Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:35

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:35 [09-03-2020 om 23.40 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:35 [29-08-2024 om 17.22 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-====== 35. Het gebed ======+====== Het gebed ======
  
 ==== 1. Wat verstaat u onder het woord 'gebed'? ==== ==== 1. Wat verstaat u onder het woord 'gebed'? ====
  
-We vatten het woord 'gebed' (Latijn//oratio//niet op in retorische zin, als de kunst van de zorgvuldige opeenvolging van woorden (door de Grieken een //logon// of rede genoemd), maar we nemen dit woord in theologische zin, zodat we daaronder verstaan een heilig gesprek met God, en dan niet zozeer met de mond als wel met het hart. Een ander woord daarvoor is //epiklèsin// (een aanroeping), dat is afgeleid van //epikalein// (aanroepen of om hulp roepen). In eigenlijke zin ziet dit woord op iemand die in nood is en door te roepen God om hulp en bijstand vraagt. In afgeleide zin wordt het woord ook gebruikt als een synecdoche, dat duidt op de héle dienst van God.((*Handelingen 2:21 *1 Korintiërs 1:2 *2 Timoteüs 2:22)) Hetzelfde geldt voor //proseuchen// (een smeekbede of gebed) en //hikotèrian// (een ootmoedig bidden met gevouwen handen en in geknielde houding). De Schrift noemt het gebed in beeldspraak ook wel offerstieren of de vrucht van de lippen,((*Hosea 14:3)) een lofoffer,((*Psalm 116:17 *Hebreeën 13:15)) een reukoffer((*Psalm 141:2)) en een spijsoffer((*Maleachi 1:11)). +Het woord 'gebed' is in het Latijn //oratio//. We vatten dit woord niet op in retorische zin, als de kunst van de zorgvuldige opeenvolging van woorden (in het Grieks wel een //logon// of rede genoemd), maar we nemen dit woord in theologische zin, zodat we daaronder verstaan een heilig gesprek met God, en dan niet zozeer met de mond als wel met het hart. Een ander Grieks woord daarvoor is //epiklèsin// (een aanroeping), dat is afgeleid van //epikalein// (aanroepen of om hulp roepen). In eigenlijke zin ziet dit woord op iemand die in nood is en door te roepen God om hulp en bijstand vraagt. In afgeleide zin wordt het woord ook gebruikt als een synecdoche, dat duidt op de héle dienst aan God.((*Handelingen 2:21 *1 Korintiërs 1:2 *2 Timoteüs 2:22)) Hetzelfde geldt voor //proseuchen// (een smeekbede of gebed) en //hikotèrian// (een ootmoedig bidden met gevouwen handen en in geknielde houding). De Schrift noemt het gebed in beeldspraak ook wel offerstieren of de vrucht van de lippen,((*Hosea 14:3)) een lofoffer,((*Psalm 116:17 *Hebreeën 13:15)) een reukoffer((*Psalm 141:2)) en een spijsoffer((*Maleachi 1:11)).
 ==== 2. Wat is het gebed? ==== ==== 2. Wat is het gebed? ====
  
-De Griekse kerkvaders omschrijven het gebed als "een opstijgen van de geest tot God en een verlangen om van Hem al het nodige te ontvangen" (Damascenus). Deze manier van spreken is ontleend aan de oudtestamentische offers die tot God opstegen, wat nu op de gebeden wordt toegepast. Zo gebeurt dat ook in Handelingen 10:4: "Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis opgestegen naar God" (HSV).+Met Damascenus kunnen we zeggen: het gebed is een opstijgen van de geest tot God en een verlangen om van Hem al het nodige te ontvangen. Deze manier van spreken is ontleend aan de oudtestamentische offers die tot God opstegen, wat nu op de gebeden wordt toegepast. Zoals dat gebeurt in Handelingen 10:4: "Uw gebeden en uw liefdegaven zijn als gedachtenis //opgestegen// naar God" (HSV).
  
 Het gebed kan ook worden omschreven als een heilig overdenken van de dingen die met Gods eer en onze zaligheid te maken hebben, en een ernstig begeren en verlangen naar die dingen, wat voortkomt uit een kinderlijk vertrouwen. Daarbij voegen de gelovigen gewoonlijk ook de dankzegging voor de weldaden die zij van God ontvangen hebben. Het gebed kan ook worden omschreven als een heilig overdenken van de dingen die met Gods eer en onze zaligheid te maken hebben, en een ernstig begeren en verlangen naar die dingen, wat voortkomt uit een kinderlijk vertrouwen. Daarbij voegen de gelovigen gewoonlijk ook de dankzegging voor de weldaden die zij van God ontvangen hebben.
Regel 21: Regel 20:
 ==== 4. Hoeveel soorten gebeden zijn er? ==== ==== 4. Hoeveel soorten gebeden zijn er? ====
  
-Paulus noemt er vier in 1 Timotheüs 2:1, namelijk: smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen.+Paulus noemt er vier in 1 Timoteüs 2:1, namelijk: smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen.
  
