Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:5

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:5 [20-05-2025 om 15.08 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:5 [30-05-2025 om 09.15 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 175: Regel 175:
   - De kracht of de kenmerkende eigenschap die in de dingen is, toont de goedheid van de Schepper, Die ieder ding tot een noodzakelijk en nuttig gebruik geschapen heeft.   - De kracht of de kenmerkende eigenschap die in de dingen is, toont de goedheid van de Schepper, Die ieder ding tot een noodzakelijk en nuttig gebruik geschapen heeft.
   - De rangorde zien we in tweeërlei opzicht:   - De rangorde zien we in tweeërlei opzicht:
- +    - In de schepping zelf, want God verrijkte de wereld met allerlei overvloedige gaven vóór Hij Adam schiep, en bewees ons daarmee Zijn Vaderlijke voorzienigheid en Zijn grote zorg voor ons, omdat Hij ons vóór wij geschapen waren, van allerlei noodzakelijke dingen voorzag. 
-  +    - Een ordening die van dien aard was dat de mindere schepselen de hogere van dienst waren, waar de vermaning in uitkomt dat de mens zijn God zal dienen. 
- +  Het altijd voortduren van de dingen, die gezien wordt in het behoud van ieder soort. Soms gebeurt dat op een voor ons verborgen manier, en andere hebben de kracht om zich voort te planten.  
-  - In de schepping zelf, want God verrijkte de wereld met allerlei overvloedige gaven vóór Hij Adam schiep, en bewees ons daarmee Zijn Vaderlijke voorzienigheid en Zijn grote zorg voor ons, omdat Hij ons vóór wij geschapen waren, van allerlei noodzakelijke dingen voorzag. +  - Dit laat ons de wijsheid en macht van God zien. Daarom wordt deze wereld een heerlijk spiegelbeeld van Gods almacht genoemd.
-  - Een ordening die van dien aard was dat de mindere schepselen de hogere van dienst waren, waar de vermaning in uitkomt dat de mens zijn God zal dienen. +
- +
-Het altijd voortduren van de dingen, die gezien wordt in het behoud van ieder soort. Soms gebeurt dat op een voor ons verborgen manier, en andere hebben de kracht om zich voort te planten. Dit laat ons de wijsheid en macht van God zien. Daarom wordt deze wereld een heerlijk spiegelbeeld van Gods almacht genoemd.+
  
 ==== 34. Wat is het doel van de schepping van alle dingen? ==== ==== 34. Wat is het doel van de schepping van alle dingen? ====
Regel 215: Regel 212:
  
