïcijnen, die de wijzen van de wereld alleen vrijheid toeschrijven+  - de boeien van menselijke wetten en tradities, waarmee de gewetens van de mensen worden bezwaard; 
-  - de strikken van de menselijke wetten en tradities of instellingen, waarmee de gewetens van de mensen bezwaard worden+  - de dwaling van hen die zich erop beroemen dat ze door de verkondiging van het evangelie bevrijd zijn van alle lichamelijke schulden en plichten, zodat ze hun heren, schuldeisers en overheden niet bewijzen wat zij hen schuldig zijn. Zo ook [de dwaling] van de libertijnen en wederdopers, die onder het mom van de christelijke vrijheid een vrijbrief tot zondigen menen te hebben, waarbij zij misbruik maken van de uitspraak van Paulus in Romeinen 7:26: "Derhalve ben ik zelf met mijn verstand dienstbaar aan de wet Gods, maar met mijn vlees aan de wet der zonde." Hieruit denken zij te mogen afleiden dat ze alleen naar het vlees hoereren, zich bedrinken en onrein leven, maar naar de Geest en met het verstand rein zijn en Gods wet dienen. Alsof onze vrijheid niet juist ook op ons vlees betrekking heeftmet als doel dat we niet langer slaven van de zonde zullen zijn, want "een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde" (Johannes 8:34), en Paulus zegt in Romeinen 8:13: "Indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven". Paulus spreekt daar van de strijd tegen de zonde, en dus niet van de vrijwillige en uiterlijke werken, maar van de opkomende zondige neigingen, die zelfs de allerheiligsten niet helemaal van zich af kunnen werpen zo lang ze in dit sterfelijk lichaam zijn; 
-  - de dwalingen van degenen die zich beroemendat ze door de verkondiging van het Evangelie van alle lichamelijke schulden en plichten bevrijd en verlost zijnen daarom hun heren, meesters, schuldheren en overheden niet bewijzen wat zij hen schuldig zijn. Zo ook die van de libertijnen, vrijgeesten en wederdopers, die onder het mom van de christelijke vrijheid vrij en geoorloofd zondigen, waarbij zij misbruik maken van de uitspraak van Paulus in Romeinen 7:26: "Derhalve ben ik zelf met mijn verstand dienstbaar aan de wet Gods, maar met mijn vlees aan de wet der zonde." Want hierom zeggen ze dat ze alleen naar het vlees hoereren, dronken drinken en een onrein leven leiden, maar naar de Geest en het gemoed rein zijn en de wet van God dienen, daar onze vrijheid veeleer daartoe strekt, dat wij der zonden dienstknechten niet langer zijn zullen, want "een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde"Johannes 8:34, en Paulus zegt in Romeinen 8:13: "Indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven". Paulus spreekt dan van de strijd tegen de zonde, en niet van de vrijwillige en uiterlijke werken, maar van de verdorven, altijd uitpuilende en opzipperende??? genegenheden, die de allerheiligsten ook niet geheel kunnen verwerpen zo lang ze in dit sterfelijk lichaam zijn; +  - de dwaling van de chiliasten over een duizendjarig rijk van de heiligen in de wereld vóór de jongste dag; 
-  - die van de chiliasten, die zeggen dat het gebied van de heiligen duizend jaar voor de jongste dag in de wereld duren zal+  - de dwaling van opnieuw de wederdopers, die onder het mom van de geestelijke vrijheid het ambt van de overheid en de burgerlijke dienstbaarheid afschaffen. En dat terwijl het dienstknecht zijn naar het lichaam het vrij zijn naar de geest geenszins verhindert. Daarom zegt Paulus in 1 Korintiërs 7:21: "Zijt gij als slaaf geroepen, bekommer u daarover niet", alsof deze beroeping een christen niet betaamt, en in Efeziërs 6:5: "Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus." 
-  - de dwalingen van de wederdopers, die onder het mom van de geestelijke vrijheid de overheid, het ambt van de overheid en de burgerlijke dienstbaarheid weren en wegnemen, daar het toch niet verhindert vrij te zijn naar de geest en het gemoed, en dienstknecht naar het lichaam. Daarom zegt Paulus in 1 Korintiërs 7:21: "Zijt gij als slaaf geroepen, bekommer u daarover niet", alsof deze beroeping een christen niet betaamt, en in Efeziërs 6:5: "Slaven, weest uw heren naar het vlees gehoorzaam met vreze en beven, in eenvoud uws harten, als aan Christus." +  - de roekeloosheid van hen die onverschillige zaken onvoorbereid, onmatig of zonder onderscheid misbruiken, en geen rekening houden met de zwakkeren, maar hen onbedachtzaam ergeren.((*Romeinen 14:15,16 *1 Korintiërs 6:12 *1 Korintiërs 10:23 *2 Korintiërs 11:12))
-  - de roekeloosheid van degenen die de middelmatige dingen te onpas of onmatig of zonder onderscheid misbruiken, en geen acht slaan op de zwakken maar hen onbedachtzaam ergeren.((*Romeinen 14:15,16 *1 Korintiërs 6:12 *1 Korintiërs 10:23 *2 Korintiërs 11:12)) +
- +


Paginahulpmiddelen