   - //Deesis //  (voorbidding). We bidden of het kwaad dat ons kwelt of dat ons boven het hoofd hangt, van ons wordt weggenomen. Het is afgeleid van het woord //deomas//, ik bid of ik bid voor, zoals gebruikt in Lucas 22:32: ‘Ik heb voor u gebeden’ (//egoo edeet hen perisou//), ‘dat uw geloof niet zou bezwijken’. In Hebreeën 5:7 wordt gezegd dat Christus gebeden en smekingen (//deeseis en hiketerias//) onder sterk geroep en tranen geofferd heeft aan Hem, die Hem uit de dood kon redden. Het is ook afgeleid van //deos //  (vreze). Zo was het bij Paulus in 2 Thessalonicenzen 3:2, waar Paulus wil dat men voor hem zal bidden om voor de slechte mensen bewaard te worden. Zo is het ook als wij bidden om de vergeving van onze zonden en de verlossing van het kwade.   - //Deesis //  (voorbidding). We bidden of het kwaad dat ons kwelt of dat ons boven het hoofd hangt, van ons wordt weggenomen. Het is afgeleid van het woord //deomas//, ik bid of ik bid voor, zoals gebruikt in Lucas 22:32: ‘Ik heb voor u gebeden’ (//egoo edeet hen perisou//), ‘dat uw geloof niet zou bezwijken’. In Hebreeën 5:7 wordt gezegd dat Christus gebeden en smekingen (//deeseis en hiketerias//) onder sterk geroep en tranen geofferd heeft aan Hem, die Hem uit de dood kon redden. Het is ook afgeleid van //deos //  (vreze). Zo was het bij Paulus in 2 Thessalonicenzen 3:2, waar Paulus wil dat men voor hem zal bidden om voor de slechte mensen bewaard te worden. Zo is het ook als wij bidden om de vergeving van onze zonden en de verlossing van het kwade.
   - //Proseuche //  (gebed of begeerte). We bidden om de dingen die tot Gods eer dienen en ook om weldaden te mogen ontvangen. Bijvoorbeeld: dat het Koninkrijk van God mag komen, dat Gods Naam geheiligd wordt, dat Zijn wil geschiedt, dat ons vandaag ons dagelijks brood gegeven wordt, en dat de Heilige Geest gezonden wordt. ‘Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed’ (Handelingen 1:14) en in het smeken of ‘voorbidden’.   - //Proseuche //  (gebed of begeerte). We bidden om de dingen die tot Gods eer dienen en ook om weldaden te mogen ontvangen. Bijvoorbeeld: dat het Koninkrijk van God mag komen, dat Gods Naam geheiligd wordt, dat Zijn wil geschiedt, dat ons vandaag ons dagelijks brood gegeven wordt, en dat de Heilige Geest gezonden wordt. ‘Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed’ (Handelingen 1:14) en in het smeken of ‘voorbidden’.
   - //Enteuxis //  (smeking, voorbidding of bemiddeling).((tusschen-sprekinge)) Dat is een gebed dat voor een ander gedaan wordt. Daarom wordt er in Romeinen 8:26 gezegd dat de Geest voor ons pleit. En in Romeinen 8:34 staat dat Christus, onze Middelaar, voor ons pleit (entugebanei huperhemoon). Dit woord wordt gebruikt als iemand voor een ander bidt of allen voor elkaar en voor de gemeente, zoals in Handelingen 12:5, waar de gemeente voor Petrus bidt. \\ Het is ook een bede((aansprake)) waarin we tegenover God klagen over degenen die ons dwars zitten, zoals David vaak in zijn psalmen doet.   - //Enteuxis //  (smeking, voorbidding of bemiddeling).((tusschen-sprekinge)) Dat is een gebed dat voor een ander gedaan wordt. Daarom wordt er in Romeinen 8:26 gezegd dat de Geest voor ons pleit. En in Romeinen 8:34 staat dat Christus, onze Middelaar, voor ons pleit (entugebanei huperhemoon). Dit woord wordt gebruikt als iemand voor een ander bidt of allen voor elkaar en voor de gemeente, zoals in Handelingen 12:5, waar de gemeente voor Petrus bidt. \\ Het is ook een bede((aansprake)) waarin we tegenover God klagen over degenen die ons dwars zitten, zoals David vaak in zijn psalmen doet.
-  - //Eucharistia //  (dankzegging). Daarin danken we God voor de weldaden die Hij ons of anderen geschonken heeft, waaronder we ook Zijn vaderlijke straffen rekenen.((*Johannes 2:21)) Of we danken Hem voor alle kwaad dat Hij van ons en van anderen geweerd heeft. Hoe zal ik de HERE vergelden al zijn weldaden jegens mij? De beker der verlossing zal ik opheffen, ik zal de naam des HEREN aanroepen’ (Psalm 116:12-13). +  - //Eucharistia //  (dankzegging). Daarin danken we God voor de weldaden die Hij ons of anderen geschonken heeft, waaronder we ook Zijn vaderlijke straffen rekenen.((*Johannes 2:21)) Of we danken Hem voor alle kwaad dat Hij van ons en van anderen geweerd heeft. Hoe zal ik de HERE vergelden al zijn weldaden jegens mij? De beker der verlossing zal ik opheffen, ik zal de naam des HEREN aanroepen” (Psalm 116:12-13). 
-Maar het onderscheid dat wij maken tussen de verschillende soorten gebeden, is niet altijd nauwkeurig op de Schrift toe te passen. Daarom mag men ze tot twee hoofdcategorieën terugbrengen, namelijk het aanroepen van Gods Naam en de dankzegging. Zo deed David het: Roep Mij aan ten dage der benauwdheid, Ik zal u redden en gij zult Mij eren’ (Psalm 50:15).+Maar het onderscheid dat wij maken tussen de verschillende soorten gebeden, is niet altijd nauwkeurig op de Schrift toe te passen. Daarom mag men ze tot twee hoofdcategorieën terugbrengen, namelijk het aanroepen van Gods Naam en de dankzegging. Zo deed David het: Roep Mij aan ten dage der benauwdheid, Ik zal u redden en gij zult Mij eren” (Psalm 50:15).
  
