Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:15 [22-04-2021 om 12.41 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:15 [06-06-2025 om 10.19 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
---|---|---|---|
Regel 3: | Regel 3: | ||
==== 1. Waar komt het woord “zonde” vandaan? ==== | ==== 1. Waar komt het woord “zonde” vandaan? ==== | ||
- | Het Latijnse woord // | + | Het Latijnse woord // |
Door de Joden wordt het zondigen //chetbea// genoemd, want //catha// betekent: van het doel wegdwalen wat u in het oog behoorde te houden om het te bereiken; of ook wel: afwijken van datgene waarvan we weten dat het goed is, namelijk Gods wet. | Door de Joden wordt het zondigen //chetbea// genoemd, want //catha// betekent: van het doel wegdwalen wat u in het oog behoorde te houden om het te bereiken; of ook wel: afwijken van datgene waarvan we weten dat het goed is, namelijk Gods wet. | ||
- | Door de Grieken wordt de zonde // | + | Door de Grieken wordt de zonde // |
==== 2. Wat is zonde? ==== | ==== 2. Wat is zonde? ==== | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
==== 4. Er gebeurt niets in de wereld en er kan ook niets gebeuren buiten de wijze en rechtvaardige voorzienigheid van God om; moet daarom niet gezegd worden dat God de Auteur en Oorzaak van de zonde is? ==== | ==== 4. Er gebeurt niets in de wereld en er kan ook niets gebeuren buiten de wijze en rechtvaardige voorzienigheid van God om; moet daarom niet gezegd worden dat God de Auteur en Oorzaak van de zonde is? ==== | ||
- | Absoluut niet! God haat, verbiedt en straft de zonde immers als iets wat met Zijn grote goedheid in strijd is, zoals Johannes zegt in zijn eerste brief, hoofdstuk 2:16: “De begeerte des vlezes – daaronder verstaat hij alle zonden –, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld.” En in Jakobus 1:14 en 15 lezen we: “Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking | + | Absoluut niet! God haat, verbiedt en straft de zonde immers als iets wat met Zijn grote goedheid in strijd is, zoals Johannes zegt in zijn eerste brief, hoofdstuk |
==== 5. Wat is de inwendige oorzaak van de zonde? ==== | ==== 5. Wat is de inwendige oorzaak van de zonde? ==== | ||
Regel 33: | Regel 33: | ||
Daarvan zijn er ook verschillende te noemen. | Daarvan zijn er ook verschillende te noemen. | ||
- | - De verdorvenheid van de menselijke natuur zelf, die door de apostelen meestal “begeerte” wordt genoemd. “Ook wij allen hebben vroeger daarin | + | - De verdorvenheid van de menselijke natuur zelf, die door de apostelen meestal “begeerte” wordt genoemd. “Ook wij allen hebben vroeger daarin |
- De bereidwilligheid ten aanzien van onze wil. “Een ieder die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd” (Matteüs 5:28). | - De bereidwilligheid ten aanzien van onze wil. “Een ieder die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd” (Matteüs 5:28). | ||
- De onwetendheid waarmee de wil dikwijls bedrogen wordt. Daarvan spreekt de apostel in 1 Timotheüs 1:12 en 13: “Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft, hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was. Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, | - De onwetendheid waarmee de wil dikwijls bedrogen wordt. Daarvan spreekt de apostel in 1 Timotheüs 1:12 en 13: “Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft, hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was. Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, | ||
