Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:11 [14-10-2022 om 13.23 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:11 [16-10-2022 om 09.12 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 3: | Regel 3: | ||
===== De vrije wil van de mens voor de zondeval ===== | ===== De vrije wil van de mens voor de zondeval ===== | ||
- | ==== 1. Wordt het woord “vrije wil” of “eigen goeddunken” | + | ==== 1. Wordt het woord ‘vrije wil’ in de Schrift gevonden? ==== |
- | Nee, en evenmin het Griekse woord // | + | Het woord zelf niet, maar de zaak die ermee wordt aangeduid wel. Daarvoor wordt doorgaans |
- | ==== 2. Wat moet men onder het begrip | + | ==== 2. Wat moet men onder het begrip |
- | Er zijn mensen die daaronder een ongehinderde | + | Er zijn mensen die daaronder een vrije macht verstaan om alles, zowel het goede als het kwade, te kunnen doen. Bij vooraanstaande auteurs betekent het namelijk macht en heerschappij, |
De scholastieke theologen verstaan onder de wil of het eigen goeddunken het oordeel van het verstand. Het begrip ‘vrij’ slaat dan op de wil zelf. De vrije wil is dus de beslissing die door het verstand genomen wordt, waarbij de wil die keuze aanvaardt of verwerpt. Het woord ‘vrij’ is hier een toevoegsel en geen zelfstandig begrip, en is dus een nadere aanduiding van de wil of het eigen goeddunken. | De scholastieke theologen verstaan onder de wil of het eigen goeddunken het oordeel van het verstand. Het begrip ‘vrij’ slaat dan op de wil zelf. De vrije wil is dus de beslissing die door het verstand genomen wordt, waarbij de wil die keuze aanvaardt of verwerpt. Het woord ‘vrij’ is hier een toevoegsel en geen zelfstandig begrip, en is dus een nadere aanduiding van de wil of het eigen goeddunken. | ||
Regel 23: | Regel 23: | ||
==== 4. Wat voor vrije wil wordt dan aan God, aan de engelen en aan de mensen toegeschreven? | ==== 4. Wat voor vrije wil wordt dan aan God, aan de engelen en aan de mensen toegeschreven? | ||
- | - Aan God en de gelukzalige geesten wordt – naarmate hun staat is – een vrije wil toegeschreven om alleen het goede te doen. Dat is de ware vrijheid waarover Paulus ook spreekt: “Waar de Geest des Heren is, is vrijheid’ (2 Korinthe | + | - Aan God en de gelukzalige geesten wordt – naarmate hun staat is – een vrije wil toegeschreven om alleen het goede te doen. Dat is de ware vrijheid waarover Paulus ook spreekt: “Waar de Geest des Heren is, is vrijheid” (2 Korintiërs |
- | - Aan de niet-wedergeboren mensen en ook aan de boze geesten wordt een vrije wil toegeschreven die alleen gericht is op het kwade en niet op het goede. Zij kunnen uit zichzelf namelijk niets goeds doen en zelfs niet denken.((*Genesis 8:21 *2 Korintiërs 3:5 *Efeziërs 2:1)) Zo’n vrije wil kan beter een dienstbare of slaafse wil genoemd worden, want Christus zegt in Johannes 8:34: “Een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde.” Toch wordt ze een vrije wil genoemd, namelijk om het kwade te doen, want elke zonde is vrijwillig.((*Job 15:16)) Als de wil namelijk | + | - Aan de niet-wedergeboren mensen en ook aan de boze geesten wordt een vrije wil toegeschreven die alleen gericht is op het kwade en niet op het goede. Zij kunnen uit zichzelf namelijk niets goeds doen en zelfs niet denken.((*Genesis 8:21 *2 Korintiërs 3:5 *Efeziërs 2:1)) Zo’n vrije wil kan beter een dienstbare of slaafse wil genoemd worden, want Christus zegt in Johannes 8:34: “Een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde.” Toch wordt ze een vrije wil genoemd, namelijk om het kwade te doen, want elke zonde is vrijwillig.((*Job 15:16)) Als de wil namelijk iets niet vrijwillig doet, kun je haar geen wil noemen, maar is er eerder sprake van een on-wil of een niet-wil. |
