Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:15

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:15 [22-04-2021 om 12.47 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:15 [06-06-2025 om 10.19 uur] (huidige) Cornelis Bregman
Regel 3: Regel 3:
 ==== 1. Waar komt het woord “zonde” vandaan? ==== ==== 1. Waar komt het woord “zonde” vandaan? ====
  
-Het Latijnse woord //peccatum// (zonde) stamt af van //peccando// (zondigen). Zondigen is naar de omschrijving van Cicero in het derde boek van zijn //Paradoxo// niets anders dan buiten de perken springen, terwijl men zich daarbinnen had moeten houden. Dit wordt door de Romeinen //vitium//, //malitia// genoemd, dat wil zeggen een gebrek of slechtheid door een verkeerde geaardheid van het gemoed. Of: //error// of //delictum//, een dwaling, iets misdoen door een uitwendige en lichte dwaling. Of: //flagitium//, //facinus//, //scelus//, een slechte streek, een openbaar en schandelijk feit. Of: //crimen// en //culpa//, misdaad en schuld vanwege de zaken waarvan men wordt beschuldigd.+Het Latijnse woord //peccatum// (zonde) stamt af van //peccando// (zondigen). Zondigen is naar de omschrijving van Cicero in het derde boek van zijn //Paradoxo// niets anders dan buiten de perken springen, terwijl men zich daarbinnen had moeten houden. Dit wordt door de Romeinen //vitium//, //malitia// genoemd, dat wil zeggen een gebrek of slechtheid door een verkeerde geaardheid van het gemoed. Of: //error// of //delictum//, een dwaling, iets misdoen door een uitwendige en lichte dwaling. Of: //flagitium//, //facinus//, //scelus//, een slechte streek, een openbaar schandelijk feit. Of: //crimen// en //culpa//, misdaad en schuld vanwege de zaken waarvan men wordt beschuldigd.
  
 Door de Joden wordt het zondigen //chetbea// genoemd, want //catha// betekent: van het doel wegdwalen wat u in het oog behoorde te houden om het te bereiken; of ook wel: afwijken van datgene waarvan we weten dat het goed is, namelijk Gods wet. Door de Joden wordt het zondigen //chetbea// genoemd, want //catha// betekent: van het doel wegdwalen wat u in het oog behoorde te houden om het te bereiken; of ook wel: afwijken van datgene waarvan we weten dat het goed is, namelijk Gods wet.
Regel 27: Regel 27:
 ==== 4. Er gebeurt niets in de wereld en er kan ook niets gebeuren buiten de wijze en rechtvaardige voorzienigheid van God om; moet daarom niet gezegd worden dat God de Auteur en Oorzaak van de zonde is? ==== ==== 4. Er gebeurt niets in de wereld en er kan ook niets gebeuren buiten de wijze en rechtvaardige voorzienigheid van God om; moet daarom niet gezegd worden dat God de Auteur en Oorzaak van de zonde is? ====
  
-Absoluut niet! God haat, verbiedt en straft de zonde immers als iets wat met Zijn grote goedheid in strijd is, zoals Johannes zegt in zijn eerste brief, hoofdstuk 2:16: “De begeerte des vlezes – daaronder verstaat hij alle zonden –, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld.” En in Jakobus 1:14 en 15 lezen we: “Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijn eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.” In Prediker 7:29 staat: “Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele bedenkselen.” Het is overigens wel waar dat God in Zijn raad de zonde laat plaatsvinden, zoals in het hoofdstuk over de voorzienigheid al is gezegd.+Absoluut niet! God haat, verbiedt en straft de zonde immers als iets wat met Zijn grote goedheid in strijd is, zoals Johannes zegt in zijn eerste brief, hoofdstuk ~1 Johannes 2:16: “De begeerte des vlezes – daaronder verstaat hij alle zonden –, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld.” En in Jakobus 1:14 en 15 lezen we: “Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort.” In Prediker 7:29 staat: “Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele bedenkselen.” Het is overigens wel waar dat God in Zijn raad de zonde laat plaatsvinden, zoals in het hoofdstuk over de voorzienigheid al is gezegd.
  
 ==== 5. Wat is de inwendige oorzaak van de zonde? ==== ==== 5. Wat is de inwendige oorzaak van de zonde? ====
Regel 33: Regel 33:
 Daarvan zijn er ook verschillende te noemen. Daarvan zijn er ook verschillende te noemen.
  
