Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


Zijbalk

institutie:4

Dit is een oude revisie van het document!


Inhoud

4. De Heilige Schrift

1. Wat wordt de Heilige Schrift genoemd?

De geschriften van de profeten en de apostelen, die de kerk van de gelovigen godsdienstig gebruikt om te onderwijze en te onderrichten in het geloof. De Schrift wordt heilig genoemd, omdat ze door God geïnspireerd en ingegeven is en heilige dingen bevat die tot de eeuwige zaligheid nodig zijn. In diezelfde zin wordt de Schrift ook het geschreven Woord van God genoemd. Ze is de enige regel van het geloof en van de goede werken, en de wet en het richtsnoer van de gehele dienst aan God, en als zodanig de onherroepelijke rechter over alle verschillen in de religie of godsdienst.1) Al wat hiermee overeenkomt, moet men zonder enig tegenspreken aannemen, en verwerpen wat daartegen strijdt, zonder zich daarover lang te bedenken, zoals dat onder alle gelovigen vaststaat.

2. Wie is de auteur of werkmeester van de Schrift?

God zelf, die Zijn wil op schrift gesteld heeft door mensen die Hij daartoe zonder middel geroepen heeft, en die door de Heilige Geest zijn geïnspireerd als Zijn klerken en schrijvers, zoals wel blijkt uit 2 Petrus 1:2121 want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.: "Nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken". Daarom bevestigen dat ook alle profeten:

Hieraan ontleent de Schrift haar gezag, uitnemendheid, waarheid en vervulling, die zo nodig is als het nodig is dat God waarachtig is. Daarom geldt van haar:

  • Zij alleen is het in en van zichzelf waard om geloofd te worden, en is dan ook niet onderworpen aan de waardering, vermeerdering, vermindering of verandering door engelen of mensen.2)
  • Zij alleen is vrij van dwaling.3)
  • Zij alleen moet op haar eigen spreken worden geloofd.
  • Uit haar alleen moeten leringen worden bevestigd en vastgesteld,4) die door allen gelezen mogen worden.5)
  • Zij alleen is volkomen en omvat alles dat tot de eeuwige zaligheid nodig is.6)
  • Zij alleen is vast en zeker.7)

De medewerkende oorzaken zijn Mozes, de profeten en de apostelen.

3. Uit hoeveel delen bestaat de Schrift?

Twee delen: want zij wordt verdeeld in het oude en nieuwe testament, of in de profetische en de apostolische leer. die vervat is in de kanonieke of heilige boeken.

4. Welke worden heilige boeken genoemd?

die van de profeten en apostelen, door ingeving des Heiligen Geest beschreven of door goed??? aangenomen zijn. Bevat??? alleen een regel of richtsnoer des geloofs en die van de goede werken zouden zijn na het welke alle andere leeringen gepast? en onderzocht moeten worden. Opdat men mag verstaan dat het een leering Gods is die oprecht is na het gebod van de apostelen dat wij in dezelfde regel voortgaan. Filippenzen 3:1616 maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder! "maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder!".

5. Wanneer heeft die regel begonnen te zijn?

Ten eerste is die regel geweest van de vijf boeken van Mozes. daaraan men volgens Gods bevel alle leerstukken des geloofs placht te toetsen: Deuteronomium 17:18-2018 Wanneer hij nu op de koninklijke troon gezeten is, dan zal hij voor zich een afschrift laten maken van deze wet, welke bij de levitische priesters berust. 19 Dat zal hij bij zich hebben en daarin zal hij lezen gedurende heel zijn leven om te leren de Here, zijn God, te vrezen door al de woorden van deze wet en al deze inzettingen naarstig te onderhouden, 20 opdat zijn hart zich niet verheffe boven zijn broeders, en hij van het gebod niet afwijke naar rechts of naar links, opdat hij lange tijd koning moge blijven, hijzelf en zijn zonen, te midden van Israël. ??? "Wanneer hij nu op de koninklijke troon gezeten is, dan zal hij voor zich een afschrift laten maken van deze wet, welke bij de levitische priesters berust. Dat zal hij bij zich hebben en daarin zal hij lezen gedurende heel zijn leven om te leren de Here, zijn God, te vrezen door al de woorden van deze wet en al deze inzettingen naarstig te onderhouden, opdat zijn hart zich niet verheffe boven zijn broeders, en hij van het gebod niet afwijke naar rechts of naar links, opdat hij lange tijd koning moge blijven, hijzelf en zijn zonen, te midden van Israël". en Jozua 1:88 Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn. ??? "Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn". Naderhand is die regel vermeerderd door de schriften van de profeten die ??? alzo genaamd worden waarvan men leest in Lucas 16:2929 Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren. "Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren". en Lucas 24:4545 Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. "Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen". en Handelingen 17:1111 en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren. ??? (denk ik HA) "en dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren." Ten laatste is die regel volkomen geworden nadat de schriften van het Nieuwe Testamen na het Oude Testament gekomen zijn. Waar men van leest: 1 Tessalonicenzen 5:2121 maar toetst alles en behoudt het goede. "maar toetst alles en behoudt het goede". en 1 Johannes 4:11 Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. "Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan".