- Aan de wedergeboren mens wordt een vrije wil toegeschreven om het goede te doen, | - Aan de wedergeboren mens wordt een vrije wil toegeschreven om het goede te doen, | ||
- Aan Adam vóór de val wordt een vrije wil toegeschreven, | - Aan Adam vóór de val wordt een vrije wil toegeschreven, | ||
Regel 30: | Regel 30: | ||
==== 5. Waaruit bewijst u dit laatste? ==== | ==== 5. Waaruit bewijst u dit laatste? ==== | ||
- | In de mens was niets inwendigs of uitwendigs – waardoor hij gedwongen werd om het kwade of het goede te willen en ook te doen. Daarom zegt Salomo in Prediker 7:29: “Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij [namelijk Adam en Eva] zoeken vele bedenkselen.” En in Sirach 15:14 lezen we: “God heeft in het begin de mens geschapen en hem gelaten in de hand van zijn eigen raad.”((De NBV vertaalt: “Hijzelf heeft in het begin de mens gemaakt en hem de vrijheid gegeven zelf te beslissen.”)) | + | In de mens was niets inwendigs of uitwendigs – waardoor hij gedwongen werd om het kwade of het goede te willen en ook te doen. Daarom zegt Salomo in Prediker 7:29: “Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij”, |
Maar laten we nu verder spreken over de krachten van de vrije wil. | Maar laten we nu verder spreken over de krachten van de vrije wil. | ||
Regel 36: | Regel 36: | ||
==== 6. Tot hoever strekte de kracht van de vrije wil zich uit in Adam vóór de val? ==== | ==== 6. Tot hoever strekte de kracht van de vrije wil zich uit in Adam vóór de val? ==== | ||
- | Hij kon alle dingen doen die met zijn natuur overeenkwamen. Hij kon de natuurlijke dingen doen zoals eten, drinken, rusten, slapen, wandelen; en ook de maatschappelijke dingen zoals de vrede handhaven, voor het gezin zorgen; hij kon eveneens de dingen doen in de dienst van God of anders gezegd: de die van godsvrucht getuigen. Dat zijn dan daden die het inwendige leven beheersen, zoals het liefhebben van God, het vertrouwen op God en Hem aanroepen, en ook de voor ieder zichtbare daden als godsdienstoefeningen waarbij onderwezen en geofferd wordt. | + | Hij kon alle dingen doen die met zijn natuur overeenkwamen. Hij kon de natuurlijke dingen doen zoals eten, drinken, rusten, slapen, wandelen; en ook de maatschappelijke dingen zoals de vrede handhaven, voor het gezin zorgen; hij kon eveneens de dingen doen in de dienst van God of anders gezegd: de dingen |
==== 7. Heeft Adam daar bovenuit nog volkomen krachten van Gods genade ervaren? ==== | ==== 7. Heeft Adam daar bovenuit nog volkomen krachten van Gods genade ervaren? ==== | ||
- | Ja, daardoor zou hij door de oprechtheid van zijn natuur behouden worden en zou hij tot vruchtbare daden worden gebracht. Het is echter zoals bij een werkelijke | + | Ja, daardoor zou hij door de oprechtheid van zijn natuur behouden worden en zou hij tot vruchtbare daden worden gebracht. Het is echter zoals bij een goede wijngaard die zijn natuurlijke krachten heeft, maar om wijn voort te brengen toch de regen en de zon nodig heeft om die krachten te onderhouden en het natuurlijke werk te voltooien. Wat Christus gezegd heeft in Johannes 15:5 blijft namelijk altijd gelden: “Zonder Mij kunt gij niets doen.” En ook Kolossenzen 1:17 blijft altijd waar: Christus |
==== 8. Maar van welke aard is die genade dan geweest? ==== | ==== 8. Maar van welke aard is die genade dan geweest? ==== | ||
- | Daardoor kon Adam, als hij wilde, heilig leven, | + | Daardoor kon Adam, als hij wilde, heilig leven, |
- | ==== 9. Waarom heeft God Adam “veranderlijk” geschapen, | + | ==== 9. Waarom heeft God Adam ‘veranderlijk’ geschapen, |
