Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:35

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:35 [11-07-2025 om 12.13 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:35 [14-09-2025 om 20.54 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 80: Regel 80:
 Christus moet daarom ook op twee manieren worden aangebeden: (1) als God, die met de Vader en de Heilige Geest de oorsprong van alle goed is; (2) als Middelaar en Voorbidder, om door Hem verhoord te worden. Daarom wordt Hij een Priester voor eeuwig genoemd (Psalm 110:4). Romeinen 8:34 zegt dat Christus de Opgewekte is, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit. Daaruit zal blijken dat Hij niet alleen een Middelaar is om te verlossen maar ook om tot in eeuwigheid voorbede te doen. “Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten” (Hebreeën 7:25). Christus moet daarom ook op twee manieren worden aangebeden: (1) als God, die met de Vader en de Heilige Geest de oorsprong van alle goed is; (2) als Middelaar en Voorbidder, om door Hem verhoord te worden. Daarom wordt Hij een Priester voor eeuwig genoemd (Psalm 110:4). Romeinen 8:34 zegt dat Christus de Opgewekte is, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit. Daaruit zal blijken dat Hij niet alleen een Middelaar is om te verlossen maar ook om tot in eeuwigheid voorbede te doen. “Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten” (Hebreeën 7:25).
  
-We moeten daarbij bedenken dat de Zoon niet als het ware op zijn knieën voor de Vader ligt om voor ons te bidden en te smeken. Nee, Hij doet dit Hij door zijn verdienste en de kracht van zijn dood. Dat is het loon op zijn verlossing, waar God altijd aan denkt, en daarom verhoort Hij degenen die Hem toebehoren. Bovendien legt Hij onze gebeden aan de Vader voor. Zo lezen we ook in Zacharia 1:12 dat de Engel voor Gods volk bidt en de gebeden van de heiligen aan God opdraagt. Dat is de Engel die Jakob van alle nood verlost en bevrijd heeft.((*Genesis 48:16)) Deze Engel ging in de woestijn ook vóór het volk Israël uit en bracht het in het land Kanaän. Hij is de Zoon van God, Jezus Christus, God en Mens, de enige Middelaar tussen God en de mensen.+We moeten daarbij bedenken dat de Zoon niet als het ware op zijn knieën voor de Vader ligt om voor ons te bidden en te smeken. Nee, Hij doet dit door zijn verdienste en de kracht van zijn dood. Dat is het loon op zijn verlossing, waar God altijd aan denkt, en daarom verhoort Hij degenen die Hem toebehoren. Bovendien legt Hij onze gebeden aan de Vader voor. Zo lezen we ook in Zacharia 1:12 dat de Engel voor Gods volk bidt en de gebeden van de heiligen aan God opdraagt. Dat is de Engel die Jakob van alle nood verlost en bevrijd heeft.((*Genesis 48:16)) Deze Engel ging in de woestijn ook vóór het volk Israël uit en bracht het in het land Kanaän. Hij is de Zoon van God, Jezus Christus, God en Mens, de enige Middelaar tussen God en de mensen.
  
 Daarom verschijnen wij niet voor Gods aangezicht in vertrouwen op onze eigen waardigheid en verdiensten. De Farizeeën((*Lucas 18:11)) deden dat wel, evenals Agamemnon, die dacht dat hij verhoord moest worden omdat hij honderd offers gebracht had, en ook Chryses, vanwege zijn [vermeende] verdiensten.((Agamemnon en Chryses zijn figuren uit de Griekse mythologie. Agamemnon is bekend geworden als legeraanvoerder in de oorlog tegen Troje; Chryses was toentertijd priester van Apollon in Chryse, vlakbij Troje.)) Nee, zo niet, maar alleen vanwege de voorbede van Christus. Hieruit kan men het onderscheid afleiden dat er is in het gebed van christenen tegenover dat van alle andere mensen. Het onderscheid tussen christenen en anderen wordt namelijk alleen gemaakt door het geloof in Christus. Daarom verschijnen wij niet voor Gods aangezicht in vertrouwen op onze eigen waardigheid en verdiensten. De Farizeeën((*Lucas 18:11)) deden dat wel, evenals Agamemnon, die dacht dat hij verhoord moest worden omdat hij honderd offers gebracht had, en ook Chryses, vanwege zijn [vermeende] verdiensten.((Agamemnon en Chryses zijn figuren uit de Griekse mythologie. Agamemnon is bekend geworden als legeraanvoerder in de oorlog tegen Troje; Chryses was toentertijd priester van Apollon in Chryse, vlakbij Troje.)) Nee, zo niet, maar alleen vanwege de voorbede van Christus. Hieruit kan men het onderscheid afleiden dat er is in het gebed van christenen tegenover dat van alle andere mensen. Het onderscheid tussen christenen en anderen wordt namelijk alleen gemaakt door het geloof in Christus.
Regel 86: Regel 86:
 ==== 10. Maar gaat men niet via de heiligen tot God, zoals men via edelen en raadsheren tot een prins of koning geleid wordt? ==== ==== 10. Maar gaat men niet via de heiligen tot God, zoals men via edelen en raadsheren tot een prins of koning geleid wordt? ====
  
