In twee opzichten. Er is een specifiek aan de eindtijd voorafgaand verborgen oordeel van tijdelijke aard, dat óf aan velen óf aan iemand in het bijzonder voltrokken wordt. Dat kan in dit leven of in de dood van een ieder zijn. Het oordeel blijkt positief wanneer de Heere in dit leven degenen die Hem toebehoren beschermt zoals de belofte luidt: “De poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen” (Matteüs 16:1818 En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.). Maar het kan ook zijn dat de Heere degenen van Zijn kinderen die van Hem afgedwaald zijn, straft met oorlog, een dure tijd, pestziekte, of een andere ramp, opdat ze met deze wereld niet zullen vergaan.10) Daarom zegt Petrus in 1 Petrus 4:1717 Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen, die ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods? dat het oordeel bij het huis Gods begint. Het kan ook zijn dat de Heere de ziel van deze dwalende kinderen in de hemel opneemt. Van de goddelozen daarentegen worden de zonden niet vergeven, maar God straft hen daarvoor op verschillende manieren, en ten slotte geeft Hij hun ziel over aan de satan om hen te pijnigen.11) Daarnaast is er het algemene, voor ieder publieke laatste en eeuwige oordeel dat voltrokken zal worden op de jongste dag, wanneer de lichamen worden opgewekt. Voornamelijk over dit oordeel zullen we in dit hoofdstuk spreken.
Het is een gerichtsdaad van Christus op de jongste dag, direct na de opstanding van de doden, als Hij met grote majesteit en heerlijkheid het oordeel over alle mensen zal uitspreken. Hij zal de uitverkorenen scheiden van de verworpenen; de eersten zal Hij vrijspreken tot het eeuwige leven, en de laatsten zal Hij veroordelen tot het eeuwige vuur.
Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:99 Terwijl ik bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol; zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur. en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16:8). De bewegende oorzaak in de ongelovigen wordt gevormd door de erfzonde, de daadwerkelijke zonde die tegen Gods wet wordt begaan, en het verachten van het Evangelie. En in God is de bewegende oorzaak Zijn volkomen rechtvaardigheid, die de ongerechtigheid straft en de godzaligheid naar Zijn eeuwig besluit verdedigt en handhaaft. Wat echter de manier betreft waarop het oordeel wordt uitgevoerd, is Christus, de Zoon van God, als de Mens of de Zoon des mensen de uitvoerende oorzaak van het oordeel, oftewel: Hij zal de Rechter zijn. Híj zal Rechter zijn Die voor de rechter gestaan heeft. Híj zal oordelen, Die veroordeeld is geweest. Zo zullen de goddelozen Zijn heerlijkheid moeten zien, waar ze eerst Zijn nederigheid veracht hebben. “De Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven” (Johannes 5:2222 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven.). “Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.” (Johannes 5:2727 En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.). “Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden” (Handelingen 10:4242 en Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden.). “Hij [heeft] een dag bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken” (Handelingen 17:3131 omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken.). “Ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus” (Romeinen 2:1616 ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus.). “Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap” (2 Timoteüs 4:11 Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap.). De engelen zullen Christus’ dienaars zijn. Ze zullen Hem ten dienste staan om het oordeel uit te voeren. Zij zullen immers alle volkeren voor Hem bijeen laten komen. Zij zullen de uitverkorenen scheiden van de verworpenen. Ze zullen de uitverkorenen opnemen in de lucht, Christus tegemoet; en de verworpenen zullen ze met de duivel en al zijn engelen in het eeuwige vuur werpen.
Dat mag men niet zondermeer zeggen, maar wel vanuit de gedachtegang en het gevoelen van hen die Hem van de Vader scheiden. De Joden gingen er vanuit dat de Vader alléén oordeelt (dus zónder de Zoon), maar Hij heeft het oordeel aan de Zoon gegeven, zodat Hij alle dingen oordeelt door Zijn Zoon (Johannes 5:2222 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven.). Anders gezegd: omdat de Zoon de eeuwig geboren Wijsheid en Waarheid is, die uit de Vader voortkomt en Hem volkomen openbaart13), en omdat het oordeel in wijsheid en waarheid voltrokken moet worden – daarom wordt de macht om te oordelen als Zijn eigen werk aan de Zoon toegeschreven. Zo doet de Vader alles door de Zoon (Johannes 1:33 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.). “Omdat de Zoon het Kunstwerk is van de Vader”, zegt AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. (Lib. 6, De Trinitatis), “oordeelt Hij ook alles door Zijn Zoon, omdat Deze Zijn Wijsheid en Waarheid is.” Dat wordt ook door Daniël te kennen gegeven in Daniël 7:99 Terwijl ik bleef toekijken, werden tronen opgesteld, en een Oude van dagen zette Zich neder; zijn kleed was wit als sneeuw en zijn hoofdhaar blank als wol; zijn troon bestond uit vuurvlammen, de raderen daarvan uit laaiend vuur. en 13. Daar wordt van de Vader gezegd dat de Oude van dagen Zich zette, en vervolgens staat er dat de Mensenzoon is gekomen tot de Oude van dagen “en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht.” Daarmee wordt te kennen gegeven dat het gezag om te oordelen bij de Vader ligt; de macht daartoe heeft de Zoon echter van de Vader gekregen. Als we zeggen dat niet de Vader het oordeel zal uitspreken, komt dat omdat Hij in het toekomende oordeel niet in een zichtbare gestalte zal verschijnen. Niet de Vader maar de Zoon zal dan verschijnen in de gestalte van een Dienaar. AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. zegt daarvan dat die gestalte niet van de Vader is, maar van de Zoon, en dan niet van de Zoon voor zover Hij aan de Vader gelijk is, maar voor zover Hij minder is dan de Vader, zodat Hij door de godzalige én door goddelozen mensen gezien kan worden, en de dingen kan doen die tot het werk van een rechter behoren (Matteüs 24:3030 En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid.).