- | Allereerst | + | Allereerst |
- Het komt alleen God toe om onveranderlijk te zijn.((*Numeri 23:19 *Maleachi 3:6)) | - Het komt alleen God toe om onveranderlijk te zijn.((*Numeri 23:19 *Maleachi 3:6)) | ||
- | - Het niet kunnen zondigen van de mens wordt in de hemel bewaakt. | + | - Het niet kunnen zondigen van de mens is voorbehouden aan de hemel. |
- | - Augustinus zegt hierover: “Allereerst heeft God willen laten zien wat de vrije wil van de mens aankon. Vervolgens wilde Hij laten zien wat de weldaad van Zijn genade en het oordeel van Zijn gerechtigheid kon doen. Want als Hij de mens zó geschapen had dat hij niet kon zondigen, zou werkelijk niemand gezondigd hebben, en dan zou niemand te maken hebben gekregen met de genade van Christus waardoor hij zou behouden worden. De mens zou dan ook niet vanwege de zonde gestraft | + | - Augustinus zegt hierover: “Allereerst heeft God willen laten zien wat de vrije wil van de mens aankon. Vervolgens wilde Hij laten zien wat de weldaad van Zijn genade en het oordeel van Zijn gerechtigheid kon doen. Want als Hij de mens zó geschapen had dat hij niet kon zondigen, zou werkelijk niemand gezondigd hebben, en dan zou niemand te maken hebben gekregen met de genade van Christus waardoor hij zou behouden worden. De mens zou dan ook niet vanwege de zonde gestraft zijn – voor zonde die hij dan immers |
==== 10. Moet dan de eerste mens onschuldig verklaard worden vanwege zijn zonde, en moet God beschuldigd worden? ==== | ==== 10. Moet dan de eerste mens onschuldig verklaard worden vanwege zijn zonde, en moet God beschuldigd worden? ==== | ||
Regel 60: | Regel 60: | ||
==== 11. Wat is het nut van deze leer? ==== | ==== 11. Wat is het nut van deze leer? ==== | ||
- | Het nut is dat wij daaruit leren is dat God in geen geval de Auteur | + | Het nut is dat wij daaruit leren dat God in geen geval de auteur |
- | Vervolgens weten wij nu dat onze staat en omstandigheden in de hemel veel zekerder en uitnemender zullen zijn dan Adams positie in het paradijs is geweest. We hebben in Christus | + | Vervolgens weten wij nu dat onze staat en omstandigheden in de hemel veel zekerder en uitnemender zullen zijn dan Adams positie in het paradijs is geweest. We hebben in Christus veel meer ontvangen dan we door Adam verloren hebben. Door de vrije wil waarover de eerste mens beschikte, heeft hij zichzelf en al zijn nakomelingen in het verderf gestort. Maar door de genade die de mens op volkomen wijze uit Christus zal ontvangen, zal hij eeuwig leven en zich alleen aan Gods wil onderwerpen en zijn leven daarnaar inrichten. |
===== De staat van de mens voor de zondeval ===== | ===== De staat van de mens voor de zondeval ===== | ||
Regel 68: | Regel 68: | ||
==== 12. Had Adam van God een sterfelijk of een onsterfelijk lichaam gekregen? ==== | ==== 12. Had Adam van God een sterfelijk of een onsterfelijk lichaam gekregen? ==== | ||
- | Het was enerzijds een sterfelijk lichaam, want hij kon sterven zoals uit het verdere verloop ook wel gebleken is.((*Romeinen 5:12 *1 Korintiërs 15:21)) Anderzijds was het toch ook onsterfelijk, | + | Het was enerzijds een sterfelijk lichaam, want hij kon sterven zoals uit het verdere verloop ook wel gebleken is.((*Romeinen 5:12 *1 Korintiërs 15:21)) Anderzijds was het toch ook onsterfelijk, |
==== 13. Waarom was het lichaam enerzijds sterfelijk en anderzijds onsterfelijk? | ==== 13. Waarom was het lichaam enerzijds sterfelijk en anderzijds onsterfelijk? | ||
