Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:36 [09-06-2020 om 16.31 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:36 [16-09-2020 om 15.28 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== De voorbestemming ====== |
==== 1. Welke woorden zijn van belang als we aan dit hoofdstuk beginnen? ==== | ==== 1. Welke woorden zijn van belang als we aan dit hoofdstuk beginnen? ==== | ||
Regel 250: | Regel 250: | ||
Dat is God. Zoals Hij ons heeft uitverkoren naar het welbehagen van Zijn wil, zo heeft Hij ook de verworpenen verstoten naar Zijn rechtvaardige wil en raadsbesluit, | Dat is God. Zoals Hij ons heeft uitverkoren naar het welbehagen van Zijn wil, zo heeft Hij ook de verworpenen verstoten naar Zijn rechtvaardige wil en raadsbesluit, | ||
- | ==== 36. Zijn de vooraf geziene zonden, zoals ongelovigheid, | + | ==== 36. Zijn vooraf geziene zonden zoals ongeloof |
- | Nee, want als de zonden | + | |
- | ==== 37. Maar beschuldigt men God niet van onrechtvaardigheid, | + | Nee, want als de zonden oorzaak waren van de verwerping, was niemand uitverkoren, |
- | Op geen enkele manier! | + | |
- | - Als men namelijk | + | * “Wie niet gelooft, is reeds veroordeeld” (Johannes 3:18). |
- | - We kennen Gods besluit of Zijn verborgen en onfeilbare wil om sommigen te verwerpen. We weten ook van de verdorvenheid van het menselijk geslacht, die de werkelijke | + | * De Heilige Geest zal overtuigen “van zonde, omdat zij in Mij niet geloven” |
- | - Niemand wordt verdoemd dan degenen die de Heere verworpen heeft. Maar hoewel dat zo is, moet bovendien gezegd worden dat er toch niemand verdoemd wordt dan hij die de oorzaak van de verdoemenis in zichzelf blijkt om te dragen. | + | * “Wie niet gelooft, zal veroordeeld worden” (Marcus |
- | - De verworpenen worden niet zomaar | + | |
- | ==== 38. Wat zijn de algemene | + | ==== 37. Maar beschuldigen we God niet van onrechtvaardigheid, |
+ | |||
+ | Op geen enkele manier, want: | ||
+ | |||
+ | - Als men spreekt van deze hoogste wil van God, die de oorzaak van alle dingen bepaalt, mag men niet zeggen dat eerst iets rechtvaardig moet zijn voordat | ||
+ | - We kennen Gods besluit of Zijn verborgen en onfeilbare wil om sommigen te verwerpen. We weten ook van de verdorvenheid van het menselijk geslacht, die de ware en eerste oorzaak is van de verdoemenis van de verworpenen. En tussen die beide komt dan de wil van de eerste mens, die wel goed geschapen | ||
+ | - Niemand wordt verdoemd dan degenen die de Heere verworpen heeft. Maar hoewel dat zo is, moet bovendien gezegd worden dat er toch niemand verdoemd wordt dan wie de oorzaak van de verdoemenis in zichzelf blijkt om te dragen. | ||
+ | - De verworpenen worden niet vanwege hun verwerping verdoemd, maar vanwege hun goddeloosheid en ongeloof. Dat betekent dat de oorzaak van het verloren gaan van mensen niet het besluit van God is, maar hun aangeboren verdorvenheid en de gevolgen daarvan. Het behaagt God om alleen degenen die van Hem zijn en die tot de zaligheid zijn uitverkoren, | ||
+ | |||
+ | ==== 38. Wat zijn de algemene | ||
Dat zijn dezelfde als die waarover we hierboven al hebben gesproken: | Dat zijn dezelfde als die waarover we hierboven al hebben gesproken: | ||
- | | + | |
+ | | ||
- De val van de mens in de zonde, waardoor hij vanuit zichzelf met zijn vrije wil van God is afgeweken. Door dat afwijken heeft hij God vertoornd. | - De val van de mens in de zonde, waardoor hij vanuit zichzelf met zijn vrije wil van God is afgeweken. Door dat afwijken heeft hij God vertoornd. | ||
