Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:2 [07-03-2020 om 00.05 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:2 [01-04-2022 om 12.44 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== Christus ====== |
==== 1. Wat betekent de naam ' | ==== 1. Wat betekent de naam ' | ||
- | Het betekent ' | + | Het betekent ' |
==== 2. Is de naam ' | ==== 2. Is de naam ' | ||
Regel 67: | Regel 66: | ||
Psalm 2:12: " | Psalm 2:12: " | ||
- | Filippenzen 2: 10: "Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn." | + | Filippenzen 2:10: "Opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn." |
Johannes 14:1: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij." | Johannes 14:1: "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij." | ||
Regel 114: | Regel 113: | ||
- De rechtvaardigheid van God vereiste, dat de ongehoorzaamheid die in ons vlees was begaan, daarin ook zou geboet worden. | - De rechtvaardigheid van God vereiste, dat de ongehoorzaamheid die in ons vlees was begaan, daarin ook zou geboet worden. | ||
- | - Het is de reden voor onze aanneming tot kinderen Gods. Want de Zoon van God heeft onze menselijke natuur willen aannemen en onze Broeder willen worden, en zo voorts onze naasten worden, opdat wij Zijn Lidmaten geworden zijnde, kinderen Gods zouden worden, Galaten 3:26. En dat Hij recht zou hebben om ons te verlossen en te bevrijden. Hieruit komt de troost in allerlei verzoeking. Daarom zegt de apostel in Hebreeën 2:16-17: "Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham. Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen." | + | - Het is de reden voor onze aanneming tot kinderen Gods. Want de Zoon van God heeft onze menselijke natuur willen aannemen en onze Broeder willen worden, en zo voorts onze naasten worden, opdat wij Zijn Lidmaten geworden zijnde, kinderen Gods zouden worden, Galaten 3:26. En dat Hij recht zou hebben om ons te verlossen en te bevrijden. Hieruit komt de troost in allerlei verzoeking. Daarom zegt de apostel in Hebreeën 2:16-17: "Want over de engelen ontfermt Hij Zich niet, maar Hij ontfermt Zich over het nageslacht van Abraham. Daarom moest Hij in alle opzichten aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en getrouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen." |
- Tot verzekering van onze opstanding. Want omdat Christus ons vlees aangenomen, opgewekt en onsterfelijk gemaakt en bovendien in de hemel gebracht heeft, zo zullen wij op de jongste dag door kracht van de gemeenschap die wij met Hem hebben, worden opgewekt. En ons vernederd lichaam zal aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig worden gemaakt. Filippenzen 3:21 en 1 Korinthe 15:21-22: "Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden." | - Tot verzekering van onze opstanding. Want omdat Christus ons vlees aangenomen, opgewekt en onsterfelijk gemaakt en bovendien in de hemel gebracht heeft, zo zullen wij op de jongste dag door kracht van de gemeenschap die wij met Hem hebben, worden opgewekt. En ons vernederd lichaam zal aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig worden gemaakt. Filippenzen 3:21 en 1 Korinthe 15:21-22: "Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden." | ||
Regel 156: | Regel 155: | ||
- Omdat Hij een bekwaam Middelaar Gods en der mensen zou zijn, om zijn gemeenschap die Hij met beiden heeft. | - Omdat Hij een bekwaam Middelaar Gods en der mensen zou zijn, om zijn gemeenschap die Hij met beiden heeft. | ||
- Omdat Hij God zou verzoenen voor ons door Zijn dood, die Hij - als Hij alleen God zou zijn - niet zou hebben kunnen smaken. En als Hij alleen Mens was geweest, zou Hij de dood niet hebben kunnen overwinnen. | - Omdat Hij God zou verzoenen voor ons door Zijn dood, die Hij - als Hij alleen God zou zijn - niet zou hebben kunnen smaken. En als Hij alleen Mens was geweest, zou Hij de dood niet hebben kunnen overwinnen. | ||