-  - De verdorvenheid van de menselijke natuur zelf, die door de apostelen meestal “begeerte” wordt genoemd. “Ook wij allen hebben vroeger daarin verkeer, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten” (Efeziërs 2:3).+  - De verdorvenheid van de menselijke natuur zelf, die door de apostelen meestal “begeerte” wordt genoemd. “Ook wij allen hebben vroeger daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten” (Efeziërs 2:3).
   - De bereidwilligheid ten aanzien van onze wil. “Een ieder die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd” (Matteüs 5:28).   - De bereidwilligheid ten aanzien van onze wil. “Een ieder die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd” (Matteüs 5:28).
   - De onwetendheid waarmee de wil dikwijls bedrogen wordt. Daarvan spreekt de apostel in 1 Timotheüs 1:12 en 13: “Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft, hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was. Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb.” Onwetendheid is namelijk geen verontschuldiging ten aanzien van zaken die men ambtshalve behoort te weten. Men zegt wel dat onwetendheid een excuus is, maar dat geldt wel voor veel dingen, maar niet voor alle.   - De onwetendheid waarmee de wil dikwijls bedrogen wordt. Daarvan spreekt de apostel in 1 Timotheüs 1:12 en 13: “Ik breng dank aan Hem, die mij kracht gegeven heeft, Christus Jezus, onze Here, dat Hij mij getrouw geacht heeft, daar Hij mij in de bediening gesteld heeft, hoewel ik vroeger een godslasteraar en een vervolger en een geweldenaar was. Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb.” Onwetendheid is namelijk geen verontschuldiging ten aanzien van zaken die men ambtshalve behoort te weten. Men zegt wel dat onwetendheid een excuus is, maar dat geldt wel voor veel dingen, maar niet voor alle.
-  - De zwakte van het gemoedsleven en het zwakke geloof, waardoor men niet altijd de geweldige verzoekingen van de satan en het vlees niet altijd kan weerstaan. En hoewel we betere dingen zien en daarmee ook instemmen, toch kunnen we door de verleidingen worden overwonnen en geven we toe aan ernstige zonden, zoals met Petrus is gebeurd, toen hij Christus verloochende,((*Matteüs 26:69)) en zoals David, toen hij overspel deed.((*2 Samuël 11:24))+  - De zwakte van het gemoedsleven en het zwakke geloof, waardoor men niet altijd de geweldige verzoekingen van de satan en het vlees kan weerstaan. En hoewel we betere dingen zien en daarmee ook instemmen, toch kunnen we door de verleidingen worden overwonnen en geven we toe aan ernstige zonden, zoals met Petrus is gebeurd, toen hij Christus verloochende,((*Matteüs 26:69)) en zoals David, toen hij overspel deed.((*2 Samuël 11:24))
   - De geheel vrijwillige en opzettelijke goddeloosheid van de mens zelf, waar Jeremia van zegt: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?” (Jeremia 17:9) Deze zonde is als die van de duivel. In 1 Johannes 3:8 lezen we daarvan: “Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne.” Hier betekent “zonde doen” niet gewoon “zondigen”, maar een opzettelijk voornemen hebben om te zondigen en daarmee gretig bezig te zijn. De verrader Judas is hiervan een voorbeeld, die te horen kreeg: “Wat gij doen wilt, doe het met spoed” (Johannes 13:27). Op deze manier zondigen de gelovigen niet. “Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde”; dat wil zeggen: zet zich er niet toe om bewust te gaan zondigen. Maar ook is waar: “Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet” (1 Johannes 1:8).   - De geheel vrijwillige en opzettelijke goddeloosheid van de mens zelf, waar Jeremia van zegt: “Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen?” (Jeremia 17:9) Deze zonde is als die van de duivel. In 1 Johannes 3:8 lezen we daarvan: “Wie de zonde doet, is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne.” Hier betekent “zonde doen” niet gewoon “zondigen”, maar een opzettelijk voornemen hebben om te zondigen en daarmee gretig bezig te zijn. De verrader Judas is hiervan een voorbeeld, die te horen kreeg: “Wat gij doen wilt, doe het met spoed” (Johannes 13:27). Op deze manier zondigen de gelovigen niet. “Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde”; dat wil zeggen: zet zich er niet toe om bewust te gaan zondigen. Maar ook is waar: “Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet” (1 Johannes 1:8).
   - De gewoontevorming in het doen van zonden. Dit is niet de geringste oorzaak van de zonde, zoals Efeziërs 2:2 duidelijk maakt: “… zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld.”   - De gewoontevorming in het doen van zonden. Dit is niet de geringste oorzaak van de zonde, zoals Efeziërs 2:2 duidelijk maakt: “… zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld.”
Regel 47: Regel 47:
   - Door het begaan van een zonde wijkt de genade van de Heilige Geest, en daardoor kan de mens niet anders dan in andere ernstige zonden vallen.   - Door het begaan van een zonde wijkt de genade van de Heilige Geest, en daardoor kan de mens niet anders dan in andere ernstige zonden vallen.
   - Als God de ene zonde met de andere straft, geeft Hij degene die gezondigd heeft, in de handen van de satan over, die vervolgens met kracht in hem werkt.((*Romeinen 1:26 *Efeziërs 2:2 *2 Tessalonicenzen 2:11))   - Als God de ene zonde met de andere straft, geeft Hij degene die gezondigd heeft, in de handen van de satan over, die vervolgens met kracht in hem werkt.((*Romeinen 1:26 *Efeziërs 2:2 *2 Tessalonicenzen 2:11))
-  - Men valt heel gemakkelijk van de ene zonde in een soortgelijke zonde. De zondige daden vormen immers een goede stemming, gezindheid en een steeds sterkere neiging((de dispositien ofte bequame stellingen ende toeneygende hebbelickheden)) om méér dergelijke zondige daden te doen. Zo is een overdadige manier van leven een oorzaak om te gaan stelen; dronkenschap een oorzaak van allerlei vuile lusten. Zo wordt men van de ene zonde naar de andere gesleept. +  - Men valt heel gemakkelijk van de ene zonde in een soortgelijke zonde. De zondige daden vormen immers een goede stemming, gezindheid en een steeds sterkere neiging om méér dergelijke zondige daden te doen. Zo is een overdadige manier van leven een oorzaak om te gaan stelen; dronkenschap een oorzaak van allerlei vuile lusten. Zo wordt men van de ene zonde naar de andere gesleept. 
-  - Heel vaak kan de ene zonde niet gedaan worden zonder veel andere zonden. Daarvan uitgaand heeft de apostel in 1 Timotheüs 6:10 gezegd: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.” Jakobus zegt in hoofdstuk 2:10: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).” En Efeziërs 5:18 stelt: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is.”+  - Heel vaak kan de ene zonde niet gedaan worden zonder veel andere zonden. Daarvan uitgaand heeft de apostel in 1 Timotheüs 6:10 gezegd: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.” Jakobus zegt in hoofdstuk 2:10: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden.” En Efeziërs 5:18 stelt: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is.”
   - Om een bepaald doel te bereiken wordt dikwijls vanwege de ene zonde ook een andere gedaan. Dat zien we bij Judas, die vanwege de liefde tot het geld Christus verraden heeft.((*Johannes 12:6 *Matteüs 26:14-16))   - Om een bepaald doel te bereiken wordt dikwijls vanwege de ene zonde ook een andere gedaan. Dat zien we bij Judas, die vanwege de liefde tot het geld Christus verraden heeft.((*Johannes 12:6 *Matteüs 26:14-16))
  
