Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:4

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
institutie:4 [02-05-2025 om 14.06 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:4 [19-05-2025 om 09.33 uur] (huidige) Cornelis Bregman
Regel 7: Regel 7:
 ==== 2. Wie is de Auteur van de Heilige Schrift? ==== ==== 2. Wie is de Auteur van de Heilige Schrift? ====
  
-Dat is God Zelf. Hij heeft Zijn wil op schrift gesteld door middel van mensen die Hij daartoe op onmiddellijke wijze geroepen en door de Heilige Geest geïnspireerd heeft. Zij waren als het ware Zijn “klerken” of schrijvers. “Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken” (2 Petrus 1:21). Daarom zeggen al die profeten: “De mond des Heren heeft het gesproken” (Jesaja 58:14), of: “Zo zegt de Here Here” (Ezechiël 12:28). In 2 Timoteüs 3:16 lezen we: “Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten”, en in 1 Korintiërs 2:13: “Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn.” Hieruit komen voort haar gezag en uitnemendheid, haar waarheid en vervulling, die we evenzeer moeten geloven als dat God Zelf waarachtig is. Daarom is de Schrift ook in zichzelf geloofwaardig, en is ze niet onderworpen aan de beoordeling, toevoeging, vermindering of verandering((*Deuteronomium 12:32 *Openbaring 22:18,19)) door engelen of mensen. Alleen de Schrift is geheel vrij van dwaling,((*Marcus 12:24)) en moet om haar eigen getuigenis geloofd worden. En alleen uit de Schrift zijn leringen te bevestigen en te verrichten.((*Deuteronomium 17:10 *Jesaja 8:20 *Maleachi 2:7)) Ze mag ook door allen gelezen worden.((*Jozua 1:8 *Johannes 5:39 *Handelingen 17:11)) De Schrift is volkomen, heeft op alles betrekking wat nodig is voor de eeuwige zaligheid((*Psalm 19:8 *Johannes 15:15 *Handelingen 20:20,27 *2 Timoteüs 3:16,17)), en is ten slotte alléén betrouwbaar.((*2 Petrus 1:19))+Dat is God zelf. Hij heeft zijn wil op schrift gesteld door middel van mensen die Hij daartoe op onmiddellijke wijze geroepen en door de Heilige Geest geïnspireerd heeft. Zij waren als het ware zijn “klerken” of schrijvers. “Want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken” (2 Petrus 1:21). Daarom zeggen al die profeten: “De mond des Heren heeft het gesproken” (Jesaja 58:14), of: “Zo zegt de Here HERE” (Ezechiël 12:28). In 2 Timoteüs 3:16 lezen we: “Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten”, en in 1 Korintiërs 2:13: “Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn.” Hieruit komen voort haar gezag en uitnemendheid, haar waarheid en vervulling, die we evenzeer moeten geloven als dat God zelf waarachtig is. Daarom is de Schrift ook in zichzelf geloofwaardig, en is ze niet onderworpen aan de beoordeling, toevoeging, vermindering of verandering((*Deuteronomium 12:32 *Openbaring 22:18,19)) door engelen of mensen. Alleen de Schrift is geheel vrij van dwaling,((*Marcus 12:24)) en moet om haar eigen getuigenis geloofd worden. En alleen uit de Schrift zijn leringen te bevestigen en te verrichten.((*Deuteronomium 17:10 *Jesaja 8:20 *Maleachi 2:7)) Ze mag ook door allen gelezen worden.((*Jozua 1:8 *Johannes 5:39 *Handelingen 17:11)) De Schrift is volkomen, heeft op alles betrekking wat nodig is voor de eeuwige zaligheid((*Psalm 19:8 *Johannes 15:15 *Handelingen 20:20,27 *2 Timoteüs 3:16,17)), en is ten slotte alléén betrouwbaar.((*2 Petrus 1:19))
  
 ==== 3. Uit hoeveel delen bestaat de Schrift? ==== ==== 3. Uit hoeveel delen bestaat de Schrift? ====
Regel 66: Regel 66:
 ==== 10. Waaruit blijken de verschillen tussen de profetische en de apostolische geschriften? ==== ==== 10. Waaruit blijken de verschillen tussen de profetische en de apostolische geschriften? ====
  