Ja, want de Vader heeft Hem macht gegeven om te oordelen in Zijn hoedanigheid van Zoon des mensen. En dat niet vanwege de staat van Zijn menselijke natuur, want dan zouden alle mensen wel rechter kunnen zijn. Nee, het is vanwege de staat van Zijn heerlijkheid die het gevolg is van de vereniging van Zijn goddelijke en menselijke Persoon. Naar Zijn menselijke natuur is Hij het Hoofd van heel Zijn gemeente,14) en God heeft alles aan Hem onderworpen.15) Door de godheid van Christus die Zijn ziel doorvloeit16), kan Hij de verborgenheid van het menselijk hart doorgronden en erover oordelen. De macht om te oordelen komt dus Christus toe, niet alleen omdat en in zover Hij God is en één met de Vader, maar [die macht komt Hem ook toe] in Zijn menselijke natuur vanwege Zijn overeenkomst en verwantschap met de mensen. Vervolgens [heeft Hij die macht] opdat de mensen die geoordeeld worden, de Rechter Zelf kunnen zien.
De apostelen en de andere heiligen. “Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult (…) ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten”, zegt Christus in Matteüs 19:2828 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij, die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten..17) “Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld – dat zijn de goddelozen – zullen oordelen? (…) Weet gij niet, dat wij over engelen – namelijk de goddeloze engelen – oordelen zullen?”18) De volgende redenen worden daarvoor aangevoerd:
Over het geloof of ongeloof van ieder mens, dat opgemerkt wordt vanuit de vruchten van beide.23) Men moet van elk zinloos woord rekenschap geven op de dag van het oordeel, en hoeveel te meer zal dat gelden voor een ernstiger zonde – als men namelijk de verzoening door Christus niet omhelst en aanneemt. God zal het in de mensen verborgene oordelen.24) “Zo zal dan een ieder onzer voor zichzelf rekenschap geven aan God” (Romeinen 14:1212 Zo zal [dan] een ieder onzer voor zichzelf rekenschap geven [aan God].). “Ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken” (1 Korintiërs 3:1313 ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken.). Het is zo dat men op deze dag het licht van de waarheid nog beter kan doorzien en begrijpen – het licht dat de duisternis van de onwetendheid verdrijft en als een vuur in het hart schijnt. “Wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad” (2 Korintiërs 5:1010 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.). Dezelfde gedachte wordt ook in Openbaring 20:1212 En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. uitgedrukt. Daarom zegt AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme.: “In alles waarmee de mens bezig is als hij sterft – daarnaar zal hij geoordeeld worden.
We kunnen niet goed zeggen op welke manier dit zal gebeuren, maar wel maakt de Schrift ons duidelijk dat het dit oordeel of gericht een heel rechtvaardig gebeuren zal zijn vol heerlijkheid en majesteit.25). Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: de voorbereiding, het eigenlijke vonnis en de uitvoering ervan. De uitvoering gaat als volgt:
Het is zeker waar dat de godzaligen vrijgesproken zullen worden door de stem van de wet, omdat Christus die voor hen vervuld heeft. En het is ook waar dat de goddelozen door diezelfde wet, die alle zonden veroordeelt met eeuwige straffen, verdoemd zullen worden. Maar toch zal niet de stem van de wet maar die van het Evangelie dat de apostelen gepredikt hebben, het richtsnoer voor het laatste oordeel zijn. Zo spreekt ook de Schrift. “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Johannes 3:3636 Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.). “God [oordeelt] het in de mensen verborgene volgens mijn evangelie, door Christus Jezus” (Romeinen 2:1616 ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus.). Het vonnis in het laatste oordeel zal niets anders zijn dan een bekendmaking of verklaring van het vonnis dat nu al in dit leven door de prediking van het Woord wordt uitgesproken over de rechtvaardigverklaring of de veroordeling van ieder in het bijzonder.
