Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
institutie:11 [16-10-2022 om 09.12 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:11 [30-05-2025 om 17.36 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
---|---|---|---|
Regel 3: | Regel 3: | ||
===== De vrije wil van de mens voor de zondeval ===== | ===== De vrije wil van de mens voor de zondeval ===== | ||
- | ==== 1. Wordt het woord ‘vrije wil’ in de Schrift gevonden? ==== | + | ==== 1. Wordt het woord "vrije wil" |
- | Het woord zelf niet, maar de zaak die ermee wordt aangeduid wel. Daarvoor wordt doorgaans het woord ‘wil’ gebruikt. | + | Het woord zelf niet, maar de zaak die ermee wordt aangeduid wel. Daarvoor wordt doorgaans het woord "wil" |
- | ==== 2. Wat moet men onder het begrip | + | ==== 2. Wat moet men onder het begrip |
Er zijn mensen die daaronder een vrije macht verstaan om alles, zowel het goede als het kwade, te kunnen doen. Bij vooraanstaande auteurs betekent het namelijk macht en heerschappij, | Er zijn mensen die daaronder een vrije macht verstaan om alles, zowel het goede als het kwade, te kunnen doen. Bij vooraanstaande auteurs betekent het namelijk macht en heerschappij, | ||
- | De scholastieke theologen verstaan onder de wil of het eigen goeddunken het oordeel van het verstand. Het begrip | + | De scholastieke theologen verstaan onder de wil of het eigen goeddunken het oordeel van het verstand. Het begrip |
Daarom is de vrije wil in eigenlijke zin geen macht om goed of kwaad te doen of de vrijheid om een eigen oordeel te vellen. Het is eerder een macht om iets te willen of niet te willen, of anders gezegd: een vrije keuze van de wil, die het redelijk advies van het verstand volgt. Anders gezegd: een keuze van de vrije wil, waardoor de wil iets wil of niet wil, iets kiest of iets verwerpt – wat door het verstand al is voorgesteld. Bovendien heeft de wil niet alleen betrekking op het doel, maar ook op de middelen om dat doel te bereiken. | Daarom is de vrije wil in eigenlijke zin geen macht om goed of kwaad te doen of de vrijheid om een eigen oordeel te vellen. Het is eerder een macht om iets te willen of niet te willen, of anders gezegd: een vrije keuze van de wil, die het redelijk advies van het verstand volgt. Anders gezegd: een keuze van de vrije wil, waardoor de wil iets wil of niet wil, iets kiest of iets verwerpt – wat door het verstand al is voorgesteld. Bovendien heeft de wil niet alleen betrekking op het doel, maar ook op de middelen om dat doel te bereiken. | ||
Regel 23: | Regel 23: | ||
==== 4. Wat voor vrije wil wordt dan aan God, aan de engelen en aan de mensen toegeschreven? | ==== 4. Wat voor vrije wil wordt dan aan God, aan de engelen en aan de mensen toegeschreven? | ||
- | - Aan God en de gelukzalige geesten wordt – naarmate hun staat is – een vrije wil toegeschreven om alleen het goede te doen. Dat is de ware vrijheid waarover Paulus ook spreekt: “Waar de Geest des Heren is, is vrijheid” (2 Korintiërs 3:17). God is Zelf een Geest, en de Geest heerst het meest van alles in de hemelse gelukzaligen. | + | - Aan God en de gelukzalige geesten wordt – naarmate hun staat is – een vrije wil toegeschreven om alleen het goede te doen. Dat is de ware vrijheid waarover Paulus ook spreekt: “Waar de Geest des Heren is, is vrijheid” (2 Korintiërs 3:17). God is zelf een Geest, en de Geest heerst het meest van alles in de hemelse gelukzaligen. |
- Aan de niet-wedergeboren mensen en ook aan de boze geesten wordt een vrije wil toegeschreven die alleen gericht is op het kwade en niet op het goede. Zij kunnen uit zichzelf namelijk niets goeds doen en zelfs niet denken.((*Genesis 8:21 *2 Korintiërs 3:5 *Efeziërs 2:1)) Zo’n vrije wil kan beter een dienstbare of slaafse wil genoemd worden, want Christus zegt in Johannes 8:34: “Een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde.” Toch wordt ze een vrije wil genoemd, namelijk om het kwade te doen, want elke zonde is vrijwillig.((*Job 15:16)) Als de wil namelijk iets niet vrijwillig doet, kun je haar geen wil noemen, maar is er eerder sprake van een on-wil of een niet-wil. | - Aan de niet-wedergeboren mensen en ook aan de boze geesten wordt een vrije wil toegeschreven die alleen gericht is op het kwade en niet op het goede. Zij kunnen uit zichzelf namelijk niets goeds doen en zelfs niet denken.((*Genesis 8:21 *2 Korintiërs 3:5 *Efeziërs 2:1)) Zo’n vrije wil kan beter een dienstbare of slaafse wil genoemd worden, want Christus zegt in Johannes 8:34: “Een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde.” Toch wordt ze een vrije wil genoemd, namelijk om het kwade te doen, want elke zonde is vrijwillig.((*Job 15:16)) Als de wil namelijk iets niet vrijwillig doet, kun je haar geen wil noemen, maar is er eerder sprake van een on-wil of een niet-wil. | ||