- | - De verdorvenheid van de mens. De mensen hebben immers zichzelf verdorven, en daardoor hebben ze het verderf door hun eigen schuld op de nek gehaald((Spreuken 5:22, Prediker 7:29.)). | + | - De verdorvenheid van de mens. De mensen hebben immers zichzelf verdorven, en daardoor hebben ze het verderf door hun eigen schuld op de hals gehaald.((*Spreuken 5:22 *Prediker 7:29)) |
- | ==== 39. Wat zijn de bijzondere | + | |
- | Dat zijn er ook nu weer zes in getal. | + | ==== 39. Wat zijn de bijzondere |
- Het ontelbare aantal daadwerkelijke zonden. | - Het ontelbare aantal daadwerkelijke zonden. | ||
- Het ongeloof, of het verwijderd raken en afgescheiden worden van Christus. | - Het ongeloof, of het verwijderd raken en afgescheiden worden van Christus. | ||
- | - Het verlaten worden, het niet geroepen worden, een krachteloze roeping door de verkondiging van het Woord van God, of een innerlijk niet accepteren van de roeping. Het Evangelie is niet aan alle mensen in het bijzonder gepredikt, en ook niet in elke tijdsperiode. Ook nu wordt het niet overal ter wereld verkondigd. Het is ook niet allen gegeven om te geloven (Mattheüs | + | - Het verlaten worden, het niet geroepen worden, een krachteloze roeping door de verkondiging van het Woord van God, of een innerlijk niet accepteren van de roeping. Het Evangelie is niet aan alle mensen in het bijzonder gepredikt, en ook niet in elke tijdsperiode. Ook nu wordt het niet overal ter wereld verkondigd. Het is ook niet allen gegeven om te geloven (Matteüs |
- De halsstarrigheid of de verharding en het verblind zijn in de zonden. | - De halsstarrigheid of de verharding en het verblind zijn in de zonden. | ||
- Hieruit komt het voortdurend afwijken en verachten van God voort, en dientengevolge ook het doorgaan van de ene zonde in de andere. | - Hieruit komt het voortdurend afwijken en verachten van God voort, en dientengevolge ook het doorgaan van de ene zonde in de andere. | ||
- | - Ten slotte volgt hierop hun rechtvaardige verdoemenis. “Gij zijt rechtvaardig, | + | - Ten slotte volgt hierop hun rechtvaardige verdoemenis. “Gij zijt rechtvaardig, |
- | ==== 40. Maar wordt de uitvoering van de verwerping of de voorbeschikking van deze kwade middenoorzaken | + | |
- | Hierop kan men met ‘ja’ | + | ==== 40. Maar valt de uitvoering van de verwerping of de voorbeschikking van deze kwade middeloorzaken |
- | Als God gewoon iets wil of iets als goed erkent, wordt dat een besluit genoemd. Daarvan is Hijzelf te zijner tijd in eigenlijke zin daadwerkelijk de werkende oorzaak. Daarom noemen we het ook een krachtig werkend besluit. We kunnen denken aan het besluit tot zaligheid van de uitverkorenen en tot het gebruik van de middenoorzaken | + | |
- | Maar het wordt een besluit gerelateerd aan iets anders genoemd als God iets bepaalt en wil toelaten dat het gebeurt – en daarom gebeurt het te zijner tijd ook. Maar God doet dat metterdaad niet Zelf, maar Hij laat toe dat het gebeurt door de werktuigen van het kwaad. Het is daarbij niet zo dat Hij de dingen van de mensen van bovenaf alleen maar aankijkt – nee, Hij bestuurt en leidt alle dingen. Paulus getuigt dat God de farao tot het kwade verwekt heeft, en dat Hij verhardt wie Hij wil (Romeinen 9:17,18). God is niet passief((geen ledigh Godt)), maar almachtig en laat niets tegen Zijn wil in gebeuren. | + | Ja en nee, omdat over het besluit van God op twee manieren |
