Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:49

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:49 [30-08-2024 om 11.00 uur] – Externe bewerking 127.0.0.1institutie:49 [06-09-2025 om 09.48 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 153: Regel 153:
 Nee, op geen enkele manier! Er zijn namelijk twee vormen van vergelding. Nee, op geen enkele manier! Er zijn namelijk twee vormen van vergelding.
  
-  - Er is een wettige vergelding die in het openbaar door de overheid plaatsvindt. Dat gebeurt met een bepaalde orde en aan de hand van bepaalde wetten om tot een goede afwikkeling te komen, zonder dat de persoon in kwestie daarbij haat ondervindt. Deze vorm van vergelding wordt door het Evangelie niet verboden; ze is juist veel eerder een onderdeel van het ambt dat de overheid bekleedt. Paulus noemt in Romeinen 13:4 de overheid heel uitdrukkelijk een “toornende wreekster voor hem die kwaad bedrijft”. Deze vergelding komt ook overeen met de wet die de natuur en voorschrijft, en sluit ook aan bij de tekst van Deuteronomium 32:35: “Mij komt de wraak toe en de vergelding.” Als een rechtvaardig Rechter straft God de zonden soms zónder de hulp van de mens daarbij in te schakelen, zoals toen Hij Sodom verdelgde; en andere keren doet Hij dat weer door de gewone straffen waarvoor Hij de overheden gemachtigd heeft.+  - Er is een wettige vergelding die in het openbaar door de overheid plaatsvindt. Dat gebeurt met een bepaalde orde en aan de hand van bepaalde wetten om tot een goede afwikkeling te komen, zonder dat de persoon in kwestie daarbij haat ondervindt. Deze vorm van vergelding wordt door het Evangelie niet verboden; ze is juist veel eerder een onderdeel van het ambt dat de overheid bekleedt. Paulus noemt in Romeinen 13:4 de overheid heel uitdrukkelijk een “toornende wreekster voor hem die kwaad bedrijft”. Deze vergelding komt ook overeen met de wet die de natuur voorschrijft, en sluit ook aan bij de tekst van Deuteronomium 32:35: “Mij komt de wraak toe en de vergelding.” Als een rechtvaardig Rechter straft God de zonden soms zónder de hulp van de mens daarbij in te schakelen, zoals toen Hij Sodom verdelgde; en andere keren doet Hij dat weer door de gewone straffen waarvoor Hij de overheden gemachtigd heeft.
   - Er is ook een onwettige vergelding die voortkomt uit kwade neigingen en op persoonlijke wraakzucht berust. Dan is men eropuit om de persoon op wie men zich wil wreken, te benadelen of uit de weg te ruimen. Het is ook mogelijk dat de overheid zelf tegen haar eigen wetten in en gedreven door eigen verlangens en begeerten het zwaard misbruikt en onschuldigen bestraft. Te denken valt aan Saul die David naar het leven stond, of aan een privépersoon die door haat en nijd gedreven wraak probeert te nemen vanwege het door hem geleden onrecht. Daarbij is hij er niet zozeer op uit om zichzelf te beschermen en te verdedigen als wel om zijn tegenpartij te benadelen. Het is ook mogelijk dat hij zonder enig wettelijk onderzoek van de kwestie die hem bezighoudt, zelf voor opperste rechter en wreker wil spelen, zoals Joab deed toen hij Abner ombracht.((*2 Samuël 3:27)) Een bekend vers spreekt daarover als: “De wraak is hem aangenamer dan het leven.” \\ Het Evangelie verbiedt deze vorm van wraak. Zie Romeinen 12:17: “Vergeldt niemand kwaad met kwaad.” In Matteüs 5:39 lezen we: “Ik zeg u, de boze niet te weerstaan. En de Here zegt ons in Deuteronomium 32:35: “Mij komt de wraak toe en de vergelding.” Zo is het ook in Spreuken 24:29: “Zeg niet: Zoals hij mij deed, zo zal ik hem doen; ik vergeld de man naar zijn doen.” Dat is ook de strekking van het gebod: “Gij zult niet doden”, dat wil zeggen: door uw eigen wil en naar uw goeddunken, buiten de orde die door God is ingesteld en als goed en rechtvaardig erkend en aangenomen is. Het is immers de taak van de overheid om met de wet als richtlijn de schuldigen uit de gemeenschap te verwijderen. \\ Elia heeft weliswaar het vuur uit de hemel doen vallen op degenen die hem gevangen kwamen nemen (2 Koningen 1:10), en Eliza heeft de jongens gevloekt die hem bespotten (2 Koningen 2:24). Dat was echter een ontzagwekkende reactie van de belediging die niet hem in het bijzonder maar die God en Zijn gemeente was aangedaan. \\ Celsus, Julianus en anderen hebben het Evangelie dan ook ten onrechte beschuldigd en belasterd door te schrijven dat het Evangelie door het verbieden van de vergelding de overheid tegenwerkt en uitbant. Uit alles blijkt immers heel duidelijk dat alle vormen van vergelding door de leer van het Evangelie niet worden verboden.   - Er is ook een onwettige vergelding die voortkomt uit kwade neigingen en op persoonlijke wraakzucht berust. Dan is men eropuit om de persoon op wie men zich wil wreken, te benadelen of uit de weg te ruimen. Het is ook mogelijk dat de overheid zelf tegen haar eigen wetten in en gedreven door eigen verlangens en begeerten het zwaard misbruikt en onschuldigen bestraft. Te denken valt aan Saul die David naar het leven stond, of aan een privépersoon die door haat en nijd gedreven wraak probeert te nemen vanwege het door hem geleden onrecht. Daarbij is hij er niet zozeer op uit om zichzelf te beschermen en te verdedigen als wel om zijn tegenpartij te benadelen. Het is ook mogelijk dat hij zonder enig wettelijk onderzoek van de kwestie die hem bezighoudt, zelf voor opperste rechter en wreker wil spelen, zoals Joab deed toen hij Abner ombracht.((*2 Samuël 3:27)) Een bekend vers spreekt daarover als: “De wraak is hem aangenamer dan het leven.” \\ Het Evangelie verbiedt deze vorm van wraak. Zie Romeinen 12:17: “Vergeldt niemand kwaad met kwaad.” In Matteüs 5:39 lezen we: “Ik zeg u, de boze niet te weerstaan. En de Here zegt ons in Deuteronomium 32:35: “Mij komt de wraak toe en de vergelding.” Zo is het ook in Spreuken 24:29: “Zeg niet: Zoals hij mij deed, zo zal ik hem doen; ik vergeld de man naar zijn doen.” Dat is ook de strekking van het gebod: “Gij zult niet doden”, dat wil zeggen: door uw eigen wil en naar uw goeddunken, buiten de orde die door God is ingesteld en als goed en rechtvaardig erkend en aangenomen is. Het is immers de taak van de overheid om met de wet als richtlijn de schuldigen uit de gemeenschap te verwijderen. \\ Elia heeft weliswaar het vuur uit de hemel doen vallen op degenen die hem gevangen kwamen nemen (2 Koningen 1:10), en Eliza heeft de jongens gevloekt die hem bespotten (2 Koningen 2:24). Dat was echter een ontzagwekkende reactie van de belediging die niet hem in het bijzonder maar die God en Zijn gemeente was aangedaan. \\ Celsus, Julianus en anderen hebben het Evangelie dan ook ten onrechte beschuldigd en belasterd door te schrijven dat het Evangelie door het verbieden van de vergelding de overheid tegenwerkt en uitbant. Uit alles blijkt immers heel duidelijk dat alle vormen van vergelding door de leer van het Evangelie niet worden verboden.
  