-Ze verschillen niet wat de leer betreft, want in beide wordt hetzelfde geloof en dezelfde oproep tot een heilig leven verkondigd((*Johannes 5:46)); maar er is wel een verschil in tijd. De profetische geschriften bevatten profetieën ten aanzien van Christus Die komen zou, en de apostolische geschriften vertellen de geschiedenis van Christus Die gekomen is. Die laatste laten door wat er verteld wordt en door de toepassing [ervan op Christus] heel goed zien dat de oude profetieën vervuld zijn. Daarom mag het Oude Testament het fundament, de grondslag van het Nieuwe en het Nieuwe de vervulling van het Oude Testament genoemd worden. Zoals het Oude Testament het Nieuwe wáár maakt, zo maakt op zijn beurt het Nieuwe het Oude Testament wáár. Christus vergelijkt de verkondiging door de profeten met het zaaien, en die van de apostelen met de oogst. De dingen die nog wat duister in de profetische boeken blijven, krijgen in de apostolische geschriften een meer heldere en een rijkere uitleg.((*Matteüs 13:16 *1 Korintiërs 10:11 *2 Korintiërs 3:13-18 *Hebreeën 10:11))+Ze verschillen niet wat de leer betreft, want in beide wordt hetzelfde geloof en dezelfde oproep tot een heilig leven verkondigd((*Johannes 5:46)); maar er is wel een verschil in tijd. De profetische geschriften bevatten profetieën ten aanzien van Christus die komen zou, en de apostolische geschriften vertellen de geschiedenis van Christus die gekomen is. Die laatste laten door wat er verteld wordt en door de toepassing [ervan op Christus] heel goed zien dat de oude profetieën vervuld zijn. Daarom mag het Oude Testament het fundament, de grondslag van het Nieuwe en het Nieuwe de vervulling van het Oude Testament genoemd worden. Zoals het Oude Testament het Nieuwe wáár maakt, zo maakt op zijn beurt het Nieuwe het Oude Testament wáár. Christus vergelijkt de verkondiging door de profeten met het zaaien, en die van de apostelen met de oogst. De dingen die nog wat duister in de profetische boeken blijven, krijgen in de apostolische geschriften een meer heldere en een rijkere uitleg.((*Matteüs 13:16 *1 Korintiërs 10:11 *2 Korintiërs 3:13-18 *Hebreeën 10:11))
  
 ==== 11. Is het Woord van God meer volmaakt geworden, nadat het Nieuwe Testament aan het Oude is toegevoegd? ==== ==== 11. Is het Woord van God meer volmaakt geworden, nadat het Nieuwe Testament aan het Oude is toegevoegd? ====
Regel 76: Regel 76:
 Voor een deel blijkt dat uit getuigenissen en voor een deel ook uit bewijsvoering. Wat de getuigenissen betreft, zijn er inwendige en uitwendige getuigenissen. Voor een deel blijkt dat uit getuigenissen en voor een deel ook uit bewijsvoering. Wat de getuigenissen betreft, zijn er inwendige en uitwendige getuigenissen.
  
