Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:5

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:5 [20-05-2025 om 15.08 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:5 [29-08-2025 om 12.39 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 74: Regel 74:
 ==== 14. In hoeveel delen wordt de aarde onderscheiden? ==== ==== 14. In hoeveel delen wordt de aarde onderscheiden? ====
  
-In twee, omdat de oceaan de aarde in tweeën deelt. Ze doet dat als een heel brede band die van het noorden naar het zuiden loopt. Zo is er het ‘bovenste’ deel waar wij leven, en het ‘onderste’ deel waar de //antipoden// leven of de zogenaamde ‘tegenvoeters’. Zij staan met hun voeten dus tegen ons in, omdat ze in het deel wonen dat tegenover dat van ons is. De zon gaat bij hen dus op als ze bij ons onder gaat en zo ook tegenovergesteld. Zoals er in onze tijd enkele mensen geweest zijn die daar naartoe zijn gegaan, zo zijn er ook anderen geweest die hetzelfde vóór ons in vroegere tijden gedaan hebben. Zo hebben ze daar het menselijk geslacht voortgezet. Dat men die reizen in onze tijd heeft gemaakt, is noodzakelijk omdat er zovele duizenden mensen zijn aangetroffen, hoewel Mozes niet over hen spreekt.+In twee, omdat de oceaan de aarde in tweeën deeltals een heel brede band die van het noorden naar het zuiden loopt.((Bucanus geeft hier eerder een symbolische dan een geografische beschrijving van de wereld, in de kennis en taal van zijn tijd. Wij zouden eerder spreken van een noordelijk en zuidelijk halfrond met de evenaar als denkbeeldige scheidingslijn.)) Zo is er het ‘bovenste’ deel waar wij leven, en het ‘onderste’ deel waar de //antipoden// leven of de zogenaamde ‘tegenvoeters’.((Bucanus zal hiermee doelen op het feit dat de aarde rond is en mensen aan de andere kant van de wereld vanuit ons perspectief bezien dus ondersteboven staan.))Zij staan met hun voeten dus tegen ons in, omdat ze in het deel wonen dat tegenover dat van ons is. De zon gaat bij hen dus op als ze bij ons onder gaat en zo ook tegenovergesteld. Zoals er in onze tijd enkele mensen geweest zijn die daar naartoe zijn gegaan, zo zijn er ook anderen geweest die hetzelfde vóór ons in vroegere tijden gedaan hebben. Zo hebben ze daar het menselijk geslacht voortgezet. Dat men die reizen in onze tijd heeft gemaakt, is noodzakelijk omdat er zovele duizenden mensen zijn aangetroffen, hoewel Mozes niet over hen spreekt.
  
 ==== 15. Wat is het gebruik en het nut van de aarde en hoe is ze te typeren? ==== ==== 15. Wat is het gebruik en het nut van de aarde en hoe is ze te typeren? ====
Regel 90: Regel 90:
 ==== 18. Waarom zijn de zon, de maan en de sterren aan het firmament geschapen? ==== ==== 18. Waarom zijn de zon, de maan en de sterren aan het firmament geschapen? ====
  