- | Daarom mag dit ook een toelatend, een sturend of een aanvoerend besluit(([besluyt] der beleidinghe)) genoemd worden. Van deze aard is het besluit over alle kwade middenoorzaken | + | |
- | Bovendien is het geen besluit om de boosheid en slechtheid toe te laten omdat het boos en slecht is, maar omdat het kwade zelf er als iets goeds uitziet. Als men naar Gods besluit kijkt, heeft het kwade zelfs de schijn van iets goeds, al is het in zichzelf kwaad. Wat God besloten heeft toe te laten en wat Hij ook daadwerkelijk toelaat, dat doet Hij om een goed doel te dienen, namelijk de open baring van Zijn heerlijkheid en rechtvaardigheid. Dus vanuit God gezien heeft Zijn besluit om iets toe te laten en heeft dat toelaten zelf altijd een goed doel op het oog. De duisternis dient dus altijd het licht; en de slechtheid die vanuit het slechte werktuig voortkomt, wordt veranderd in iets goeds, namelijk de straf van de zonde. Zo is het een middel om de heerlijkheid van God te doen uitkomen. Het is dus werkelijk waar wat Augustinus zegt: “Het is ook goed dat er kwade dingen zijn, anders zou God immers niet toelaten dat er kwade dingen zijn. Hij laat niets toe tegen Zijn wil, maar Hij wil het echt.” Dezelfde auteur heeft ook heel terecht gezegd: “Wat tegen Zijn wil is, gebeurt ook niet zonder dat aan Zijn wil tekort wordt gedaan.” | + | |
==== 41. Wat is het doel van de verwerping? ==== | ==== 41. Wat is het doel van de verwerping? ==== | ||
+ | |||
Ten aanzien van de verworpenen is het hun rechtvaardige verdoemenis, | Ten aanzien van de verworpenen is het hun rechtvaardige verdoemenis, | ||
+ | |||
==== 42. Hoe moeten de predikanten en ieder voor zichzelf met de leer van de predestinatie omgaan en op zichzelf toepassen? ==== | ==== 42. Hoe moeten de predikanten en ieder voor zichzelf met de leer van de predestinatie omgaan en op zichzelf toepassen? ==== | ||
- | | + | |
- | - Zoals God van Zijn hoogste en eeuwige besluit via de trap van de middenoorzaken | + | |
+ | - Zoals God van Zijn hoogste en eeuwige besluit via de trap van de middeloorzaken | ||
==== 43. Wat moet de volgorde in de toepassing zijn? ==== | ==== 43. Wat moet de volgorde in de toepassing zijn? ==== | ||
- | Men moet van onderen af beginnen. Dat betekent dat ieder die wil weten of hij uitverkoren is, niet van boven af, dus bij Gods verborgen besluit, moet beginnen – buiten Christus om en zonder de stem van het Evangelie te horen die in de gemeente klinkt. Anders kan het gebeuren dat hij het overstelpende licht van God niet kan verdragen. Nee, hij moet heel anders beginnen, van onderen af. Dat betekent dat hij bij de vruchten moet beginnen, namelijk de [algemene] roeping door Christus en het luisteren daarnaar. Paulus zegt in Romeinen 8 vers 30: “Die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen”. Laat hij daarna voorzichtig naderen tot de eerste oorzaak van de zaligheid. Op deze manier heeft hij een vast en betrouwbaar ankerpunt((middel)) gevonden tegen alle hevige stormen, en mag hij weten dat hij rust heeft als in een veilige haven. | + | |