-Het inwendige getuigenis is van de Heilige Geest waarbij ons hart vanbinnen wordt aangesproken en het getuigenis klinkt dat de Schriften door God ingegeven en in ons hart verzegeld zijn.((*Efeziërs 1:13 *1 Johannes 2:20,27)) “Gij echter hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen.” Allen die door Gods Geest gedreven worden, belijden maar al te graag de kracht van het Woord, zoals daarover gesproken wordt in 1 Korintiërs 2:15: “Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen.” Jesaja 53:1 maakt duidelijk dat niet aan allen “de arm des HEREN” wordt geopenbaard; en zo gebeurt dat ook in Lucas 8:10 en Matteüs 13:11, waar duidelijk wordt dat niet aan allen maar alleen aan hen die God het geeft, de geheimenissen van het Koninkrijk Gods worden geopenbaard. Dit getuigenis heeft de kracht om ons te verzekeren en is voor ons allen voldoende; alleen zij die tot God bekeerd zijn weten hiervan((*Johannes 14:17)). Dit getuigenis komt altijd met de Heilige Schrift overeen, want anders is het van geen waarde. Zoals God alleen in Zijn Woord een overtuigend getuigenis van Zichzelf geeft, zo vindt het Woord het geloof in onze harten niet eerder dan wanneer het door het inwendig getuigenis van de Geest verzegeld wordt.+Het inwendige getuigenis is van de Heilige Geest waarbij ons hart vanbinnen wordt aangesproken en het getuigenis klinkt dat de Schriften door God ingegeven en in ons hart verzegeld zijn.((*Efeziërs 1:13 *1 Johannes 2:20,27)) “Gij echter hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen.” Allen die door Gods Geest gedreven worden, belijden maar al te graag de kracht van het Woord, zoals daarover gesproken wordt in 1 Korintiërs 2:15: “Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen.” Jesaja 53:1 maakt duidelijk dat niet aan allen “de arm des HEREN” wordt geopenbaard; en zo gebeurt dat ook in Lucas 8:10 en Matteüs 13:11, waar duidelijk wordt dat niet aan allen maar alleen aan hen die God het geeft, de geheimenissen van het Koninkrijk Gods worden geopenbaard. Dit getuigenis heeft de kracht om ons te verzekeren en is voor ons allen voldoende; alleen zij die tot God bekeerd zijnweten hiervan((*Johannes 14:17)). Dit getuigenis komt altijd met de Heilige Schrift overeen, want anders is het van geen waarde. Zoals God alleen in Zijn Woord een overtuigend getuigenis van Zichzelf geeft, zo vindt het Woord het geloof in onze harten niet eerder dan wanneer het door het inwendig getuigenis van de Geest verzegeld wordt.
  
 Het externe getuigenis dat de Schrift vanuit God is, komt van de joden. Zij getuigen heel eensgezind dat de boeken van het Oude Testament door God geïnspireerd zijn en door Hem werden gegeven. Zij lezen en bewaren die dan ook heel ijverig. Daarom noemt Augustinus hen terecht de boekverkopers of de bibliotheek van de christenen, omdat ze ons het lezen van de heilige boeken hebben doen toekomen, ook al verzuimen ze daarvan zelf een goed gebruik te maken. Ja, wat nog meer zegt, is dat diezelfde Joden getuigen dat Christus Jezus in wijsheid en nooit eerder gehoorde wonderen heel bekend is geweest, dat Hij door het volk is gedood en op de derde dag weer is opgestaan. Zie het 18e boek van Josephus, hoofdstuk 4, //Over de geschiedenis van de Joden//. Het externe getuigenis dat de Schrift vanuit God is, komt van de joden. Zij getuigen heel eensgezind dat de boeken van het Oude Testament door God geïnspireerd zijn en door Hem werden gegeven. Zij lezen en bewaren die dan ook heel ijverig. Daarom noemt Augustinus hen terecht de boekverkopers of de bibliotheek van de christenen, omdat ze ons het lezen van de heilige boeken hebben doen toekomen, ook al verzuimen ze daarvan zelf een goed gebruik te maken. Ja, wat nog meer zegt, is dat diezelfde Joden getuigen dat Christus Jezus in wijsheid en nooit eerder gehoorde wonderen heel bekend is geweest, dat Hij door het volk is gedood en op de derde dag weer is opgestaan. Zie het 18e boek van Josephus, hoofdstuk 4, //Over de geschiedenis van de Joden//.
Regel 83: Regel 83:
  