   - De dwaling van Aristoteles, die stelde dat de wereld zonder begin is, dus eeuwig; en dat ook de diersoorten van eeuwigheid zijn. Hij stelde dat de regel vaststaat dat uit het niets in het geheel niets kan ontstaan. Dat is wel waar in de vastgestelde orde van de geschapen dingen, maar het is in theologisch opzicht een foute redenering ten opzichte van de dingen die nog niet geschapen zijn. Men zou ook nog kunnen zeggen dat het waar is voor wat de natuurlijke voortplanting betreft, maar het is niet waar als het over Gods schepping gaat. Van deze schepping moet gezegd worden: zoek niet naar het stoffelijke, want dat is er niet geweest.   - De dwaling van Aristoteles, die stelde dat de wereld zonder begin is, dus eeuwig; en dat ook de diersoorten van eeuwigheid zijn. Hij stelde dat de regel vaststaat dat uit het niets in het geheel niets kan ontstaan. Dat is wel waar in de vastgestelde orde van de geschapen dingen, maar het is in theologisch opzicht een foute redenering ten opzichte van de dingen die nog niet geschapen zijn. Men zou ook nog kunnen zeggen dat het waar is voor wat de natuurlijke voortplanting betreft, maar het is niet waar als het over Gods schepping gaat. Van deze schepping moet gezegd worden: zoek niet naar het stoffelijke, want dat is er niet geweest.
-  - De dwaling van de filosofen in de lijn van Democritus, Leucippus en Epicurus, die fantaseerden dat de wereld geschapen was vanuit het toevallig samengaan van de verschillende elementen. Deze mening wordt echter weerlegd door vanuit de orde der geschapen dingen, de regelmatige omloop van de hemellichamen, en ten slotte vanuit het vaste doel waartoe alle dingen geschapen zijn. Het is namelijk niet mogelijk dat deze regelmatige omloop en het nut dat daaruit voortvloeit, ontstaan zijn uit iets wat door toeval tot stand is gekomen.+  - De dwaling van de filosofen in de lijn van Democritus, Leucippus en Epicurus, die fantaseerden dat de wereld geschapen was vanuit het toevallig samengaan van de verschillende elementen. Deze mening wordt echter weerlegd vanuit de orde der geschapen dingen, de regelmatige omloop van de hemellichamen, en ten slotte vanuit het vaste doel waartoe alle dingen geschapen zijn. Het is namelijk niet mogelijk dat deze regelmatige omloop en het nut dat daaruit voortvloeit, ontstaan zijn uit iets wat door toeval tot stand is gekomen.
   - De dwaling van dezelfde Democritus, die staande hield dat er veel en zelfs ontelbaar veel werelden zijn. Het Woord van God spreekt echter over God, de Schepper van de wereld, en niet van vele werelden.((*Handelingen 17:24)) Het Woord zegt ook dat de Zoon naar deze wereld is gezonden, en niet naar verschillende werelden.((*Johannes 3:17))   - De dwaling van dezelfde Democritus, die staande hield dat er veel en zelfs ontelbaar veel werelden zijn. Het Woord van God spreekt echter over God, de Schepper van de wereld, en niet van vele werelden.((*Handelingen 17:24)) Het Woord zegt ook dat de Zoon naar deze wereld is gezonden, en niet naar verschillende werelden.((*Johannes 3:17))
-  - De dwaling van de stoïcijnen, die fantaseerden dat er twee eeuwigheden zijn, namelijk de rede of ratio én de materie of het stoffelijke; en dat deze twee niet kunnen samengaan. Dezelfde dwaling zien we bij Anaxagoras, die uitging van een eeuwige //chaos// of een gemengd geheel. Daar zou dan de eeuwige ratio bij gekomen zijn; en die heeft uit dat gemengde geheel de vorm van alle dingen afgescheiden.+  - De dwaling van de stoïcijnen, die fantaseerden dat er twee eeuwigheden zijn, namelijk de rede of ratio én de materie of het stoffelijke; en dat deze twee niet kunnen samengaan. Dezelfde dwaling zien we bij Anaxagoras, die uitging van een eeuwig //chaos// of een gemengd geheel. Daar zou dan de eeuwige ratio bij gekomen zijn; en die heeft uit dat gemengde geheel de vorm van alle dingen afgescheiden.
   - De waanzin van Plinius, die heeft gemeend dat deze wereld een goddelijk wezen is, eeuwig en onmetelijk groot. Dat wezen is nooit geschapen en zal ook nooit vergaan. Het is een geheel in het geheel, ja het is eigenlijk één geheel.   - De waanzin van Plinius, die heeft gemeend dat deze wereld een goddelijk wezen is, eeuwig en onmetelijk groot. Dat wezen is nooit geschapen en zal ook nooit vergaan. Het is een geheel in het geheel, ja het is eigenlijk één geheel.
   - De mening van Averroes, die ten onrechte beweerd heeft dat de hemelkoepel niet van materiële aard is. Voeg hier ook de mening van Galenus maar aan toe, die na het lezen van Genesis 1 beweerde dat Mozes wel veel zei, maar weinig bewees.   - De mening van Averroes, die ten onrechte beweerd heeft dat de hemelkoepel niet van materiële aard is. Voeg hier ook de mening van Galenus maar aan toe, die na het lezen van Genesis 1 beweerde dat Mozes wel veel zei, maar weinig bewees.


Paginahulpmiddelen