6. Hoeveel boeken kent het Oude Testament?

De oude Hebreën??? die door Paulus uitdrukkelijk beschrijft Romeinen 3:22 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd. "Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd." En de Joden ??? ??? ??? nemen vier-en-twintig ??? boeken van het Oude Testamen aan, die van zodanige authoriteit, macht en aanzien zijn, dat men daar niet aan behoort te twijffelen: dewelke zij noemen naar het getaal der vierentwintig boeken Efrim Veerba???. a) Hoe delen wij de 24 boeken in? In deze orde. 1(Welke is de eerste orde? HA). Wordt dan hier genoemd Torah, de wet of leeringen. en schrijven deze orde toe, de vijf boeken van Mozes, Genesis, Exodus, Leviticus, Numerie, Deuteronomium: Die de Grieken noemen de boeken Pentateuchon van Mozes zelf beschreven behalve dat in het laatste van Deuteronomium waarvan??? sommige beschreven door Jozua of van Eleazar daar bij gedaan zijn. b) Welke is de tweede orde? Nehiim Refchonim, dat is de eerste profeten: en wordt volbracht met vier historische boeken: Jozua, de Richteren, de twee boeken van Samuël, en de twee boeken der koningen. c) Welke is de derde orde? De Nehiim Acharonim. Dat is de laatste profeten: en bevat hier vier boeken: Jesaja, Jeremia, Ezechiël en het boek van de twaalf kleine profeten. die bij de Hebreën in een boek gesteld worden als daar zijn: Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Sefanja, Haggai, Zacharia en Maleachi. d) Welke is de vierde orde? Wordt genoemd Sepher Ketuhim. Dat is het boek der heilige schrijvers en bevat elf boeken paralipomena???. De Psalmen, de Spreuken van Salomo, Job, Ruth, de Prediker van Salomo, De klaagliederen van Jeremia, Caticum Canticorum??? (de Kronieken? HA), Esther, Daniël, Ezra en Nehemia. Welke twee laatsten voor één gehouden worden. Al deze boeken zo ze tezamen gesteld worden zijn vierentwintig. maar dat sommigen niet meer dan tweeentwintig tellen komt daaruit dat ze het boek Ruth met het boek der Richteren en de klaagliederen van Jeremia met zijn profetie te zamen tellen.

7. Worden bij deze heilige boeken niet enige andere boeken gevoegd?

Daar worden bijgevoegd de Apocriefe geschriften alsof men zelf de verborgen ??? en de ??? schriften: overmits zij wel eer in de gemeente openbaar niet wezen voort gebracht om leer stukken des geloofs te bewijzen. Dewijl het geloof alleen komt uit het Woord van God, Romeinen 10:1717 Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. "Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus". Maar alleen om goede zeden en manieren te leren, overmits haar authoriteit ???(duister) is, en de namen van hare schrijvers verborgen zijn en omdat ze sommige dingen leren die van de profeten en apostelen onbekend zijn.

8. Hebben de apocriefe boeken dezelfde authoriteit en macht als de Heilige boeken?

Nee, want nog van de profeten nog van de apostelen geschreven zijn ??? en zijn niet van haarzelfs geloofwaardig: Ook schijnt in haar de kracht en de majesteit van de Heilige Geest niet als in de heilige. En in dezelfde zijn dingen die tegen de heilige boeken strijden of dingen die niet kunnen bestaan of ongehoord zijn en ??? openbaarlijk vals zijn. Tobit 8 en 12 ???. Tegen Gods Woord. 1. Makkabeeën 6 en 2 Makkabeeën 14 en 12. In Baruch 6 wordt gezegd dat de joden de gevangenis zullen zijn, zeven geslachten in plaats van zeventig jaar tegen het gebruik der schriften. En zijn ook door??? de joden (dewelke nochtans de woorden Gods vertrouwd zijn) niet overgeschreven: Want ook zijn ze in het hebreeuws niet geschreven. Haar betrouwbaarheid en oprechtheid is altijd in de gemeente twijfelachtig geweest, ja wat meer is, van haar gebeuren getwijfeld.