   - De oudheid, want het oudste is het meest betrouwbaar; het nieuwste is het meest dubieus.   - De oudheid, want het oudste is het meest betrouwbaar; het nieuwste is het meest dubieus.
-  - De vervulling van de profetieën. We kunnen denken aan de profetieën over de Messias, de Zaligmaker van het menselijk geslacht((*Genesis 3:15)); de voorzegging aan Abraham over zijn nakomelingen die in Egypte terechtkwamen, hun slavernij in dat land en de toekomende verlossing daaruit na 300 jaar((*Genesis 15:13,14 *Handelingen 7:6,7)); de belofte om het koningshuis en het koninkrijk op te richten in de stam Juda((*Genesis 49:8)); de belofte dat de heidenen na lange tijd in Gods genadeverbond zouden worden opgenomen((*Jesaja 45:22)); aan de verwoesting van Jeruzalem((*Ezechiël 15:6 *2 Koningen 24:14 *Daniël 9:26 *Matteüs 24:2)); aan de terugkeer van het volk uit de Babylonische ballingschap((*Jeremia 12:15 *Jeremia 25:11-12)); de daden van koning Kores die in het voordeel van de Joden waren, zoals die beschreven worden in Jesaja 45:1 en 2; de profetie dat Josia, de koning van Juda, de priesters zou slachten en hun beenderen op het altaar te Bethel zou verbranden – die 333 jaar vóór de geboorte van Josia werd uitgesproken en 359 jaar later vervuld werd((*1 Koningen 13:2 *2 Koningen 23:15)); de bijzondere profetieën van Daniël over de vier koningen en hun geschiedenis, zijn profetie over het einde van de wereld en meer andere((*Daniël 7:17,21 *Daniël 11:2)); en aan de profetie over de komst van Christus en Zijn dood((*Daniël 9:24-27)). Al deze zaken konden niet door menselijke scherpzinnigheid voorzien worden en evenmin worden voorspeld op basis van natuurlijke redenen en oorzaken. Toch zijn ze alle door de stellige uitkomst ervan bevestigd.+  - De vervulling van de profetieën. We kunnen denken aan de profetieën over de Messias, de Zaligmaker van het menselijk geslacht((*Genesis 3:15)); de voorzegging aan Abraham over zijn nakomelingen die in Egypte terechtkwamen, hun slavernij in dat land en de toekomende verlossing daaruit na 300 jaar((*Genesis 15:13,14 *Handelingen 7:6,7)); de belofte om het koningshuis en het koninkrijk op te richten in de stam Juda((*Genesis 49:8)); de belofte dat de heidenen na lange tijd in Gods genadeverbond zouden worden opgenomen((*Jesaja 45:22)); de verwoesting van Jeruzalem((*Ezechiël 15:6 *2 Koningen 24:14 *Daniël 9:26 *Matteüs 24:2)); de terugkeer van het volk uit de Babylonische ballingschap((*Jeremia 12:15 *Jeremia 25:11-12)); de daden van koning Kores die in het voordeel van de Joden waren, zoals die beschreven worden in Jesaja 45:1 en 2; de profetie dat Josia, de koning van Juda, de priesters zou slachten en hun beenderen op het altaar te Bethel zou verbranden – die 333 jaar vóór de geboorte van Josia werd uitgesproken en 359 jaar later vervuld werd((*1 Koningen 13:2 *2 Koningen 23:15)); de bijzondere profetieën van Daniël over de vier koningen en hun geschiedenis, zijn profetie over het einde van de wereld en meer andere((*Daniël 7:17,21 *Daniël 11:2)); en de profetie over de komst van Christus en Zijn dood((*Daniël 9:24-27)). Al deze zaken konden niet door menselijke scherpzinnigheid voorzien worden en evenmin worden voorspeld op basis van natuurlijke redenen en oorzaken. Toch zijn ze alle door de stellige uitkomst ervan bevestigd.
   - De vorstelijke majesteit en voornaamheid van geest die overal en steeds weer juist in ongekunstelde en eenvoudige woorden uitblinkt.((*1 Korintiërs 2:4))   - De vorstelijke majesteit en voornaamheid van geest die overal en steeds weer juist in ongekunstelde en eenvoudige woorden uitblinkt.((*1 Korintiërs 2:4))
   - De daadwerkelijke kracht van de Schrift die blijkt in het hart van mensen. Dat zien we:   - De daadwerkelijke kracht van de Schrift die blijkt in het hart van mensen. Dat zien we:
Regel 109: Regel 109:
 ==== 16. We lezen nergens dat het Woord van God ook al vóór Mozes opgeschreven is; daarom vragen we: Hoe maakte God Zijn wil in die vroegere tijd aan de mensen bekend? ==== ==== 16. We lezen nergens dat het Woord van God ook al vóór Mozes opgeschreven is; daarom vragen we: Hoe maakte God Zijn wil in die vroegere tijd aan de mensen bekend? ====
  