Regel 184: Regel 184:
   - Dat kunnen de overheden zelf zijn. Zij zijn namelijk verplicht om lagere overheden over hun onderdanen aan te stellen, of althans zulke personen die hun plaats kunnen innemen. Zo heeft Mozes op advies van zijn schoonvader lagere overheden uitgekozen.((*Exodus 18:25,26)) Hij heeft ook zeventig oudsten uitgekozen om het hele volk te regeren.((*Numeri 11:24)) Ten slotte heeft hij kort voor zijn dood op Gods bevel Jozua in zijn plaats gesteld.((*Numeri 27:22))   - Dat kunnen de overheden zelf zijn. Zij zijn namelijk verplicht om lagere overheden over hun onderdanen aan te stellen, of althans zulke personen die hun plaats kunnen innemen. Zo heeft Mozes op advies van zijn schoonvader lagere overheden uitgekozen.((*Exodus 18:25,26)) Hij heeft ook zeventig oudsten uitgekozen om het hele volk te regeren.((*Numeri 11:24)) Ten slotte heeft hij kort voor zijn dood op Gods bevel Jozua in zijn plaats gesteld.((*Numeri 27:22))
   - Het kunnen ook de onderdanen zijn die de overheid met het oog op een goed en nuttig doel uitkiezen. Zo kozen het volk en de edelen in Rome vroeger de overheid; en de soldaten kozen de keizer of de legeroverste.   - Het kunnen ook de onderdanen zijn die de overheid met het oog op een goed en nuttig doel uitkiezen. Zo kozen het volk en de edelen in Rome vroeger de overheid; en de soldaten kozen de keizer of de legeroverste.
-  - Maar in een erfelijk koninkrijk mag de koning ook gekozen worden in het geval dat de [oude] koning veel zonen of althans meer dan één zoon heeft, die erg verschillend van elkaar zijn. Het kan ook voorkomen dat er verschillende takken zijn van hetzelfde koninklijk huis. Deze verkiezing mag plaatsvinden door de [oude] koning zelf, omdat hij nog in leven is; óf door de hoofden of oversten of de staten van het land. Dit alles moet natuurlijk wel plaatsvinden in overeenstemming met de wetten die op dit punt in afspraak tussen de koning en het volk gemaakt zijn. Dit zijn we bijvoorbeeld bij de kroning van Salomo en Azarja.((*1 Koningen 1:33 *2 Koningen 14:21)) Als de toestemming van het volk daarin meespeelt, zal dat het gezag van de nieuwe koning sterk doen vermeerderen. Dat zien we bijvoorbeeld bij Salomo,((*1 Kronieken 28:1)), maar ook bij Rehabeam.((*1 Koningen 12:1)) Het is namelijk het recht van het volk om de koninklijke stam en een wettige opvolger in het rijk te beschermen en hem te helpen tegen degenen die zijn koninkrijk willen binnenvallen om het koningschap aan hem te ontroven.+  - Maar in een erfelijk koninkrijk mag de koning ook gekozen worden in het geval dat de [oude] koning veel zonen of althans meer dan één zoon heeft, die erg verschillend van elkaar zijn. Het kan ook voorkomen dat er verschillende takken zijn van hetzelfde koninklijk huis. Deze verkiezing mag plaatsvinden door de [oude] koning zelf, omdat hij nog in leven is; óf door de hoofden of oversten of de staten van het land. Dit alles moet natuurlijk wel plaatsvinden in overeenstemming met de wetten die op dit punt in afspraak tussen de koning en het volk gemaakt zijn. Dit zien we bijvoorbeeld bij de kroning van Salomo en Azarja.((*1 Koningen 1:33 *2 Koningen 14:21)) Als de toestemming van het volk daarin meespeelt, zal dat het gezag van de nieuwe koning sterk doen vermeerderen. Dat zien we bijvoorbeeld bij Salomo,((*1 Kronieken 28:1)), maar ook bij Rehabeam.((*1 Koningen 12:1)) Het is namelijk het recht van het volk om de koninklijke stam en een wettige opvolger in het rijk te beschermen en hem te helpen tegen degenen die zijn koninkrijk willen binnenvallen om het koningschap aan hem te ontroven.
  