 ==== 7. Is de zonde niet iets wat iets toevoegt en aanbrengt of is ze juist iets wat ons berooft? ==== ==== 7. Is de zonde niet iets wat iets toevoegt en aanbrengt of is ze juist iets wat ons berooft? ====
  
-De zonde is niet iets wat toevoegt of aanbrengt; dan zou het iets geweest zijn wat God geschapen heeft, maar ze is ook niet simpelweg een niets. Ze is ook niet zomaar een puur wegroven van iets, zoals de dood een beroving van het leven is, of zoals duisternis een wegnemen is van licht. Maar ze is een gebrek, het afbreken of het vernielen van iets wat aangebracht is, namelijk van het werk en de ordening door God, in het schepsel dat daardoor de schuld draagt van het afkeren en afwijken van wat God heeft bedoeld. Het is te vergelijken met het vervallen van een huis tot een ruïne, en met het verlies van het gezichtsvermogen dat tot blindheid leidt. Paulus noemt de zonde een gebrek of een beroofd worden van iets, als hij zegt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Het is wel zo dat er uitwendige en inwendige factoren bij komen – dingen die wat lijken voor te stellen, maar toch verwarring en dwaling tot gevolg hebben. Het is als bij de broedermoord door Kaïn. De beweging door het opheffen van de handen is zo’n factor, maar de zonde zelf is een afwijking van Gods wet en een wegdwalen van Gods wil. Ze is dus een afwijken en een verwarring van de goddelijke orde. In die zin zegt Thomas van Aquino dat de zonde niet alleen maar een beroving van of de afwezigheid van iets goeds, maar een bepaalde verderfelijke neiging of daad, die van de orde waarin ze behoort te zijn beroofd is. Ze is een verscheuren en in de war brengen van een zekere orde, waardoor al onze krachten en neigingen bestuurd horen te worden.+De zonde is niet iets wat toevoegt of aanbrengt; dan zou het iets geweest zijn wat God geschapen heeft, maar ze is ook niet simpelweg een "niets". Ze is ook niet zomaar een puur wegroven van iets, zoals de dood een beroving van het leven is, of zoals duisternis een wegnemen is van licht. Maar ze is een gebrek, het afbreken of het vernielen van iets wat aangebracht is, namelijk van het werk en de ordening door God, in het schepsel dat daardoor de schuld draagt van het afkeren en afwijken van wat God heeft bedoeld. Het is te vergelijken met het vervallen van een huis tot een ruïne, en met het verlies van het gezichtsvermogen dat tot blindheid leidt. Paulus noemt de zonde een gebrek of een beroofd worden van iets, als hij zegt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Het is wel zo dat er uitwendige en inwendige factoren bij komen – dingen die wat lijken voor te stellen, maar toch verwarring en dwaling tot gevolg hebben. Het is als bij de broedermoord door Kaïn. De beweging door het opheffen van de handen is zo’n factor, maar de zonde zelf is een afwijking van Gods wet en een wegdwalen van Gods wil. Ze is dus een afwijken en een verwarring van de goddelijke orde. In die zin zegt Thomas van Aquino dat de zonde niet alleen maar een beroving van of de afwezigheid van iets goeds, maar een bepaalde verderfelijke neiging of daad, die van de orde waarin ze behoort te zijn beroofd is. Ze is een verscheuren en in de war brengen van een zekere orde, waardoor al onze krachten en neigingen bestuurd horen te worden.
  
 ==== 8. Wat is het subject van de zonde? ==== ==== 8. Wat is het subject van de zonde? ====
  
-Dat is het redelijke schepsel, want in hem alleen, de mens, heeft de zonde in eigenlijke zin een plaats gekregen. Alleen hij had immers begrip en kennis heeft van de wet en de wil van God, en had die ook overdacht. Dat geldt niet voor de onredelijke schepselen.+Dat is het redelijke schepsel, want in hem alleen, de mens, heeft de zonde in eigenlijke zin een plaats gekregen. Alleen hij had immers begrip en kennis van de wet en de wil van God, en had die ook overdacht. Dat geldt niet voor de onredelijke schepselen.
  
-==== 9. Hoeveel aspecten zijn er in de zonde? ====+==== 9. Uit hoeveel delen bestaat de zonde? ==== 
 +  
 +Uit twee delen, namelijk:
  
-Twee, het stoffelijke of materiële aspect én het wezenlijke van de zonde zelf; oftewel de slechte en schuldig stellende daad én de schuld op zich, die ook een ontkenning van de straf inhoudt((oft de verbieding van straffe))De schuldig stellende daad of het materiële aspect van de zonde bestaat uit onwettigheid en ongerechtigheid, in gebreke blijven, verdorvenheid, neiging tot het kwade, de daad die tegen Gods wet strijdt, en de aan ons klevende slechtheid zelf. Maar de schuld waardoor wij schuldig staan of het wezenlijke van de zonde is de gebondenheid aan de tijdelijke en eeuwige straf, die wel moet volgen op de verordeningen die uit de wil en rechtvaardigheid van God voortkomen.((*Romeinen 5:12 *Efeziërs 2:4))+  - Een materieel deel: de schuldig stellende misdaadDeze bestaat uit onwettigheid en ongerechtigheid, in gebreke blijven, verdorvenheid, neiging tot het kwade, de daad die tegen Gods wet strijdt, en de aan ons klevende slechtheid zelf. 
 +  - Een formeel deel: de schuld zelf. Dit is de verplichting tot de tijdelijke en eeuwige straf, naar de ordening van Gods wil en gerechtigheid.((*Romeinen 5:12 *Efeziërs 2:4))
  