- | - Aan de wedergeboren mens wordt een vrije wil toegeschreven om het goede te doen, | + | - Aan de wedergeboren mens wordt een vrije wil toegeschreven om het goede te doen, |
- Aan Adam vóór de val wordt een vrije wil toegeschreven, | - Aan Adam vóór de val wordt een vrije wil toegeschreven, | ||
Regel 46: | Regel 46: | ||
Daardoor kon Adam, als hij wilde, heilig leven, al is het niet zo dat hij daardoor altijd en standvastig God heeft kunnen willen aanhangen. Want als hij dié genade ontvangen had, zou hij heel zeker staande gebleven zijn. Augustinus zegt hiervan: “Hij heeft het kunnen ontvangen, als hij dat zou willen, maar hij heeft niet het willen gehad om het te kunnen.”((Aldus Augustinus in het tweede deel van zijn //Boek over de zonde en de genade//.)) Dat wil zeggen: Adam had de genade ontvangen waardoor hij kon staande blijven als hij niet wilde zondigen; hij had echter niet de genade ontvangen waardoor hij niet wilde en ook niet kon zondigen. | Daardoor kon Adam, als hij wilde, heilig leven, al is het niet zo dat hij daardoor altijd en standvastig God heeft kunnen willen aanhangen. Want als hij dié genade ontvangen had, zou hij heel zeker staande gebleven zijn. Augustinus zegt hiervan: “Hij heeft het kunnen ontvangen, als hij dat zou willen, maar hij heeft niet het willen gehad om het te kunnen.”((Aldus Augustinus in het tweede deel van zijn //Boek over de zonde en de genade//.)) Dat wil zeggen: Adam had de genade ontvangen waardoor hij kon staande blijven als hij niet wilde zondigen; hij had echter niet de genade ontvangen waardoor hij niet wilde en ook niet kon zondigen. | ||
- | ==== 9. Waarom heeft God Adam ‘veranderlijk’ geschapen, en dus niet zó dat hij nooit had kunnen en willen zondigen? ==== | + | ==== 9. Waarom heeft God Adam "veranderlijk" |
Allereerst geldt: “Wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? | Allereerst geldt: “Wie zijt gij, dat gij God zoudt tegenspreken? | ||
Regel 68: | Regel 68: | ||
==== 12. Had Adam van God een sterfelijk of een onsterfelijk lichaam gekregen? ==== | ==== 12. Had Adam van God een sterfelijk of een onsterfelijk lichaam gekregen? ==== | ||
- | Het was enerzijds een sterfelijk lichaam, want hij kon sterven zoals uit het verdere verloop ook wel gebleken is.((*Romeinen 5:12 *1 Korintiërs 15:21)) Anderzijds was het toch ook onsterfelijk, | + | Het was enerzijds een sterfelijk lichaam, want hij kon sterven zoals uit het verdere verloop ook wel gebleken is.((*Romeinen 5:12 *1 Korintiërs 15:21)) Anderzijds was het toch ook onsterfelijk, |
==== 13. Waarom was het lichaam enerzijds sterfelijk en anderzijds onsterfelijk? | ==== 13. Waarom was het lichaam enerzijds sterfelijk en anderzijds onsterfelijk? | ||
Regel 88: | Regel 88: | ||
==== 16. Maar hoe was deze boom dan tot nut? ==== | ==== 16. Maar hoe was deze boom dan tot nut? ==== | ||
- | Er zijn geleerden die menen dat deze boom de mens door eigen kracht of door de kracht die God haar gaf, of door het uitstralen van een verborgen gezondheid van nut geweest is tegen alle zwakheid, ziekte en ouderdom. En ook zou hij de mens in het onsterfelijke leven behouden, als deze daarvan op bepaalde tijden gebruikmaakte. Daar lijken de woorden van de Heere ook op te wijzen in Genesis 3:22: Laat de mens “zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.” | + | Er zijn geleerden die menen dat deze boom de mens door eigen kracht of door de kracht die God haar gaf, of door het uitstralen van een verborgen gezondheid van nut geweest is tegen alle zwakte, ziekte en ouderdom. En ook zou hij de mens in het onsterfelijke leven behouden, als deze daarvan op bepaalde tijden gebruikmaakte. Daar lijken de woorden van de Heere ook op te wijzen in Genesis 3:22: Laat de mens “zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.” |
Anderen zijn van mening dat de boom alleen een sacrament van genade geweest is, waardoor de mens tot in eeuwigheid zou leven als hij erin had volhard om Gods geboden te houden. De boom zou dan alleen van nut geweest zijn ten aanzien van de onsterfelijkheid in zoverre de sacramenten datgene bevorderen waarvan ze een geheimenis, een sacrament zijn. Wij achten deze mening ook goed en te prijzen. | Anderen zijn van mening dat de boom alleen een sacrament van genade geweest is, waardoor de mens tot in eeuwigheid zou leven als hij erin had volhard om Gods geboden te houden. De boom zou dan alleen van nut geweest zijn ten aanzien van de onsterfelijkheid in zoverre de sacramenten datgene bevorderen waarvan ze een geheimenis, een sacrament zijn. Wij achten deze mening ook goed en te prijzen. |