-Dat is een armetierige uitvlucht, zegt Ambrosius, want men gaat via ambtenaren, raadsheren of edelen tot de koning, omdat de koning ook maar een mens is die niet weet wie hij van het gewone volk het best kan vertrouwen. Maar om aan God, voor wwie niets verborgen is, iets te vragen, heeft men geen tussenpersoon nodig, maar een vroom hart. Toen Christus op aarde was, heeft Hij niet geluisterd naar zijn discipelen die met Hem spraken over de Kananese vrouw((*Matteüs 15:23)), en evenmin naar zijn moeder((*Johannes 2:3-4)) die een goed woord deed voor het pasgetrouwde stel. Integendeel, Hij heeft hen streng terechtgewezen. Hij draagt immers Zelf meer dan genoeg de zorg voor onze zaligheid, en daarom heeft Hij geen tussenpersonen nodig of anderen die voor iemand pleiten.+Dat is een armetierige uitvlucht, zegt Ambrosius, want men gaat via ambtenaren, raadsheren of edelen tot de koning, omdat de koning ook maar een mens is die niet weet wie hij van het gewone volk het best kan vertrouwen. Maar om aan God, voor wie niets verborgen is, iets te vragen, heeft men geen tussenpersoon nodig, maar een vroom hart. Toen Christus op aarde was, heeft Hij niet geluisterd naar zijn discipelen die met Hem spraken over de Kananese vrouw((*Matteüs 15:23)), en evenmin naar zijn moeder((*Johannes 2:3-4)) die een goed woord deed voor het pasgetrouwde stel. Integendeel, Hij heeft hen streng terechtgewezen. Hij draagt immers Zelf meer dan genoeg de zorg voor onze zaligheid, en daarom heeft Hij geen tussenpersonen nodig of anderen die voor iemand pleiten.
  
 ==== 11. Maar wordt aan de heiligen in dit leven ondertussen niet de opdracht gegeven voor elkaar te bidden, waarbij de een de ander in onderlinge verbondenheid aan God opdraagt? ==== ==== 11. Maar wordt aan de heiligen in dit leven ondertussen niet de opdracht gegeven voor elkaar te bidden, waarbij de een de ander in onderlinge verbondenheid aan God opdraagt? ====
Regel 98: Regel 98:
 ==== 13. Wat is het 'voertuig' waarvan het gebed gebruikmaakt? ==== ==== 13. Wat is het 'voertuig' waarvan het gebed gebruikmaakt? ====
  
-Dat is niet de mond of de tong, dat zijn niet de lippen of het strottenhoofd((*Jesaja 29:13 *Matteüs 15:8)), maar dat is het verstand of het hart van de gelovige. Het gebed is namelijk een gesprek dat de ziel voert; en in eigenlijke zin is het de genegenheid vanuit het binnenste van het hart dat wordt uitgestort of ‘uitgeschud’ voor God((*Matteüs 6:6)) – voor Hem Die een Onderzoeker van het hart is. “God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.”((*Johannes 4:24)) En Paulus zegt in 1 Korinthe 14:15: “Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand”.+Dat is niet de mond of de tong, dat zijn niet de lippen of het strottenhoofd((*Jesaja 29:13 *Matteüs 15:8)), maar dat is het verstand of het hart van de gelovige. Het gebed is namelijk een gesprek dat de ziel voert; en in eigenlijke zin is het de genegenheid vanuit het binnenste van het hart dat wordt uitgestort of ‘uitgeschud’ voor God((*Matteüs 6:6)) – voor Hem Die een Onderzoeker van het hart is. “God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.”((*Johannes 4:24)) En Paulus zegt in 1 Korintiërs 14:15: “Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand”.
  