-  - Ze zijn een beschuttend omhulsel van het licht dat op de eerste dag geschapen is, om bij wijze van spreken als een rijtuig [langs de hemelkoepel] het licht van de duisternis te onderscheiden en de dag van de nacht.+  - Ze zijn een beschuttend omhulsel van het licht dat op de eerste dag geschapen is, om bij wijze van spreken als een rijtuig [langs de hemelkoepel] het licht van de duisternis te onderscheiden en de dag van de nacht.((Het is bij een paragraaf als deze goed om te bedenken dat Bucanus geen meteorologie bedrijft maar theologie, en zich dus veelal vergenoegt met symbolische aanduidingen ontleend aan de Schrift.)) 
   - Ze zijn gesteld tot tekenen van dagen en tijden om ons veel toekomstige dingen te kennen te geven, zoals regen, wind, hitte, kou, droogte en verschillende soorten weer,((*Job 38:31,32 *Amos 5:8)) als een teken van Gods toorn of goedheid.((*Jozua 10:13 *2 Koningen 20:11 *Lucas 21:25)) Door hun omloop onderscheiden ze de gewone dagen, maanden en jaren. Ze zijn ook de oorzaak van de verschillende jaargetijden lente, zomer, herfst en winter, wat van groot nut is voor de dieren en ook dienstbaar is voor de mensen.((*Deuteronomium 4:9 *Psalm 104:20,22,23 *Matteüs 5:45))   - Ze zijn gesteld tot tekenen van dagen en tijden om ons veel toekomstige dingen te kennen te geven, zoals regen, wind, hitte, kou, droogte en verschillende soorten weer,((*Job 38:31,32 *Amos 5:8)) als een teken van Gods toorn of goedheid.((*Jozua 10:13 *2 Koningen 20:11 *Lucas 21:25)) Door hun omloop onderscheiden ze de gewone dagen, maanden en jaren. Ze zijn ook de oorzaak van de verschillende jaargetijden lente, zomer, herfst en winter, wat van groot nut is voor de dieren en ook dienstbaar is voor de mensen.((*Deuteronomium 4:9 *Psalm 104:20,22,23 *Matteüs 5:45))
-  - Door een bepaalde kracht die ze door God gegeven is, werken ze in op de elementen door te verwarmen, te bevochtigen, het droog te laten worden, en het koud te laten worden. Als de zon namelijk bij bepaalde sterren komt, ontstaat en vermeerdert daardoor regen, droogte, hitte, koude. De vochtigheidsgraad wordt dan groter om het leven te geven, en om de voortplanting van alle dingen die tot het leven behoren, te realiseren.((*Job 38:30)) Daarom staat in Hosea 2:21: “Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren, en de aarde zal het koren, de most en de olie verhoren.” Deze verfraaiing van de hemel vond plaats op de vierde dag.((*Genesis 1:14-19))+  - Door een bepaalde kracht die ze door God gegeven is, werken ze in op de elementen door te verwarmen, te bevochtigen, het droog te laten worden, en het koud te laten worden. Als de zon namelijk bij bepaalde sterren komt, ontstaat en vermeerdert daardoor regen, droogte, hitte, koude. De vochtigheidsgraad wordt dan groter om het leven te geven, en om de voortplanting van alle dingen die tot het leven behoren, te realiseren.((*Job 38:30)) Daarom staat in Hosea 2:20,21: “Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren, en de aarde zal het koren, de most en de olie verhoren.” Deze verfraaiing van de hemel vond plaats op de vierde dag.((*Genesis 1:14-19))
  
 ==== 19. Kan men vanuit de loop van de sterren toekomstige dingen van te voren weten en voorspellen? ==== ==== 19. Kan men vanuit de loop van de sterren toekomstige dingen van te voren weten en voorspellen? ====
  
-Ja, voor zover de dingen die uit de loop van de sterren vanuit een natuurlijke noodzaak afgeleid kunnen worden, of op een heel natuurlijke manier keer op keer voorkomen. Ik noem bijvoorbeeld de eclipsen of de verduistering van de zon of de maan, mooi of minder goed weer, droogte, regen, wind, sneeuw, hitte, koude en dergelijke. Ik noem ook verschijnselen die ogenschijnlijk zomaar gebeuren, maar gewoonlijk toch ook in verband staan met de loop van de sterren, zoals de verschillende ziektes, onvruchtbaarheid van de aarde, tijden van armoede en dergelijke. Dit geldt echter alleen in het algemeen, niet in specifieke zin((*Matteüs 16:2)) en ook niet vanuit een bepaald oorzakelijk verband, maar meer als tekenen. Ook zijn er de natuurlijke gevoelens en neigingen die de verschillende gesteldheden van de lichaamsvochten volgen, aangezien ieder de aanleg van zijn natuur volgt.+Ja, voor zover de dingen die uit de loop van de sterren vanuit een natuurlijke noodzaak afgeleid kunnen worden, of op een heel natuurlijke manier keer op keer voorkomen. Ik noem bijvoorbeeld de eclipsen of de verduistering van de zon of de maan, mooi of minder goed weer, droogte, regen, wind, sneeuw, hitte, koude en dergelijke.((*Matteüs 16:2,3)) Ik noem ook verschijnselen die ogenschijnlijk zomaar gebeuren, maar gewoonlijk toch ook in verband staan met de loop van de sterren, zoals de verschillende ziektes, onvruchtbaarheid van de aarde, tijden van armoede en dergelijke. Dit geldt echter alleen in het algemeen, niet in specifieke zin en ook niet vanuit een bepaald oorzakelijk verband, maar meer als tekenen. Ook zijn er de natuurlijke gevoelens en neigingen die de verschillende gesteldheden van de lichaamsvochten volgen, aangezien ieder de aanleg van zijn natuur volgt.
  