-Deze schuld wordt genezen, hersteld en weggenomen door de gehoorzaamheid en gerechtigheid van Christus, die ons door het geloof worden toegerekend. Die schuld wordt weggenomen door de hemelse kracht, die voortvloeit uit de opstanding van Christus en wedergeboorte genoemd wordt (hoewel ze gewoonlijk als ‘aanklevende gerechtigheid’ wordt aangeduid) en eveneens door de volmaakte heiliging van de menselijke natuur in Christus.+Dit laatste wordt genezen, hersteld en weggenomen door de gehoorzaamheid en gerechtigheid van Christus, die ons door het geloof worden toegerekend. Het eerste wordt weggenomen door de hemelse kracht, die voortvloeit uit de opstanding van Christus en wedergeboorte genoemd wordt (hoewel ze gewoonlijk als ‘aanklevende gerechtigheid’ wordt aangeduid) en eveneens door de volmaakte heiliging van de menselijke natuur in Christus.
  
 ==== 10. Wat is het gevolg van de zonde? ==== ==== 10. Wat is het gevolg van de zonde? ====
Regel 76: Regel 79:
  
   - Uit de zich wijd uitstrekkende grootte van Gods beledigde majesteit.   - Uit de zich wijd uitstrekkende grootte van Gods beledigde majesteit.
-  - Uit de straf die het gevolg is van Adams val, en uit de vele ellendige en verdrietige omstandigheden waardoor wij geheel en al door omringd worden. We denken dan aan ziekte, oorlog, hongersnood, pest en andere meer of minder zichtbare of onzichtbare ongelukkige situaties. +  - Uit de straf die het gevolg is van Adams val, en uit de vele ellendige en verdrietige omstandigheden waar wij geheel en al door omringd worden. We denken dan aan ziekte, oorlog, hongersnood, pest en andere meer of minder zichtbare of onzichtbare ongelukkige situaties. 
-  - Uit de waarde van het kostbare geld tot verzoening waardoor wij van de zonde verlost zijn; dat wil zeggen: door de dood van Gods Zoon, Die een slachtoffer moest worden om ons vrij te maken van de zonde((opdat hy de sonde soude ontsondigen)) en de schuld te verzoenen. Daarmee heeft Hij voldaan aan de rechtvaardigheid van God.+  - Uit de waarde van het kostbare geld tot verzoening waardoor wij van de zonde verlost zijn; dat wil zeggen: door de dood van Gods Zoon, Die een slachtoffer moest worden om ons vrij te maken van de zonde en de schuld te verzoenen. Daarmee heeft Hij voldaan aan de rechtvaardigheid van God.
   - Uit de angsten die in het geweten worden geleden; daardoor wordt de harten gepijnigd in het ervaren of gevoelen van Gods toorn.   - Uit de angsten die in het geweten worden geleden; daardoor wordt de harten gepijnigd in het ervaren of gevoelen van Gods toorn.
   - Uit de tijdelijke dood.   - Uit de tijdelijke dood.
Regel 98: Regel 101:
 ==== 15. Wat houdt de verdorvenheid van de menselijke natuur in – een natuur die aanvankelijk goed was en waarin Adam geschapen is – die op de overtreding van Adam is gevolgd? ==== ==== 15. Wat houdt de verdorvenheid van de menselijke natuur in – een natuur die aanvankelijk goed was en waarin Adam geschapen is – die op de overtreding van Adam is gevolgd? ====
  