- | - De zwakte van het gemoedsleven en het zwakke geloof, waardoor men niet altijd de geweldige verzoekingen van de satan en het vlees niet altijd | + | - De zwakte van het gemoedsleven en het zwakke geloof, waardoor men niet altijd de geweldige verzoekingen van de satan en het vlees kan weerstaan. En hoewel we betere dingen zien en daarmee ook instemmen, toch kunnen we door de verleidingen worden overwonnen en geven we toe aan ernstige zonden, zoals met Petrus is gebeurd, toen hij Christus verloochende, |
- De geheel vrijwillige en opzettelijke goddeloosheid van de mens zelf, waar Jeremia van zegt: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?” (Jeremia 17:9) Deze zonde is als die van de duivel. In 1 Johannes 3:8 lezen we daarvan: “Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne.” Hier betekent “zonde doen” niet gewoon “zondigen”, | - De geheel vrijwillige en opzettelijke goddeloosheid van de mens zelf, waar Jeremia van zegt: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?” (Jeremia 17:9) Deze zonde is als die van de duivel. In 1 Johannes 3:8 lezen we daarvan: “Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne.” Hier betekent “zonde doen” niet gewoon “zondigen”, | ||
- De gewoontevorming in het doen van zonden. Dit is niet de geringste oorzaak van de zonde, zoals Efeziërs 2:2 duidelijk maakt: “… zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld.” | - De gewoontevorming in het doen van zonden. Dit is niet de geringste oorzaak van de zonde, zoals Efeziërs 2:2 duidelijk maakt: “… zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld.” | ||
Regel 47: | Regel 47: | ||
- Door het begaan van een zonde wijkt de genade van de Heilige Geest, en daardoor kan de mens niet anders dan in andere ernstige zonden vallen. | - Door het begaan van een zonde wijkt de genade van de Heilige Geest, en daardoor kan de mens niet anders dan in andere ernstige zonden vallen. | ||
- Als God de ene zonde met de andere straft, geeft Hij degene die gezondigd heeft, in de handen van de satan over, die vervolgens met kracht in hem werkt.((*Romeinen 1:26 *Efeziërs 2:2 *2 Tessalonicenzen 2:11)) | - Als God de ene zonde met de andere straft, geeft Hij degene die gezondigd heeft, in de handen van de satan over, die vervolgens met kracht in hem werkt.((*Romeinen 1:26 *Efeziërs 2:2 *2 Tessalonicenzen 2:11)) | ||
- | - Men valt heel gemakkelijk van de ene zonde in een soortgelijke zonde. De zondige daden vormen immers een goede stemming, gezindheid en een steeds sterkere neiging((de dispositien ofte bequame stellingen ende toeneygende hebbelickheden)) | + | - Men valt heel gemakkelijk van de ene zonde in een soortgelijke zonde. De zondige daden vormen immers een goede stemming, gezindheid en een steeds sterkere neiging om méér dergelijke zondige daden te doen. Zo is een overdadige manier van leven een oorzaak om te gaan stelen; dronkenschap een oorzaak van allerlei vuile lusten. Zo wordt men van de ene zonde naar de andere gesleept. |
- | - Heel vaak kan de ene zonde niet gedaan worden zonder veel andere zonden. Daarvan uitgaand heeft de apostel in 1 Timotheüs 6:10 gezegd: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.” Jakobus zegt in hoofdstuk 2:10: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).” En Efeziërs 5:18 stelt: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is.” | + | - Heel vaak kan de ene zonde niet gedaan worden zonder veel andere zonden. Daarvan uitgaand heeft de apostel in 1 Timotheüs 6:10 gezegd: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.” Jakobus zegt in hoofdstuk 2:10: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden.” En Efeziërs 5:18 stelt: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is.” |