 ==== 5. Wat zijn de oorzaken waardoor men gaat bidden? ==== ==== 5. Wat zijn de oorzaken waardoor men gaat bidden? ====
Regel 37: Regel 36:
 De motieven die er de oorzaak van zijn dat we gedrongen worden om te bidden, zijn vele. De motieven die er de oorzaak van zijn dat we gedrongen worden om te bidden, zijn vele.
  
-  - Het bevel van God waarin Hij de dienst der gebeden van ons eist; deze dienst is de belangrijkste in de gemeente van God. “De HERE, uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen” (Deut. 6:13); “roep Mij aan ten dage der benauwdheid” (Psalm 50:15). En Matteüs 7:7 spreekt over bidden, zoeken en kloppen.+  - Het bevel van God waarin Hij de dienst der gebeden van ons eist; deze dienst is de belangrijkste in de gemeente van God. “De HERE, uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen” (Deuteronomium 6:13); “roep Mij aan ten dage der benauwdheid” (Psalm 50:15). En Matteüs 7:7 spreekt over bidden, zoeken en kloppen.
   - De belofte van verhoring. “Ik zal u redden” (Psalm 50:15). “De HERE is nabij allen die Hem aanroepen” (Psalm 145:18). “De naam des HEREN is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar” (Spreuken 18:10).   - De belofte van verhoring. “Ik zal u redden” (Psalm 50:15). “De HERE is nabij allen die Hem aanroepen” (Psalm 145:18). “De naam des HEREN is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar” (Spreuken 18:10).
  
Regel 91: Regel 90:
 ==== 11. Maar wordt aan de heiligen in dit leven ondertussen niet de opdracht gegeven voor elkaar te bidden, waarbij de een de ander in onderlinge verbondenheid aan God opdraagt? ==== ==== 11. Maar wordt aan de heiligen in dit leven ondertussen niet de opdracht gegeven voor elkaar te bidden, waarbij de een de ander in onderlinge verbondenheid aan God opdraagt? ====
  
-Ja inderdaad((*1 Timoteüs 2:1)), maar dan zó dat die gebeden voor elkaar uit de liefde voortkomen en afhankelijk zijn van de geheel unieke voorbede van Christus – gebeden dus die in Zijn Naam worden gedaan en daardoor versterkt worden. Daarom zegt Augustinus((Noot van Bucanus: In Psalm 94.)) heel terecht: ‘Zoekt u een priester? Hij is boven in de hemel, waar Hij voor u bidt Die op aarde voor u gestorven is.’+Ja inderdaad((*1 Timoteüs 2:1)), maar dan zó dat die gebeden voor elkaar uit de liefde voortkomen en afhankelijk zijn van de geheel unieke voorbede van Christus – gebeden dus die in Zijn Naam worden gedaan en daardoor versterkt worden. Daarom zegt Augustinus((Over Psalm 94.)) heel terecht: ‘Zoekt u een priester? Hij is boven in de hemel, waar Hij voor u bidt Die op aarde voor u gestorven is.’
  
-==== 12. Maar is het [met die voorbede] dan niet in overeenstemming dat de gestorven heiligen voor ons bidden, omdat ook de mensen die hier op aarde leven toch de plicht hebben om voor elkaar te bidden? (Jakobus 5:1 6) ====+==== 12. Maar is het [met die voorbede] dan niet in overeenstemming dat de gestorven heiligen voor ons bidden, omdat ook de mensen die hier op aarde leven toch de plicht hebben om voor elkaar te bidden? (Jakobus 5:16) ====
  
-Beslist niet! Degenen die hier op aarde leven doen die voorbede op het bevel en onder de belofte((niet sonder toesegginghe)) van de Here, om de liefde onder elkaar te voeden. Maar dat geldt niet meer voor hen die gestorven zijn en de Here onder ons heeft weggenomen; zie Prediker 9:5-6: de doden weten helemaal niets meer. Hij heeft gewild dat zij zonder enige kennis van onze omstandigheden zullen zijn. Sommigen zeggen wel dat zij als door een spiegelbeeld van de Drie-eenheid de dingen van de mensen hier van bovenaf zouden kunnen zien, maar dat is een verzinsel van mensen.+Beslist niet! Degenen die hier op aarde leven doen die voorbede op het bevel en onder de belofte((niet sonder toesegginghe)) van de Here, om de liefde onder elkaar te voeden. Maar dat geldt niet meer voor hen die gestorven zijn en de Here onder ons heeft weggenomen; zie Prediker 9:5,6: de doden weten helemaal niets meer. Hij heeft gewild dat zij zonder enige kennis van onze omstandigheden zullen zijn. Sommigen zeggen wel dat zij als door een spiegelbeeld van de Drie-eenheid de dingen van de mensen hier van bovenaf zouden kunnen zien, maar dat is een verzinsel van mensen.
  
 ==== 13. Wat is het 'voertuig' waarvan het gebed gebruikmaakt? ==== ==== 13. Wat is het 'voertuig' waarvan het gebed gebruikmaakt? ====
Regel 111: Regel 110:
   - voor dingen die we nodig hebben in dit leven.   - voor dingen die we nodig hebben in dit leven.
  