- | Laat hij ijverig zichzelf onderzoeken((ondertasten)) of hij Gods Woord graag hoort en daardoor geneigd is om God en zijn naaste lief te hebben – dat is namelijk een vrucht van wedergeboorte en heiliging. Laat hij vervolgens komen tot het geloof en zich afvragen of hij gevoelt door het geloof in Christus te zijn, anders gezegd: of hij in Christus gelooft. Vanuit het geloof moet hij komen tot de rechtvaardiging, | + | Men moet van onderen af beginnen. Dat betekent dat ieder die wil weten of hij uitverkoren is, niet van boven af, dus bij Gods verborgen besluit, moet beginnen – buiten Christus om en zonder de stem van het Evangelie te horen die in de gemeente klinkt. Anders kan het gebeuren dat hij het overstelpende licht van God niet kan verdragen. Nee, hij moet heel anders beginnen, van onderen af. Dat betekent dat hij bij de vruchten moet beginnen, namelijk de [algemene] roeping door Christus en het luisteren daarnaar. Paulus zegt in Romeinen 8:30: “Die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen”. Laat hij daarna voorzichtig naderen tot de eerste oorzaak van de zaligheid. Op deze manier heeft hij een vast en betrouwbaar ankerpunt((middel)) gevonden tegen alle hevige stormen, en mag hij weten dat hij rust heeft als in een veilige haven. Laat hij ijverig zichzelf onderzoeken((ondertasten)) of hij Gods Woord graag hoort en daardoor geneigd is om God en zijn naaste lief te hebben – dat is namelijk een vrucht van wedergeboorte en heiliging. Laat hij vervolgens komen tot het geloof en zich afvragen of hij gevoelt door het geloof in Christus te zijn, anders gezegd: of hij in Christus gelooft. Vanuit het geloof moet hij komen tot de rechtvaardiging, |
- | Daarnaast is er in de kinderen van God nog dat bijzondere getuigenis van de Heilige Geest, Die met onze geest getuigt dat wij kinderen van God zijn. Door die Geest roepen we ook vrijmoedig uit: “Abba, Vader” (Romeinen8:14-15, Galaten 4:6). “Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus” (Romeinen 8:17). En als we zo van het laatste tot het eerste terugkeren, [mogen we zeggen dat] we tot het leven zijn uitverkoren. | + | |
- | Ten slotte zijn er nog de uitwendige dingen die nauw met het al genoemde verbonden zijn, en als het ware een reeks vormen: het horen van Gods Woord en de bekrachtiging daarvan door de sacramenten. Maar deze staan op de tweede plaats. | + | |
==== 44. Maar als iemand deze vruchten van het geloof, van de Geest en van de wedergeboorte nog niet in zich gevoelt, of als hij ze nog maar als heel zwak en teer ervaart, moet hij daarom van zichzelf denken dat hij tot het getal van de verworpenen behoort en zal hij dan aan zijn zaligheid wanhopen? ==== | ==== 44. Maar als iemand deze vruchten van het geloof, van de Geest en van de wedergeboorte nog niet in zich gevoelt, of als hij ze nog maar als heel zwak en teer ervaart, moet hij daarom van zichzelf denken dat hij tot het getal van de verworpenen behoort en zal hij dan aan zijn zaligheid wanhopen? ==== | ||
- | Helemaal niet! Hij moet veel meer zijn toevlucht zoeken in Gods Woord en Zijn wil die Hij daarin geopenbaard heeft. Door zo te gehoorzamen, | + | |
+ | Helemaal niet! Hij moet veel meer zijn toevlucht zoeken in Gods Woord en Zijn wil die Hij daarin geopenbaard heeft. Door zo te gehoorzamen, | ||
==== 45. Is er een bepaald getal, zowel van de uitverkorenen als van de verworpenen? | ==== 45. Is er een bepaald getal, zowel van de uitverkorenen als van de verworpenen? | ||
- | Bij God wel, maar bij ons niet. “Ik weet wie Ik heb uitgekozen” (Johannes 13:18). “De Here kent de zijnen” (2 Timotheüs | + | |
- | ==== 46. Zijn er weinig mensen die behouden worden (Lukas 13:23), of: is het getal van de uitverkorenen groter dan dat van de verworpenen? | + | Bij God wel, maar bij ons niet. “Ik weet wie Ik heb uitgekozen” (Johannes 13:18). “De Here kent de zijnen” (2 Timoteüs |
- | Er zijn er weinig die de weg ten leven vinden((Mattheüs | + | |