- Om een bepaald doel te bereiken wordt dikwijls vanwege de ene zonde ook een andere gedaan. Dat zien we bij Judas, die vanwege de liefde tot het geld Christus verraden heeft.((*Johannes 12:6 *Matteüs 26:14-16)) | - Om een bepaald doel te bereiken wordt dikwijls vanwege de ene zonde ook een andere gedaan. Dat zien we bij Judas, die vanwege de liefde tot het geld Christus verraden heeft.((*Johannes 12:6 *Matteüs 26:14-16)) | ||
==== 7. Is de zonde niet iets wat iets toevoegt en aanbrengt of is ze juist iets wat ons berooft? ==== | ==== 7. Is de zonde niet iets wat iets toevoegt en aanbrengt of is ze juist iets wat ons berooft? ==== | ||
- | De zonde is niet iets wat toevoegt of aanbrengt; dan zou het iets geweest zijn wat God geschapen heeft, maar ze is ook niet simpelweg een ‘niets’. Ze is ook niet zomaar een puur wegroven van iets, zoals de dood een beroving van het leven is, of zoals duisternis een wegnemen is van licht. Maar ze is een gebrek, het afbreken of het vernielen van iets wat aangebracht is, namelijk van het werk en de ordening door God, in het schepsel dat daardoor de schuld draagt van het afkeren en afwijken van wat God heeft bedoeld. Het is te vergelijken met het vervallen van een huis tot een ruïne, en met het verlies van het gezichtsvermogen dat tot blindheid leidt. Paulus noemt de zonde een gebrek of een beroofd worden van iets, als hij zegt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Het is wel zo dat er uitwendige en inwendige factoren bij komen – dingen die wat lijken voor te stellen, maar toch verwarring en dwaling tot gevolg hebben. Het is als bij de broedermoord door Kaïn. De beweging door het opheffen van de handen is zo’n factor, maar de zonde zelf is een afwijking van Gods wet en een wegdwalen van Gods wil. Ze is dus een afwijken en een verwarring van de goddelijke orde. In die zin zegt Thomas van Aquino dat de zonde niet alleen maar een beroving van of de afwezigheid van iets goeds, maar een bepaalde verderfelijke neiging of daad, die van de orde waarin ze behoort te zijn beroofd is. Ze is een verscheuren en in de war brengen van een zekere orde, waardoor al onze krachten en neigingen bestuurd horen te worden. | + | De zonde is niet iets wat toevoegt of aanbrengt; dan zou het iets geweest zijn wat God geschapen heeft, maar ze is ook niet simpelweg een "niets". Ze is ook niet zomaar een puur wegroven van iets, zoals de dood een beroving van het leven is, of zoals duisternis een wegnemen is van licht. Maar ze is een gebrek, het afbreken of het vernielen van iets wat aangebracht is, namelijk van het werk en de ordening door God, in het schepsel dat daardoor de schuld draagt van het afkeren en afwijken van wat God heeft bedoeld. Het is te vergelijken met het vervallen van een huis tot een ruïne, en met het verlies van het gezichtsvermogen dat tot blindheid leidt. Paulus noemt de zonde een gebrek of een beroofd worden van iets, als hij zegt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Het is wel zo dat er uitwendige en inwendige factoren bij komen – dingen die wat lijken voor te stellen, maar toch verwarring en dwaling tot gevolg hebben. Het is als bij de broedermoord door Kaïn. De beweging door het opheffen van de handen is zo’n factor, maar de zonde zelf is een afwijking van Gods wet en een wegdwalen van Gods wil. Ze is dus een afwijken en een verwarring van de goddelijke orde. In die zin zegt Thomas van Aquino dat de zonde niet alleen maar een beroving van of de afwezigheid van iets goeds, maar een bepaalde verderfelijke neiging of daad, die van de orde waarin ze behoort te zijn beroofd is. Ze is een verscheuren en in de war brengen van een zekere orde, waardoor al onze krachten en neigingen bestuurd horen te worden. |
