Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
institutie:15 [05-06-2025 om 09.43 uur] – Cornelis Bregman | institutie:15 [06-06-2025 om 10.19 uur] (huidige) – Cornelis Bregman | ||
---|---|---|---|
Regel 47: | Regel 47: | ||
- Door het begaan van een zonde wijkt de genade van de Heilige Geest, en daardoor kan de mens niet anders dan in andere ernstige zonden vallen. | - Door het begaan van een zonde wijkt de genade van de Heilige Geest, en daardoor kan de mens niet anders dan in andere ernstige zonden vallen. | ||
- Als God de ene zonde met de andere straft, geeft Hij degene die gezondigd heeft, in de handen van de satan over, die vervolgens met kracht in hem werkt.((*Romeinen 1:26 *Efeziërs 2:2 *2 Tessalonicenzen 2:11)) | - Als God de ene zonde met de andere straft, geeft Hij degene die gezondigd heeft, in de handen van de satan over, die vervolgens met kracht in hem werkt.((*Romeinen 1:26 *Efeziërs 2:2 *2 Tessalonicenzen 2:11)) | ||
- | - Men valt heel gemakkelijk van de ene zonde in een soortgelijke zonde. De zondige daden vormen immers een goede stemming, gezindheid en een steeds sterkere neiging((de dispositien ofte bequame stellingen ende toeneygende hebbelickheden)) | + | - Men valt heel gemakkelijk van de ene zonde in een soortgelijke zonde. De zondige daden vormen immers een goede stemming, gezindheid en een steeds sterkere neiging om méér dergelijke zondige daden te doen. Zo is een overdadige manier van leven een oorzaak om te gaan stelen; dronkenschap een oorzaak van allerlei vuile lusten. Zo wordt men van de ene zonde naar de andere gesleept. |
- | - Heel vaak kan de ene zonde niet gedaan worden zonder veel andere zonden. Daarvan uitgaand heeft de apostel in 1 Timotheüs 6:10 gezegd: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.” Jakobus zegt in hoofdstuk 2:10: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).” En Efeziërs 5:18 stelt: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is.” | + | - Heel vaak kan de ene zonde niet gedaan worden zonder veel andere zonden. Daarvan uitgaand heeft de apostel in 1 Timotheüs 6:10 gezegd: “Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht.” Jakobus zegt in hoofdstuk 2:10: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden.” En Efeziërs 5:18 stelt: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is.” |
- Om een bepaald doel te bereiken wordt dikwijls vanwege de ene zonde ook een andere gedaan. Dat zien we bij Judas, die vanwege de liefde tot het geld Christus verraden heeft.((*Johannes 12:6 *Matteüs 26:14-16)) | - Om een bepaald doel te bereiken wordt dikwijls vanwege de ene zonde ook een andere gedaan. Dat zien we bij Judas, die vanwege de liefde tot het geld Christus verraden heeft.((*Johannes 12:6 *Matteüs 26:14-16)) | ||
==== 7. Is de zonde niet iets wat iets toevoegt en aanbrengt of is ze juist iets wat ons berooft? ==== | ==== 7. Is de zonde niet iets wat iets toevoegt en aanbrengt of is ze juist iets wat ons berooft? ==== | ||
- | De zonde is niet iets wat toevoegt of aanbrengt; dan zou het iets geweest zijn wat God geschapen heeft, maar ze is ook niet simpelweg een ‘niets’. Ze is ook niet zomaar een puur wegroven van iets, zoals de dood een beroving van het leven is, of zoals duisternis een wegnemen is van licht. Maar ze is een gebrek, het afbreken of het vernielen van iets wat aangebracht is, namelijk van het werk en de ordening door God, in het schepsel dat daardoor de schuld draagt van het afkeren en afwijken van wat God heeft bedoeld. Het is te vergelijken met het vervallen van een huis tot een