 Ook de herders en leraars in de gemeenten zijn verplicht om deze volksraadpleging zoveel als hun mogelijk is te helpen bevorderen. Door de hulp van Jozeba, de dochter van koning Joram, en de priester Jojada, haar man, werd Joas in zijn vroege jeugd bewaard voor moord en doodslag, zodat hij tot koning gekroond werd.((*2 Koningen 11:4)) Ook de herders en leraars in de gemeenten zijn verplicht om deze volksraadpleging zoveel als hun mogelijk is te helpen bevorderen. Door de hulp van Jozeba, de dochter van koning Joram, en de priester Jojada, haar man, werd Joas in zijn vroege jeugd bewaard voor moord en doodslag, zodat hij tot koning gekroond werd.((*2 Koningen 11:4))
Regel 224: Regel 224:
   - De overheid behoort in algemene zin gesproken de beide tafels van de Wet te bewaren en te onderhouden.((*Deuteronomium 17:19)) Ze moeten de Zoon kussen en Hem met de verschuldigde dienstwilligheid en in oprechte vroomheid en trouw blijvend dienen.((*Psalm 2:12))   - De overheid behoort in algemene zin gesproken de beide tafels van de Wet te bewaren en te onderhouden.((*Deuteronomium 17:19)) Ze moeten de Zoon kussen en Hem met de verschuldigde dienstwilligheid en in oprechte vroomheid en trouw blijvend dienen.((*Psalm 2:12))
   - Ze behoort ook de zuivere godsdienst vanuit het Woord van God in te stellen en te beschermen; en daarnaast moet ze de valse godsdienst verbieden,((*Deuteronomium 13:5,6)) en alles wegnemen wat de ware godsdienst lijkt te verhinderen. Dit laatste naar het voorbeeld van Hizkia, Josia en Nebukadnesar.((*2 Koningen 18:4 *2 Koningen 23:2,3))   - Ze behoort ook de zuivere godsdienst vanuit het Woord van God in te stellen en te beschermen; en daarnaast moet ze de valse godsdienst verbieden,((*Deuteronomium 13:5,6)) en alles wegnemen wat de ware godsdienst lijkt te verhinderen. Dit laatste naar het voorbeeld van Hizkia, Josia en Nebukadnesar.((*2 Koningen 18:4 *2 Koningen 23:2,3))
-  - Ze moet ze Gods Kerk helpen met raad en daad en de dienst van het Woord bevorderen.((*Daniël 3:29)) In Psalm 122:9 klinkt het: “Om het huis van de Here, onze God, wil ik het goede voor u zoeken”; en Jesaja 49:23: “Koningen zullen uw voedstervader zijn en hun vorstinnen uw zoogsteres.”+  - Ze moet Gods kerk helpen met raad en daad en de dienst van het Woord bevorderen.((*Daniël 3:29)) In Psalm 122:9 klinkt het: “Om het huis van de Here, onze God, wil ik het goede voor u zoeken”; en Jesaja 49:23: “Koningen zullen uw voedstervader zijn en hun vorstinnen uw zoogsteres.”
  
 Vervolgens behoort de overheid in menselijke aangelegenheden recht en gerechtigheid te beoefenen. Dat betekent dat ze de doodstraf moet hanteren, de goeden moet beschermen en belonen, de verdrukten moet verlossen uit de hand van de goddelozen, en de wezen te hulp moet komen. Ze moet ook op een rechtvaardige manier omgaan met de armen, de mensen uit de onderste lagen van de maatschappij, de weduwen en de wezen, die zich [geen van allen] op iemand of iets kunnen beroepen.((*Genesis 9:6 *Psalm 82:3,4 *Psalm 72:2,4)) De overheid dient de vrede te bewaren, en ook – als de nood dat vereist – haar onderdanen met wapens te beschermen. Ze moet ook haar autoriteit door wapens beschermen, de oproerkraaiers beteugelen, het land vrijwaren van straatschenders, moordenaars en ander gespuis. En als het nodig is, moet ze het eigen land proberen terug te veroveren wanneer het van haar door onrechtvaardig geweld afgenomen is. Alfonsus, de koning van Napels, had als veld- of herkenningsteken een pelikaan die met haar bek het bloed uit haar borst haalde om daarmee haar jongen te voeden. Het droeg als opschrift: “Voor de wet en voor de kudde”. De overheid behoort ook als een vader haar onderdanen te voorzien van goed voedsel, zoals Jozef deed.((*Genesis 41:48)) Vervolgens behoort de overheid in menselijke aangelegenheden recht en gerechtigheid te beoefenen. Dat betekent dat ze de doodstraf moet hanteren, de goeden moet beschermen en belonen, de verdrukten moet verlossen uit de hand van de goddelozen, en de wezen te hulp moet komen. Ze moet ook op een rechtvaardige manier omgaan met de armen, de mensen uit de onderste lagen van de maatschappij, de weduwen en de wezen, die zich [geen van allen] op iemand of iets kunnen beroepen.((*Genesis 9:6 *Psalm 82:3,4 *Psalm 72:2,4)) De overheid dient de vrede te bewaren, en ook – als de nood dat vereist – haar onderdanen met wapens te beschermen. Ze moet ook haar autoriteit door wapens beschermen, de oproerkraaiers beteugelen, het land vrijwaren van straatschenders, moordenaars en ander gespuis. En als het nodig is, moet ze het eigen land proberen terug te veroveren wanneer het van haar door onrechtvaardig geweld afgenomen is. Alfonsus, de koning van Napels, had als veld- of herkenningsteken een pelikaan die met haar bek het bloed uit haar borst haalde om daarmee haar jongen te voeden. Het droeg als opschrift: “Voor de wet en voor de kudde”. De overheid behoort ook als een vader haar onderdanen te voorzien van goed voedsel, zoals Jozef deed.((*Genesis 41:48))
Regel 233: Regel 233:
  