- | ==== 47. Kunnen degenen die wedergeboren zijn, door het geloof wel iets zekers | + | ==== 46. Zijn er weinig mensen die behouden worden (Lucas 13:23), of: is het getal van de uitverkorenen groter dan dat van de verworpenen? |
- | Zij kunnen en mogen dat wel doen, en ze moeten dat ook doen. | + | |
- | - Zij mogen roemen dat ze behoren tot het uitverkoren volk van de Heere Christus zijn, en dat ze Zijn eigendom zijn (Jesaja 44:5). | + | Er zijn er weinig die de weg ten leven vinden,((*Matteüs |
- | - Zij die tevoren gekend en uitverkoren zijn, zijn ook geroepen, gerechtvaardigd en geheiligd – en daarom kunnen ze niet van Gods liefde gescheiden worden (Romeinen 8: 29-31, 35, 38-39). | + | |
+ | ==== 47. Kunnen degenen die wedergeboren zijn, door het geloof wel iets met zekerheid | ||
+ | |||
+ | Zij kunnen en mogen en moeten dat zeker doen, want: | ||
+ | |||
+ | - Zij mogen roemen dat ze behoren tot het uitverkoren volk van de Heere Christus zijn, en dat ze Zijn eigendom zijn.((*Jesaja 44:5)) | ||
+ | - Zij die tevoren gekend en uitverkoren zijn, zijn ook geroepen, gerechtvaardigd en geheiligd – en daarom kunnen ze niet van Gods liefde gescheiden worden.((*Romeinen 8:29-39)) | ||
- God versterkt ons en alle gelovigen, Hij getuigt dat het waar is((falst)) en verzegelt ons door de Heilige Geest. | - God versterkt ons en alle gelovigen, Hij getuigt dat het waar is((falst)) en verzegelt ons door de Heilige Geest. | ||
- | - De Zoon werpt niemand uit van degenen die Hem toebehoren (Johannes 6:37), en Hij laat niet toe dat er ook maar één schaapje uit Zijn hand wordt geroofd (Johannes 19:28). | + | - De Zoon werpt niemand uit van degenen die Hem toebehoren,((*Johannes 6:37)) en Hij laat niet toe dat er ook maar één schaapje uit Zijn hand wordt geroofd.((*Johannes 19:28)) |
- Wij moeten met een vast en stellig vertrouwen geloven in God de Vader, in Jezus Christus en in de Heilige Geest; en ook dat er een heilige, algemene christelijke Kerk is, de gemeenschap der heiligen, de vergeving van onze zonden door Christus vanwege Zijn verdiensten, | - Wij moeten met een vast en stellig vertrouwen geloven in God de Vader, in Jezus Christus en in de Heilige Geest; en ook dat er een heilige, algemene christelijke Kerk is, de gemeenschap der heiligen, de vergeving van onze zonden door Christus vanwege Zijn verdiensten, | ||
- | - Gods besluit kan niet verhinderd en tenietgedaan worden. Hierdoor is er de troost waarvan 1 Johannes 3:14 spreekt: “Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven.” En vers 21: “Als ons hart ons niet veroordeelt, | + | - Gods besluit kan niet verhinderd en tenietgedaan worden. Hierdoor is er de troost waarvan 1 Johannes 3:14 spreekt: “Wij weten, dat wij overgegaan zijn uit de dood in het leven.” En 1 Johannes 3:21: “Als ons hart ons niet veroordeelt, |
==== 48. Kunnen de uitverkorenen ook verloren gaan? ==== | ==== 48. Kunnen de uitverkorenen ook verloren gaan? ==== | ||
- | Nee, zij kunnen nooit meer op een dwaalspoor gebracht | + | |
- | - Ze zijn immers | + | Nee, zij kunnen nooit tot het einde toe verleid |
- | - En het is de wil van de Vader dat van alles wat Hij de Zoon gegeven heeft, niets verloren laat gaan (Johannes 6:39). | + | |
- | - De Zoon heeft hen bewaard (Johannes 17:12). | + | - Ze zijn de gezegenden |
- | - Ze worden in de kracht Gods bewaard door het geloof (1 Petrus 1:5). | + | - Het is de wil van de Vader dat van alles wat Hij de Zoon gegeven heeft, niets verloren laat gaan.((*Johannes 6:39)) |