9. In hoeveel delen wordt het nieuwe testament gedeeld?

In vier delen: Het eerste bevat de vier evangeliën, Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes waarin de leer van de menswording van Christus en het werk van onze verlossing door Hem volbracht naar Gods beloften beschreven wordt: opdat de zekerheid van ons geloof des??? te zekerder zij vanwege de overeenstemming der beschreven evangelisten. Alsook dat het rijk van Christus op dezen??? ??? met vier ??? ??? gevoegd werde door de vier hoeken der wereld. Het tweede, De Handelingen der apostelen door Lucas geschreven: waarin verteld wordt de beginselen van de dienst der apostelen en de voortplanting der kerken. En geschreven is omtrent dertig jaren na de Hemelvaart van Christus. Het derde, de brieven der apostelen, te weten: veertien van Paulus: Tot de Romeinen, de Korintiërs, Galaten, Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, Timoteüs, Titus, Filemon en tot de Hebreeën. Drie van Johannes, twee van Petrus, één van Jacobus, één van Judas de broeder van Jacobus. Het vierde, De openbaring van Johannes aangaande de toekomende stand??? der wereld en die der kerken tot aan het einde der wereld toe.

10. Hoe verschillen de profetische schriften van die der apostolische?

Zij verschillen niet zoveel de leer aangaat. Want in haar wordt hetzelfde geloof en leer der zeden geleerd. Maar alleen ten aanziens des tijds. Want de profetische geschriften bevatten voorzeggingen van Christus die komen zou: En de apostolische beschrijven een historie van Christus die gekomen is, en betonen door vertellingen en toe-eigeningen de vervulling der voorzeggingen: waarom het Oude Testament mag genoemd worden het fundament of de grondlegging van het Nieuwe en het Nieuwe als een vervulling van het Oude. En als het Oude Testamen het Nieuwe waarmaakt zo wederom maakt het Nieuwe het Oude waar. En Christus vergelijkt de leer der profeten bij het zaaien en van de apostelen bij de oogst. En die dingen die wat duisterder in de profetische boeken worden voorgesteld, die worden wat klaarder en overvloediger in de apostolische uitgelegd.

11. Is het Woord Gods volkomender geworden nadat het Nieuwe testament bij het Oude gekomen is?

Nee, want als er niet meer dan de vijf boeken van Mozes waren, toen??? (toch) waren ze genoegzaam. Tot dezen zijn de profeten gekomen als uitleggers. Het Oude Testament was dan geheel en genoegzaam zoveel de zin aangaat ofschoon niet zoveel de woorden aangaat. Zo is het dan niet door het toekomen van het Nieuwe volkomender geworden maar klaarder.

12. Waaruit blijkt het dat de profetische en de apostolische schriften van God ingegeven zijn?

Eensdeels uit getuigenissen, eensdeels uit bewijs-redenen. En uit de getuigenissen, eensdeels inwendige, eensdeels uitwendige. Het inwendige getuigenis is één, namelijk der Heiligen Geestes onze harten van binnen aansprekende en betuigende dat de schriften van God ingegeven zijn en die in onze harten verzegelende. Efeziërs 1:1313 In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte. "In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte". en 1 Johannes 2:2020 Gij echter hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen. "Gij echter hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen". en vs 27 "En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft". Want al degene die voor God Geest gedreven worden bekennen lichtelijk zijn kracht ??? in de schriftuur als gezegd wordt: 1 Korintiërs 2:1515 Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. "Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld". en Jesaja 53:11 Wie gelooft, wat wij gehoord hebben, en aan wie is de arm des Heren geopenbaard? "Wie gelooft, wat wij gehoord hebben, en aan wie is de arm des Heren geopenbaard?" Idem: Lucas 8:1010 En Hij zeide: U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar aan de anderen (worden zij gepredikt) in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen. "En Hij zeide: U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar aan de anderen (worden zij gepredikt) in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen". en Matteüs 13:1111 Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. "Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven". En dit getuigenis is eigenlijk bekwaam tot onze bekering en doet allen ons genoeg. Degenen die tot Christus bekeerd zijn alleen bekent dat altijd met de schriften overeenkomt. Zonder hetwelke het getuigenis van de gemeente bij ons van geen ??? (weerspraak of weerzin HA) mag wezen. Want gelijkerwijs God alleen in Zijn Woord een bekwaam getuige van Hemzelf is zo vindt het Woord niet eerder het geloof in onze harten dan als het door het inwendige getuigenis des Geest verzegeld wordt. Het uitwendige getuigenis, dat de schrift van God voort gekomen is moet men nemen zelfs van de joden die eendrachtig getuigen dat de boeken van het Oude Testamen van God ingeblazen en gegeven zijn. En lezen de bewaarde verhalen derhalve zorgvuldig. Waarom AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. haar terecht noemt: Boek-verkopers of boek-kaften der Christenen, omdat ons het lezen der heilige boeken beschikt hebben. Welke gebruik is zelfs ???. Ja wat meer is, dezelfde Joden betuigen dat Christus Jezus in wijsheid en ongehoorde wonderwerken ??? is geweest. En door het volk gedood, ten derde dage weder opgestaan is. Flavius Josephus in zijn achtiende boek, hoofdstuk vier van de oudheden der Joden.