- | - Omdat …… | + | - Omdat het werk van onze verlossing, volbracht in het vlees van de Zoon, een genoegdoende pand en betaling zou zijn voor de zonde, waardoor het oneindig goed verzeerd??? is. Want hoewel er enige werkingen van de goddelijke natuur eigenlijk voortkomen, en enige van de menselijke natuur geschieden of gedaan worden, krijgen alle gelijkelijk hun dierbaarheid en waardigheid van de goddelijke natuur. Zo maakt het vlees van Christus levendig, omdat het vlees is van de Persoon die God is, de gehoorzaamheid van de mens Christus rechtvaardigt, |
+ | |||
+ | ===== Over de manieren van spreken ===== | ||
+ | |||
+ | ==== 20. Wat is de gemeen-making van de eigenschappen? | ||
+ | |||
+ | Die ook genoemd wordt een samenvoeging of verhaling van de namen, en gemeenschap en wedergeving of een manier van teruggave. Het is niet een overstorting van de eigenschappen van de ene natuur in de andere, of een wedervermengeling van de eigenschappen, | ||
+ | |||
+ | ==== 21. Bestaat deze mededeling van de eigenschappen alleen in woorden of ook in de daad? ==== | ||
+ | |||
+ | Het is een oprechte uitspraak, die bestaat ook in de daad zelf, omdat de Persoon waarvan in het gemeen en ten rechte zowel goddelijke als menselijke namen of eigenschappen of daden door een samenneming uitgesproken worden, die dingen alle waarlijk en inder daad in Hem vervat, die de ware God en de ware mens toekomen, maar de goddelijke in zoverre Hij God is, de menselijke in zoverre Hij mens is, niet ten aanzien van beide naturen, maar naar wat anders en wat anders, zoals Cyrillus op dezelfde plaats leert. Want zo zou de ketterij van Eutyches van de vermenging der naturen of eigenschappen voortgebracht worden. En de synecdoche of samen-nemende manier van spreken zou ophouden. | ||
+ | |||
+ | ==== 22. Maar de namen die tot het ambt van de Verlossing behoren, moet men die de naturen elk bijzonder of de Persoon toeschrijven? | ||
+ | |||
+ | De persoon, als Christus is de Middelaar, de Herder, de Hogepriester, | ||
+ | |||
+ | ==== 23. Wat is het effect of volbracht werk van deze persoonlijke vereniging? ==== | ||
+ | |||
+ | De schenking van de gaven waarmee de menselijke natuur in de Persoon van Christus versierd is, en alle schepselen te boven gaat, in wijsheid, goedheid, heiligheid, macht, majesteit en heerlijkheid, | ||
+ | |||
+ | ==== 24. Hoe velerhand is de stand van Christus? ==== | ||
+ | |||
+ | Tweederhand. De ene van van zijn vernieting, waardoor Hij zich tot de dood des kruises toe vernietigd heeft, van zelf op hem nemende de last van de zwakheid van onze menselijke natuur de versmaadheid en straf, rustende middeler tijd, zoals Ireneus zegt, de godheid opdat hij gekruisigd mocht worden en sterven. \\ De andere van Zijn verhoging, waardoor Zijn menselijke natuur na Zijn dood alle menselijke zwakheden, maar niet de wezenlijke eigenschappen, | ||
+ | |||
+ | ==== 25. Welke dingen strijden hiertegen? ==== | ||
+ | |||
+ | De ketterijen van: | ||
+ | |||
+ | - Macedonius en Valentinus, die zeiden dat Christus met Zich uit de hemel een hemels lichaam gebracht had, van Apelles, die Hem toegeschreven heeft een luchtachtig lichaam, en een gesternachtig vlees, dat door de maagd Maria zou gegaan zijn, gelijk het water door een goot. Gelijk de wederdopers ook gevoelen. | ||
+ | - De Manicheeën, | ||
+ | - Appolinaris, | ||
+ | - Eunomius, die leerde dat Christus alleen mens is, en dat Hij Gods Zoon genoemd wordt naar de aanneming. Van Ebion, die zei dat Christus geboren was uit het zaad van de man. | ||
+ | - Nestorius, die leerde dat gelijker in Christus twee naturen zijn, zo ook twee Personen, en dat de godheid bij de mensheid is, door bijstandig en samenklapping en niet door persoonlijke vereniging. Daarom ontkende hij dat Maria Gods moeder was, God gebaard had en wilde beweren dat de mens en niet God door de joden gekruisigd was. | ||
+ | - Eutyches, wiens dwaling tegenovergesteld is aan de voorgaande, want hij leerde dat de menselijke natuur na de vereniging begiftigd was met de eigenschappen van de godheid. | ||