 Maar de sterren hebben geen invloed op de dingen die afhankelijk zijn van de vrije wil van een mens en evenmin met de zaken die alleen vanuit Gods welbehagen voortkomen, zoals alles wat met de zaligheid of de verdoemenis te maken heeft. Evenmin hebben de sterren invloed op datgene wat men gewoonlijk indeelt als zaken die wel óf niet gebeuren kunnen, zoals geluk of ongeluk, want God beschikt hierover naar Zijn welbehagen. We kennen immers niet eens alle sterren, en ook de loop van de sterren die we wel kennen, is ons niet bekend. We kunnen ook niet het ogenblik observeren en vaststellen waarop iemand in de moederschoot ontvangen of daarna geboren wordt. Bovendien is de conditie en het karakter van tweelingen dikwijls heel verschillend. Ten slotte bestuurt God Zelf de sterren en alles wat Hij door die sterren te kennen geeft; en dat doet Hij naar Zijn wil.((*Spreuken 27:1)) En in Jakobus 4:14 lezen we dat we niet eens weten hoe morgen ons leven zijn zal. Als een enkele keer wel gebeurt wat voorspeld wordt, kan dat toeval zijn of door tussenkomst van de duivel. Er is een deel van de sterrenkunde dat men //judiciaal// noemt, dus een oordelend of een raadgevend vermogen toekent. Daarmee onderzoekt men wat er in een bepaald jaar of op een bepaalde dag in iemands leven zal gebeuren, en of het hem dan goed of slecht zal gaan. Deze sterrenkijkerij is echter zinloos en ook goddeloos, en kan dan ook beslist niet in Gods kerk worden toegelaten.((*Deuteronomium 18:9 *Jeremia 10:2 *Handelingen 1:7 *Johannes 21:22)) Het eerste Toletaanse concilie zegt dan ook in canon 21: “Als iemand van mening is dat men zijn sterrenkijkerij en de mathematica die daarvan afhankelijk is, moet geloven – die is vervloekt.” Maar de sterren hebben geen invloed op de dingen die afhankelijk zijn van de vrije wil van een mens en evenmin met de zaken die alleen vanuit Gods welbehagen voortkomen, zoals alles wat met de zaligheid of de verdoemenis te maken heeft. Evenmin hebben de sterren invloed op datgene wat men gewoonlijk indeelt als zaken die wel óf niet gebeuren kunnen, zoals geluk of ongeluk, want God beschikt hierover naar Zijn welbehagen. We kennen immers niet eens alle sterren, en ook de loop van de sterren die we wel kennen, is ons niet bekend. We kunnen ook niet het ogenblik observeren en vaststellen waarop iemand in de moederschoot ontvangen of daarna geboren wordt. Bovendien is de conditie en het karakter van tweelingen dikwijls heel verschillend. Ten slotte bestuurt God Zelf de sterren en alles wat Hij door die sterren te kennen geeft; en dat doet Hij naar Zijn wil.((*Spreuken 27:1)) En in Jakobus 4:14 lezen we dat we niet eens weten hoe morgen ons leven zijn zal. Als een enkele keer wel gebeurt wat voorspeld wordt, kan dat toeval zijn of door tussenkomst van de duivel. Er is een deel van de sterrenkunde dat men //judiciaal// noemt, dus een oordelend of een raadgevend vermogen toekent. Daarmee onderzoekt men wat er in een bepaald jaar of op een bepaalde dag in iemands leven zal gebeuren, en of het hem dan goed of slecht zal gaan. Deze sterrenkijkerij is echter zinloos en ook goddeloos, en kan dan ook beslist niet in Gods kerk worden toegelaten.((*Deuteronomium 18:9 *Jeremia 10:2 *Handelingen 1:7 *Johannes 21:22)) Het eerste Toletaanse concilie zegt dan ook in canon 21: “Als iemand van mening is dat men zijn sterrenkijkerij en de mathematica die daarvan afhankelijk is, moet geloven – die is vervloekt.”
Regel 148: Regel 148:
   - Men moet onderscheid maken tussen het kwade vanwege schuld en het kwade vanwege straf. De satan is de verwekker van het eerste, en God van het tweede.((*Jesaja 45:7))   - Men moet onderscheid maken tussen het kwade vanwege schuld en het kwade vanwege straf. De satan is de verwekker van het eerste, en God van het tweede.((*Jesaja 45:7))
   - Sommige begonnen hinderlijk te zijn na de val, en wel vanwege de zonde van de mens. Genesis 3:17 en 18 zegt: “De aardbodem [is] om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen.” En in Romeinen 8:20 staat: “De schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen.” Maar hoewel allerlei ziekten geen verschijnselen zijn die in de beginne door God geschapen werden,((Het Boek der Wijsheid 1:13 en 2:24. *1 Korintiërs 15:21 *Romeinen 5:12 *Jakobus 1:15 *Genesis 1:17 *Amos 3:6)) zijn ze toch wel door God als een rechtvaardig Rechter toe geschikt als zaken die aan de dood voorafgaan.   - Sommige begonnen hinderlijk te zijn na de val, en wel vanwege de zonde van de mens. Genesis 3:17 en 18 zegt: “De aardbodem [is] om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distelen zal hij u voortbrengen.” En in Romeinen 8:20 staat: “De schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen.” Maar hoewel allerlei ziekten geen verschijnselen zijn die in de beginne door God geschapen werden,((Het Boek der Wijsheid 1:13 en 2:24. *1 Korintiërs 15:21 *Romeinen 5:12 *Jakobus 1:15 *Genesis 1:17 *Amos 3:6)) zijn ze toch wel door God als een rechtvaardig Rechter toe geschikt als zaken die aan de dood voorafgaan.
-  - In het algemeen zijn alle dingen goed en nuttig, gericht op de instandhouding en de verfraaiing van deze wereld. En waar het ene schadelijk is, is het andere juist een zegen; waar het ene vergiftig is, is het andere juist tot genezing.+  - In het algemeen zijn alle dingen goed en nuttig, gericht op de instandhouding en de verfraaiing van deze wereld. En waar het ene schadelijk is, is het andere juist een zegen; waar het ene giftig is, is het andere juist tot genezing.
  