 ==== 14. Wat is de stof voor het gebed, of: om welke dingen mag men God vragen? ==== ==== 14. Wat is de stof voor het gebed, of: om welke dingen mag men God vragen? ====
Regel 131: Regel 131:
 ==== 17. De Here zegt in Johannes 16:23: “Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam zal Hij u geven” (HSV). Mag men dan echt álle dingen van God vragen en verwachten? ==== ==== 17. De Here zegt in Johannes 16:23: “Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam zal Hij u geven” (HSV). Mag men dan echt álle dingen van God vragen en verwachten? ====
  
-Nee, maar men moet dit algemeen gesproken woord in deze tekst tot een bepaalde categorie inperken, namelijk: alles wat zalig voor u is, en dan niet naar uw mening en goeddunken, maar naar het oordeel van mijn [hemelse] Vader, zoals daar ook in Johannes 5:14 over gesproken wordt. Kort gezegd staat hier: Als wij iets bidden naar zijn wil, verhoort Hij ons.+Nee, maar men moet dit algemeen gesproken woord in deze tekst tot een bepaalde categorie inperken, namelijk: alles wat zalig voor u is, en dan niet naar uw mening en goeddunken, maar naar het oordeel van mijn [hemelse] Vader, zoals daar ook in Johannes 5:14 over gesproken wordt. Kort gezegd staat hier: Als wij iets bidden naar zijn wil, verhoort Hij ons.
  
 ==== 18. Voor wie moeten wij bidden? ==== ==== 18. Voor wie moeten wij bidden? ====
Regel 142: Regel 142:
   - Voor onze vijanden((*Numeri 16:22 *Matteüs 5:44 *Handelingen 7:60)).   - Voor onze vijanden((*Numeri 16:22 *Matteüs 5:44 *Handelingen 7:60)).
   - Voor zondaren en ongelovigen, zoals Abraham deed voor de mensen in Sodom((*Genesis 18:23)). Zo deed ook Lot voor Zoar((*Genesis 19:20-21)), Mozes voor het volk toen het zwaar gezondigd had met het opgerichte [gouden] kalf((*Exodus 32:11)), en Samuël voor Saul((*1 Samuël 15:35)).   - Voor zondaren en ongelovigen, zoals Abraham deed voor de mensen in Sodom((*Genesis 18:23)). Zo deed ook Lot voor Zoar((*Genesis 19:20-21)), Mozes voor het volk toen het zwaar gezondigd had met het opgerichte [gouden] kalf((*Exodus 32:11)), en Samuël voor Saul((*1 Samuël 15:35)).
-  - Voor mensen die in benauwdheid en verdrukking leven, en voor de zieken((*Jakobus 5:13-14 *2 Samuël 12:16))+  - Voor mensen die in benauwdheid en verdrukking leven, en voor de zieken((*Jakobus 5:13-14 *2 Samuël 12:16)).
  
 ==== 19. Hoe moet men voor zijn vijanden bidden? ==== ==== 19. Hoe moet men voor zijn vijanden bidden? ====
Regel 164: Regel 164:
  
   - dat ze daarmee niet doorgaan, maar daarin worden belet, verhinderd en tegengehouden((*1 Samuël 15:32 *Handelingen 4:29));   - dat ze daarmee niet doorgaan, maar daarin worden belet, verhinderd en tegengehouden((*1 Samuël 15:32 *Handelingen 4:29));
-  - dat ze geheel en al worden verdelgd als ze ongeneeslijk zijn in het kwade en doorgaan in hun duivelse razernij om tegen God, zijn kerk en de waarheid te strijden. Dat is dan geen daad om eigen wraakzucht te bevredigen, maar een uiting van vurige liefde tot God. Zo was het bij David((*Psalm 5:11 *Psalm 59:6 *Psalm 59:13-14 *Psalm 140:2 *Psalm 140:10-11)), en bij Paulus: “Alexander,de koperslager, heeft mij veel kwaad berokkend: de Here zal hem vergelden naar zijn werken” (2 Timoteüs 4:14). En zo was het ook bij Mozes in zijn houding tegenover Korach, Dathan en Abiram: “Wend U niet tot hun spijsoffer” (Numeri 16:15).+  - dat ze geheel en al worden verdelgd als ze ongeneeslijk zijn in het kwade en doorgaan in hun duivelse razernij om tegen God, zijn kerk en de waarheid te strijden. Dat is dan geen daad om eigen wraakzucht te bevredigen, maar een uiting van vurige liefde tot God. Zo was het bij David((*Psalm 5:11 *Psalm 59:6 *Psalm 59:13-14 *Psalm 140:2 *Psalm 140:10-11)), en bij Paulus: “Alexander, de koperslager, heeft mij veel kwaad berokkend: de Here zal hem vergelden naar zijn werken” (2 Timoteüs 4:14). En zo was het ook bij Mozes in zijn houding tegenover Korach, Dathan en Abiram: “Wend U niet tot hun spijsoffer” (Numeri 16:15).
  