De apostel noemt er in Romeinen 2:55 Maar in uw weerbarstigheid en onboetvaardigheid van hart hoopt gij u toorn op tegen de dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods. drie:
Dat zijn er vele, waarvan er verschillende zijn die aan het oordeel voorafgaan en sommige die daarna volgen. Van de tekenen die voorafgaan, zijn er sommige die heel lange tijd voorafgaan en dus nog ver van het einde verwijderd zijn, zoals:
Sommige gaan eveneens aan het laatste oordeel vooraf, hoewel ook dan het einde niet direct zal volgen.
Er zijn nog tekenen die zullen volgen op het laatste oordeel: het gejammer van alle geslachten op de aarde, het teken van de Zoon des mensen dat men aan de hemel zal zien, als de Heere op de wolken zal terugkomen.49) Sommigen zijn van mening dat dit het teken van het kruis zal zijn, en anderen denken dat het een verschijnsel zal zijn dat de hoogste heerlijkheid en majesteit [van Christus] weergeeft en dat te kennen geeft dat Christus komt om de wereld te oordelen.
Dat is een ongerijmde vraag, zegt AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme., want de Heere zegt in Matteüs 24:3636 Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.: “Van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, maar de Vader alleen.” Marcus 13:3232 Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, alleen de Vader. voegt er nog aan toe: “ook de Zoon niet.” In Handelingen 1:77 Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft. lezen we: “Het is niet uw zaak de tijden (kairos, uren, gelegenheden of bepaalde tijdstippen) te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft.” Ook wordt gesteld dat de komst van de Heere onverwachts en als het ware als een dief in de nacht zal plaatsvinden.50) Het is dus wel zo dat dag en uur onzeker is, zodat we daarnaar verder geen onderzoek kunnen en evenmin mogen doen. Maar toch hebben we genoeg bewijzen uit de al genoemde tekenen – die ook nu nog dagelijks gebeuren –, uit de goddeloosheid en uit de verdorvenheid van alle zedelijk leven die nu tot een hoogtepunt gekomen zijn, dat de dag van Christus niet meer ver weg kan zijn.51) Het is net als bij de bomen: als die gaan uitbotten en de bladeren gaan komen, is dat een bewijs dat de zomer dichtbij is. En als de boer ziet dat de aren geel worden, trekt hij daaruit de conclusie dat de oogst voor de deur staat. Al die tekenen zijn als het ware herauten die de mensen voor de rechterstoel van Christus dagen, al is het waar dat wij daarvan niet het jaar, de maand, de dag en het uur kunnen weten, omdat het ons niet in de Schrift is geopenbaard. AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. zegt dat de ‘jongste tijd’ van een mens – dat wil zeggen: zijn ouderdom – niet in een bepaald aantal jaren kan worden vastgelegd, zoals dat wel kan bij de perioden dat hij klein kind was, als ouder kind opgroeide, zijn jeugdjaren beleefde en de jaren van zijn volwassen mannelijke leeftijd doormaakte. Zo kan ook de ‘jongste tijd’ van de wereld niet exact worden begrensd. Chrysostomus zegt dat het einde van een jaar niet alleen de laatste dag ervan is, maar ook de laatste maand van dertig dagen lang.52) Zo zal men ook niet dwalen als men een tijdvak van bijvoorbeeld vierhonderd jaar ‘het einde’ noemt.
Nee, want dezelfde dingen worden niet op dezelfde manier gezegd, met dezelfde optiek en op dezelfde tijd. Paulus ontkende namelijk dat de dag des Heren nabij is voor wat zijn eigen tijd betreft, terwijl hij nog leefde. Daarmee ging hij in tegen de valse profeten die een bepaalde dichtbij zijnde tijd noemden. Maar hij ontkent niet dat de komst van de Here nadert, en evenmin dat hij de laatste tijden beleeft ten opzichte van de voorgaande eeuwen en vanwege het feit dat Christus in het vlees gekomen is. Op deze laatste tijdsperiode zal geen nieuwe meer volgen. Het zal ook niet zo lang duren als het geduurd heeft vanaf de schepping van de wereld tot aan de geboorte van Christus. Ten slotte is de dag van Christus aanstaande vanuit God gezien, want bij Hem zijn duizend jaren als een dag.53)
Het is niet zo, zegt AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme., dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet voor ons. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:3030 Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”, en in Johannes 7:1616 Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”
God wil dat wij Hem elke dag en elk uur zullen verwachten en zullen waken, want die dag mag ons niet overrompelen. Ook moeten we onze nieuwsgierigheid in het onderzoeken van Gods verborgenheden in toom houden.
De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.56) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3:22 zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden.: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken.