Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:16 [16-09-2020 om 15.24 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:16 [06-11-2024 om 15.21 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== De dadelijke | + | ====== De begane |
- | ==== 1. Wat is de dadelijke | + | ==== 1. Wat is de begane |
- | Het is een vrucht van de erfzonde, als de wet van God met de daad geschonden | + | De begane zonde is vrucht van de erfzonde. Hiervan is sprake |
- | ==== 2. Op hoeveel manieren | + | ==== 2. Op hoeveel manieren |
- | Op twee manieren. | + | Op twee manieren, namelijk: |
+ | - Op zichzelf, zonder verband met iets anders. Sommige van de zonden die de erfzonde met zich meebrengt, blijven namelijk alleen // | ||
+ | - Al naargelang ze plaatsvinden vóór of ná de verkondiging van het evangelie van Christus over de rechtvaardiging en de wedergeboorte. | ||
- | 1. Al naargelang ze op zichzelf beschouwd wordt, afgezien van de verhouding tot iets anders. Want van de zonden die geproduceerd zijn door de erfzonde, zijn sommigen alleen inwendig, zoals de twijfels over God, de brandhaarden van boze begeerten, kwade gedachten, verdorven verlangens, hetzij | + | ==== 3. Hoeveel soorten onderscheiden we in deze zonde? ==== |
- | 2. Al naargelang | + | - Een tweeërlei aspect van nalaten en doen((*Jakobus 4:17)): als we het goede dat God ons beveelt, niet doen maar het nalaten; en als we het verkeerde doen wat God ons verbiedt. Het eerste komt voort uit het feit dat we tot het goede onbekwaam zijn; het tweede komt daaruit voort dat we tot elk kwaad geneigd zijn. |
+ | - Wat het voorwerp betreft, | ||
+ | - Wat de wet betreft, is de ene zonde ‘dood’ en de ander levend. Die ‘dode’ zonde is de zonde die wel in ons is, maar niet als zonde herkend wordt; en ze woedt ook niet zoals vaak wel gebeurt als het licht van de wet erop valt. De levende zonde is als zodanig bekend en woedt in ons naar die mate dat het licht van de wet erop valt. | ||
+ | - Wat de innerlijke reden betreft waaruit de zonde voortkomt, is dat enerzijds uit // | ||
+ | - Wat de verlossing door Christus betreft, spreken we over vroegere zonden die gedaan zijn in de tijd vóór de verlossing, maar die nu door de dood van Christus vergeven zijn; en over tegenwoordige zonden die gedaan worden in de tijd dat het evangelie geopenbaard wordt en waarvoor de vergeving door het bloed van Christus verworven is en verkondigd wordt ten aanzien van zowel vroegere zonden als die van nu.((*Romeinen 3:24)) | ||
- | ==== 3. Hoe velerlei is de zonde in zichzelf, voor of zonder | + | ==== 4. Hoe wordt over deze zonde gesproken |
- | Tweeerlei. De nalating en het bedrijven.((*Jakobus 4:17)) De eerste, waarmee wij niets werken, maar het goede nalaten, de tweede, het doen wat God verbiedt. De eerste komt daaruit voort dat wij tot het goede onbekwaam zijn, de laatste komt daaruit voort dat wij tot alle kwaad geneigd zijn. | + | Op twee manieren. |
- | + | ||
- | 2. Ten aanzien van het voorwerp wordt gezegd enerzijds dat de zonde tegen God, anderzijds tegen de naaste wordt begaan. | + | |
- | + | ||
- | 3. Ten aanzien van de wet, is de ene zonde dood de ander levend. De dode zonde is die, die wel in ons is, maar door ons niet als zonde wordt gekend, noch ook woedt, zoals ze gewoon is te doen na kennis van de wet. De levende zonde, welke als zodanig gekend wordt en in ons woedt, nadat kennis van de wet is genomen.((*Romeinen 7:9)) | + | |
- | + | ||
- | 4. Ten aanzien van het inwendig principe of de oorzaak van de zonde, is er de zonde van de zwakheid, die tegen onze wil en terwijl wij ons er tegen verzetten, vanwege onze zwakheid bij ons naar binnen sluipt; zoals plotseling opkomende toorn, ijdele gedachten, begeerte naar onbehoorlijke dingen. Andere zonden zijn die van de onwetendheid waarvan Psalm 19:13 en Leviticus 5:17 spreken((*Psalm 19:13, *Leviticus 5:17)), en Christus in Lucas 23:34: ' | + | |
- | + | ||
- | 5. Ten aanzien van de volbrenging van de verzoening door Christus. Er zijn voorleden zonden die begaan zijn in geheel de tijd voorafgaande aan de verzoening die door de dood van Christus is volbracht, vervolgens zonden die begaan worden in de tijd dat het Evangelie geopenbaard is. Zowel voor de voorgaande als de tegenwoordig begane zonden wordt vergeving door het bloed van Christus aangezegd, Rom. 3: | + | |
- | + | ||
- | ==== 4. Hoe wordt ze ingedeeld gelet op de nu gegeven leer aangaande Christus? ==== | + | |
- | + | ||
- | Op drie manieren. | + | |
- | + | ||
- | De heersende zonde is er, als een mens niet wedergeboren is en de zonde dient en de vrije teugel viert en van ganser harte en met voorbedachte wil gedreven wordt om te zondigen. Deze wordt ook vrijwillige zonde genoemd, omdat ze met voorbedachte raad en voornemen, willens en wetens, en tegen het geweten geschiedt, wat gezegd wordt van allen die in het vlees leven die ook dood door de zonden genoemd worden ((*Efeziërs 2:5)) en, in de zonden te zijn ((*Kolossenzen 2:15)), die hoe langer hoe meer in de zonden zinken en in de dood worden vastgehouden. | + | |
- | + | ||
- | De niet heersende zonde is er in de wedergeboren mens, welke door de Geest van God weerhouden en belet worden tot zondigen en niet met heel zijn vermogen gedreven wordt tot zondigen. Deze wordt ook de niet-vrijwillige zonde genoemd, omdat de vromen ertegen worstelen, Rom. 7:19: 'Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik.' Waarvan gezegd wordt dat zij er van sterven ((*Romeinen 6:2)) waarvan de kracht (die genoemd wordt het leven der zonde) door de kracht van Christus uitgeblust is, met wie zij door het geloof verenigd zijn, en daarentegen voor God leven of voor de gerechtigheid, | + | |
- | + | ||
- | ==== 5. Waarvandaan wordt deze afdeling genomen? ==== | + | |
- | Uit de brief aan de Romeinen hoofdstuk 6:12: 'Laat dan de zonde niet langer | + | - De ene zonde wordt de overheersende of zondigende zonde genoemd, en de andere |
+ | - Van een niet-heersende zonde is sprake als de wedergeboren mens door de Geest van God wordt weerhouden om te zondigen en dan niet met al zijn krachten tot zonde wordt gedreven. Ze wordt ook wel een niet-vrijwillige zonde genoemd, omdat de vromen ertegen strijden; zie Romeinen 7:19: “Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik.” Dit geldt voor mensen van wie gezegd wordt dat ze dood zijn voor de wet en in wie de kracht van het leven in de zonde door de kracht van Christus is uitgeblust. Met Christus zijn zij door het geloof verenigd; ze leven nu voor God, voor de gerechtigheid en voor Christus en ze beijveren zich om onschuldig en heilig te leven.((*Romeinen 16:11 *1 Petrus 2:24)) | ||
- | ==== 6. Wat is de tweede afdeling? ==== | + | ==== 5. Vanuit welk Bijbelboek komt men tot dit onderscheid? ==== |
- | De ene wordt genoemd een zonde tot de dood de andere | + | Uit de brief aan de Romeinen, hoofdstuk ~Romeinen 6:12: “Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen.” En ook vers 14: “Immers, |
- | ==== 7. Wat zeggen de pauselijken van de beide zonden? ==== | + | ==== 6. Welke andere indeling is mogelijk? ==== |
- | Zij zeggen | + | Deze, dat er zonden |
- | ==== 8. Is deze indeling toe te laten? ==== | + | ==== 7. Wat zeggen de roomsen over beide zonden? ==== |
- | Niet zonder | + | Zij zeggen dat de onvergeeflijke zonden de overheersende werken van het vlees zijn, maar de lichtere, te vergeven zonden omschrijven zij als begeerten van het vlees zonder |
- | - Want alle zonde, of ze nu groot of klein is, maakt de mens schuldig aan de eeuwige dood.((*Romeinen 5:14, 6:13)) | + | ==== 8. Mag men deze indeling toestaan? ==== |
- | - Want de begeerlijkheid zelf, is vanwege haar natuur zondig, zij strijdt immers tegen de wet van God, Exodus 20:17: 'Gij zult niet begeren.' | + | |
- | - Want in Jakobus 2:10 staat: 'Want wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).' | + | |
- | - Ditzelfde blijkt ook als gelet wordt op de natuur van God en op de zonde. Want niemand mag de oneindige Majesteit van God vergeeflijk schenden, of hij is de oneindige straf onderworpen en de oneindige zuiverheid van God kan de allerminste smet in de zondaar niet lijden. Hij dwaalt daarom grof, die meent dat er enige zonde voor God is, die de last van de eeuwige toorn van God niet op zich haalt. | + | |
- | ==== 9. Zijn dan alle zonden gelijk? ==== | + | Dat mag zomaar niet, want: |
- | Ze zijn daarin gelijk, dat de allerminste gedachte | + | - Alle zonde, of ze nu groot of klein is, stelt de mens schuldig |
+ | - De begeerte | ||
+ | - In Jakobus 2:10 staat: “Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).” Ook al heeft de mens niet alles overtreden wat er in de wet staat, hij heeft dus wel de gehele wet overtreden, dat wil zeggen dat hij de majesteit | ||
+ | - Datzelfde moet gezegd worden als we dit bezien vanuit de natuur van God, maar ook vanuit het karakter van de zonde. | ||
- | De zonden | + | ==== 9. Zijn dan alle zonden |
- | ==== 10. In hoeveere mag dan deze afdeling toegelaten worden? ==== | + | Ze zijn daarin gelijk dat de geringste zonde duizendmaal de eeuwige dood verdient. Dat lezen we in Galaten 3:10: “Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.” En in Romeinen 6:23 staat: “Het loon, dat de zonde geeft, is de dood.” Als we echter de ene zonde met de andere vergelijken, |
- | Niet ten aanzien | + | De zonden verschillen ook in zwaarte als het bijvoorbeeld gaat over boos worden of het begeren |
- | Maar de vergeeflijke zonden zijn echt vergeeflijk, | + | ==== 10. Tot hoever mag dat onderscheid in zonden |
- | ==== 11. Welke is de derde afdeling? ==== | + | Dat geldt niet ten aanzien van het karakter van de zonde zelf, maar wel voor wat betreft de personen die zondigen. Dan gaat het erover of zij geloven of niet geloven. Al degenen die niet geloven, begaan een dodelijke zonde, die hen schuldig stelt tot de eeuwige dood. Dat geldt dus voor al de zonden van de mensen, totdat ze de vergeving daarvan door het geloof aannemen. |
- | De ene zonde wordt een vergeeflijke, | + | Voor de zonden die vergeven kunnen worden, geldt niet dat de vergeving daarvoor [door henzelf] verdiend wordt. Nee, deze vergeving wordt degenen die geloven uit genade om Christus’ wil geschonken, en de straf wordt hun kwijtgescholden. Dat geldt voor alle zonden van hen die van harte geloven. |
- | ==== 12. Wat is een vergeeflijke | + | ==== 11. Wat is het derde onderscheid dat ten aanzien van de begane |
- | Elke zonde die begaan wordt tegen de Vader en de Zoon((*Matteus 12:31,32)), dat is, elke overtreding van de Goddelijke wet, waar leedwezen en berouw bij komt, welke overtreding door God vergeven | + | Het onderscheid tussen zonden |
- | ==== 13. Welk onderscheid | + | ==== 12. Wat is een zonde die vergeven |
- | Dat zijn vergeeflijke zonden, die alle gelovigen | + | Elke zonde die begaan wordt tegen de Vader en de Zoon, dat wil zeggen: elke overtreding van Gods wet, die gevolgd wordt door leedwezen en berouw. Deze overtreding wordt door God vergeven, |
- | ==== 14. Wat strijdt hiertegen? ==== | + | ==== 13. Welk onderscheid is er tussen een vergeeflijke zonde en een lichte zonde? ==== |
- | - De ongeschikte onderscheiding van de zonden die de papisten hebben. De onderscheiding in de doodzonde en vergeeflijke | + | De vergeeflijke |
- | - De ongerijmde leer van de Stoicijnen, | + | |
+ | ==== 14. Welke dingen zijn hiermee in strijd? ==== | ||
+ | - De oneigenlijke onderscheiding door de roomsen tussen doodzonde en vergeeflijke zonde, tenzij dit onderscheid gehanteerd wordt ten aanzien van verkorenen en verworpenen. | ||
+ | - De dwaze leer van de stoïcijnen, |