- | Dat het sterfelijk was, heeft te maken met de natuurlijke conditie ervan. Het was namelijk samengesteld uit de vochtige aarde, en dus uit de vier oerelementen en de vier oer-sappen. Die hebben alle een natuurlijke neiging om tot verderf over te gaan. Denk aan de tekst: “Stof zijt gij, en tot stof zult gij wederkeren” (Genesis 3:19). | + | Dat het sterfelijk was, heeft te maken met de natuurlijke conditie ervan. Het was namelijk samengesteld uit de vochtige aarde, en dus uit de vier oerelementen en de vier oersappen.((Bucanus gaat hier uit van de klassieke elementenleer, |
Maar dat het lichaam ook de mogelijkheid had om niet te sterven, kwam niet door de gesteldheid van de natuur maar door de weldaad van de genade. God had de mens namelijk de genade beloofd dat hij niet zou sterven, als hij Zijn geboden gehoorzaamde. God had ervoor gezorgd dat de kleding en het schoeisel van de Israëlieten veertig jaar lang niet versleten raakte.((*Deuteronomium 29:5)) Dan is het ook geen wonder als door diezelfde kracht de gehoorzame mens in een staat zou komen waarin hij zonder zijn krachten te verliezen oud zou worden. | Maar dat het lichaam ook de mogelijkheid had om niet te sterven, kwam niet door de gesteldheid van de natuur maar door de weldaad van de genade. God had de mens namelijk de genade beloofd dat hij niet zou sterven, als hij Zijn geboden gehoorzaamde. God had ervoor gezorgd dat de kleding en het schoeisel van de Israëlieten veertig jaar lang niet versleten raakte.((*Deuteronomium 29:5)) Dan is het ook geen wonder als door diezelfde kracht de gehoorzame mens in een staat zou komen waarin hij zonder zijn krachten te verliezen oud zou worden. | ||
Regel 78: | Regel 78: | ||
==== 14. Zou de mens dan niet door een kracht van buitenaf, door honger of dorst of door ziekte uitgeblust raken en ten slotte door ouderdom wegkwijnen? ==== | ==== 14. Zou de mens dan niet door een kracht van buitenaf, door honger of dorst of door ziekte uitgeblust raken en ten slotte door ouderdom wegkwijnen? ==== | ||
- | Nee, want over alles wat schadelijk was, waakte | + | Nee, want voor alles wat schadelijk was, werd hij bewaard door Gods voorzienigheid en door de bescherming van de engelen.((*Psalm 91:1 *Psalm 121:3-8)) En wat het gebrek aan voedsel betreft, God had veel vruchten gegeven die aan de bomen groeiden.((*Genesis 1:29 *Genesis 2:16 *Genesis 3:2)) Ziekten die zouden kunnen ontstaan door een verstoring in het systeem van de lichaamssappen, |
Tegen de ouderdom was de boom des levens gegeven en eveneens het overbrengen van de mens in een staat van heerlijkheid. | Tegen de ouderdom was de boom des levens gegeven en eveneens het overbrengen van de mens in een staat van heerlijkheid. | ||
Regel 84: | Regel 84: | ||
==== 15. Was de boom des levens dan van enig nut om de onsterfelijkheid te behouden? ==== | ==== 15. Was de boom des levens dan van enig nut om de onsterfelijkheid te behouden? ==== | ||
- | Ja, heel zeker! Daarom wordt ze ook juist de boom des levens genoemd. Er is hier sprake van een effectieve metonymie, waarbij het werk, het voorwerp genoemd wordt in plaats van de werkende oorzaak.((*Genesis 2:9)) Deze boom heeft ook sacramentele betekenis, want ze ziet op Christus, in Wie het leven was((*Johannes 1:4)) en Die ons leven is.((*Kolossenzen 3:4)) | + | Ja, heel zeker! Daarom wordt ze ook juist de boom des levens genoemd. Er is hier sprake van een beeldspraak, waarbij het werk, het voorwerp genoemd wordt in plaats van de werkende oorzaak.((*Genesis 2:9)) Deze boom heeft ook sacramentele betekenis, want ze ziet op Christus, in wie het leven was((*Johannes 1:4)) en die ons leven is.((*Kolossenzen 3:4)) |
==== 16. Maar hoe was deze boom dan tot nut? ==== | ==== 16. Maar hoe was deze boom dan tot nut? ==== | ||