 ==== 29. Welk onderscheid is er in de schepping van de ziel in een dier en in een mens? ==== ==== 29. Welk onderscheid is er in de schepping van de ziel in een dier en in een mens? ====
Regel 175: Regel 175:
   - De kracht of de kenmerkende eigenschap die in de dingen is, toont de goedheid van de Schepper, Die ieder ding tot een noodzakelijk en nuttig gebruik geschapen heeft.   - De kracht of de kenmerkende eigenschap die in de dingen is, toont de goedheid van de Schepper, Die ieder ding tot een noodzakelijk en nuttig gebruik geschapen heeft.
   - De rangorde zien we in tweeërlei opzicht:   - De rangorde zien we in tweeërlei opzicht:
- +    - In de schepping zelf, want God verrijkte de wereld met allerlei overvloedige gaven vóór Hij Adam schiep, en bewees ons daarmee Zijn Vaderlijke voorzienigheid en Zijn grote zorg voor ons, omdat Hij ons vóór wij geschapen waren, van allerlei noodzakelijke dingen voorzag. 
-  +    - Een ordening die van dien aard was dat de mindere schepselen de hogere van dienst waren, waar de vermaning in uitkomt dat de mens zijn God zal dienen. 
- +  Het altijd voortduren van de dingen, die gezien wordt in het behoud van ieder soort. Soms gebeurt dat op een voor ons verborgen manier, en andere hebben de kracht om zich voort te planten.  
-  - In de schepping zelf, want God verrijkte de wereld met allerlei overvloedige gaven vóór Hij Adam schiep, en bewees ons daarmee Zijn Vaderlijke voorzienigheid en Zijn grote zorg voor ons, omdat Hij ons vóór wij geschapen waren, van allerlei noodzakelijke dingen voorzag. +  - Dit laat ons de wijsheid en macht van God zien. Daarom wordt deze wereld een heerlijk spiegelbeeld van Gods almacht genoemd.
-  - Een ordening die van dien aard was dat de mindere schepselen de hogere van dienst waren, waar de vermaning in uitkomt dat de mens zijn God zal dienen. +
- +
-Het altijd voortduren van de dingen, die gezien wordt in het behoud van ieder soort. Soms gebeurt dat op een voor ons verborgen manier, en andere hebben de kracht om zich voort te planten. Dit laat ons de wijsheid en macht van God zien. Daarom wordt deze wereld een heerlijk spiegelbeeld van Gods almacht genoemd.+
  