+ | - De monothelieten, | ||
+ | - De ubiquitisten, | ||
+ | |||
+ | ===== Over het ambt van Christus ===== | ||
+ | |||
+ | ==== 26. Hoe velerlei is het ambt van Christus? ==== | ||
+ | |||
+ | Drieërlei: profetisch, priesterlijk en koninklijk, zoals in Hebreeën 2:10 uitgedrukt wordt, wat Hij naar beide naturen in het werk stelt. | ||
+ | |||
+ | ==== 27. Wat is het profetisch ambt? ==== | ||
+ | |||
+ | Het is dat ambt, waardoor Hij het evangelie - dat wil zeggen: de verborgen raad van de Vader van de verlossing van de mens - door het Woord, de Heilige Geest en de sacramenten aan de mens openbaart, zowel door zichzelf als door de dienaren van het Woord. | ||
+ | |||
+ | //Kunt u dat bewijzen?// | ||
+ | |||
+ | Deuteronium 18:18: “...” | ||
+ | |||
+ | Jesaja 61:1: “...” | ||
+ | |||
+ | Matteüs 17:5: “...” | ||
+ | |||
+ | Hierom werd Hij een Herder((*Jesaja 40:11 *Johannes 10:11)) genoemd, een Vredeverkondiger((*Zacharia 9:10 *Efeziërs 2:17)) en een getrouwe getuige van God((*Johannes 2:32)). Dit ambt bedient Hij tot aan het einde van de wereld.((*Efeziërs 4:11)) | ||
+ | |||
+ | ==== 28. Wat is Zijn priesterambt? | ||
+ | |||
+ | Het ambt waardoor Hij Zich gesteld heeft tot een middelaar tussen God en de mensen,((*1 Timoteüs 2:5 *Hebreeën 11:24)) en dat aan niemand anders dan alleen aan Christus toekomt.((*Hebreeën 2:17)) | ||
+ | |||
+ | //Hoeveel delen heeft dit ambt?//\\ Twee: | ||
+ | - Voldoening, waardoor Hij de Wet vervult en het rantsoengeld voor de zonden der wereld betaald heeft. Ten aanzien daarvan wordt Hij genoemd de Verlosser, Zaligmaker en het Lam of Slachtoffer. | ||
+ | - Voorbidding, | ||
+ | |||
+ | ==== 29. Naar welke natuur is Christus middelaar en priester? ==== | ||
+ | Naar geen van beide afzonderlijk, | ||
+ | |||
+ | - Omdat Hij in één en dezelfde Persoon zowel God als mens is. | ||
+ | - Omdat Hij naar de ordening van Melchizedek God is zonder vader en moeder. | ||
+ | - Omdat Hij deel uit moet maken van de beide partijen die God met de mens en de mens met God zouden verzoenen, zoals Irenaeus zegt: "Dat de Middelaar van God en de mensen, vanwege de gemeenschap die Hij met beiden heeft, beide behoort tot vrede, vriendschap en eendracht te brengen, en te doen dat God de mens in genade aanneemt, en dat de mens weer tot God gebracht wordt. | ||
+ | - Omdat de werken van de Middelaar Gods mannelijk zijn, opdat ze God welgevallig zijn. | ||
+ | - Omdat niemand genoeg heeft kunnen doen dan God, en niemand verplicht was genoeg te doen dan de mens. | ||
+ | |||
+ | ==== 30. Is Christus geen middelaar geweest voor de aanneming van de menselijke natuur? ==== | ||
+ | |||
+ | Ja, want de twee naturen werden voor verenigd gehouden van de kennis, voorbestemming en aangenaamheid of goedkenning???, | ||
+ | |||
+ | ==== 31. Op welke manier bidt de Zoon voor ons bij de Vader ==== | ||
+ | |||
+ | Hij bidt wel als een Persoon, maar slechts in zoverre Hij een mens is. Hij doet dit echter wel zo, dat de waardigheid en aangenaamheid van Zijn gebeden bloeit uit de uitnemendheid van de goddelijke natuur die in Christus met de menselijke natuur persoonlijk verenigd is. | ||
+ | |||
+ | ==== 32. Hebt u geen helder getuigenis van het priesterambt van Christus? ==== | ||
+ | |||
+ | Psalm 110:4: “De Heere heeft gezworen...naar de ordening van Melchizedek”, | ||
+ | |||
+ | ==== 33. Mogen de dienaren van het Evangelie wel priesters genoemd worden? ==== | ||
+ | |||
+ | Ja, maar slechts om twee redenen: | ||
+ | |||
+ | - Omdat ze Christus tegelijk met de anderen toegeëigend zijn, en in zoverre zij oprechte christenen zijn. | ||
+ | - Omdat ze het Evangelie leren, en zelf de mensen slachten en God een levendig offer voor het Evangelie opofferen. Hierom betuigt Paulus dat hij een offer gedaan heeft toen hij de heidenen door het Evangelie slachtte, omdat ze God een aangenaam offer zouden worden, geheiligd door de Heilige Geest.((*Romeinen 15:16)) Nergens echter wordt in het Nieuwe Testament de dienaren van het Evangelie in het bijzonder de naam priester toegeschreven, | ||