==== 8. Wat is het subject van de zonde? ==== | ==== 8. Wat is het subject van de zonde? ==== | ||
- | Dat is het redelijke schepsel, want in hem alleen, de mens, heeft de zonde in eigenlijke zin een plaats gekregen. Alleen hij had immers begrip en kennis | + | Dat is het redelijke schepsel, want in hem alleen, de mens, heeft de zonde in eigenlijke zin een plaats gekregen. Alleen hij had immers begrip en kennis van de wet en de wil van God, en had die ook overdacht. Dat geldt niet voor de onredelijke schepselen. |
- | ==== 9. Hoeveel aspecten zijn er in de zonde? ==== | + | ==== 9. Uit hoeveel delen bestaat |
+ | |||
+ | Uit twee delen, namelijk: | ||
- | Twee, het stoffelijke of materiële aspect én het wezenlijke van de zonde zelf; oftewel de slechte en schuldig stellende | + | - Een materieel deel: de schuldig stellende |
+ | - Een formeel deel: de schuld | ||
- | Deze schuld | + | Dit laatste |
==== 10. Wat is het gevolg van de zonde? ==== | ==== 10. Wat is het gevolg van de zonde? ==== | ||
Regel 76: | Regel 79: | ||
- Uit de zich wijd uitstrekkende grootte van Gods beledigde majesteit. | - Uit de zich wijd uitstrekkende grootte van Gods beledigde majesteit. | ||
- | - Uit de straf die het gevolg is van Adams val, en uit de vele ellendige en verdrietige omstandigheden | + | - Uit de straf die het gevolg is van Adams val, en uit de vele ellendige en verdrietige omstandigheden |
- | - Uit de waarde van het kostbare geld tot verzoening waardoor wij van de zonde verlost zijn; dat wil zeggen: door de dood van Gods Zoon, Die een slachtoffer moest worden om ons vrij te maken van de zonde((opdat hy de sonde soude ontsondigen)) | + | - Uit de waarde van het kostbare geld tot verzoening waardoor wij van de zonde verlost zijn; dat wil zeggen: door de dood van Gods Zoon, Die een slachtoffer moest worden om ons vrij te maken van de zonde en de schuld te verzoenen. Daarmee heeft Hij voldaan aan de rechtvaardigheid van God. |
- Uit de angsten die in het geweten worden geleden; daardoor wordt de harten gepijnigd in het ervaren of gevoelen van Gods toorn. | - Uit de angsten die in het geweten worden geleden; daardoor wordt de harten gepijnigd in het ervaren of gevoelen van Gods toorn. | ||
- Uit de tijdelijke dood. | - Uit de tijdelijke dood. | ||
Regel 98: | Regel 101: | ||
==== 15. Wat houdt de verdorvenheid van de menselijke natuur in – een natuur die aanvankelijk goed was en waarin Adam geschapen is – die op de overtreding van Adam is gevolgd? ==== | ==== 15. Wat houdt de verdorvenheid van de menselijke natuur in – een natuur die aanvankelijk goed was en waarin Adam geschapen is – die op de overtreding van Adam is gevolgd? ==== | ||
- | Het is de beroving van het hemelse beeld waarin Adam geschapen was. Dat beeld hield in: wijsheid, deugdzaamheid, | + | Het is de beroving van het hemelse beeld waarin Adam geschapen was. Dat beeld hield in: wijsheid, deugdzaamheid, |
==== 16. Hoeveel aspecten zijn er in de verdorvenheid? | ==== 16. Hoeveel aspecten zijn er in de verdorvenheid? | ||
- | Twee, de oorspronkelijke en de huidige, daadwerkelijke verdorvenheid. De ene is de moeder en de andere het verdorven kind. De ene is een fatale en vergiftige plant, en de andere een vuile en stinkende pest. De ene wordt de oorspronkelijke zonde genoemd, dat wil zeggen: de zonde waarin we zijn voortgeplant en geboren; | + | Twee, de oorspronkelijke en de huidige, daadwerkelijke verdorvenheid. De ene is de moeder en de andere het verdorven kind. De ene is een fatale en vergiftige plant, en de andere een vuile en stinkende pest. De ene wordt de oorspronkelijke zonde of erfzonde |