-Door goddelijke antwoorden die God Zelf heeft gesproken tot Zijn dienaren((*Numeri 12:8)). Dat gebeurde ook wel door de Urim en de Tummim; deze bevonden zich in het borstschild van de hogepriester en daarmee werd door God het ware inzicht en de volmaakte rechtvaardigheid aan Mozes gegeven.((*Exodus 28:30)) Welke dingen dat geweest zijn, is onbekend; misschien door afbeeldingen die God hun voor ogen stelde óf in wakende toestand((*Jeremia 1:11)) óf in de slaap door dromen die God hun zond((*Numeri 12:6)). Ten slotte heeft God Mozes erop toegerust dat door hem die Schrift een begin zou krijgen. Ja, God heeft Zelf de Schrift als het ware geheiligd door de Tien Geboden die Hij met Zijn vinger geschreven heeft.((*Exodus 31:18)) Hij heeft aan Mozes de opdracht gegeven om de boeken van de Wet te schrijven((Exodus 24:4)). Daarna heeft Hij Zijn Woord – zowel mondeling als schriftelijk – aan ons toevertrouwd door de profeten((*Lucas 1:70)), door Christus als God en mens((*Hebreeën 1:1)) en ten slotte door de apostelen van Christus((*Matteüs 28:19 *Handelingen 1:8 *Romeinen 16:25-26)) Er is echter in mondelinge zin niets anders overgeleverd dan wat momenteel beschreven is. Er is weliswaar heel wat meer gezegd en gedaan dan beschreven is, maar dat verschilt er niet van. Aan de dingen die beschreven zijn, hebben we genoeg.((*Johannes 20:31))+Door goddelijke antwoorden die God zelf heeft gesproken tot zijn dienaren((*Numeri 12:8)). Dat gebeurde ook wel door de Urim en de Tummim; deze bevonden zich in het borstschild van de hogepriester en daarmee werd door God het ware inzicht en de volmaakte rechtvaardigheid aan Mozes gegeven.((*Exodus 28:30)) Welke dingen dat geweest zijn, is onbekend; misschien door afbeeldingen die God hun voor ogen stelde óf in wakende toestand((*Jeremia 1:11)) óf in de slaap door dromen die God hun zond((*Numeri 12:6)). Ten slotte heeft God Mozes erop toegerust dat door hem die Schrift een begin zou krijgen. Ja, God heeft zelf de Schrift als het ware geheiligd door de Tien Geboden die Hij met zijn vinger geschreven heeft.((*Exodus 31:18)) Hij heeft aan Mozes de opdracht gegeven om de boeken van de Wet te schrijven((Exodus 24:4)). Daarna heeft Hij zijn Woord – zowel mondeling als schriftelijk – aan ons toevertrouwd door de profeten((*Lucas 1:70)), door Christus als God en mens((*Hebreeën 1:1)) en ten slotte door de apostelen van Christus((*Matteüs 28:19 *Handelingen 1:8 *Romeinen 16:25-26)) Er is echter in mondelinge zin niets anders overgeleverd dan wat momenteel beschreven is. Er is weliswaar heel wat meer gezegd en gedaan dan beschreven is, maar dat verschilt er niet van. Aan de dingen die beschreven zijn, hebben we genoeg.((*Johannes 20:31))
  
 ==== 17. Waarom is het Woord van God eigenlijk opgeschreven? ==== ==== 17. Waarom is het Woord van God eigenlijk opgeschreven? ====
Regel 126: Regel 126:
 ==== 19. Moet men de Heilige Schrift voor alle christenen in hun eigen taal vertalen? ==== ==== 19. Moet men de Heilige Schrift voor alle christenen in hun eigen taal vertalen? ====
  