-Daar tegenover moet men bidden of drie zaken afgewend mogen worden((driederley dingen verbidden)) : +Daar tegenover moet men bidden of drie zaken afgewend mogen worden((driederley dingen verbidden)):
   - alles wat de eer van God onmogelijk maakt of belemmert;   - alles wat de eer van God onmogelijk maakt of belemmert;
   - alles wat tegen de zaligheid strijdt;   - alles wat tegen de zaligheid strijdt;
Regel 131: Regel 129:
 Nee, want dit bidden onder een voorwaarde is wat anders dan wanneer men al twijfelende bidt. Dat laatste verbiedt Jakobus, want het is in strijd met het geloof. Een gelovige twijfelt namelijk niet of God zijn gebed zal verhoren, als hij Gods stellige en zekere belofte heeft((*Johannes 16:23)). En als Hij niet geeft waar men Hem om bidt, zal Hij beslist iets geven wat beter is. Daarom zegt Bernardus: “Een van beide zaken mogen we zonder enige schroom verwachten, want óf Hij zal ons geven waar wij Hem om bidden, óf Hij geeft ons wat we nodig hebben en het beste voor ons is.” Dat ligt opgesloten in de naam van de Vader als de algoede, alwijze en almachtige God. Nee, want dit bidden onder een voorwaarde is wat anders dan wanneer men al twijfelende bidt. Dat laatste verbiedt Jakobus, want het is in strijd met het geloof. Een gelovige twijfelt namelijk niet of God zijn gebed zal verhoren, als hij Gods stellige en zekere belofte heeft((*Johannes 16:23)). En als Hij niet geeft waar men Hem om bidt, zal Hij beslist iets geven wat beter is. Daarom zegt Bernardus: “Een van beide zaken mogen we zonder enige schroom verwachten, want óf Hij zal ons geven waar wij Hem om bidden, óf Hij geeft ons wat we nodig hebben en het beste voor ons is.” Dat ligt opgesloten in de naam van de Vader als de algoede, alwijze en almachtige God.
  
-==== 17. De Heere zegt in Johannes 16:23: “Ales wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam zal Hij u geven”(HSV). Mag men daarom echt alle dingen aan God vragen en verwachten[dat Hij het geeft]? ====+==== 17. De Heere zegt in Johannes 16:23: “Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam zal Hij u geven” (HSV). Mag men dan echt álle dingen van God vragen en verwachten? ====
  
 Nee, maar men moet dit algemeen gesproken woord in deze tekst tot een bepaalde categorie inperken, namelijk: alles wat zalig voor u is, en dan niet naar uw mening en goeddunken, maar naar het oordeel van mijn [hemelse] Vader, zoals daar ook in Johannes 5:14 over gesproken wordt. Kort gezegd staat hier: Als wij iets bidden naar Zijn wil, verhoort Hij ons. Nee, maar men moet dit algemeen gesproken woord in deze tekst tot een bepaalde categorie inperken, namelijk: alles wat zalig voor u is, en dan niet naar uw mening en goeddunken, maar naar het oordeel van mijn [hemelse] Vader, zoals daar ook in Johannes 5:14 over gesproken wordt. Kort gezegd staat hier: Als wij iets bidden naar Zijn wil, verhoort Hij ons.
Regel 195: Regel 193:
 Dat zijn er vijf: de tijd, de plaats, de manier, de woorden die men gebruikt en het vasten. Dat zijn er vijf: de tijd, de plaats, de manier, de woorden die men gebruikt en het vasten.
  
-//Wanneer moet men bidden?//“En bidt daarbij met aanhoudend bidden” (Efeziërs 6:18). “Nacht en dag bidden wij vurig” (*1 Tessalonicenzen 3:10). Zie ook Psalm 119:62. Onze armoede en ons gebrek zijn immers zo groot, we zondigen zo dikwijls, we worden door zoveel benauwdheden terneergedrukt, er komen zoveel verleidingen op ons af, en God schenkt ons ook zoveel weldaden – dat we in al deze dingen genoeg oorzaak vinden om allemaal voortdurend tot God te zuchten, Hem om hulp te vragen, en Hem te danken en te loven. In vroeger tijd had men nog bepaalde vaste uren om te bidden, zoals ’s morgens, ’s middags en ’s avonds; en dat was niet vanwege bijgeloof((superstitie)), maar vanwege een zekere orde((des disciplijns-tuchts halven)) en discipline.((*Psalm 55:18 *Daniël 6:10 *Handelingen 3:1 *Handelingen 10:3))+//Wanneer moet men bidden?// \\ “En bidt daarbij met aanhoudend bidden” (Efeziërs 6:18). “Nacht en dag bidden wij vurig” (1 Tessalonicenzen 3:10). Zie ook Psalm 119:62. Onze armoede en ons gebrek zijn immers zo groot, we zondigen zo dikwijls, we worden door zoveel benauwdheden terneergedrukt, er komen zoveel verleidingen op ons af, en God schenkt ons ook zoveel weldaden – dat we in al deze dingen genoeg oorzaak vinden om allemaal voortdurend tot God te zuchten, Hem om hulp te vragen, en Hem te danken en te loven. In vroeger tijd had men nog bepaalde vaste uren om te bidden, zoals ’s morgens, ’s middags en ’s avonds; en dat was niet vanwege bijgeloof((superstitie)), maar vanwege een zekere orde((des disciplijns-tuchts halven)) en discipline.((*Psalm 55:18 *Daniël 6:10 *Handelingen 3:1 *Handelingen 10:3))
  
 Maar in de tijd van het Nieuwe Testament is ons geen bepaalde tijd voorgeschreven. De tijd voor het gebed moet men gebruiken als de gelegenheid zich voordoet en als er redenen voor zijn. Maar om onze zwakheid wat tegemoet te komen en onze traagheid hierin wat tegen te gaan, is het nodig dat ieder van ons hiervoor toch naar gewoonte bepaalde tijden afzondert om te bidden. Ik noem: ’s morgens bij het opstaan, als we aan het werk gaan, als we gaan eten, als we door de zegen van de Heere verzadigd zijn na de maaltijd, en als we gaan slapen. Maar laten deze gebedsmomenten toch niet vanuit bijgeloof plaatsvinden! Maar in de tijd van het Nieuwe Testament is ons geen bepaalde tijd voorgeschreven. De tijd voor het gebed moet men gebruiken als de gelegenheid zich voordoet en als er redenen voor zijn. Maar om onze zwakheid wat tegemoet te komen en onze traagheid hierin wat tegen te gaan, is het nodig dat ieder van ons hiervoor toch naar gewoonte bepaalde tijden afzondert om te bidden. Ik noem: ’s morgens bij het opstaan, als we aan het werk gaan, als we gaan eten, als we door de zegen van de Heere verzadigd zijn na de maaltijd, en als we gaan slapen. Maar laten deze gebedsmomenten toch niet vanuit bijgeloof plaatsvinden!
Regel 222: Regel 220:
   - Paulus geeft opdracht dat de man met ontbloot hoofd moet bidden om daarmee des te meer eerbied tegenover God aan te geven. Maar de vrouw moet met een gedekt hoofd bidden om haar gehoorzaamheid, onderdanigheid en deugdzaamheid te onderstrepen (1 Korintiërs 11:10 en verder).   - Paulus geeft opdracht dat de man met ontbloot hoofd moet bidden om daarmee des te meer eerbied tegenover God aan te geven. Maar de vrouw moet met een gedekt hoofd bidden om haar gehoorzaamheid, onderdanigheid en deugdzaamheid te onderstrepen (1 Korintiërs 11:10 en verder).
   - Als we onze gebeden doen, is het ook passend dat de stem op een eerbare manier gebruikt wordt zowel in spreken als zingen, en vooral: dat het met het hart gebeurt. Dat geldt als we privé bidden en ook in kerkelijke vergaderingen. “Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand” (1 Korintiërs 14:15). “En spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte” (Efeziërs 5:19, vgl. Kolossenzen 3:16).   - Als we onze gebeden doen, is het ook passend dat de stem op een eerbare manier gebruikt wordt zowel in spreken als zingen, en vooral: dat het met het hart gebeurt. Dat geldt als we privé bidden en ook in kerkelijke vergaderingen. “Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand” (1 Korintiërs 14:15). “En spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte” (Efeziërs 5:19, vgl. Kolossenzen 3:16).
-Zo heeft Christus na het door Hem ingestelde Avondmaal met Zijn discipelen een lofzang gezongen((*Matteüs 26:30)). En Plinius de Tweede schrijft in een van zijn brieven aan keizer Trajanus dat de christenen gewoon waren om bij het aanbreken van de dag ter ere van hun Christus lofzangen te zingen. + 
-Men moet er echter goed op letten dat de zang niet zozeer gericht is op de liefelijkheid van het zingen alleen of op het harmonieus klinken in de oren. De oren mogen immers niet scherper luisteren naar het liefelijke zingen dan het hart gespitst is op het geestelijk verstaan van de woorden. Het mag niet zo zijn dat er aan het zingen enige verdienste toegeschreven wordt of dat het het belangrijkste deel van de eredienst((den Dienst Godts)) uitmaakt. Het is immers zo: +Zo heeft Christus na het door Hem ingestelde Avondmaal met Zijn discipelen een lofzang gezongen((*Matteüs 26:30)). En Plinius de Tweede schrijft in een van zijn brieven aan keizer Trajanus dat de christenen gewoon waren om bij het aanbreken van de dag ter ere van hun Christus lofzangen te zingen. Men moet er echter goed op letten dat de zang niet zozeer gericht is op de liefelijkheid van het zingen alleen of op het harmonieus klinken in de oren. De oren mogen immers niet scherper luisteren naar het liefelijke zingen dan het hart gespitst is op het geestelijk verstaan van de woorden. Het mag niet zo zijn dat er aan het zingen enige verdienste toegeschreven wordt of dat het het belangrijkste deel van de eredienst((den Dienst Godts)) uitmaakt. Het is immers zo: //’t Gebed, en niet de stem,// \\ //het hart, en niet de toon;// \\ //die lieft// ((liefheeft))//, en niet die roept,// \\ //die zingt voor Godes troon.// \\ De tong mag de zintuigen in beweging brengen, het verstand en het hart opwekken om aan God te denken. Ze is inzonderheid geschapen om Gods lof te verkondigen en groot te maken, zoals het bekende spreekwoord luidt: “Affectus cordis verbis excitatur orantis”, dat wil zeggen: de liefde van het hart wordt opgewekt door de woorden van hem die bidt. Toch is de tong niet altijd nodig, want soms worden de beste gebeden zonder stem gedaan. In Exodus 14:13 staat dat Mozes tot God riep, terwijl men niet leest dat hij zijn mond opengedaan heeft. En ook het bewegen van de lippen door Hanna, de moeder van Samuël, wordt met ere genoemd, terwijl men de woorden van haar gebed niet hoorde.((*1 Samuël 1:13)) Cyprianus zegt: “God verhoort niet de stem, maar het hart.”((Lib. 1, de orat. dom.)) Wel wordt de stem altijd gebruikt in de openbare gebedssamenkomsten, tot onderlinge stichting en tot grootmaking van de Naam van God.
-//’t Gebed, en niet de stem,//\\ +
-//het hart, en niet de toon;//\\ +
-//die lieft//((liefheeft))//, en niet die roept,//\\ +
-//die zingt voor Godes troon.//\\ +
-De tong mag de zintuigen in beweging brengen, het verstand en het hart opwekken om aan God te denken. Ze is inzonderheid geschapen om Gods lof te verkondigen en groot te maken, zoals het bekende spreekwoord luidt: “Affectus cordis verbis excitatur orantis”, dat wil zeggen: de liefde van het hart wordt opgewekt door de woorden van hem die bidt. +
-Toch is de tong niet altijd nodig, want soms worden de beste gebeden zonder stem gedaan. In Exodus 14:13 staat dat Mozes tot God riep, terwijl men niet leest dat hij zijn mond opengedaan heeft. En ook het bewegen van de lippen door Hanna, de moeder van Samuël, wordt met ere genoemd, terwijl men de woorden van haar gebed niet hoorde.((*1 Samuël 1:13)) Cyprianus zegt: “God verhoort niet de stem, maar het hart.”((Lib. 1, de orat. dom.)) Wel wordt de stem altijd gebruikt in de openbare gebedssamenkomsten, tot onderlinge stichting en tot grootmaking van de Naam van God.+
  