   - Ja, want Augustinus zegt: “Hierin dienen de koningen de Heere in hun hoedanigheid van koning, als ze dingen doen die niemand anders kan doen dan alleen de koningen.” Dat wil zeggen: als ze wetten uitvaardigen die de ware godsdienst betreffen. Zoals de vader van het huisgezin het recht heeft zorg te dragen over de godsdienst in zijn gezin, zo heeft de overheid daartoe nog veel méér recht, want zij zorgt als een algemene en allerhoogste vader voor al haar onderdanen. \\ De overheid moet dus zorgen dat de godsdienst naar het voorschrift van Gods Woord ingesteld of weer opnieuw ingericht en beschermd wordt. Ze moet dat echter vooral doen als de herders en leraars op dit punt slap zijn of zelfs in strijd handelen met het Evangelie. Maar het eigenlijke dienstwerk komt alleen toe aan de dienaren van het Woord. Dat eist de Schrift ook van de overheid. “Kust de Zoon” en “Dient de Here met vreze” (Psalm 2:11,12). Dat betekent: O, vorsten en overheden, doe uw poorten open, opdat de Koning der heerlijkheid daarin kan gaan. God noemt de overheden en dus ook de koningen en vorsten namelijk een poort, want eertijds sprak men recht in de poort. Daarom werd het boek van Gods Wet aan koning Joas tijdens zijn kroning ter hand gesteld, zoals ook geboden wordt in Deuteronomium 17:18. Vooral hierom wordt de overheid door Paulus dan ook een “dienares van God” genoemd.((*Romeinen 13:2,4,6)) We kunnen hier ook denken aan de voorbeelden van Mozes, David, Josia, Hizkia, Theodosius en anderen. Deze geboden hebben betrekking op de hele gemeenschap en op ieder lid daarvan. Zie Matteüs 7:15: “Wacht u voor de valse profeten, die in schapenvacht tot u komen”, dat zijn dus de valse leraren. Zie ook 1 Korintiërs 5:13: “Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.” En Galaten 1:8: “Al zouden wij of een engel uit de hemel u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!”   - Ja, want Augustinus zegt: “Hierin dienen de koningen de Heere in hun hoedanigheid van koning, als ze dingen doen die niemand anders kan doen dan alleen de koningen.” Dat wil zeggen: als ze wetten uitvaardigen die de ware godsdienst betreffen. Zoals de vader van het huisgezin het recht heeft zorg te dragen over de godsdienst in zijn gezin, zo heeft de overheid daartoe nog veel méér recht, want zij zorgt als een algemene en allerhoogste vader voor al haar onderdanen. \\ De overheid moet dus zorgen dat de godsdienst naar het voorschrift van Gods Woord ingesteld of weer opnieuw ingericht en beschermd wordt. Ze moet dat echter vooral doen als de herders en leraars op dit punt slap zijn of zelfs in strijd handelen met het Evangelie. Maar het eigenlijke dienstwerk komt alleen toe aan de dienaren van het Woord. Dat eist de Schrift ook van de overheid. “Kust de Zoon” en “Dient de Here met vreze” (Psalm 2:11,12). Dat betekent: O, vorsten en overheden, doe uw poorten open, opdat de Koning der heerlijkheid daarin kan gaan. God noemt de overheden en dus ook de koningen en vorsten namelijk een poort, want eertijds sprak men recht in de poort. Daarom werd het boek van Gods Wet aan koning Joas tijdens zijn kroning ter hand gesteld, zoals ook geboden wordt in Deuteronomium 17:18. Vooral hierom wordt de overheid door Paulus dan ook een “dienares van God” genoemd.((*Romeinen 13:2,4,6)) We kunnen hier ook denken aan de voorbeelden van Mozes, David, Josia, Hizkia, Theodosius en anderen. Deze geboden hebben betrekking op de hele gemeenschap en op ieder lid daarvan. Zie Matteüs 7:15: “Wacht u voor de valse profeten, die in schapenvacht tot u komen”, dat zijn dus de valse leraren. Zie ook 1 Korintiërs 5:13: “Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.” En Galaten 1:8: “Al zouden wij of een engel uit de hemel u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!”
-  - Vervolgens is het de plicht van de overheid om samen met het advies van goede voorgangers in de kerken alle dingen wat de uitwendige godsdienst betreft met orde te laten plaatsvinden. Ook moet zij erop toezien dat de eenmaal ingestelde kerkelijke ordeningen ook onderhouden worden. Zie 1 Kronieken 13:5, waar verteld wordt dat David met inachtneming van de verordeningen de ark in Kirjat-Jearim ophaalt om die in Jeruzalem te brengen.((*1 Kronieken 13:5)) En in hoofdstuk 23:2 lezen we dat hij de levieten telt en ieder van hen in het ambt stelt.((*1 Kronieken 23:2)) In 2 Koningen 29:5 zien we dat Hizkia zodra hij koning werd de vervallen godsdienstige praktijk weer in ere herstelde en de priesters de opdracht gaf om zich te reinigen en de tempel te heiligen.((*2 Koningen 29:5))+  - Vervolgens is het de plicht van de overheid om samen met het advies van goede voorgangers in de kerken alle dingen wat de uitwendige godsdienst betreft met orde te laten plaatsvinden. Ook moet zij erop toezien dat de eenmaal ingestelde kerkelijke ordeningen ook onderhouden worden. Zie 1 Kronieken 13:5, waar verteld wordt dat David met inachtneming van de verordeningen de ark in Kirjat-Jearim ophaalt om die in Jeruzalem te brengen.((*1 Kronieken 13:5)) En in hoofdstuk 23 lezen we dat hij de levieten telt en ieder van hen in het ambt stelt.((*1 Kronieken 23:2-5)) In 2 Koningen 29:5 zien we dat Hizkia zodra hij koning werd de vervallen godsdienstige praktijk weer in ere herstelde en de priesters de opdracht gaf om zich te reinigen en de tempel te heiligen.((*2 Koningen 29:5))
   - Het is ook de taak van de vorsten en overheden om de scholen te onderhouden, opdat daar de vaardigheden en wetenschappelijke kennis verkregen zullen worden die nodig zijn voor Gods kerk en voor de samenleving. De overheid heeft de plicht godzalige predikanten en hoogleraren op een waardige manier te onderhouden en de gemeente als het ware te koesteren. In Jesaja 49:23 lezen we: “Koningen zullen uw voedstervader zijn en hun vorstinnen uw zoogsters.” De overheid moet dus aan haar onderdanen een goed voorbeeld van godzaligheid en deugd geven, zoals David dat ook beloofd had als hij op zijn koninklijke troon zou gezeten zijn.((*Psalm 101:2,3)) En Claudianus zegt heel terecht: “de onderdanen voegen zich naar het voorbeeld van de koning.”   - Het is ook de taak van de vorsten en overheden om de scholen te onderhouden, opdat daar de vaardigheden en wetenschappelijke kennis verkregen zullen worden die nodig zijn voor Gods kerk en voor de samenleving. De overheid heeft de plicht godzalige predikanten en hoogleraren op een waardige manier te onderhouden en de gemeente als het ware te koesteren. In Jesaja 49:23 lezen we: “Koningen zullen uw voedstervader zijn en hun vorstinnen uw zoogsters.” De overheid moet dus aan haar onderdanen een goed voorbeeld van godzaligheid en deugd geven, zoals David dat ook beloofd had als hij op zijn koninklijke troon zou gezeten zijn.((*Psalm 101:2,3)) En Claudianus zegt heel terecht: “de onderdanen voegen zich naar het voorbeeld van de koning.”
  