-Ja, beslist! Christus is Zelf onderwezen in Zijn moedertaal((*Lucas 4:17)) en de apostelen hebben de Grieken en andere heidense volken niet in het Hebreeuws onderwezen, maar in het Grieks en aan ieder volk in de eigen taal.((*Handelingen 2:11))+Ja, beslist! Christus is zelf onderwezen in zijn moedertaal((*Lucas 4:17)) en de apostelen hebben de Grieken en andere heidense volken niet in het Hebreeuws onderwezen, maar in het Grieks en aan ieder volk in de eigen taal.((*Handelingen 2:11))
  
 ==== 20. Is de Schrift helder of onduidelijk? ==== ==== 20. Is de Schrift helder of onduidelijk? ====
  
 Ze is helder voor wat het fundament van de leer der zaligheid betreft, zoals de hoofdzaken van het geloof en de wet van de Tien Geboden. Daarom wordt de Schrift een licht of lamp genoemd((*Psalm 119:105 *2 Petrus 1:19)) voor hen bij wie God het verstand opent((*Lucas 14:45)). Maar ze is duister voor de ‘nachtuilen’ en voor al degenen die de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen((*2 Korintiërs 4:3,4)). Voor de uitverkorenen is ze niet altijd helder((*Johannes 16:13)), maar alleen ten dele. Dat heeft enkele redenen: Ze is helder voor wat het fundament van de leer der zaligheid betreft, zoals de hoofdzaken van het geloof en de wet van de Tien Geboden. Daarom wordt de Schrift een licht of lamp genoemd((*Psalm 119:105 *2 Petrus 1:19)) voor hen bij wie God het verstand opent((*Lucas 14:45)). Maar ze is duister voor de ‘nachtuilen’ en voor al degenen die de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen((*2 Korintiërs 4:3,4)). Voor de uitverkorenen is ze niet altijd helder((*Johannes 16:13)), maar alleen ten dele. Dat heeft enkele redenen:
-  - Opdat ze niet op hun verstand vertrouwen, maar door gebeden aan God vragen of ze de Schrift mogen begrijpen. +  - opdat ze niet op hun verstand vertrouwen, maar door gebeden aan God vragen of ze de Schrift mogen begrijpen; 
-  - Opdat ze met des te groter ijver worden aangespoord om haar te overdenken. +  - opdat ze met des te groter ijver worden aangespoord om haar te overdenken; 
-  - Opdat ze het leerambt zullen waarderen en dus de uitleg van de Schrift nodig hebben((*Spreuken 29:13)), naar het voorbeeld van Christus Zelf((*Lucas 4:17)) en van Filippus((*Handelingen 8:31-35)).+  - opdat ze het leerambt zullen waarderen en dus de uitleg van de Schrift nodig hebben((*Spreuken 29:13)), naar het voorbeeld van Christus Zelf((*Lucas 4:17)) en van Filippus((*Handelingen 8:31-35)).
  
 ==== 21. Wat houdt de uitleg van de Schrift in? ==== ==== 21. Wat houdt de uitleg van de Schrift in? ====
Regel 158: Regel 158:
  