13. Welke bewijsredenen betuigen dat de Schriften van God zijn voortgekomen?

1. De oudheid: Want het oudst is het waarachtige, het laatste, het ver??? 2. De uitkomst en de vervulling der profetieën van de Messias de Zaligmaker van het menselijke geslacht (a). De voorzeggingen van Abraham geschied van het ??? zijner nakomelingen in Egypte, de Egyptische slavernij en de toekomstige verlossing uit dezelfde na vierhonder jaar (b): De belofte van het vorstendom en koningkrijk op te richten uit de stam van Juda ©. De voorzegging van de heidenen na lange tijd tot Gods genade-verbond te roepen (d). Van de verwoesting van Jeruzalem (e). Van de wederkomst van het volk uit de Babelonische gevangenis (f). Van de daden en werken van Christus??? (God HA) tot voordeel der joden die beschreven worden in Jesaja hoofdstuk 45. ??? De voorzegging van Josia koning van Juda die de priesters zou slachten en de beenderen der mensen op het altaar te Bethel zou verbranden hetwelk geschied is 333 jaar voor de geboorte van Josia en 359 jaar voor de volbrenging (g). De heerlijke profetiën van de profeet Daniël van de vier koningkrijken en haar vervolg of voortgang. Van de antichrist en zijn leer, van het einde des werelds (h) en de vier??? dingen. Van de toekomst en de dood van Christus (i). Welke dingen alle niet voor menselijke scherpzinnigheid voorzien konden worden nog uit natuurlijke reden de oorzaken ??? (geraamd) worden en zijn nochtans door een zekere uitkomst bevestigd. 3. De heerlijke majesteit en trefzekerheid van de Geest die allenthalven ??? onder een ongezierde eenvoudgheid en nederigheid van woorden in de Schrifen uitblinkt (k). 4. De dadelijke kracht van de schriften in de harten van de mensen. 1. In de bekeering van de mensen als de schriften enige verborgen kracht in het werk stelt waardoor de mens aangetast en inwendig beweegt en overzulks in een nieuw mens veranderd wordt (1). 2. In tegenspoed als ze in de verten ontsteekt een levendige en vaste vertroosting dat de mensen eindelijk alle dingen van haar minder achten dan de Heilige schrift. nog dat ze zich van dezelfde niet laten aftrekken door enige manier van verdriet, ja zelfs door de dood niet zoals men aan de martelaars zien mag door wiens bloed zij bezegeld is. 5. De onverzoenlijke haat, daar satan en de wereld de leer van de schriften mede vervolgen daar ze andere leeringen, hoe ongerijmd en goddeloos dat ze zijn wel mogen dulden en belijden. 6. De onverwinnelijke vastigheid, dat ze tegen zoveel geweld van de satan en de razernij van de wereld staande blijft en daarover triumfeert en heerst door een wonderbaarlijke voortgang. Waartoe strekt hetgeen wij lezen in 1 Makkabeeën 1 vers 59. ( 60 en 61 lijkt mij beter op z'n plaats. HA) Dat als Antiochus Epifanes bevolen had dat al de heilige schriften zouden verbrand worden, dat ze nochtans terstond daarna als uit haar schuilplaatsen voort gekomen zijn en niet lang daarna in de Griekse taal zijn overgezet en zo door de hele wereld verbreidt zijn geworden. 7. De schone overeenstemming en de wonderlijke overeenkoming van alle delen van de leer van Mozes, der profeten Christus, de evangeliën en die van de apostelen. 8. De wonderbare roeping van Mozes (a), de profeten (b) en van de apostelen van dewelke de meeste hoop??? ongeleerde en slechte mensen zijnde, die in der mensen scholen niet geleerd hadden dat ze anderen mochten leren. Zo heerlijk en dat zo haast??? van de Hemelse verborgenheden gesproken hebben ©: De wonderlijke bekering van Paulus in een nieuwe mens die tevoren uit voorbedachten raad en wil een wreed en bloedig vijand was (d): En dat gezocht hebben niet haar eer en macht maar Gods en Christus eer alleen. en der mensen zaligheid. 9. De ??? overeenstemming, van de gehele gemeente en van een ieder godvruchtig mens in het bijzonder, zo lange tijd en zo wijdt en breed als het aardrijk strekt in de schriften aan te nemen en te bewaren. 10. Zo veel en schone mirakelen, zo de ouden (die satan ook in de gedaante niet heeft kunnen nabootsen, als daar zijn de opwekking van de dooden (e), de deling van de zee en de rivieren (f), het stilstaan en het teruggaan van de zon (g), als van het nieuwe testament die ook zelfs van de Joden niet ontkent mogen worden gelijk Flavius Josephus betuigt in Lib. 18 hoofdstuk 4. Ofschoon de Joden tot de huidige dag toe zeggen dat (door???) Christus mirakelen gedaan (zou???) zijn, door ??? en weet wat superstitie of bijgeloof van een woord Schem-Hamphoras genaamd, opdat ze niet gedrongen zouden zijn de waarheid plaats te geven en Jezus de zoon van Maria voor de Christus te bekennen. 11. De materie: het stof en de inhoud, omdat ze vervat ??? een hemelse leering en gans niet aards voor geeft: In haar alleen wordt de Wet Gods zuiver en volkomen voorgesteld (h): en zij wijst alleen die weg der zaligheid die jegens de eere en de volkomen gerechtigheid Gods niet strijd en de conciëntiën van het gewissen??? genoeg doet. 12. De form en de gedaante, overmits dat daar openlijk blijkt de geschikte, wel-gestelde uitdeling der Goddelijke wijsheid. 13. De droeve en schrikkelijke omkoming van degenen die haar vervolgen en haten.