 ==== 27. Hoe moeten de woorden van het gebed luiden? ==== ==== 27. Hoe moeten de woorden van het gebed luiden? ====
Regel 252: Regel 244:
   - De verhoring, waardoor we de geestelijke en materiële gaven ontvangen waar we God om gebeden hebben. Ja, we hebben méér ontvangen dan we bidden of beseffen kunnen((*Efeziërs 3:20)), namelijk de zaligheid zelf.((*Romeinen 10:13))   - De verhoring, waardoor we de geestelijke en materiële gaven ontvangen waar we God om gebeden hebben. Ja, we hebben méér ontvangen dan we bidden of beseffen kunnen((*Efeziërs 3:20)), namelijk de zaligheid zelf.((*Romeinen 10:13))
   - Een godvrezend gemoed of ook wel de vrede van God die alle verstand te boven gaat. “Laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus” (Filippenzen 4:6-7).   - Een godvrezend gemoed of ook wel de vrede van God die alle verstand te boven gaat. “Laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus” (Filippenzen 4:6-7).
-  - De heiliging van alle goede gaven, zoals eten, drinken en andere dingen die voor dit leven nodig zijn, en het wettig gebruik daarvan, met daaraan verbonden de dankzegging aan God. “[Alles wat God geschapen heeft] wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed” (1 Timotheüs 4:5). +  - De heiliging van alle goede gaven, zoals eten, drinken en andere dingen die voor dit leven nodig zijn, en het wettig gebruik daarvan, met daaraan verbonden de dankzegging aan God. “[Alles wat God geschapen heeft] wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed” (1 Timoteüs 4:5). 
-  - +  - 
 ==== 31. Van wie verhoort God de gebeden? ==== ==== 31. Van wie verhoort God de gebeden? ====
  
   - Van hen die in hun ellende ootmoedig zijn. “Want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o HERE” (Psalm 9:11). En ook: “De begeerte der ootmoedigen hebt Gij, HERE, gehoord” (Psalm 10:17).   - Van hen die in hun ellende ootmoedig zijn. “Want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o HERE” (Psalm 9:11). En ook: “De begeerte der ootmoedigen hebt Gij, HERE, gehoord” (Psalm 10:17).
   - Van hen die verdrukt worden. “Hij heeft niet veracht noch versmaad de ellende van de ellendige, en zijn aangezicht niet voor hem verborgen, maar Hij heeft gehoord, toen hij tot Hem riep” (Psalm 22:25).   - Van hen die verdrukt worden. “Hij heeft niet veracht noch versmaad de ellende van de ellendige, en zijn aangezicht niet voor hem verborgen, maar Hij heeft gehoord, toen hij tot Hem riep” (Psalm 22:25).
-  - Van hen die tot Hem roepen((*Psalm 107:13)) en zich bekeren((*Jesaja 1:17)). Zij roepen Hem met een gelovig hart aan vanuit een waarachtig geloof. “Hij vervult de wens van wie Hem vrezen” (Psalm 145:19). Deze belofte staat immers vast: “Ik zal u redden” (Psalm 50:15). En Christus zegt, terwijl Hij er – volgens Baslilius – een eed aan toevoegt om te bevestigen wat Hij wil zeggen en de hoorders van de waarheid te verzekeren: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam” (Johannes 16:23).+  - Van hen die tot Hem roepen((*Psalm 107:13)) en zich bekeren((*Jesaja 1:17)). Zij roepen Hem met een gelovig hart aan vanuit een waarachtig geloof. “Hij vervult de wens van wie Hem vrezen” (Psalm 145:19). Deze belofte staat immers vast: “Ik zal u redden” (Psalm 50:15). En Christus zegt, terwijl Hij er – volgens Basilius – een eed aan toevoegt om te bevestigen wat Hij wil zeggen en de hoorders van de waarheid te verzekeren: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam” (Johannes 16:23).
  