-Het is de beroving van het hemelse beeld waarin Adam geschapen was. Dat beeld hield in: wijsheid, deugdzaamheid, heiligheid, waarheid en gerechtigheid. Met al deze eigenschappen was de mens in het begin van de schepping versierd. In plaats daarvan is hij een kopie van het beeld van de satan geworden. Dat wil zeggen dat blindheid, machteloosheid, onreinheid, zinloosheid en onrechtvaardigheid nu zijn deel is geworden. Dit alles betekent dat de mens nu niet anders kan doen dan zondigen.+Het is de beroving van het hemelse beeld waarin Adam geschapen was. Dat beeld hield in: wijsheid, deugdzaamheid, heiligheid, waarheid en gerechtigheid. Met al deze eigenschappen was de mens in het begin van de schepping versierd. In plaats daarvan is hij een kopie van het beeld van de satan geworden. Dat wil zeggen dat blindheid, machteloosheid, onreinheid, zinloosheid en onrechtvaardigheid nu zijn deel zijn geworden. Dit alles betekent dat de mens nu niet anders kan doen dan zondigen.
  
 ==== 16. Hoeveel aspecten zijn er in de verdorvenheid? ==== ==== 16. Hoeveel aspecten zijn er in de verdorvenheid? ====
  
-Twee, de oorspronkelijke en de huidige, daadwerkelijke verdorvenheid. De ene is de moeder en de andere het verdorven kind. De ene is een fatale en vergiftige plant, en de andere een vuile en stinkende pest. De ene wordt de oorspronkelijke zonde of erfzonde genoemd, dat wil zeggen: de zonde waarin we zijn voortgeplant en geboren;((*Efeziërs 2:3 *Psalm 51:7)) de andere is de dadelijke’ of daadwerkelijke zonde, dus de zonde die we over ons heen brengen of die we doen. Deze twee verdorvenheden zijn overigens veel meer in soorten’ te onderscheiden, waarbij de ene afhankelijk is van de andere. Ze liggen in elkaars verlengde, maar zijn ook met elkaar in strijd. De ene is als het ware een oorzaak, de wortel; en de andere is de vrucht en het resultaat. Dit onderscheid is gefundeerd op wat Romeinen 5:14 ons zegt.+Twee, de oorspronkelijke en de huidige, daadwerkelijke verdorvenheid. De ene is de moeder en de andere het verdorven kind. De ene is een fatale en vergiftige plant, en de andere een vuile en stinkende pest. De ene wordt de oorspronkelijke zonde of erfzonde genoemd, dat wil zeggen: de zonde waarin we zijn voortgeplant en geboren;((*Efeziërs 2:3 *Psalm 51:7)) de andere is de  "dadelijkeof daadwerkelijke zonde, dus de zonde die we over ons heen brengen of die we doen. Deze twee verdorvenheden zijn overigens veel meer in "soortente onderscheiden, waarbij de ene afhankelijk is van de andere. Ze liggen in elkaars verlengde, maar zijn ook met elkaar in strijd. De ene is als het ware een oorzaak, de wortel; en de andere is de vrucht en het resultaat. Dit onderscheid is gefundeerd op wat Romeinen 5:14 ons zegt.
  
 ==== 17. Wat verstaat u onder de erfzonde? ==== ==== 17. Wat verstaat u onder de erfzonde? ====
Regel 110: Regel 113:
 ==== 18. Maar wat wordt er dan door Adam op zijn nakomelingen overgebracht? ==== ==== 18. Maar wat wordt er dan door Adam op zijn nakomelingen overgebracht? ====
  