14. Welke is het waarachtig merkteken, dat niet liegen kan, waardoor alle mensen die bij haar zinnen zijn, bekennen dat deze leer de leer van de waarachtige God is?

Dat die leer zonder twijfel de leer der waarachtige Gods is die ons leert de eer van de enige God alleen gans en in alle wegen te zoeken en Hem alleen aan te hangen (i). De wedergeborenen nochtans laten haar alleen daar in vergenoegen en zijn te vrezen door de volle zekerheid van het geloof in haar harten als in een zaligmakende leer van God.

15. Maar wat zal men degenen antwoorden die vragen waaruit wij weten dat Mozes, de profeten en de apostelen de autheuren zijn van die schriften die onder haar naam uitgegaan zijn en of er ook immer een Mozes geweest is?

Dat men zulken vraag moet bejegenen niet met antwoord maar met ???: want dat het??? even veel is alsof iemand vraagt of er ook tot enige tijd een Plato, Cicero en AristotelesDe Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v.Chr.) wordt samen met Plato en Socrates beschouwd als een van de grootste filosofen uit de klassieke oudheid. Aristoteles wordt gezien als één van de grondleggers van de logica, onder meer door zijn concept van het syllogisme. geweest is, van welke de geschriften in aller mensen handen zijn.

16. Nademaal men niet leest dat het woord van God door Mozes geschreven is, hoe openbaarde God de mensen in die tijd Zijn wil?

Of door Goddelijke antwoorden, zelfs door de mond en stem Gods tot Zijn dienaren uitgesproken (a): of door de Urim en de Tummin, dat is het licht en het recht of volkomenheid, die Mozes van God gegeven dat hij ze in de borstslap van de hoge-priester zou zetten (b). Wat en hoedanige dingen die geweest zijn is onbekend: of door gezichten of afbeeldingen die God haar voor ogen stelde. Of in het verstand van degenen die wachten ©. Of degenen die sliepen door dromen van God gezonden (d). Ten laatste heeft God Mozes bereid dat door hem de schriften zouden beginnen. Ja God heeft zelf de schriften geheiligd door de tien geboden die Hij met Zijn vinger geschreven heeft (e). En heeft Mozes bevolen de Boeken der Wet te schrijven (f). Heeft daarna zijn woord overgegen door de profeten (g). Door Christus als God en mens (h). Eindelijk door de apostelen van Christus, zowel mondeling als bij geschrift (i). Maar daar is niet anders bij monde overgegeven als nu geschreven staat. Alhoewel daar meer dingen gezegd en gedaan zijn als beschreven: nochtans zijn ze niet beschreven: en deze dingen die beschreven staan zijn genoeg (j??? k).