 ==== 32. God verhoort niet altijd en degenen die bidden, krijgen dikwijls niet waar ze om vragen. Mag men daarom zeggen dat het gebed tevergeefs is? ==== ==== 32. God verhoort niet altijd en degenen die bidden, krijgen dikwijls niet waar ze om vragen. Mag men daarom zeggen dat het gebed tevergeefs is? ====
  
-Zeer beslist niet! God weigert ons soms te geven waar we om bidden, niet omdat Hij ons gebed versmaadt, maar omdat de dingen waar we om vragen voor ons niet nuttig zijn. Denk aan wat Jakobus zegt: “Gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen (Jakobus 4:3). Daarom zegt Augustinus: “God verhoort ons dikwijls niet naar wat wij willen, opdat Hij ons verhoort tot zaligheid.” Ook zegt hij: “Als God iets niet geeft op dat gewenste tijdstip, beproeft Hij degene die bidt, maar Hij versmaadt hem niet.” +Zeer beslist niet! God weigert ons soms te geven waar we om bidden, niet omdat Hij ons gebed versmaadt, maar omdat de dingen waar we om vragen voor ons niet nuttig zijn. Denk aan wat Jakobus zegt: “Gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen (Jakobus 4:3). Daarom zegt Augustinus: “God verhoort ons dikwijls niet naar wat wij willen, opdat Hij ons verhoort tot zaligheid.” Ook zegt hij: “Als God iets niet geeft op dat gewenste tijdstip, beproeft Hij degene die bidt, maar Hij versmaadt hem niet.” God stelt soms het geven uit van de dingen die Hij wil geven. Dat doet Hij: 
-God stelt soms het geven uit van de dingen die Hij wil geven. Dat doet Hij:+
   - om Zijn kinderen te beproeven;   - om Zijn kinderen te beproeven;
   - om hun geloof meer en meer aan te wakkeren;   - om hun geloof meer en meer aan te wakkeren;
Regel 270: Regel 263:
   - om Zijn gaven in de vreze des Heren te bewaren;   - om Zijn gaven in de vreze des Heren te bewaren;
   - om des te vuriger tot Hem te bidden, als het er op lijkt dat Hij ons niet verhoort, terwijl Hij dat later wel doet.   - om des te vuriger tot Hem te bidden, als het er op lijkt dat Hij ons niet verhoort, terwijl Hij dat later wel doet.
 +
 Maar bovendien moet gezegd worden dat God ons op twee manieren verhoort: wat het inwendige en wat het uitwendige leven betreft. Want de ene keer helpt Hij ons openlijk zodat ieder het ziet, zoals Hij de drie jonge mannen verhoord heeft((*Daniël 3:17)) en Daniël zelf((*Daniël 6:22 *Jesaja 37:36)). Een andere keer staat Hij ons bij door de kracht van Zijn Heilige Geest, zodat we niet overwonnen worden door het kwade en niet bezwijken. Zo heeft Hij Stefanus verhoord((*Handelingen 7:55)) en in alle tijden ontelbaar veel martelaars. En toen Paulus klaagde dat hij driemaal tot God gebeden had [zonder verhoring], werd hem geantwoord: “Mijn genade is u genoeg” (*2 Korintiërs 12:9). Daarom mag men deze regel vaststellen dat het een genade van God is, als Hij degene die Hem godvruchtig om iets bidt, niet direct verhoort. De Heere geeft hun immers iets wat beter voor hen is, namelijk de kracht van de Geest, zodat de dingen die hen kwellen hun juist ten goede komen. Daarom moet men de verhoring van de gebeden niet afmeten naar ons gevoelen, maar naar het geloof. Maar bovendien moet gezegd worden dat God ons op twee manieren verhoort: wat het inwendige en wat het uitwendige leven betreft. Want de ene keer helpt Hij ons openlijk zodat ieder het ziet, zoals Hij de drie jonge mannen verhoord heeft((*Daniël 3:17)) en Daniël zelf((*Daniël 6:22 *Jesaja 37:36)). Een andere keer staat Hij ons bij door de kracht van Zijn Heilige Geest, zodat we niet overwonnen worden door het kwade en niet bezwijken. Zo heeft Hij Stefanus verhoord((*Handelingen 7:55)) en in alle tijden ontelbaar veel martelaars. En toen Paulus klaagde dat hij driemaal tot God gebeden had [zonder verhoring], werd hem geantwoord: “Mijn genade is u genoeg” (*2 Korintiërs 12:9). Daarom mag men deze regel vaststellen dat het een genade van God is, als Hij degene die Hem godvruchtig om iets bidt, niet direct verhoort. De Heere geeft hun immers iets wat beter voor hen is, namelijk de kracht van de Geest, zodat de dingen die hen kwellen hun juist ten goede komen. Daarom moet men de verhoring van de gebeden niet afmeten naar ons gevoelen, maar naar het geloof.
  
 ==== 33. Welke dingen zijn in strijd met het gebed? ==== ==== 33. Welke dingen zijn in strijd met het gebed? ====
  