Regel 337: Regel 337:
 De overheid moet wel medelijden hebben met de boosdoeners en barmhartigheid betrachten. Ze moet zo veel mogelijk oppassen om geen al te wrede manieren van straf toe te passen. Maar ze mag degenen die de dood verdiend hebben, niet onttrekken aan een gerechtelijke uitspraak. Op haar is namelijk inzonderheid van toepassing wat in de wet van God zo scherp geboden wordt: “Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen” (Deuteronomium 19:19). En ook: “Omdat gij de man die onder mijn ban staat, uit uw hand hebt laten gaan, zal uw leven in de plaats van het zijne wezen” (1 Koningen 20:42). De overheid moet wel medelijden hebben met de boosdoeners en barmhartigheid betrachten. Ze moet zo veel mogelijk oppassen om geen al te wrede manieren van straf toe te passen. Maar ze mag degenen die de dood verdiend hebben, niet onttrekken aan een gerechtelijke uitspraak. Op haar is namelijk inzonderheid van toepassing wat in de wet van God zo scherp geboden wordt: “Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen” (Deuteronomium 19:19). En ook: “Omdat gij de man die onder mijn ban staat, uit uw hand hebt laten gaan, zal uw leven in de plaats van het zijne wezen” (1 Koningen 20:42).
  
-==== 43. In het Nieuwe Testament is er geen voorbeeld en evenmin een gebod om oorlog te voeren. Is het dan wel aan christenen toegestaan om oorlog te voeren? ====+==== 43. In het Nieuwe Testament is er geen voorbeeld en evenmin een gebod om oorlog te voeren. Is het voor christenen dan verboden om oorlog te voeren? ====
  
 Nee, en daarvoor zijn enkele redenen. Nee, en daarvoor zijn enkele redenen.
Regel 367: Regel 367:
   - Oorlogen die begonnen worden om rechtvaardige en dringende redenen, en die ook met het Woord van God in overeenstemming zijn.   - Oorlogen die begonnen worden om rechtvaardige en dringende redenen, en die ook met het Woord van God in overeenstemming zijn.
   - Oorlogen die gevoerd worden, nadat de vijand eerst gewaarschuwd is. Eerst moet er vriendelijk overleg zijn om de rechten die men heeft, op te eisen. Dat houdt in dat men geen vijandelijke daden mag uitvoeren als men niet eerst de vijand verwittigd heeft van mogelijke strijd. Men kondigt de strijd aan door een heraut of trompetter in te schakelen, dus door een officiële wapenbode. Daarbij moeten tegelijk de voorwaarden aangeboden worden waarop men vrede kan sluiten.((*Deuteronomium 20:10 *Richteren 11:12))   - Oorlogen die gevoerd worden, nadat de vijand eerst gewaarschuwd is. Eerst moet er vriendelijk overleg zijn om de rechten die men heeft, op te eisen. Dat houdt in dat men geen vijandelijke daden mag uitvoeren als men niet eerst de vijand verwittigd heeft van mogelijke strijd. Men kondigt de strijd aan door een heraut of trompetter in te schakelen, dus door een officiële wapenbode. Daarbij moeten tegelijk de voorwaarden aangeboden worden waarop men vrede kan sluiten.((*Deuteronomium 20:10 *Richteren 11:12))
-  - Oorlogen die vanuit een goede intentie gevoerd worden. De wens om mensen schade te berokkenen of wrede handelingen te verrichten, is dan niet aan de orde. Het gaat er juist om vrede te verkrijgen, slechte mensen in toom te houden en vrome mensen van overlast te bevrijden. Augustinus zegt: “Men zoekt de vrede niet door oorlog te voeren, maar men voert oorlog om tot vrede te komen.+  - Oorlogen die vanuit een goede intentie gevoerd worden. De wens om mensen schade te berokkenen of wrede handelingen te verrichten, is dan niet aan de orde. Het gaat er juist om vrede te verkrijgen, slechte mensen in toom te houden en vrome mensen van overlast te bevrijden. Augustinus zegt: “Men zoekt de vrede niet door oorlog te voeren, maar men voert oorlog om tot vrede te komen.
  
 ==== 47. Wat zijn rechtvaardige en noodzakelijke redenen om te strijden? ==== ==== 47. Wat zijn rechtvaardige en noodzakelijke redenen om te strijden? ====
Regel 388: Regel 388:
   - De oorlogsbuit komt in een oorlog rechtmatig toe aan de overwinnaar, en is dus zijn eigendom geworden. Daarom schrijft Ambrosius dat aan het oorlogsrecht toe. De buit valt namelijk de overwinnaar toe als hij een wettige oorlog voert en de bezittingen in beslag neemt van hen die schuldig staan aan de oorlog. Zo is Cyrus (Kores) op een rechtvaardige manier de vorst geworden van het Babylonische koninkrijk.((*Jesaja 45:1 en volgende.)) Dit is een bevestiging van de manier van optreden, zoals we die van Abraham((*Genesis 14:11)), David((*1 Samuël 30:20)) en de Israëlieten in het algemeen((*Jozua 22:8)) kennen.   - De oorlogsbuit komt in een oorlog rechtmatig toe aan de overwinnaar, en is dus zijn eigendom geworden. Daarom schrijft Ambrosius dat aan het oorlogsrecht toe. De buit valt namelijk de overwinnaar toe als hij een wettige oorlog voert en de bezittingen in beslag neemt van hen die schuldig staan aan de oorlog. Zo is Cyrus (Kores) op een rechtvaardige manier de vorst geworden van het Babylonische koninkrijk.((*Jesaja 45:1 en volgende.)) Dit is een bevestiging van de manier van optreden, zoals we die van Abraham((*Genesis 14:11)), David((*1 Samuël 30:20)) en de Israëlieten in het algemeen((*Jozua 22:8)) kennen.
   - Men moet ook maathouden in het beschermen van belegerde plaatsen, want men moet niet tegen de natuur gaan vechten maar tegen de vijanden. Xenophon vertelt in het eerste boek van zijn werk over de Griekse geschiedenis van een zekere Anaxilaus. Die werd door de raad van de Spartanen beschuldigd, want de stad Byzantium die hij moest verdedigen, had hij aan de vijand overgegeven toen hij zag dat velen van de honger gingen sterven. Hij zei toen dat hij hen beschermd had zolang hij oorlog voerde tegen zijn vijanden. Maar toen hij merkte dat hij moest gaan vechten tegen de natuur en dat juist die mensen ten onder gingen die men in een oorlog gewoon is te sparen, oordeelde hij dat de oorlog lang genoeg gevoerd was en dat hij daaraan een einde hoorde te maken. Toen de rechters deze eerlijke verontschuldiging hoorden, hebben ze hem vrijgesproken, want er zijn nu eenmaal grenzen aan de wetten van de oorlogvoering. Die worden namelijk begrensd én bekrachtigd door de Wet van God en de wet van de natuur.   - Men moet ook maathouden in het beschermen van belegerde plaatsen, want men moet niet tegen de natuur gaan vechten maar tegen de vijanden. Xenophon vertelt in het eerste boek van zijn werk over de Griekse geschiedenis van een zekere Anaxilaus. Die werd door de raad van de Spartanen beschuldigd, want de stad Byzantium die hij moest verdedigen, had hij aan de vijand overgegeven toen hij zag dat velen van de honger gingen sterven. Hij zei toen dat hij hen beschermd had zolang hij oorlog voerde tegen zijn vijanden. Maar toen hij merkte dat hij moest gaan vechten tegen de natuur en dat juist die mensen ten onder gingen die men in een oorlog gewoon is te sparen, oordeelde hij dat de oorlog lang genoeg gevoerd was en dat hij daaraan een einde hoorde te maken. Toen de rechters deze eerlijke verontschuldiging hoorden, hebben ze hem vrijgesproken, want er zijn nu eenmaal grenzen aan de wetten van de oorlogvoering. Die worden namelijk begrensd én bekrachtigd door de Wet van God en de wet van de natuur.
-  - Johannes de Doper houdt de soldaten de volgende eisen voor als ze door het land van hun bondgenoten of van onschuldige mensen trekken: “Plundert niemand uit en perst niets af en weest tevreden met uw soldij” (Lucas 3:14). We lezen ook een prachtige spreuk in het werk van Vopiscum over keizer Aurelianus die zijn krijgsoversten het volgende bevel gaf: “Wilt u een krijgsoverste zijn, ja, wilt u leven, zorg er dan voor dat de soldaten hun handen thuishouden. Niemand mag een kip grijpen die van een ander is; niemand mag een schaap stelen; niemand mag druiventrossen afsnijden en het koren vertrappen; niemand mag olie, zout of vlas opeisen. Laat ieder men zijn rantsoen tevreden zijn en laat hij zijn best doen om het een en ander uit de buit van zijn vijanden te pakken te krijgen, maar niet ten koste van de tranen van zijn landgenoten.”+  - Johannes de Doper houdt de soldaten de volgende eisen voor als ze door het land van hun bondgenoten of van onschuldige mensen trekken: “Plundert niemand uit en perst niets af en weest tevreden met uw soldij” (Lucas 3:14). We lezen ook een prachtige spreuk in het werk van Vopiscum over keizer Aurelianus die zijn krijgsoversten het volgende bevel gaf: “Wilt u een krijgsoverste zijn, ja, wilt u leven, zorg er dan voor dat de soldaten hun handen thuishouden. Niemand mag een kip grijpen die van een ander is; niemand mag een schaap stelen; niemand mag druiventrossen afsnijden en het koren vertrappen; niemand mag olie, zout of vlas opeisen. Laat ieder met zijn rantsoen tevreden zijn en laat hij zijn best doen om het een en ander uit de buit van zijn vijanden te pakken te krijgen, maar niet ten koste van de tranen van zijn landgenoten.”
  