 ==== 21. Wat is de juiste vorm van het gebed? ==== ==== 21. Wat is de juiste vorm van het gebed? ====
Regel 225: Regel 225:
 ==== 27. Hoe moeten de woorden van het gebed luiden? ==== ==== 27. Hoe moeten de woorden van het gebed luiden? ====
  
-Het moet geen vreemde taal zijn, maar de gangbare taal die door het gewone volk en door alle mensen in de samenkomsten begrepen kan worden – een taal die tot stichting van de gemeente dient. “Indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat gij zegt. Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht. Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek; maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong” (1 Korinthe 14:16-19). Dat laatste betekent: sprekend in de Geest door de bijzondere gave van de tongentaal. Sommigen van hen die deze gave ontvangen hadden, maakten daar misbruik van, omdat ze die taal losmaakten van het verstand. Het is namelijk zo dat het spreken in tongentaal zonder het verstand te gebruiken, God niet welgevallig is.+Het moet geen vreemde taal zijn, maar de gangbare taal die door het gewone volk en door alle mensen in de samenkomsten begrepen kan worden – een taal die tot stichting van de gemeente dient. “Indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat gij zegt. Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht. Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek; maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong” (1 Korintiërs 14:16-19). Dat laatste betekent: sprekend in de Geest door de bijzondere gave van de tongentaal. Sommigen van hen die deze gave ontvangen hadden, maakten daar misbruik van, omdat ze die taal losmaakten van het verstand. Het is namelijk zo dat het spreken in tongentaal zonder het verstand te gebruiken, God niet welgevallig is.
  
 ==== 28. Hoe moet men over het vasten denken? ==== ==== 28. Hoe moet men over het vasten denken? ====
Regel 264: Regel 264:
   - om des te vuriger tot Hem te bidden, als het er op lijkt dat Hij ons niet verhoort, terwijl Hij dat later wel doet.   - om des te vuriger tot Hem te bidden, als het er op lijkt dat Hij ons niet verhoort, terwijl Hij dat later wel doet.
  
-Maar bovendien moet gezegd worden dat God ons op twee manieren verhoort: wat het inwendige en wat het uitwendige leven betreft. Want de ene keer helpt Hij ons openlijk zodat ieder het ziet, zoals Hij de drie jonge mannen verhoord heeft((*Daniël 3:17)) en Daniël zelf((*Daniël 6:22 *Jesaja 37:36)). Een andere keer staat Hij ons bij door de kracht van zijn Heilige Geest, zodat we niet overwonnen worden door het kwade en niet bezwijken. Zo heeft Hij Stefanus verhoord((*Handelingen 7:55)) en in alle tijden ontelbaar veel martelaars. En toen Paulus klaagde dat hij driemaal tot God gebeden had [zonder verhoring], werd hem geantwoord: “Mijn genade is u genoeg” (*2 Korintiërs 12:9). Daarom mag men deze regel vaststellen dat het een genade van God is, als Hij degene die Hem godvruchtig om iets bidt, niet direct verhoort. De Here geeft hun immers iets wat beter voor hen is, namelijk de kracht van de Geest, zodat de dingen die hen kwellen hun juist ten goede komen. Daarom moet men de verhoring van de gebeden niet afmeten naar ons gevoelen, maar naar het geloof.+Maar bovendien moet gezegd worden dat God ons op twee manieren verhoort: wat het inwendige en wat het uitwendige leven betreft. Want de ene keer helpt Hij ons openlijk zodat ieder het ziet, zoals Hij de drie jonge mannen verhoord heeft((*Daniël 3:17)) en Daniël zelf((*Daniël 6:22 *Jesaja 37:36)). Een andere keer staat Hij ons bij door de kracht van zijn Heilige Geest, zodat we niet overwonnen worden door het kwade en niet bezwijken. Zo heeft Hij Stefanus verhoord((*Handelingen 7:55)) en in alle tijden ontelbaar veel martelaars. En toen Paulus klaagde dat hij driemaal tot God gebeden had [zonder verhoring], werd hem geantwoord: “Mijn genade is u genoeg” (2 Korintiërs 12:9). Daarom mag men deze regel vaststellen dat het een genade van God is, als Hij degene die Hem godvruchtig om iets bidt, niet direct verhoort. De Here geeft hun immers iets wat beter voor hen is, namelijk de kracht van de Geest, zodat de dingen die hen kwellen hun juist ten goede komen. Daarom moet men de verhoring van de gebeden niet afmeten naar ons gevoelen, maar naar het geloof.
  
 ==== 33. Welke dingen zijn in strijd met het gebed? ==== ==== 33. Welke dingen zijn in strijd met het gebed? ====


Paginahulpmiddelen