17. Maar waarom is het Woord van God beschreven?

1. Om de vergeetachtigheid van het menselijk verstand. 2. Om de genegenheid van de mensen tot allerhande verderfenissen, daar de Goddelijke werken door geschijnt worden. 3. Om de vermetelijke stoutheid van alle dagen nieuwe godsdiensten te versieren. 4. Om de loosheid van de satan, zich veranderende in een engel des lichts en het verstand van de mensen bespottend en bedriegend door valse openbaringen.

18. In welke taal zijn de beide testamenten geschreven?

Het oude is van Mozes en de profeten in het Hebreeuws beschreven omdat dat de taal was van Gods volk tot hetwelk het voornamelijk behoorde. Maar het nieuwe van de evangeliën en de apostelen in het Grieks, omdat die taal door het Griekse gebied dat voor het Romeins ging, bijkans tot alle volken en natiën gekomen was en het bekwaamste??? was om het rijk van Christus door de ganse wereld te verspreiden???. Daarom is de Hebreeuwse tekst in het oude testament en niet de Griekse: en de Griekse in het nieuwe testament maar niet de Latijnse of enig andere authentiek??? zondig??? of geloofwaardig.

19. Zal men de schriften aan alle christenen in haar moedertaal voorstellen?

Jazeker, want Christus heeft zelf geleerd in Zijn moedertaal (a), en de apostelen hebben de Grieken en andere heidenen en volken geleerd niet in het Hebreeuws maar in het Grieks: en een iegelijke natie in zijn moedertaal (b).

20. Zijn de schriften klaar of duister?

Zij is klaar zo veel aangaat het fundament of grond van de leer der zaligheid als daar zijn de arikelen of hoofdsommen van het geloof en de wetten der tien geboden: hierom wordt ze een licht of lamp genoemd ©, door degenen die God het verstand opent (d), maar is duister voor de nacht-uilen en al degenen die verloren gaan dewelke de God dezes wereld het verstand verblind heeft (e). Maar voor de uitverkorenen is zij niet altijd klaar (f), maar alleen ten delen. 1. Opdat ze niet op haar verstand betrouwen, maar door gebeden het verstand deszelve van God begeren. 2. opdat ze tot een naarstige overdenking dezelfde??? verwerkt werden. 3. Dat ze de dienst der leerambt in waarde houden: En is derhalve de uitlegging van noode (g) na het voorbeeld van Christus (h) en die van Filippus (i).

21. Wat is de uitlegging van de Schriften?

Het is een verklaring van de rechte, ware??? en grondige zin en mening van de schriften en een toe-eigening tot het ??? gebruik der gemeente (k). Dewelke door Paulus een profetie (l), en door de uitlegging van Petrus ontbinding genoemd wordt (m???).

22. Vanwaar zal men de uitleggingen van de schriften nemen?

Men moet die voortbrengen niet uit een eigenlijk??? (eigenmachtig HA) eigen zin en mening en vooringenomen??? wanen en opinies (n), maar uit de tekst zelf, dat is uit het naarstig aanmerken der dingen die voorgaan en navolgen en uit de overleggingen en het samen ??? van de tekst met andere Schriftplaatsen. Men moet ook niet (zoals AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. zegt in zijn boek van de christelijke Leer) een plaats der schrift zo uitleggen, dat ze met vele plaatsen strijdig zij, maar alzo, dat ze daar mee over een komen.

23. Wat moet de regel en richtsnoer zijn van deze uitlegging?

Daar is een regel, namelijk de rechtzinnigheid van het geloof die niet anders is als een bestendige en gedurige mening van de schriften die in klare Schriftplaatsen uitgelegd is en overeenkomt met de artikelen van het geloof, de tien geboden het gebed des Heren en andere algemene spreuken en bewijsredenen der schriften van een ieder hoofdpunt van de theologie.

24. Wat is het einde of het gebruik van de schriften?

2. Timoteüs 3:1616 Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen. en 17 "Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust". (let op staat nog een voetnoot in HA???)

25. Wat moet men antwoorden op de spreuk van Augustinus: ik zou het evangelie niet geloven als mij de autoriteit en aanzien van de kerken niet beweegde?

Dat AugustinusAurelius Augustinus (354-430) geldt als de meest invloedrijke kerkvader van het Westen. Aanvankelijk sloot hij zich aan bij de manicheeën, later bij het neoplatonisme, maar op het gebed van zijn moeder en door de prediking van bisschop Ambrosius werd hij in 386 bekeerd tot het christelijk geloof. Bekend is vooral zijn 'Belijdenissen', waarin hij zijn eigen bekering beschrijft. Ook schreef hij belangrijke werken tegen ketterijen als het donatisme en het pelagianisme. van hem spreekt toen hij nog tot het geloof niet bekeerd was want het is niet een wonder dat diegene die tot het geloof nog niet bekeert zijn door de gezamelijke??? overeenstemming van de gemeente en aanzien des mensen beweegt worden. Zo wil hij dan dat de gemeente is als een aanleiding waardoor wij bereid worden de schriften te geloven.