- | - Aan hen wordt het geloof gegeven én de volharding tot het einde toe (Handelingen 13:48, Filippenzen 1:6). | + | - De Zoon heeft hen bewaard.((*Johannes 17:12)) |
- | - Ten slotte: Gods voornemen is onveranderlijk (2 Timotheüs | + | - Ze worden in de kracht Gods bewaard door het geloof.((*1 Petrus 1:5)) |
- | ==== 49. Maar toch lijkt het erop dat sommigen uit het boek des levens kunnen worden geschrapt, want er staat in Exodus 32 vers 32: “Delg mij dan uit het boek dat Gij geschreven hebt.” En in Psalm 69 vers 29 staat: “Laten zij uit het boek des levens worden uitgedelgd.” ==== | + | - Aan hen wordt het geloof gegeven én de volharding tot het einde toe.((*Handelingen 13:48 *Filippenzen 1:6)) |
- | Het misverstand ontstaat | + | - Ten slotte: Gods voornemen is onveranderlijk.((*2 Timoteüs |
- | ==== 50. Maar volgt uit de leer van de voorbeschikking | + | |
- | Nee, nee, beslist niet! | + | ==== 49. Toch lijkt het erop dat sommigen uit het boek des levens kunnen worden geschrapt, want er staat in Exodus 32:32: “Delg mij dan uit het boek dat Gij geschreven hebt.” En in Psalm 69:29 staat: “Laten zij uit het boek des levens worden uitgedelgd.” ==== |
- | - Want als God roept, roept Hij zó dat Hij tegelijkertijd de uitverkorenen door de Geest van wedergeboorte tot bekering brengt((wende en draije)) | + | |
- | - Het past helemaal niet bij de uitverkorenen om het besluit van hun verkiezing te misbruiken door een sterk verlangen naar de zonde. Ze kunnen alleen op hun uitverkiezing roemen, als ze een godvrezend leven leiden; anders is het tevergeefs. Want zoals God ons heeft uitverkoren tot het eeuwige leven, zo heeft Hij ons ook bereid om goede werken te doen (vgl. Efeze 2:10) – “opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht” (Efeze 1:4). Het komt nooit in de gedachten van de verworpenen op om godzalig te leven. En als het al eens gebeurt, ziet men later niets meer terug van een ijver om vroom en godvrezend te leven, behalve wanneer er toch sprake is van uitverkiezing. Dan blijkt dat ze niet tot het getal van de verworpenen, | + | Het misverstand ontstaat |
- | ==== 51. Wat is het gebruik, | + | |
+ | ==== 50. Maar volgt uit de leer van de voorbeschikking niet dat het onbelangrijk is hoe iemand leeft, aangezien de uitverkorenen toch niet meer uit hun staat vallen, wat ze ook doen, en de niet-uitverkorenen toch nooit zalig kunnen | ||
+ | |||
+ | Beslist niet, want: | ||
+ | |||
+ | - Als God roept, roept Hij zó dat Hij tegelijkertijd de uitverkorenen door de Geest van wedergeboorte tot bekering brengt en hun het ware geloof en de volharding geeft. Daarbij gaat Hij de verworpenen op zo’n wijze voorbij dat ze zelf ook niet anders willen. | ||
+ | - Het past helemaal niet bij de uitverkorenen om het besluit van hun verkiezing te misbruiken door een sterk verlangen naar de zonde. Ze kunnen alleen op hun uitverkiezing roemen, als ze een godvrezend leven leiden; anders is het tevergeefs. Want zoals God ons heeft uitverkoren tot het eeuwige leven, zo heeft Hij ons ook bereid om goede werken te doen (vgl. Efeziërs | ||
+ | |||
+ | ==== 51. Wat is het nut en de vrucht van deze leer van uitverkiezing? | ||
- Deze leer dient allereerst: | - Deze leer dient allereerst: | ||
- | | + | |
- | - De leer dient ook tot de zekerheid van en een vast vertrouwen op onze zaligheid. Die hangt immers niet van ons af of van de een of andere wisselende omstandigheid, | + | - tot de zekerheid van en een vast vertrouwen op onze zaligheid. Die hangt immers niet van ons af of van de een of andere wisselende omstandigheid, |