- | Er zijn geleerden die van mening zijn dat deze boom de mens door eigen kracht of door de kracht die God haar gaf, of door het uitstralen van een verborgen gezondheid van nut geweest is tegen alle zwakheid, ziekte en ouderdom. En ook zou hij de mens in het onsterfelijke leven behouden, als deze daarvan op bepaalde tijden gebruikmaakte. Daar lijken de woorden van de Heere ook op te wijzen in Genesis 3:22: “Laat hij [de mens] zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.” | + | Er zijn geleerden die menen dat deze boom de mens door eigen kracht of door de kracht die God haar gaf, of door het uitstralen van een verborgen gezondheid van nut geweest is tegen alle zwakheid, ziekte en ouderdom. En ook zou hij de mens in het onsterfelijke leven behouden, als deze daarvan op bepaalde tijden gebruikmaakte. Daar lijken de woorden van de Heere ook op te wijzen in Genesis 3:22: Laat de mens “zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.” |
- | Anderen zijn van mening dat de boom alleen een sacrament van genade geweest is, waardoor de mens tot in eeuwigheid zou leven als hij erin had volhard om Gods geboden te houden. De boom zou dan alleen van nut geweest zijn ten aanzien van de onsterfelijkheid in zoverre de sacramenten datgene bevorderen waarvan ze een geheimenis, een sacrament zijn. Wij denken dat deze mening ook juist is en daarom waarderen we die ook. | + | Anderen zijn van mening dat de boom alleen een sacrament van genade geweest is, waardoor de mens tot in eeuwigheid zou leven als hij erin had volhard om Gods geboden te houden. De boom zou dan alleen van nut geweest zijn ten aanzien van de onsterfelijkheid in zoverre de sacramenten datgene bevorderen waarvan ze een geheimenis, een sacrament zijn. Wij achten |
==== 17. Zou Adam voedsel gebruikt hebben om zijn leven in stand te houden, afgezien dan van de vrucht van de boom des levens? ==== | ==== 17. Zou Adam voedsel gebruikt hebben om zijn leven in stand te houden, afgezien dan van de vrucht van de boom des levens? ==== | ||
- | Jazeker, want met dat doel heeft God bomen in het paradijs laten groeien. En in Genesis 2:16 wordt gezegd dat Hij voor de mens elk zaaddragend gewas en alle vruchten aan bomen heeft gegeven. Het doel daarvan is dat hij door het eten hiervan de gave van de onsterflijkheid | + | Jazeker, want met dat doel heeft God bomen in het paradijs laten groeien. En in Genesis 2:16 wordt gezegd dat Hij voor de mens elk zaaddragend gewas en alle vruchten aan bomen heeft gegeven. Het doel daarvan is dat hij door het eten hiervan de gave van de onsterfelijkheid |
De mens was ook geworden tot een levende ziel, evenals de dieren, maar dan zonder de noodzaak om te sterven. | De mens was ook geworden tot een levende ziel, evenals de dieren, maar dan zonder de noodzaak om te sterven. | ||
Regel 100: | Regel 100: | ||
==== 18. Wat zou er ten slotte van de mens geworden zijn, als hij niet gezondigd had? Zou hij altijd op de aarde geleefd hebben? ==== | ==== 18. Wat zou er ten slotte van de mens geworden zijn, als hij niet gezondigd had? Zou hij altijd op de aarde geleefd hebben? ==== | ||
- | Nee, maar hij zou ten slotte | + | Nee, maar hij zou uiteindelijk |
==== 19. Welke zaken zijn hiermee in strijd? ==== | ==== 19. Welke zaken zijn hiermee in strijd? ==== | ||
De dwaling van de pelagianen, die beweerden dat de mens gestorven zou zijn, ook al had hij niet gezondigd. Die mening gaat in tegen meerdere Schriftplaatsen.((*Genesis 2:17 *Genesis 3:3 *Romeinen 5:12 *1 Korintiërs 15:21)) | De dwaling van de pelagianen, die beweerden dat de mens gestorven zou zijn, ook al had hij niet gezondigd. Die mening gaat in tegen meerdere Schriftplaatsen.((*Genesis 2:17 *Genesis 3:3 *Romeinen 5:12 *1 Korintiërs 15:21)) |