   - De dwaling van de sadduceeën, die alleen de boeken van Mozes voor wáár aannamen. Zo komt het dat de Here Christus hun dwalingen ook alleen daaruit weerlegt.((*Matteüs 22:31,32))   - De dwaling van de sadduceeën, die alleen de boeken van Mozes voor wáár aannamen. Zo komt het dat de Here Christus hun dwalingen ook alleen daaruit weerlegt.((*Matteüs 22:31,32))
-  - De dwaling van sommige wederdopers, die het boek Job verworpen hebben als een verzonnen toneelstuk. Diezelfde afwijzing is er bij hen ook ten aanzien van het boek Prediker en het Hooglied van Salomo. In het ene wordt [volgens hen] de zorgeloze leer van de Epicureërs gebracht en het andere is [naar hun mening] een lichtzinnige liefdesbrief. Het is echter zo dat aan het begin en het eind van het boek Job het land waar hij woonde en de positie die hij innam beschreven wordt; en ook wordt hij ter sprake gebracht in Ezechiël 14:14 en Jakobus 5:11. Bovendien geeft Prediker de raad om af te zien van alle ijdelheid en wellust, want hij veroordeelt degenen die daarop vertrouwen als dwazen. Daartegenover geeft hij aan dat alle gelukzaligheid te vinden is in het vrezen van de Heere en het onderhouden van Zijn geboden.((*Prediker 1:2 *Prediker 7:3 *Prediker 8:12 *Prediker 11:9 *Prediker 12)) In Prediker 3:19 spreekt hij niet over de onsterfelijkheid van de zielen naar wat zijn eigen gevoelen daarover is, maar geeft hij de mening weer van het verdorven verstand en het menselijk vernuft. Wat het Hooglied betreft, zouden de vergelijkingen die men leest in hoofdstuk ~Hooglied 4:1 en ~Hooglied 7:2 heel vreemd en ongepast zijn als die zouden slaan op de dochter van de farao of het een of andere Sunamitische meisje. In het hele boekje wordt Gods Naam niet gebruikt, maar toch worden er namen gebruikt die daarmee geheel in overeenstemming zijn, zoals broeder, vriend, bruidegom en beminde. Het is duidelijk dat hier geschreven wordt over de geestelijke of verborgen bruid van Salomo, dat wil zeggen: de gemeente van Christus.+  - De dwaling van sommige wederdopers, die het boek Job verworpen hebben als een verzonnen toneelstuk. Diezelfde afwijzing is er bij hen ook ten aanzien van het boek Prediker en het Hooglied van Salomo. In het ene wordt [volgens hen] de zorgeloze leer van de Epicureërs gebracht en het andere is [naar hun mening] een lichtzinnige liefdesbrief. Het is echter zo dat aan het begin en het eind van het boek Job het land waar hij woonde en de positie die hij innam beschreven wordt; en ook wordt hij ter sprake gebracht in Ezechiël 14:14 en Jakobus 5:11. Bovendien geeft Prediker de raad om af te zien van alle ijdelheid en wellust, want hij veroordeelt degenen die daarop vertrouwen als dwazen. Daartegenover geeft hij aan dat alle gelukzaligheid te vinden is in het vrezen van de Here en het onderhouden van zijn geboden.((*Prediker 1:2 *Prediker 7:3 *Prediker 8:12 *Prediker 11:9 *Prediker 12)) In Prediker 3:19 spreekt hij niet over de onsterfelijkheid van de zielen naar wat zijn eigen gevoelen daarover is, maar geeft hij de mening weer van het verdorven verstand en het menselijk vernuft. Wat het Hooglied betreft, zouden de vergelijkingen die men leest in hoofdstuk ~Hooglied 4:1 en ~Hooglied 7:2 heel vreemd en ongepast zijn als die zouden slaan op de dochter van de farao of het een of andere Sunamitische meisje. In het hele boekje wordt Gods Naam niet gebruikt, maar toch worden er namen gebruikt die daarmee geheel in overeenstemming zijn, zoals broeder, vriend, bruidegom en beminde. Het is duidelijk dat hier geschreven wordt over de geestelijke of verborgen bruid van Salomo, dat wil zeggen: de gemeente van Christus.
   - De ketterij van Mani, Valentinus, Marcion en anderen die ontkennen dat de geschriften van het Oude en Nieuwe Testament door de Heilige Geest zijn geïnspireerd; en de mening van anderen die enkele boeken en geschriften uit de Schrift verwerpen.   - De ketterij van Mani, Valentinus, Marcion en anderen die ontkennen dat de geschriften van het Oude en Nieuwe Testament door de Heilige Geest zijn geïnspireerd; en de mening van anderen die enkele boeken en geschriften uit de Schrift verwerpen.