- | - Deze leer is ook een troost tegen al het woeden en razen van de kinderen der wereld voor het kleine getal van de gelovigen – zoals Christus leert in Mattheüs 11:26 en 13: | + | - tot vertroosting, |
- Deze leer versterkt tegen de verzoeking van de satan en al zijn vurige pijlen, want ze houdt voor zeker waar dat geen enkel schepsel ons kan scheiden van de liefde Gods (Romeinen 8:38,39). Ze versterkt ook tegen alle verdrukking, | - Deze leer versterkt tegen de verzoeking van de satan en al zijn vurige pijlen, want ze houdt voor zeker waar dat geen enkel schepsel ons kan scheiden van de liefde Gods (Romeinen 8:38,39). Ze versterkt ook tegen alle verdrukking, | ||
- Deze leer is ook tot onderwijs, en wel: | - Deze leer is ook tot onderwijs, en wel: | ||
- | | + | |
- | - om verootmoediging in ons te wekken, zodat we een godzalig en nauwgezet leven gaan leiden. | + | - om verootmoediging in ons te wekken, zodat we een godzalig en nauwgezet leven gaan leiden. |
- | - om dankbaar te leren zijn, zodat we alleen aan God de eer toeschrijven van onze zaligheid. Dan gaan we Zijn oneindige goedheid en genade met ons hart, onze mond en onze daden loven en prijzen, want Hij heeft ons – in onszelf verloren mensen – uit enkel genade in Zijn Zoon, Christus Jezus, willen zalig maken.((Efeze 1:3,5,9.)) | + | - om dankbaar te leren zijn, zodat we alleen aan God de eer toeschrijven van onze zaligheid. Dan gaan we Zijn oneindige goedheid en genade met ons hart, onze mond en onze daden loven en prijzen, want Hij heeft ons – in onszelf verloren mensen – uit enkel genade in Zijn Zoon, Christus Jezus, willen zalig maken.((*Efeziërs |
- | - om ons in te spannen onze roeping en verkiezing door goede werken te bevestigen (2 Petrus 1:10). Die rechtvaardigheid doet, is gerechtvaardigd. En wie gerechtvaardigd is, is ook geroepen, omdat er alleen rechtvaardigheid is door het geloof. En het geloof is uit het gehoor. Daardoor mogen we zeggen dat hij die geroepen is, ook naar Gods voornemen is uitverkoren. Bovendien heeft Hij ons in Christus ertoe bestemd om voor God heilig en onberispelijk te zijn (Efeze 1:4). Hierom wordt ook gezegd dat de voorwerpen die tot een eervolle bestemming geheiligd zijn en bruikbaar voor iedere goede taak – dat wil zeggen: de uitverkorenen – zichzelf reinigen.((2 | + | - om ons in te spannen onze roeping en verkiezing door goede werken te bevestigen (2 Petrus 1:10). Die rechtvaardigheid doet, is gerechtvaardigd. En wie gerechtvaardigd is, is ook geroepen, omdat er alleen rechtvaardigheid is door het geloof. En het geloof is uit het gehoor. Daardoor mogen we zeggen dat hij die geroepen is, ook naar Gods voornemen is uitverkoren. Bovendien heeft Hij ons in Christus ertoe bestemd om voor God heilig en onberispelijk te zijn (Efeze 1:4). Hierom wordt ook gezegd dat de voorwerpen die tot een eervolle bestemming geheiligd zijn en bruikbaar voor iedere goede taak – dat wil zeggen: de uitverkorenen – zichzelf reinigen.((*2 Timoteüs |
==== 52. Welke dingen zijn in strijd met deze leer? ==== | ==== 52. Welke dingen zijn in strijd met deze leer? ==== | ||
- | Dat zijn: | + | |
- | - De dwaling van de pelagianen en de semi-pelagianen, | + | - De dwaling van de pelagianen en de semi-pelagianen, |
- | - De leer van Thomas van Aquino, die wel heeft gezegd | + | - De leer van Thomas van Aquino, die wel zei dat er een vastgesteld |