- | ==== 17. Wat verstaat u onder de term “oorspronkelijke zonde”? ==== | + | ==== 17. Wat verstaat u onder de erfzonde? ==== |
De smet die vanaf de eerste vader van alle mensen (voor wat het vlees betreft) op allen die uit hem geboren zijn, wordt overgebracht. | De smet die vanaf de eerste vader van alle mensen (voor wat het vlees betreft) op allen die uit hem geboren zijn, wordt overgebracht. | ||
Regel 110: | Regel 113: | ||
==== 18. Maar wat wordt er dan door Adam op zijn nakomelingen overgebracht? | ==== 18. Maar wat wordt er dan door Adam op zijn nakomelingen overgebracht? | ||
- | Zowel de vorm als de inhoud van de zonde. Zo leert de apostel in Romeinen 5 heel duidelijk vanaf vers 12 tot aan het einde van dit hoofdstuk. Dus niet alleen de beroving zelf van de oorspronkelijke gerechtigheid en de verdorvenheid van de gehele menselijke natuur, maar ook de staat van beschuldiging, | + | Zowel de vorm als de inhoud van de zonde. Zo leert de apostel in Romeinen 5 heel duidelijk vanaf vers 12 tot aan het einde van dit hoofdstuk. Dus niet alleen de beroving zelf van de oorspronkelijke gerechtigheid en de verdorvenheid van de gehele menselijke natuur, maar ook de staat van beschuldiging, |
==== 19. Nu wordt gezegd dat Levi in Abraham tienden gegeven heeft, omdat hij in de lendenen van Abraham was (Hebreeën 7:5). Waarom wordt dan niet gezegd dat Christus in Adam gezondigd heeft? ==== | ==== 19. Nu wordt gezegd dat Levi in Abraham tienden gegeven heeft, omdat hij in de lendenen van Abraham was (Hebreeën 7:5). Waarom wordt dan niet gezegd dat Christus in Adam gezondigd heeft? ==== | ||
Regel 140: | Regel 143: | ||
De schuld en verdorvenheid zijn er immers van nature, maar de rechtvaardiging die tegenover de schuld en de heiliging die tegenover de verdorvenheid gesteld wordt, zijn bovennatuurlijk en vanuit genade ontvangen. De kinderen van God zijn “niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren”, zegt Johannes 1:13. En in Johannes 3:3 lezen we: “Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.” | De schuld en verdorvenheid zijn er immers van nature, maar de rechtvaardiging die tegenover de schuld en de heiliging die tegenover de verdorvenheid gesteld wordt, zijn bovennatuurlijk en vanuit genade ontvangen. De kinderen van God zijn “niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren”, zegt Johannes 1:13. En in Johannes 3:3 lezen we: “Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.” | ||
- | ==== 24. Op wie wordt de oorspronkelijke of eerste zonde overgebracht? | + | ==== 24. Op wie wordt de erfzonde |
Op allen die van Adam afstammen, en daarvan zijn de kinderen die in de schoot van de moeders ontvangen zijn, niet uitgezonderd.((*Psalm 51:7)) Want al is het waar dat zij nog geen vruchten van ongerechtigheid voortbrengen, | Op allen die van Adam afstammen, en daarvan zijn de kinderen die in de schoot van de moeders ontvangen zijn, niet uitgezonderd.((*Psalm 51:7)) Want al is het waar dat zij nog geen vruchten van ongerechtigheid voortbrengen, | ||
Regel 165: | Regel 168: | ||
//Mag men wel zeggen dat evenals de zonde van Adam ook de zonden van andere ouders op hun nakomelingen wordt overgebracht?// | //Mag men wel zeggen dat evenals de zonde van Adam ook de zonden van andere ouders op hun nakomelingen wordt overgebracht?// | ||