ruïne, en met het verlies van het gezichtsvermogen dat tot blindheid leidt. Paulus noemt de zonde een gebrek of een beroofd worden van iets, als hij zegt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Het is wel zo dat er uitwendige en inwendige factoren bij komen – dingen die wat lijken voor te stellen, maar toch verwarring en dwaling tot gevolg hebben. Het is als bij de broedermoord door Kaïn. De beweging door het opheffen van de handen is zo’n factor, maar de zonde zelf is een afwijking van Gods wet en een wegdwalen van Gods wil. Ze is dus een afwijken en een verwarring van de goddelijke orde. In die zin zegt Thomas van Aquino dat de zonde niet alleen maar een beroving van of de afwezigheid van iets goeds, maar een bepaalde verderfelijke neiging of daad, die van de orde waarin ze behoort te zijn beroofd is. Ze is een verscheuren en in de war brengen van een zekere orde, waardoor al onze krachten en neigingen bestuurd horen te worden. | + | De zonde is niet iets wat toevoegt of aanbrengt; dan zou het iets geweest zijn wat God geschapen heeft, maar ze is ook niet simpelweg een "niets". Ze is ook niet zomaar een puur wegroven van iets, zoals de dood een beroving van het leven is, of zoals duisternis een wegnemen is van licht. Maar ze is een gebrek, het afbreken of het vernielen van iets wat aangebracht is, namelijk van het werk en de ordening door God, in het schepsel dat daardoor de schuld draagt van het afkeren en afwijken van wat God heeft bedoeld. Het is te vergelijken met het vervallen van een huis tot een ruïne, en met het verlies van het gezichtsvermogen dat tot blindheid leidt. Paulus noemt de zonde een gebrek of een beroofd worden van iets, als hij zegt: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). Het is wel zo dat er uitwendige en inwendige factoren bij komen – dingen die wat lijken voor te stellen, maar toch verwarring en dwaling tot gevolg hebben. Het is als bij de broedermoord door Kaïn. De beweging door het opheffen van de handen is zo’n factor, maar de zonde zelf is een afwijking van Gods wet en een wegdwalen van Gods wil. Ze is dus een afwijken en een verwarring van de goddelijke orde. In die zin zegt Thomas van Aquino dat de zonde niet alleen maar een beroving van of de afwezigheid van iets goeds, maar een bepaalde verderfelijke neiging of daad, die van de orde waarin ze behoort te zijn beroofd is. Ze is een verscheuren en in de war brengen van een zekere orde, waardoor al onze krachten en neigingen bestuurd horen te worden. |
==== 8. Wat is het subject van de zonde? ==== | ==== 8. Wat is het subject van de zonde? ==== | ||
- | Dat is het redelijke schepsel, want in hem alleen, de mens, heeft de zonde in eigenlijke zin een plaats gekregen. Alleen hij had immers begrip en kennis | + | Dat is het redelijke schepsel, want in hem alleen, de mens, heeft de zonde in eigenlijke zin een plaats gekregen. Alleen hij had immers begrip en kennis van de wet en de wil van God, en had die ook overdacht. Dat geldt niet voor de onredelijke schepselen. |
==== 9. Uit hoeveel delen bestaat de zonde? ==== | ==== 9. Uit hoeveel delen bestaat de zonde? ==== | ||
Regel 79: | Regel 79: | ||
- Uit de zich wijd uitstrekkende grootte van Gods beledigde majesteit. | - Uit de zich wijd uitstrekkende grootte van Gods beledigde majesteit. | ||
- | - Uit de straf die het gevolg is van Adams val, en uit de vele ellendige en verdrietige omstandigheden | + | - Uit de straf die het gevolg is van Adams val, en uit de vele ellendige en verdrietige omstandigheden |