 ==== 34. Wat is het doel van de schepping van alle dingen? ==== ==== 34. Wat is het doel van de schepping van alle dingen? ====
Regel 201: Regel 198:
 ==== 36. Wat deed Hij dan vóór Hij de wereld schiep? ==== ==== 36. Wat deed Hij dan vóór Hij de wereld schiep? ====
  
-Dat is een eigenaardige vraag, en daarom schrijft Augustinus in boek 2, paragraaf 12 van zijn //Belijdenissen// dat een oud man aan wie deze vraag gesteld werd, als antwoord gaf: “Hij maakte de hel voor hen die nieuwsgierige en vreemde vragen stellen.” Ons antwoord is dat God algenoegzaam en zalig in Zichzelf was en is, en dat Hij niets van node had. God heeft Zich in zijn eeuwige bestaan met Zijn Wijsheid (dat is de Zoon) en met de Heilige Geest Die één van Wezen met Hem is, volkomen in Zichzelf vermaakt. Het Woord was bij God, zegt Johannes 1:1. En Christus zegt over de Heilige Geest: “Al wat Hij hoort, zal Hij spreken” (Johannes 16:13).+Dat is een eigenaardige vraag, en daarom schrijft Augustinus in boek 2, paragraaf 12 van zijn //Belijdenissen// dat een oud man aan wie deze vraag gesteld werd, als antwoord gaf: “Hij maakte de hel voor hen die nieuwsgierige en vreemde vragen stellen.” Ons antwoord is dat God algenoegzaam en zalig in Zichzelf was en is, en dat Hij niets van node had. God heeft Zich in zijn eeuwige bestaan met Zijn Wijsheid (dat is de Zoon) en met de Heilige Geest die één van Wezen met Hem is, volkomen in Zichzelf vermaakt. Het Woord was bij God, zegt Johannes 1:1. En Christus zegt over de Heilige Geest: “Al wat Hij hoort, zal Hij spreken” (Johannes 16:13).
  
 ==== 37. Welke zaken zijn in strijd met de leer van de schepping? ==== ==== 37. Welke zaken zijn in strijd met de leer van de schepping? ====
Regel 215: Regel 212:
  