- | De wijze waarop is niet dezelfde, want de eerste zonde is niet zozeer een persoonlijke en Adams eigen zonde geweest, maar een zonde van de menselijke natuur en daarom van het gehele menselijke geslacht dat in zijn lendenen in oorsprong aanwezig was. Daarom was die zonde inderdaad een oorspronkelijke zonde. Maar de andere zonden van Adam en van alle andere mensen zijn werkelijk persoonlijke zonden geweest, waarvan Ezechiël spreekt in hoofdstuk 18:20: “De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen.” | + | De wijze waarop is niet dezelfde, want de eerste zonde is niet zozeer een persoonlijke en Adams eigen zonde geweest, maar een zonde van de menselijke natuur en daarom van het gehele menselijke geslacht dat in zijn lendenen in oorsprong aanwezig was. Daarom was die zonde inderdaad een oorspronkelijke zonde. Maar de andere zonden van Adam en van alle andere mensen zijn werkelijk persoonlijke zonden geweest, waarvan Ezechiël spreekt in hoofdstuk |
Het is echter niet ongerijmd als we zeggen dat de zonden van de eigen ouders aan de kinderen door het verdorven zaad mét het lichaam worden meegegeven. In de eerste plaats gebeurt dit door de smet van de zonden, en vervolgens omdat de ziel door het lichaam besmet wordt. Daardoor zegt God in Exodus 20:5: “Ik, de HERE, uw God, ben een na-ijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen.” | Het is echter niet ongerijmd als we zeggen dat de zonden van de eigen ouders aan de kinderen door het verdorven zaad mét het lichaam worden meegegeven. In de eerste plaats gebeurt dit door de smet van de zonden, en vervolgens omdat de ziel door het lichaam besmet wordt. Daardoor zegt God in Exodus 20:5: “Ik, de HERE, uw God, ben een na-ijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen.” | ||
Regel 171: | Regel 174: | ||
Maar als de kinderen na hun geboorte niet altijd gelijk zijn aan hun goddeloze ouders, komt dat door een bijzondere genade van God. | Maar als de kinderen na hun geboorte niet altijd gelijk zijn aan hun goddeloze ouders, komt dat door een bijzondere genade van God. | ||
- | ==== 28. Is de oorspronkelijke zonde (de erfzonde) een eigen zelfstandigheid of is ze een “toevallig” gebeuren? ==== | + | ==== 28. Is de erfzonde een eigen zelfstandigheid of is ze een “toevallig” gebeuren? ==== |
Ze is geen zelfstandigheid, | Ze is geen zelfstandigheid, | ||
Regel 179: | Regel 182: | ||
Augustinus((In Lib. I. deConcupis. Cap. 25.)) zegt dat die oorspronkelijke zonde of erfzonde wordt vergeven, niet omdat ze er niet wezenlijk is, maar omdat ze niet toegerekend wordt. Ze gaat dus aan ons voorbij als schuld, maar ze blijft door de daad zelf, en daarom blijft ook de dood. | Augustinus((In Lib. I. deConcupis. Cap. 25.)) zegt dat die oorspronkelijke zonde of erfzonde wordt vergeven, niet omdat ze er niet wezenlijk is, maar omdat ze niet toegerekend wordt. Ze gaat dus aan ons voorbij als schuld, maar ze blijft door de daad zelf, en daarom blijft ook de dood. | ||
- | ==== 30. Maar wat is het subject of onderwerp van de oorspronkelijke zonde? ==== | + | ==== 30. Maar wie doet de erfzonde? ==== |
