Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:10 [31-01-2020 om 17.04 uur] – vandermaarl | institutie:10 [09-11-2022 om 00.28 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== De oorspronkelijke gerechtigheid ====== |
- | ==== 1. Welke leer volgt de voorgaande | + | ==== 1. Welke leer volgt als vanzelf uit de leer over het beeld van God? ==== |
- | De leer van de oorspronkelijke gerechtigheid, of de eerste | + | De leer van de oorspronkelijke gerechtigheid of ook wel de volkomenheid en oprechtheid van onze menselijke |
- | ==== 2. Is de eerste mens door God in de oorspronkelijke gerechtigheid geschapen | + | ==== 2. Is de eerste mens door God in oorspronkelijke gerechtigheid geschapen? ==== |
- | Ja, dat wordt bewezen | + | Ja, en dat wordt bewezen |
- | Wij hebben gezegd dat het voornaamste deel van dat beeld geweest is de uitdrukking | + | Bovendien voegt Mozes in Genesis 1: |
- | Bovendien, Genesis 1:31 (//dus niet 2:31//), na de schepping van de mens voegt Mozes meteen daarbij "E%%n zie, het was zeer goed%%" | + | ==== 3. Zou de mens met Christus als middelaar te maken hebben gekregen, als hij in de oorspronkelijke gerechtigheid |
- | Hiertoe dient ook dat tot de Efeziërs, Efeze 4:24 %%" | + | Niet om met God weer verzoend en van de zonde verlost te worden, want de mens had nog geen zonde gedaan. Hij zou door Christus echter wel zolang hij wilde in de genade |
- | ==== 3.Zou de mens Christus nodig hebben gehad als Middelaar, als hij in de oorspronkelijke gerechtigheid | + | ==== 4. Was de oorspronkelijke gerechtigheid |
- | Niet om met God weer verzoend te worden | + | - Die gerechtigheid was niet substantieel van aard, maar iets wat een oprecht |
+ | - Het is eigen aan God om Zichzelf (wezenlijk), rechtvaardig en goed te zijn, want God is de goedheid, de oprechtheid | ||
+ | - Het opnieuw oprichten van dat beeld is niet anders dan een weer inbrengen van nieuwe hoedanigheden of eigenschappen die plaatsvindt door de wedergeboorte. Daaruit volgt dat de oorspronkelijke gerechtigheid ook een hoedanigheid of eigenschap is geweest waardoor heel de mens rechtvaardig en oprecht was. Die konden als zodanig ook weer weggenomen worden, en dit laatste is door de val de mens ook wel bewezen. | ||
- | ==== 4. Was die oorspronkelijke gerechtigheid | + | ==== 5. Wat is dan de oorspronkelijke gerechtigheid |
- | Het was geen substantie of wezen, maar een oprechtheid en volmaaktheid in de natuur | + | - De verlichting van het menselijk verstand waardoor |
+ | - De inprenting | ||
+ | - De bevoorrechting en het aangename voorkomen | ||
- | Ten andere, het komt God Zelf toe om wezenlijk rechtvaardig en goed te zijn, want God is de goedheid, oprechtheid en rechtvaardigheid Zelf. Als de oorspronkelijke | + | ==== 6. Waarom wordt de gerechtigheid |
- | Het tegendeel nu ook van de oorspronkelijke | + | Omdat die gerechtigheid |
- | Tenslotte, aangezien de wederoprichting van dat beeld niets anders is dan een wederoprichting van nieuwe hoedanigheden (die door de wedergeboorte geschiedt), zo volgt dat de oorspronkelijke gerechtigheid | + | ==== 7. Als Adam in de oorspronkelijke gerechtigheid was gebleven, zou die dan overgeërfd zijn op het nageslacht? ==== |
- | ==== 5. Wat is dan de oorspronkelijke gerechtigheid geweest? ==== | + | Jazeker, en wel om de volgende redenen: |
- | - Het licht in het menselijke | + | - Het was de gerechtigheid van de menselijke |
- | - De inschrijving van Gods wet in het hart, waardoor hij tot zijn gehoorzaamheid neigde, en de oprechtheid van de gehele mens, waardoor de Geest God, de ziel den ? geeft, het lichaam de ziel onderworpen was en gehoorzaamde. | + | - Het tegenovergestelde hiervan, namelijk |
- | - De aanneming of aangenaamheid | + | - Alles wat “gelijk” is, zet zichzelf voort in dezelfde natuurlijke aard en soort. Dat zou overigens niet gebeurd zijn door de kracht |
- | ==== 6. Waarom wordt ze oorspronkelijk genoemd? ==== | + | ==== 8. Zou de genade van Christus op die oorspronkelijke gerechtigheid gevolgd zijn? ==== |
- | Omdat ze natuurlijk is geweest, en de eerste mens daarin | + | Jazeker, want als God in de wet Zijn genade aan de kinderen van de godzalige gelovigen toezegt |
- | ==== 7. Als Adam in de oorspronkelijke gerechtigheid was blijven staan, zou ze dan voortgeërfd zijn op de nakomelingen? ==== | + | ==== 9. Zouden ze dan ook in de genade bevestigd zijn geweest, zodat ze niet meer zouden hebben kunnen zondigen? ==== |
- | Jazeker: | + | De situatie of status van de kinderen en de nakomelingen zou echt niet beter en meer volkomen geweest zijn dan die van hun ouders die door Gods hand zelf geschapen waren. Dat iemand geen gevaar meer loopt om te zondigen, is voorbehouden aan het toekomende leven. |
- | - Want het was de gerechtigheid van de menselijke natuur, en niet de gerechtigheid van een bijzonder persoon. | + | ==== 10. Wat is het nut van deze leer? ==== |
- | - Want het tegengestelde, | + | |
- | - Want iedereen teelt zich van nature en gedaante of soort voort; wat niet zou gebeurd zijn door de kracht van het zaad, maar door Gods instelling en besturing, zoal hiervoor is gezegd. | + | |
- | ==== 8. Zou de genade van Christus op zulke oorspronkelijke gerechtigheid gevolgd | + | Dat we onze uitnemende staat die we in Adam verloren hebben, gaan betreuren, en met des te groter en vuriger verlangen |
- | Ja, want als God in de wet zijn genade aan de kinderen | + | ==== 11. Welke zaken zijn in strijd met de leer van de oorspronkelijke gerechtigheid? |
- | ==== ==== | + | - De dwaasheid die Flacius Illyricus leerde door te beweren dat de oorspronkelijke gerechtigheid en de oorspronkelijke zonde of erfzonde Adams wezen uitmaakten.((Alsof Adam voor de zondeval het goede en na de zondeval het kwade //was// in plaats van had of deed.)) |
+ | - De dwaling van de roomsgezinden die zeggen dat de oorspronkelijke gerechtigheid – waarmee naar hun zeggen de eerste mens geschapen was – niet zijn natuurlijke gesteldheid of staat is geweest maar een bovennatuurlijke gave, en dat de mens alleen die bovennatuurlijke heeft verloren, maar niet zijn vrije wil en evenmin andere natuurlijke gaven. |