26. Wat strijdt tegen deze leer van de schrift?

1. De dwaling van de sadduceën die de boeken van Mozes alleen aannemen waaruit het komt dat onze Heere Christus haar dwaling daaruit ook alleen wederlegt, Matteüs 22:3131 Wat nu de opstanding der doden betreft, hebt gij niet gelezen, wat door God tot u gesproken is, toen Hij zeide.. 2. De dwaling van sommige weder-dopers die het boek van Job verworpen hebben als een verdicht kamer-spel???: van gelijke ook ecclesiastes??? van de Prediker, en het Hooglied van Salamo. alsof in het ene een Epicurische zorgeloze leer geleerd wordt en in het andere een ??? Minne-brief geschreven werd: daar nochtans in het begin en in het laatst van het boek Job, zijn vaderland en zijn conditie of gelegenheid wordt beschreven en hij ??? of bijgebracht wordt. Ezechiël 14:1414 en er zouden daar deze drie mannen zijn: Noach, Daniël en Job, dan zouden dezen door hun gerechtigheid slechts zichzelf redden, luidt het woord van de Here Here., Jakobus 5:1111 Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben; gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming., 1 Korintiërs 3:1919 Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven: Die de wijzen vangt in hun sluwheid.. En de Prediker afrader??? van alle wellustigheid, dewijl hij dat alles voor ijdelheid houdt en degenen voor dwaas veroordeelt die zich daarop verlaten, en in tegendeel alle gelukzaligheid stelt in de vreze Gods en het onderhouden van Zijn geboden. Capitel 1:22 aan de gemeente Gods te Korinte, aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen, hun en onze (Here)., 7:33 De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man., 8:1212 Door zó tegen de broeders te zondigen, en hun geweten, indien het zwak is, te kwetsen, zondigt gij tegen Christus., 11:99 De man is immers niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man. en 12 voorgaans. En in Cap. 3:1919 Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven: Die de wijzen vangt in hun sluwheid. spreekt hij niet van de onsterfelijkheid der zielen naar zijn eigen gevoelen maar naar het oordeel van het verdorven verstand van het menselijk vernuft. Zo ook in het Hooglied van Salamo gesproken wordt van de dochter van Farao, of van enige Sunamitische deerne, zo zouden de gelijkenissen die men leest in Cap. 4:11 Zo moet men ons beschouwen: als dienaren van Christus, aan wie het beheer van de geheimenissen Gods is toevertrouwd. en 7:22 maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. zeer ongerijmt en wanschapen??? zijn. En ofschoon Gods naam in het gehele boek niet wordt uitgedrukt, zo staan daar nochtans zodanige namen in die van een waarde zijn en alzo wel met die zaak overeenkomen als van broeder, vriend, bruidegom, beminde, opdat het kennelijk ware dat hier beschreven wordt de geestelijke of verborgen bruid van Salamo, dat is de kerk of de gemeente van Christus. 3. De ketterij van Manicheus, Valentinus, Mation en andere die ontkennen dat de schriften van het oude testament van de Heilige Geest ingegeven is en van andere die enige boeken en schriften van de schriftuur verwerpen. 4. De dwaling van de papisten die menigerlei is: Want zij willen dat de authoriteit, macht en zekerheid van de schriften hangt aan het besluit en de bepalingen van de kerk. Dat de schriften niet authentiek is dan door de macht van de gemeente: noch dat men niet verzekert kan zijn dat de schriften van God gekomen is dan uit het getuigenis van de kerk of de gemeente, welke dwaling heel ongerijmt is: want zo de waarheid, het oordeel en goeddunken van de mensen onderworpen wordt, zo worden de conciëntien en gewissen??? onzeker gemaakt van haar zaligheid. En dezelfde dwaling wordt door het getuigenis van de apostel wederlegt; Efeziërs 2:2020 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.. Daar zegt de apostel dat de gemeente steunt en getimmerd is op het fundament van de apostelen en de profeten, welk fundament hij noemt niet de personen der profeten maar haar leer. Want alhoewel de gemeente door haar oordeel de schriften voorgoed kent en aanneemt, nochtans maakt zij ze uit onzekerheid??? en twijfelachtigheid??? niet zeker en geloofwaardig, maar zij onderschrijft door haar stem de waarheid Gods en eert ze als zijnde van God gekomen. Ten andere zo houden zij de apocriefe boeken voor regel: zeggen dat de schriften onvolkomen en duister is, en dat het lezen van de schrift voor de gemeente schadelijk is en een oorzaak van twist, dat de verschillen uit de schriften alleen niet kunnen geoordeelt of verricht worden dat ze een wassen-neus heeft: zij houden staande dat de paus van Rome alleen het recht heeft de schrift uit te leggen: Zij houden de schriften der vaderen, bisschoppen en concilies in even grote waarde als de schrift en stellen ze in een ???: zij ontnemen de leken de testament-brief van haar Vader en zenden haar tot de stomme beelden als de boeken der leken tegen het gebod van Christus, Johannes 5:3939 Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen.; "Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen". Ten laatsten zo houden zij de oude latijnse overzettingen voor authentiek en geloofwaardig.