- | - Uit de waarde van het kostbare geld tot verzoening waardoor wij van de zonde verlost zijn; dat wil zeggen: door de dood van Gods Zoon, Die een slachtoffer moest worden om ons vrij te maken van de zonde((opdat hy de sonde soude ontsondigen)) | + | - Uit de waarde van het kostbare geld tot verzoening waardoor wij van de zonde verlost zijn; dat wil zeggen: door de dood van Gods Zoon, Die een slachtoffer moest worden om ons vrij te maken van de zonde en de schuld te verzoenen. Daarmee heeft Hij voldaan aan de rechtvaardigheid van God. |
- Uit de angsten die in het geweten worden geleden; daardoor wordt de harten gepijnigd in het ervaren of gevoelen van Gods toorn. | - Uit de angsten die in het geweten worden geleden; daardoor wordt de harten gepijnigd in het ervaren of gevoelen van Gods toorn. | ||
- Uit de tijdelijke dood. | - Uit de tijdelijke dood. | ||
Regel 101: | Regel 101: | ||
==== 15. Wat houdt de verdorvenheid van de menselijke natuur in – een natuur die aanvankelijk goed was en waarin Adam geschapen is – die op de overtreding van Adam is gevolgd? ==== | ==== 15. Wat houdt de verdorvenheid van de menselijke natuur in – een natuur die aanvankelijk goed was en waarin Adam geschapen is – die op de overtreding van Adam is gevolgd? ==== | ||
- | Het is de beroving van het hemelse beeld waarin Adam geschapen was. Dat beeld hield in: wijsheid, deugdzaamheid, | + | Het is de beroving van het hemelse beeld waarin Adam geschapen was. Dat beeld hield in: wijsheid, deugdzaamheid, |
==== 16. Hoeveel aspecten zijn er in de verdorvenheid? | ==== 16. Hoeveel aspecten zijn er in de verdorvenheid? | ||
- | Twee, de oorspronkelijke en de huidige, daadwerkelijke verdorvenheid. De ene is de moeder en de andere het verdorven kind. De ene is een fatale en vergiftige plant, en de andere een vuile en stinkende pest. De ene wordt de oorspronkelijke zonde of erfzonde genoemd, dat wil zeggen: de zonde waarin we zijn voortgeplant en geboren; | + | Twee, de oorspronkelijke en de huidige, daadwerkelijke verdorvenheid. De ene is de moeder en de andere het verdorven kind. De ene is een fatale en vergiftige plant, en de andere een vuile en stinkende pest. De ene wordt de oorspronkelijke zonde of erfzonde genoemd, dat wil zeggen: de zonde waarin we zijn voortgeplant en geboren; |
==== 17. Wat verstaat u onder de erfzonde? ==== | ==== 17. Wat verstaat u onder de erfzonde? ==== | ||
Regel 113: | Regel 113: | ||
==== 18. Maar wat wordt er dan door Adam op zijn nakomelingen overgebracht? | ==== 18. Maar wat wordt er dan door Adam op zijn nakomelingen overgebracht? | ||
- | Zowel de vorm als de inhoud van de zonde. Zo leert de apostel in Romeinen 5 heel duidelijk vanaf vers 12 tot aan het einde van dit hoofdstuk. Dus niet alleen de beroving zelf van de oorspronkelijke gerechtigheid en de verdorvenheid van de gehele menselijke natuur, maar ook de staat van beschuldiging, | + | Zowel de vorm als de inhoud van de zonde. Zo leert de apostel in Romeinen 5 heel duidelijk vanaf vers 12 tot aan het einde van dit hoofdstuk. Dus niet alleen de beroving zelf van de oorspronkelijke gerechtigheid en de verdorvenheid van de gehele menselijke natuur, maar ook de staat van beschuldiging, |
==== 19. Nu wordt gezegd dat Levi in Abraham tienden gegeven heeft, omdat hij in de lendenen van Abraham was (Hebreeën 7:5). Waarom wordt dan niet gezegd dat Christus in Adam gezondigd heeft? ==== | ==== 19. Nu wordt gezegd dat Levi in Abraham tienden gegeven heeft, omdat hij in de lendenen van Abraham was (Hebreeën 7:5). Waarom wordt dan niet gezegd dat Christus in Adam gezondigd heeft? ==== |