 ==== 50. De vorsten en overheden zetten meestal aan tot oorlog vanwege verkeerde motieven. Hoe moeten de onderdanen die onder hun bevel moeten vechten, zich in dit opzicht in hun geweten vrijmaken? ==== ==== 50. De vorsten en overheden zetten meestal aan tot oorlog vanwege verkeerde motieven. Hoe moeten de onderdanen die onder hun bevel moeten vechten, zich in dit opzicht in hun geweten vrijmaken? ====
Regel 434: Regel 434:
 ==== 56. Welke burgerlijke wetten mag men als goed beschouwen? ==== ==== 56. Welke burgerlijke wetten mag men als goed beschouwen? ====
  
-Die wetten die overeenkomen met de wet van de natuur (en daarvan zijn de Tien Geboden weer de kern en een korte samenvatting) en die het volk ten goede komen. Dat zijn de door de door de wettige overheid ingestelde wetten die niet afwijken van het altijd geldende richtsnoer, namelijk om God te eren en onze naasten lief te hebben. Alle wetten die een andere aard en strekking hebben, zijn tirannieke wetten.((*Jesaja 10:1))+Die wetten die overeenkomen met de wet van de natuur (en daarvan zijn de Tien Geboden weer de kern en een korte samenvatting) en die het volk ten goede komen. Dat zijn de door de wettige overheid ingestelde wetten die niet afwijken van het altijd geldende richtsnoer, namelijk om God te eren en onze naasten lief te hebben. Alle wetten die een andere aard en strekking hebben, zijn tirannieke wetten.((*Jesaja 10:1))
  
 ==== 57. Wat zijn de factoren die de wetten effectief maken en zekerheid geven? ==== ==== 57. Wat zijn de factoren die de wetten effectief maken en zekerheid geven? ====
Regel 463: Regel 463:
   - In het algemeen met de mogelijkheden van zijn situatie en met de hulp van God het goede voor het land doen, en dat zowel in een tijd van vrede als van oorlog.((*2 Samuël 20:16-22 *Hebreeën 11:32-34))   - In het algemeen met de mogelijkheden van zijn situatie en met de hulp van God het goede voor het land doen, en dat zowel in een tijd van vrede als van oorlog.((*2 Samuël 20:16-22 *Hebreeën 11:32-34))
   - Bidden voor het land en de welvaart ervan.((*Psalm 122:7 *Jeremia 29:7))   - Bidden voor het land en de welvaart ervan.((*Psalm 122:7 *Jeremia 29:7))
-  - Zijn land behulpzaam zijn, maar dan alleen voor een rechtvaardige zaak, naar het gebod van Christus.((Matteüs 21:37))+  - Zijn land behulpzaam zijn, maar dan alleen voor een rechtvaardige zaak, naar het gebod van Christus.((*Matteüs 21:37))
  