De hele mens, dus met ziel en lichaam, van het hoofd tot de voeten; met alle krachten van het lichaam en alle hogere en lagere vermogens van de ziel; met zijn verstand, zijn wil en zijn gevoelens. Daarom zegt de apostel in Efeziërs 4:17,18 dat het denken aan de ijdelheid, de gedachten aan het duister, maar het hart aan de verharding onderworpen zijn. Ditzelfde blijkt ook uit heel helder uit de vernieuwing die de apostel aan het verstand, de ziel en het lichaam toeschrijft.((*Romeinen 12:1 *Efeziërs 4:23 *1 Tessalonicenzen 5:23)) | De hele mens, dus met ziel en lichaam, van het hoofd tot de voeten; met alle krachten van het lichaam en alle hogere en lagere vermogens van de ziel; met zijn verstand, zijn wil en zijn gevoelens. Daarom zegt de apostel in Efeziërs 4:17,18 dat het denken aan de ijdelheid, de gedachten aan het duister, maar het hart aan de verharding onderworpen zijn. Ditzelfde blijkt ook uit heel helder uit de vernieuwing die de apostel aan het verstand, de ziel en het lichaam toeschrijft.((*Romeinen 12:1 *Efeziërs 4:23 *1 Tessalonicenzen 5:23)) | ||
Regel 201: | Regel 204: | ||
- De apostel leert in Romeinen 7:7 dat in de wedergeboren mensen ook begeert overblijft, die hij steeds “zonde” noemt, waartegen wij zonder ophouden moeten strijden. Hij zegt eveneens dat de begeerte strijdt tegen de wet van God: “Ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.” En in Matteüs 5:28 lezen we: “Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.” In 1 Johannes 2:16 lezen we: “De begeerte der ogen en een hovaardig leven is niet uit de Vader, maar uit de wereld.” De apostel noemt bovendien ook datgene kwaad wat hij niet wil, dat wil zeggen: waarin hij niet toestemt. “Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik” (Romeinen 7:19). Daarom zegt Augustinus drie dingen van de begeerte: ze is zonde, een straf op de zonde en een oorzaak van de zonde. | - De apostel leert in Romeinen 7:7 dat in de wedergeboren mensen ook begeert overblijft, die hij steeds “zonde” noemt, waartegen wij zonder ophouden moeten strijden. Hij zegt eveneens dat de begeerte strijdt tegen de wet van God: “Ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren.” En in Matteüs 5:28 lezen we: “Een ieder, die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.” In 1 Johannes 2:16 lezen we: “De begeerte der ogen en een hovaardig leven is niet uit de Vader, maar uit de wereld.” De apostel noemt bovendien ook datgene kwaad wat hij niet wil, dat wil zeggen: waarin hij niet toestemt. “Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik” (Romeinen 7:19). Daarom zegt Augustinus drie dingen van de begeerte: ze is zonde, een straf op de zonde en een oorzaak van de zonde. | ||
- | ==== 34. Wat is de oorspronkelijke of erfzonde? ==== | + | ==== 34. Wat is de oorspronkelijke |
- | Anselmus omschrijft | + | Anselmus omschrijft |
==== 35. Hoe wordt deze zonde in de Schrift genoemd? ==== | ==== 35. Hoe wordt deze zonde in de Schrift genoemd? ==== | ||
Regel 216: | Regel 219: | ||
- De oude mens.((*Romeinen 6:6)) | - De oude mens.((*Romeinen 6:6)) | ||
- | ==== 36. Waarin verschilt de oorspronkelijke of erfzonde van de daadwerkelijke zonden? ==== | + | ==== 36. Waarin verschilt de erfzonde van de daadwerkelijke zonden? ==== |
Zoals de boom verschilt van de vruchten of de wortel van de takken. De erfzonde is als het ware de boom of de wortel, waaruit de slechte vruchten of takken voortkomen. Die laatste zijn dan de daadwerkelijke zonden, in uitwendige en inwendige zin. Uit het hart, zegt Christus, komen boze overleggingen voort (Matteüs 15:19). En in Galaten 5:19 worden de werken oftewel de vruchten van het vlees allemaal opgesomd. | Zoals de boom verschilt van de vruchten of de wortel van de takken. De erfzonde is als het ware de boom of de wortel, waaruit de slechte vruchten of takken voortkomen. Die laatste zijn dan de daadwerkelijke zonden, in uitwendige en inwendige zin. Uit het hart, zegt Christus, komen boze overleggingen voort (Matteüs 15:19). En in Galaten 5:19 worden de werken oftewel de vruchten van het vlees allemaal opgesomd. |