   - De vele dwalingen van de pausgezinden. Zij willen de autoriteit, het gezag en de betrouwbaarheid van de Schrift afhankelijk maken van het besluit en de nadere bepalingen daarover van de kerk. Ze zijn van mening dat de Schrift alleen maar betrouwbaar en van God gekomen kan zijn op het gezag en vanuit het getuigenis van de kerk. Die dwaling is wel heel vreemd, want op deze manier wordt de waarheid aan het oordeel en het goeddunken van mensen onderworpen. Zo worden de gewetens juist onzeker gemaakt ten aanzien van hun zaligheid. Bovendien wordt deze dwaling door het getuigenis van de apostel weersproken in Efeziërs 2:20, waar hij zegt dat de gemeente gebouwd en bevestigd is op het fundament van de apostelen en profeten. En dan bedoelt hij met dat fundament niet de personen van de profeten, maar hun leer. Het is wel zo dat de kerk door haar getuigenis de Schrift voor goed kent en aanneemt, maar daardoor maakt ze die van onzeker en twijfelachtig niet tot iets wat wel zeker en geloofwaardig is! Nee, ze onderschrijft door haar stem juist de waarheid van God en eert de Schrift door te zeggen dat die vanuit God tot ons] is gekomen.   - De vele dwalingen van de pausgezinden. Zij willen de autoriteit, het gezag en de betrouwbaarheid van de Schrift afhankelijk maken van het besluit en de nadere bepalingen daarover van de kerk. Ze zijn van mening dat de Schrift alleen maar betrouwbaar en van God gekomen kan zijn op het gezag en vanuit het getuigenis van de kerk. Die dwaling is wel heel vreemd, want op deze manier wordt de waarheid aan het oordeel en het goeddunken van mensen onderworpen. Zo worden de gewetens juist onzeker gemaakt ten aanzien van hun zaligheid. Bovendien wordt deze dwaling door het getuigenis van de apostel weersproken in Efeziërs 2:20, waar hij zegt dat de gemeente gebouwd en bevestigd is op het fundament van de apostelen en profeten. En dan bedoelt hij met dat fundament niet de personen van de profeten, maar hun leer. Het is wel zo dat de kerk door haar getuigenis de Schrift voor goed kent en aanneemt, maar daardoor maakt ze die van onzeker en twijfelachtig niet tot iets wat wel zeker en geloofwaardig is! Nee, ze onderschrijft door haar stem juist de waarheid van God en eert de Schrift door te zeggen dat die vanuit God tot ons] is gekomen.
   - Vervolgens houden ze de apocriefe boeken voor canoniek. Ze beweren ook dat de Schrift onvolkomen en duister is en dat het lezen door de gemeente schade met zich meebrengt en een oorzaak van twist is. Ze zeggen ook dat de onderlinge verschillen in de Schrift niet door haarzelf kan worden beoordeeld en het resultaat daarvan alleen maar een wassen neus is. Ze houden dan ook staande dat alleen de paus van Rome de bevoegdheid heeft om de Schrift uit te leggen. Bovendien stellen ze dat de geschriften van de kerkvaders en de [vroegere] bisschoppen en ook de uitspraken van de concilies van even grote waarde zijn als de Schrift, waarmee ze die met haar op één lijn stellen. Zo ontnemen ze aan de “leken” het testament van hun [hemelse] Vader en sturen hen naar de “stomme beelden” als “boeken van de leken” – iets wat ingaat tegen het gebod van Christus in Johannes 5:39: “Onderzoekt de Schriften”.   - Vervolgens houden ze de apocriefe boeken voor canoniek. Ze beweren ook dat de Schrift onvolkomen en duister is en dat het lezen door de gemeente schade met zich meebrengt en een oorzaak van twist is. Ze zeggen ook dat de onderlinge verschillen in de Schrift niet door haarzelf kan worden beoordeeld en het resultaat daarvan alleen maar een wassen neus is. Ze houden dan ook staande dat alleen de paus van Rome de bevoegdheid heeft om de Schrift uit te leggen. Bovendien stellen ze dat de geschriften van de kerkvaders en de [vroegere] bisschoppen en ook de uitspraken van de concilies van even grote waarde zijn als de Schrift, waarmee ze die met haar op één lijn stellen. Zo ontnemen ze aan de “leken” het testament van hun [hemelse] Vader en sturen hen naar de “stomme beelden” als “boeken van de leken” – iets wat ingaat tegen het gebod van Christus in Johannes 5:39: “Onderzoekt de Schriften”.
   - Ten slotte houden ze de oude Latijnse vertaling [de Vulgaat] voor authentiek en geloofwaardig.   - Ten slotte houden ze de oude Latijnse vertaling [de Vulgaat] voor authentiek en geloofwaardig.


Paginahulpmiddelen