   - De dwaling van Aristoteles, die stelde dat de wereld zonder begin is, dus eeuwig; en dat ook de diersoorten van eeuwigheid zijn. Hij stelde dat de regel vaststaat dat uit het niets in het geheel niets kan ontstaan. Dat is wel waar in de vastgestelde orde van de geschapen dingen, maar het is in theologisch opzicht een foute redenering ten opzichte van de dingen die nog niet geschapen zijn. Men zou ook nog kunnen zeggen dat het waar is voor wat de natuurlijke voortplanting betreft, maar het is niet waar als het over Gods schepping gaat. Van deze schepping moet gezegd worden: zoek niet naar het stoffelijke, want dat is er niet geweest.   - De dwaling van Aristoteles, die stelde dat de wereld zonder begin is, dus eeuwig; en dat ook de diersoorten van eeuwigheid zijn. Hij stelde dat de regel vaststaat dat uit het niets in het geheel niets kan ontstaan. Dat is wel waar in de vastgestelde orde van de geschapen dingen, maar het is in theologisch opzicht een foute redenering ten opzichte van de dingen die nog niet geschapen zijn. Men zou ook nog kunnen zeggen dat het waar is voor wat de natuurlijke voortplanting betreft, maar het is niet waar als het over Gods schepping gaat. Van deze schepping moet gezegd worden: zoek niet naar het stoffelijke, want dat is er niet geweest.
-  - De dwaling van de filosofen in de lijn van Democritus, Leucippus en Epicurus, die fantaseerden dat de wereld geschapen was vanuit het toevallig samengaan van de verschillende elementen. Deze mening wordt echter weerlegd door vanuit de orde der geschapen dingen, de regelmatige omloop van de hemellichamen, en ten slotte vanuit het vaste doel waartoe alle dingen geschapen zijn. Het is namelijk niet mogelijk dat deze regelmatige omloop en het nut dat daaruit voortvloeit, ontstaan zijn uit iets wat door toeval tot stand is gekomen.+  - De dwaling van de filosofen in de lijn van Democritus, Leucippus en Epicurus, die fantaseerden dat de wereld geschapen was vanuit het toevallig samengaan van de verschillende elementen. Deze mening wordt echter weerlegd vanuit de orde der geschapen dingen, de regelmatige omloop van de hemellichamen, en ten slotte vanuit het vaste doel waartoe alle dingen geschapen zijn. Het is namelijk niet mogelijk dat deze regelmatige omloop en het nut dat daaruit voortvloeit, ontstaan zijn uit iets wat door toeval tot stand is gekomen.
   - De dwaling van dezelfde Democritus, die staande hield dat er veel en zelfs ontelbaar veel werelden zijn. Het Woord van God spreekt echter over God, de Schepper van de wereld, en niet van vele werelden.((*Handelingen 17:24)) Het Woord zegt ook dat de Zoon naar deze wereld is gezonden, en niet naar verschillende werelden.((*Johannes 3:17))   - De dwaling van dezelfde Democritus, die staande hield dat er veel en zelfs ontelbaar veel werelden zijn. Het Woord van God spreekt echter over God, de Schepper van de wereld, en niet van vele werelden.((*Handelingen 17:24)) Het Woord zegt ook dat de Zoon naar deze wereld is gezonden, en niet naar verschillende werelden.((*Johannes 3:17))
-  - De dwaling van de stoïcijnen, die fantaseerden dat er twee eeuwigheden zijn, namelijk de rede of ratio én de materie of het stoffelijke; en dat deze twee niet kunnen samengaan. Dezelfde dwaling zien we bij Anaxagoras, die uitging van een eeuwige //chaos// of een gemengd geheel. Daar zou dan de eeuwige ratio bij gekomen zijn; en die heeft uit dat gemengde geheel de vorm van alle dingen afgescheiden.+  - De dwaling van de stoïcijnen, die fantaseerden dat er twee eeuwigheden zijn, namelijk de rede of ratio én de materie of het stoffelijke; en dat deze twee niet kunnen samengaan. Dezelfde dwaling zien we bij Anaxagoras, die uitging van een eeuwig //chaos// of een gemengd geheel. Daar zou dan de eeuwige ratio bij gekomen zijn; en die heeft uit dat gemengde geheel de vorm van alle dingen afgescheiden.
   - De waanzin van Plinius, die heeft gemeend dat deze wereld een goddelijk wezen is, eeuwig en onmetelijk groot. Dat wezen is nooit geschapen en zal ook nooit vergaan. Het is een geheel in het geheel, ja het is eigenlijk één geheel.   - De waanzin van Plinius, die heeft gemeend dat deze wereld een goddelijk wezen is, eeuwig en onmetelijk groot. Dat wezen is nooit geschapen en zal ook nooit vergaan. Het is een geheel in het geheel, ja het is eigenlijk één geheel.
   - De mening van Averroes, die ten onrechte beweerd heeft dat de hemelkoepel niet van materiële aard is. Voeg hier ook de mening van Galenus maar aan toe, die na het lezen van Genesis 1 beweerde dat Mozes wel veel zei, maar weinig bewees.   - De mening van Averroes, die ten onrechte beweerd heeft dat de hemelkoepel niet van materiële aard is. Voeg hier ook de mening van Galenus maar aan toe, die na het lezen van Genesis 1 beweerde dat Mozes wel veel zei, maar weinig bewees.


Paginahulpmiddelen