1)
Jesaja 8:20 – “Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad.”. Lucas 16:29-30 – “Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren. Doch hij zeide: Neen, vader Abraham, maar indien iemand van de doden tot hen komt, zullen zij zich bekeren.”.
2)
Deuteronomium 12:32 – “Al wat ik u gebied, zult gij naarstig onderhouden; gij zult daaraan niet toedoen, noch daarvan afdoen.” . Openbaring 22:18 – “Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn”..
3)
Matteüs 12:24 – “Maar de Farizeeën hoorden het en zeiden: Deze drijft de boze geesten slechts uit door Beëlzebul, de overste der geesten.” .
4)
Deuteronomium 17:4-10 – “En het wordt u meegedeeld en gij hoort daarvan, dan zult gij dit terdege onderzoeken. Als het dan waar blijkt, als het feit vast staat, als deze gruwel in Israël bedreven is, dan zult gij de man of de vrouw, die deze wandaad bedreven heeft, naar de poort brengen, die man of die vrouw, en gij zult ze stenigen, zodat zij sterven. Op de verklaring van twee of drie getuigen zal de ter dood veroordeelde ter dood gebracht worden; op de verklaring van één getuige zal hij niet ter dood gebracht worden. Het eerst zal de hand der getuigen zich tegen hem keren om hem ter dood te brengen, en daarna de hand van het gehele volk. Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen. Wanneer een zaak voor u te moeilijk is om daarin uitspraak te doen, in geval van bloedschuld, geschil of lichamelijk letsel - aanleidingen tot rechtsgedingen in uw steden - dan zult gij u begeven naar de plaats die de Here, uw God, verkiezen zal; gij zult gaan tot de levitische priesters en tot de rechter, die er dan wezen zal, en hen raadplegen; zij zullen u hun rechterlijke uitspraak aanzeggen. En gij zult handelen naar de uitspraak, die zij u aanzeggen ter plaatse die de Here verkiezen zal; gij zult nauwgezet doen naar alles, waarvan zij u onderrichten.” . Jesaja 8:20 – “Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad.”. Maleachi 2:7 – “Want de lippen van de priester bewaren kennis en uit zijn mond zoekt men onderricht in de wet, want een bode van de Here der heerscharen is hij.”. Handelingen 17:2 – “En Paulus ging, zoals hij gewoon was, daar binnen en behandelde drie sabbatten achtereen met hen gedeelten uit de Schriften”..
5)
Jozua 1:8 – “Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.” . Johannes 5:39 – “Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen”.. Handelingen 17:11 – “En dezen onderscheidden zich gunstig van die te Tessalonica, daar zij het woord met alle bereidwilligheid aannamen en dagelijks de Schriften nagingen, of deze dingen zo waren.”.
6)
Psalm 19:8 – “De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.” . Lucas 16:29 – “Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren.”. Johannes 15:15 – “Ik noem u niet meer slaven, want de slaaf weet niet, wat zijn heer doet; maar u heb Ik vrienden genoemd, omdat Ik alles, wat Ik van mijn Vader gehoord heb, u heb bekend gemaakt.”. Handelingen 20:20-27 – “Hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis, Joden en Grieken betuigende zich te bekeren tot God en te geloven in onze Here Jezus. En zie, nu reis ik, gebonden door de Geest, naar Jeruzalem, niet wetende wat mij daar overkomen zal, behalve dat de heilige Geest mij van stad tot stad betuigt en zegt, dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan. Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen. En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed; want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen.”. 2 Timoteüs 3:16-17 – “Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.”.
7)
2 Petrus 1:19 – “En wij achten het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten.” .


Paginahulpmiddelen