+ | |||
+ | ==== 34. Wat is het koninklijke ambt van Christus? ==== | ||
+ | |||
+ | Het ambt waardoor Hij naar Zijn beide naturen willens en wetens alles leidt, stuurt en regeert. | ||
+ | |||
+ | //Kunt u een helder getuigenis geven van dat ambt?// | ||
+ | |||
+ | Psalm 2:6: “...” | ||
+ | Matteüs 28:18: “...” | ||
+ | Johannes 13:3: “...” | ||
+ | Hierom wordt Hij genoemd de eeuwige Koning, Koning der gerechtigheid, | ||
+ | |||
+ | //Hoe velerlei is de bediening van dit ambt?// | ||
+ | |||
+ | In deze wereld is ze tweeërlei: | ||
+ | - Algemeen, of van de macht waardoor Hij alle schepselen door Zijn gebied??? regeert. | ||
+ | - In het bijzonder, of van de genade waardoor Hij in het bijzonder en vooral Zijn gemeente regeert, beschermt en bestuurt, op aarde rijk maakt en in de hemel verheerlijkt, | ||
+ | - Omdat Hij de gemeente heeft vrijgemaakt die de satan had ingenomen. | ||
+ | - Omdat Hij de koning der duisternis had overwonnen. | ||
+ | - Omdat Hij allen die hun toevlucht tot Hem nemen beschermt en zalig maakt. | ||
+ | |||
+ | ==== 35. Wie zijn de burgers van het Koninkrijk van Christus? ==== | ||
+ | |||
+ | De gelovigen die naar de naam van hun koning Christus christenen worden genoemd, | ||
+ | |||
+ | ==== 36. Wat zijn de weldaden of werken van dit genaderijk? ==== | ||
+ | |||
+ | Rechtvaardigheid, | ||
+ | |||
+ | ==== 37. Wat zijn de delen van dit koninklijke ambt van Christus? ==== | ||
+ | |||
+ | Twee: de roeping en het oordeel of gericht. | ||
+ | |||
+ | - De roeping geschiedt door het woord der waarheid en is tweeërlei: | ||
+ | - Waardoor Christus alle mensen tegelijk in het algemeen nodigt om Zijn Evangelie te omhelzen. Daartoe heeft Hij de dienst van het Woord ingesteld.((*Matteüs 12:14)) | ||
+ | - Speciaal of in het bijzonder, waardoor Hij door de dienst van de dienaren de uitverkorenen te zijner tijd door de inwendige kracht van de Geest verlicht en tot Zijn kennis roept. | ||
+ | - Het andere deel van Zijn koningsambt is het gericht, dat Hij op tweede manieren oefent: | ||
+ | - In dit leven: | ||
+ | - over de verkorenen, eens deels haar rechtvaardiging of van stonden vrij sprekende, wat het ambt van de Rechter is, ten anderen haar tegen allerlei vijanden beschermende; | ||
+ | - over de verworpenen, | ||
+ | - In het toekomende leven, zowel de een als de ander voor Zijn vierschaar dragend, en het vonnis uitsprekend naar Zijn Woord. | ||
+ | - Verheerlijkende de uitverkorenen, | ||
+ | |||
+ | ==== 38. Aangezien het rijk van Christus eeuwig is (Psalm 45:7), waarom zegt 1 Korintiërs 15:24 dan dat Christus op de jongste dag Zijn rijk zal overgeven aan God en de Vader? ==== | ||
+ | |||
+ | Dit wil niet zeggen dat Hij zich van het Rijk zal ontdoen, maar dat de wijze van bediening, die Christus gebruikt in het vergaderen en behoeden van Zijn gemeente in deze wereld ophouden zal. | ||
+ | ==== 39. Welke dingen strijden tegen dit leerstuk over het ambt van Christus? ==== | ||
+ | - De dwaling van Stancari, die de dingen die de Persoon toekomen, als middelaar te zijn, de menselijke natuur in het bijzonder toegeschreven heeft. Ook Osiander, die het middelaarsambt alleen aan de godheid toeschreef. | ||
+ | - De dwalingen van de papisten: | ||
+ | - over de macht van de paus, van de kerken, van de concilies, om nieuwe artikelen van het geloof en uitleggingen van de Schrift te smeden, en menselijke inzettingen in de gemeente in te voeren. | ||
+ | - over de verdiensten van de werken, voldoeningen en het misselijke offer van de mis, die in de plaats van Christus ingesteld zijn, en van het priesterschap en het offer waardoor zij goddeloos zeggen dat ze Christus opofferen voor levenden en doden, en van de aanroeping en voorbidding van de heiligen. | ||
+ | - over het opperhoofdschap van de Paus, van Christus' | ||
+ | - De dwaling van de joden over het wereldlijke rijk van Christus. |