-Zowel de vorm als de inhoud van de zonde. Zo leert de apostel in Romeinen 5 heel duidelijk vanaf vers 12 tot aan het einde van dit hoofdstuk. Dus niet alleen de beroving zelf van de oorspronkelijke gerechtigheid en de verdorvenheid van de gehele menselijke natuur, maar ook de staat van beschuldiging, dat wil zeggen: het verbonden zijn aan de eeuwige straf waarin Adam zichzelf en al zijn nakomelingen in gewenteld heeft. Dat is de eerste ongehoorzaamheid van Adam zelf, die ons allen toegerekend wordt en die dus op alle mensen gekomen is. Al is het dan niet door een bepaalde daad, toch is die ons deel geworden in een erkennen van schuld en toerekening. Zo wordt het ook geleerd in Romeinen 5:12, waar staat dat wij allen in Adam als de wortel van het menselijke geslacht gezondigd hebben. Wij waren namelijk in zijn lendenen. Zie ook de verzen 16 en 18. De schuld is door de val van één mens op alle mensen gekomen tot veroordeling. Zie ook vers 19. Door de ongehoorzaamheid van één mens zijn zij allen onrechtvaardigen en zondaars geworden. Dat wil zeggen dat ze als schuldigen aan de toorn van God zijn onderworpen om veroordeeld te worden tot de eeuwige dood.+Zowel de vorm als de inhoud van de zonde. Zo leert de apostel in Romeinen 5 heel duidelijk vanaf vers 12 tot aan het einde van dit hoofdstuk. Dus niet alleen de beroving zelf van de oorspronkelijke gerechtigheid en de verdorvenheid van de gehele menselijke natuur, maar ook de staat van beschuldiging, dat wil zeggen: het verbonden zijn aan de eeuwige straf waarin Adam zichzelf en al zijn nakomelingen gewenteld heeft. Dat is de eerste ongehoorzaamheid van Adam zelf, die ons allen toegerekend wordt en die dus op alle mensen gekomen is. Al is het dan niet door een bepaalde daad, toch is die ons deel geworden in een erkennen van schuld en toerekening. Zo wordt het ook geleerd in Romeinen 5:12, waar staat dat wij allen in Adam als de wortel van het menselijke geslacht gezondigd hebben. Wij waren namelijk in zijn lendenen. Zie ook de verzen 16 en 18. De schuld is door de val van één mens op alle mensen gekomen tot veroordeling. Zie ook vers 19. Door de ongehoorzaamheid van één mens zijn zij allen onrechtvaardigen en zondaars geworden. Dat wil zeggen dat ze als schuldigen aan de toorn van God zijn onderworpen om veroordeeld te worden tot de eeuwige dood.
  
 ==== 19. Nu wordt gezegd dat Levi in Abraham tienden gegeven heeft, omdat hij in de lendenen van Abraham was (Hebreeën 7:5). Waarom wordt dan niet gezegd dat Christus in Adam gezondigd heeft? ==== ==== 19. Nu wordt gezegd dat Levi in Abraham tienden gegeven heeft, omdat hij in de lendenen van Abraham was (Hebreeën 7:5). Waarom wordt dan niet gezegd dat Christus in Adam gezondigd heeft? ====
Regel 165: Regel 168:
 //Mag men wel zeggen dat evenals de zonde van Adam ook de zonden van andere ouders op hun nakomelingen wordt overgebracht?// //Mag men wel zeggen dat evenals de zonde van Adam ook de zonden van andere ouders op hun nakomelingen wordt overgebracht?//
  
-De wijze waarop is niet dezelfde, want de eerste zonde is niet zozeer een persoonlijke en Adams eigen zonde geweest, maar een zonde van de menselijke natuur en daarom van het gehele menselijke geslacht dat in zijn lendenen in oorsprong aanwezig was. Daarom was die zonde inderdaad een oorspronkelijke zonde. Maar de andere zonden van Adam en van alle andere mensen zijn werkelijk persoonlijke zonden geweest, waarvan Ezechiël spreekt in hoofdstuk 18:20: “De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen.”+De wijze waarop is niet dezelfde, want de eerste zonde is niet zozeer een persoonlijke en Adams eigen zonde geweest, maar een zonde van de menselijke natuur en daarom van het gehele menselijke geslacht dat in zijn lendenen in oorsprong aanwezig was. Daarom was die zonde inderdaad een oorspronkelijke zonde. Maar de andere zonden van Adam en van alle andere mensen zijn werkelijk persoonlijke zonden geweest, waarvan Ezechiël spreekt in hoofdstuk ~Ezechiël 18:20: “De ziel die zondigt, die zal sterven. Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen.”
  
 Het is echter niet ongerijmd als we zeggen dat de zonden van de eigen ouders aan de kinderen door het verdorven zaad mét het lichaam worden meegegeven. In de eerste plaats gebeurt dit door de smet van de zonden, en vervolgens omdat de ziel door het lichaam besmet wordt. Daardoor zegt God in Exodus 20:5: “Ik, de HERE, uw God, ben een na-ijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen.” Het is echter niet ongerijmd als we zeggen dat de zonden van de eigen ouders aan de kinderen door het verdorven zaad mét het lichaam worden meegegeven. In de eerste plaats gebeurt dit door de smet van de zonden, en vervolgens omdat de ziel door het lichaam besmet wordt. Daardoor zegt God in Exodus 20:5: “Ik, de HERE, uw God, ben een na-ijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen.”


Paginahulpmiddelen