- | - De leer van sommige | + | - De leer van sommige |
- | - dat de val van Adam heeft plaatsgevonden zónder Gods verkiezend besluit; | + | - dat de val van Adam heeft plaatsgevonden zónder Gods verkiezend besluit;((Deze dwaling |
- | - dat er geen besluit van God in het geding is als God eenvoudigweg vrome mensen wil zalig maken of verworpenen wil verstoten; | + | - dat er geen besluit van God in het geding is als God eenvoudigweg vrome mensen wil zalig maken of verworpenen wil verstoten;((Deze dwaling |
- | - dat Gods iemands verwerping helemaal niet wil; dat gaat in tegen 1 Samuël 2:25 en Romeinen 9:18: “Hij verhardt wie Hij wil”. En daarom | + | - dat Gods iemands verwerping helemaal niet wil;((Deze dwaling |
- | - dat ook de verworpenen bekeerd en zalig gemaakt kunnen worden, en dat Christus ook voor hen gestorven is; dit gaat in tegen Jeremia 6:30 en 13:23((Zie ook Johannes 12:39-40; Johannes 17:9,12,19; en Romeinen 9:22.)). Zie ook Lukas 22:20: “[Dit is] mijn bloed dat voor u vergoten wordt”. Zie ook Mattheüs | + | - dat ook de verworpenen bekeerd en zalig gemaakt kunnen worden, en dat Christus ook voor hen gestorven is;((Deze dwaling |
- | - dat het eenvoudigweg Gods voornemen en ook Zijn wil is dat alle mensen zalig worden, en dat de algemene beloften zonder enig voorbehoud gelden. Dit gaat in tegen die teksten uit de Schrift die de vrucht van die beloften beperken tot alleen de uitverkorenen.((Kolossenzen 1:20-23, 2 Timotheüs | + | - dat het eenvoudigweg Gods voornemen en ook Zijn wil is dat alle mensen zalig worden, en dat de algemene beloften zonder enig voorbehoud gelden.((Dit gaat in tegen die teksten uit de Schrift die de vrucht van die beloften beperken tot alleen de uitverkorenen, zoals: \\ *Kolossenzen 1: |
- | - De dwaling van de roomsen, die stellen dat het voorgeziene | + | - De dwaling van de roomsen, die stellen dat het vooruitgeziene |
- | - De dwaling van hen die wel de verkiezing plaatsen onder Gods eeuwig besluit, maar niet de verwerping. | + | - De dwaling van hen die wel de verkiezing plaatsen onder Gods eeuwig besluit, maar niet de verwerping. |
- | - De dwaling van hen die niet willen dat er over de voorbestemming in de gemeente gesproken wordt. Dit gaat in tegen de uitspraak van Theodoretus: | + | - De dwaling van hen die niet willen dat er over de voorbestemming in de gemeente gesproken wordt. Dit gaat in tegen de uitspraak van Theodoretus: |
- De dwaling van hen die geen onderscheid maken tussen de verwerping en de verdoemenis. Zij denken dat God mensen alleen verworpen heeft omdat Hij dit heeft voorgenomen en hen daarom ook verdoemt. Maar de zonden zijn een oorzaak van hun verdoemenis. | - De dwaling van hen die geen onderscheid maken tussen de verwerping en de verdoemenis. Zij denken dat God mensen alleen verworpen heeft omdat Hij dit heeft voorgenomen en hen daarom ook verdoemt. Maar de zonden zijn een oorzaak van hun verdoemenis. | ||
- De dwaling van allerlei liberale denkers die fantaseren dat christenen zalig kunnen worden zonder tussenkomst van middeloorzaken. | - De dwaling van allerlei liberale denkers die fantaseren dat christenen zalig kunnen worden zonder tussenkomst van middeloorzaken. | ||
- De dwaling van goddeloze mensen die van deze leer op een schandelijke manier misbruik maken om zich vrij uit te leven in de zonden. | - De dwaling van goddeloze mensen die van deze leer op een schandelijke manier misbruik maken om zich vrij uit te leven in de zonden. | ||
+ | |||