-  - De farizeïstische mening dat het gebed verdienstelijk zou zijn.+  - De farizese mening dat het gebed verdienstelijk zou zijn.
   - Verschillende factoren die een verhindering zijn voor het gebed, zoals wantrouwen [tegenover God], twijfel, wankelmoedigheid((*Jakobus 1:6-8)), agressie((wreetheydt)) en hoogmoed((*Jesaja 1:15)). Ook ruzie, haat en nijd zijn niet te verenigen met het gebed((*1 Petrus 3:7)). Dat geldt ook voor gulzigheid, dronkenschap((*1 Korintiërs 7:5)) en slechte begeerten((*Jakobus 4:3)). Ook de weigering zich te bekeren is een verhindering – naar het woord “Wij weten, dat God naar zondaars niet hoort” in Johannes 9:31 – evenals eergierigheid en ijdelheidsvertoon((*Matteüs 6:5 *Matteüs 23:14)). Daarnaast moeten geveinsdheid genoemd worden, een omhaal van woorden((snapperij)) en de vele herhalingen van dezelfde gebedjes (Matteüs 6:7). Daar gaat het brevieren van de roomsen mank aan, met hun getijdeboeken (zoals ze die noemen) en hun paternosters.   - Verschillende factoren die een verhindering zijn voor het gebed, zoals wantrouwen [tegenover God], twijfel, wankelmoedigheid((*Jakobus 1:6-8)), agressie((wreetheydt)) en hoogmoed((*Jesaja 1:15)). Ook ruzie, haat en nijd zijn niet te verenigen met het gebed((*1 Petrus 3:7)). Dat geldt ook voor gulzigheid, dronkenschap((*1 Korintiërs 7:5)) en slechte begeerten((*Jakobus 4:3)). Ook de weigering zich te bekeren is een verhindering – naar het woord “Wij weten, dat God naar zondaars niet hoort” in Johannes 9:31 – evenals eergierigheid en ijdelheidsvertoon((*Matteüs 6:5 *Matteüs 23:14)). Daarnaast moeten geveinsdheid genoemd worden, een omhaal van woorden((snapperij)) en de vele herhalingen van dezelfde gebedjes (Matteüs 6:7). Daar gaat het brevieren van de roomsen mank aan, met hun getijdeboeken (zoals ze die noemen) en hun paternosters.
   - De gebeden van de huichelaars die helemaal geen last hebben van hun zonden. Hun gebeden lopen over van woorden die alleen maar herhalingen zijn uit de formuliergebeden. Zo bidden ze alsof ze God tol betalen. Of ze grauwen hun gebeden maar wat uit, zonder over de woorden na te denken; en zo mompelen ze maar wat zonder enig gevoel. Maar ook de gebeden van hen die het geloof en de hoop om tot God te bidden eigenlijk maar onzin vinden, is een belemmering!   - De gebeden van de huichelaars die helemaal geen last hebben van hun zonden. Hun gebeden lopen over van woorden die alleen maar herhalingen zijn uit de formuliergebeden. Zo bidden ze alsof ze God tol betalen. Of ze grauwen hun gebeden maar wat uit, zonder over de woorden na te denken; en zo mompelen ze maar wat zonder enig gevoel. Maar ook de gebeden van hen die het geloof en de hoop om tot God te bidden eigenlijk maar onzin vinden, is een belemmering!
   - De dwaling van het aanroepen en de voorbede van de heiligen; en verder ook gebeden voor hen die gestorven zijn, evenals gebeden in een vreemde taal, waarbij men woorden in het gebed gebruikt die men niet begrijpt (1 Korintiërs 14:15).   - De dwaling van het aanroepen en de voorbede van de heiligen; en verder ook gebeden voor hen die gestorven zijn, evenals gebeden in een vreemde taal, waarbij men woorden in het gebed gebruikt die men niet begrijpt (1 Korintiërs 14:15).
   - Het knielen voor afgodische beelden, en de verkeerde gedachte dat er verdienste schuilt in het aantal gebeden; met daarnaast het grote bijgeloof((superstitie ofte overgelooffheydt)) van hen die menen dat de gebeden die men op een bepaalde plaats – bijvoorbeeld in een of ander kapelletje – of op een zekere tijd uitspreekt, veel krachtiger zijn.   - Het knielen voor afgodische beelden, en de verkeerde gedachte dat er verdienste schuilt in het aantal gebeden; met daarnaast het grote bijgeloof((superstitie ofte overgelooffheydt)) van hen die menen dat de gebeden die men op een bepaalde plaats – bijvoorbeeld in een of ander kapelletje – of op een zekere tijd uitspreekt, veel krachtiger zijn.
-  - De ongeoorloofde manier waarop kerken worden ingewijd, en het verkeerde en zinloze onderscheid dat ten aanzien van de aanbidding van God wordt aangebracht tussen //latreian//, //douleian// en //huperdouleian//. Bij de Grieks-orthodoxen wordt degene die //latreus// of //latres// genoemd wordt – dat wil zeggen: ‘dienstknecht’ of ‘dienaar’ – ook //deulos// genoemd, en ook dat betekent ‘dienaar’. En als Paulus //latreuoo// zegt – in Romeinen 1:9, wat ‘ik dien’ betekent – gebruikt hij daarna in Romeinen 16:18 het woord //deuleuein//, ‘dienen’.+  - De ongeoorloofde manier waarop kerken worden ingewijd, en het verkeerde en zinloze onderscheid dat ten aanzien van de aanbidding van God wordt aangebracht tussen //latreian//, //douleian//  en //huperdouleian//. Bij de Grieks-orthodoxen wordt degene die //latreus//  of //latres//  genoemd wordt – dat wil zeggen: ‘dienstknecht’ of ‘dienaar’ – ook //deulos//  genoemd, en ook dat betekent ‘dienaar’. En als Paulus //latreuoo//  zegt – in Romeinen 1:9, wat ‘ik dien’ betekent – gebruikt hij daarna in Romeinen 16:18 het woord //deuleuein//, ‘dienen’.
   - Alle bijgelovige, goddeloze, onrechtvaardige, waanwijze, flauwe((reuckeloose)), gedachteloze((onbedachte)), nutteloze en dus eigenlijk schadelijke gebeden zijn in strijd met het waarachtige aanroepen van Gods Naam.   - Alle bijgelovige, goddeloze, onrechtvaardige, waanwijze, flauwe((reuckeloose)), gedachteloze((onbedachte)), nutteloze en dus eigenlijk schadelijke gebeden zijn in strijd met het waarachtige aanroepen van Gods Naam.
 +
 +


Paginahulpmiddelen