 Samengevat: voor christenen valt het ambt of de taak een goed mens en een goed burger te zijn helemaal samen! Samengevat: voor christenen valt het ambt of de taak een goed mens en een goed burger te zijn helemaal samen!
Regel 515: Regel 515:
 ==== 74. Is het de onderdanen eigenlijk wel toegestaan om tegen hun overheden in verzet te komen? ==== ==== 74. Is het de onderdanen eigenlijk wel toegestaan om tegen hun overheden in verzet te komen? ====
  
-Nee, want God heeft eenmaal de leiders van het oproer, zoals Korach en anderen, die in de woestijn tegen Mozes in opstand kwamen en toen door het vuur werden verslonden.((*Numeri 16:48,49)) De aarde heeft de huisgezinnen en medestanders van Korach, Dathan en Abiram met al de hunnen levend opgeslokt.((*Numeri 16:32,33)) Absalom bleef aan zijn eigen haren hangen en werd gestraft vanwege het goddeloze oproer dat hij tegen zijn vader uitriep.((*2 Samuël 18:9)) Seba, Adonia en Zimbri is het niet beter vergaan.((*2 Samuël 20:1,2,22 *1 Koningen 2:20-25 *1 Koningen 16:18)) In Spreuken 24:21 lezen we: “Vrees de Here en de koning, laat u niet in met oproermakers; want onverhoeds verheft zich hun verderf.” En Christus zegt in Matteüs 26:52: “Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.”+Nee, want God heeft eenmaal de leiders van het oproer, zoals Korach en anderen, die in de woestijn tegen Mozes in opstand kwamen en toen door het vuur werden verslonden.((*Numeri 16:48,49)) De aarde heeft de huisgezinnen en medestanders van Korach, Dathan en Abiram met al de hunnen levend opgeslokt.((*Numeri 16:32,33)) Absalom bleef aan zijn eigen haren hangen en werd gestraft vanwege het goddeloze oproer dat hij tegen zijn vader uitriep.((*2 Samuël 18:9)) Seba, Adonia en Zimri is het niet beter vergaan.((*2 Samuël 20:1,2,22 *1 Koningen 2:20-25 *1 Koningen 16:18)) In Spreuken 24:21 lezen we: “Vrees de Here en de koning, laat u niet in met oproermakers; want onverhoeds verheft zich hun verderf.” En Christus zegt in Matteüs 26:52: “Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.”
  
 ==== 75. Heeft Nabot er goed aan gedaan (zie 1 Koningen 21:3) dat hij koning Achab de wijngaard weigerde die deze van hem wilde kopen? ==== ==== 75. Heeft Nabot er goed aan gedaan (zie 1 Koningen 21:3) dat hij koning Achab de wijngaard weigerde die deze van hem wilde kopen? ====
Regel 539: Regel 539:
 ==== 78. Wat is in het algemeen gesproken het doel van de burgerlijke diensten en de burgerlijke overheid? ==== ==== 78. Wat is in het algemeen gesproken het doel van de burgerlijke diensten en de burgerlijke overheid? ====
  
-De openbare vrede en rust, en het onderhouden van de godzaligheid, van de godsdienst of anders gezegd van het oprechte en wettige dienen van God. Op die twee hoofdpijlers zijn al de burgerlijke wetten gericht. Daaruit komen voort het wreken van de kwaden en de bescherming van de goeden, het beschermen van de eigendommen, het belonen van de deugden, het handhaven van de zeden, het straffen van de misdaden en straatschenderij, en het handhaven van een stil en rustig leven. Ten slotte wordt hierdoor het welvaren van alle dingen en dus ook van de godsdienst gediend. Agaperus schrijft aan Justinianus dat het doel is dat allen door het Woord van God worden onderwezen om Zijn ware gerechtigheid in de gewone samenleving onverhinderd te onderhouden en uit te oefenen. Stigelius schreef hierover een treffend versje: “Opdat de één aan de ander de ware godsdienst zou leren, heeft God gewild dat de één met de ander zou verkeren.” Zo lezen we het ook in 1 Timoteüs 2:2 dat er voorbede gedaan moet worden voor koningen en alle hooggeplaatsten, “opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid”.+De openbare vrede en rust, en het onderhouden van de godzaligheid, van de godsdienst of anders gezegd van het oprechte en wettige dienen van God. Op die twee hoofdpijlers zijn al de burgerlijke wetten gericht. Daaruit komen voort het wreken van de kwaden en de bescherming van de goeden, het beschermen van de eigendommen, het belonen van de deugden, het handhaven van de zeden, het straffen van de misdaden en straatschenderij, en het handhaven van een stil en rustig leven. Ten slotte wordt hierdoor het welvaren van alle dingen en dus ook van de godsdienst gediend. Agaperus schrijft aan Justinianus dat het doel is dat allen door het Woord van God worden onderwezen om Zijn ware gerechtigheid in de gewone samenleving onverhinderd te onderhouden en uit te oefenen. Stigelius((* Johannes Stigelius oftewel Johann Stigel (1515-1562) was een Duitse dichter en redenaar en een vriend en geestverwant van Philipp Melanchthon.)) schreef hierover een treffend versje: “Opdat de één aan de ander de ware godsdienst zou leren, heeft God gewild dat de één met de ander zou verkeren.” Zo lezen we het ook in 1 Timoteüs 2:2 dat er voorbede gedaan moet worden voor koningen en alle hooggeplaatsten, “opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid”.
  
 ==== 79. Wat is het nut van de christelijke leer ten aanzien van de overheid? ==== ==== 79. Wat is het nut van de christelijke leer ten aanzien van de overheid? ====


Paginahulpmiddelen