Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:36

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:36 [04-09-2025 om 23.36 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:36 [05-09-2025 om 11.24 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 150: Regel 150:
 ==== 21. Waarom heeft God niet iedereen uitverkoren? ==== ==== 21. Waarom heeft God niet iedereen uitverkoren? ====
  
-Augustinus zegt dat als wij niet willen dwalen, we dit ook niet spitsvondig moeten gaan onderzoeken. We mogen er evenwel niet aan twijfelen dat de redenen van zjn raad rechtvaardig zijn, hoewel wij ze niet kunnen doorgronden.((*Romeinen 11:33))+Augustinus zegt dat als wij niet willen dwalen, we dit ook niet spitsvondig moeten gaan onderzoeken. We mogen er evenwel niet aan twijfelen dat de redenen van zijn raad rechtvaardig zijn, hoewel wij ze niet kunnen doorgronden.((*Romeinen 11:33))
  
 ==== 22. Maar is Christus dan geen Verlosser van alle mensen? ==== ==== 22. Maar is Christus dan geen Verlosser van alle mensen? ====
Regel 344: Regel 344:
  
   - Als God roept, roept Hij zó dat Hij tegelijkertijd de uitverkorenen door de Geest van wedergeboorte tot bekering brengt en hun het ware geloof en de volharding geeft. Daarbij gaat Hij de verworpenen op zo’n wijze voorbij dat ze zelf ook niet anders willen.   - Als God roept, roept Hij zó dat Hij tegelijkertijd de uitverkorenen door de Geest van wedergeboorte tot bekering brengt en hun het ware geloof en de volharding geeft. Daarbij gaat Hij de verworpenen op zo’n wijze voorbij dat ze zelf ook niet anders willen.
-  - Het past helemaal niet bij de uitverkorenen om het besluit van hun verkiezing te misbruiken door een sterk verlangen naar de zonde. Ze kunnen alleen op hun uitverkiezing roemen, als ze een godvrezend leven leiden; anders is het tevergeefs. Want zoals God ons heeft uitverkoren tot het eeuwige leven, zo heeft Hij ons ook bereid om goede werken te doen((*Efeziërs 2:10)) – “opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht” (Efeziërs 1:4). Het komt nooit in de gedachten van de verworpenen op om godzalig te leven. En als het al eens gebeurt, ziet men later niets meer terug van een ijver om vroom en godvrezend te leven, behalve wanneer er toch sprake is van uitverkiezing. Dan blijkt dat ze niet tot het getal van de verworpenen, maar tot dat van de uitverkorenen behoren.+  - Het past helemaal niet bij de uitverkorenen om het besluit van hun verkiezing te misbruiken door een sterk verlangen naar de zonde. Ze kunnen alleen op hun uitverkiezing roemen, als ze een godvrezend leven leiden; anders is het tevergeefs. Want zoals God ons heeft uitverkoren tot het eeuwige leven, zo heeft Hij ons ook bereid om goede werken te doen((*Efeziërs 2:10)) “opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor zijn aangezicht” (Efeziërs 1:4). Het komt nooit in de gedachten van de verworpenen op om godzalig te leven. En als het al eens gebeurt, ziet men later niets meer terug van een ijver om vroom en godvrezend te leven, behalve wanneer er toch sprake is van uitverkiezing. Dan blijkt dat ze niet tot het getal van de verworpenen, maar tot dat van de uitverkorenen behoren.
  
 ==== 51. Wat is het nut en de vrucht van deze leer van uitverkiezing? ==== ==== 51. Wat is het nut en de vrucht van deze leer van uitverkiezing? ====
Regel 351: Regel 351:
       - tot versterking van het geloof in God. Niemand kent God namelijk echt als men Hem niet kent als wijs, alwetend, almachtig en onveranderlijk in zijn besluiten over de dingen die door Hem geschapen zijn.       - tot versterking van het geloof in God. Niemand kent God namelijk echt als men Hem niet kent als wijs, alwetend, almachtig en onveranderlijk in zijn besluiten over de dingen die door Hem geschapen zijn.
       - tot de zekerheid van en een vast vertrouwen op onze zaligheid. Die hangt immers niet van ons af of van de een of andere wisselende omstandigheid, maar van Gods eeuwig en onveranderlijk voornemen.((*Romeinen 8:27 *2 Timoteüs 2:19))       - tot de zekerheid van en een vast vertrouwen op onze zaligheid. Die hangt immers niet van ons af of van de een of andere wisselende omstandigheid, maar van Gods eeuwig en onveranderlijk voornemen.((*Romeinen 8:27 *2 Timoteüs 2:19))
-      - tot vertroosting, tegenover al het woeden en razen van de kinderen der wereld voor het kleine getal van de gelovigen – zoals Christus leert.((*Matteüs 11:26 *Matteüs 13:14 *Johannes 12:39)) Daarom konden ze niet geloven, omdat Jesaja gezegd heeft: “Hij heeft hun ogen verblind.” Dat betekent niet dat God dat gebrek van verblinding in hun hart stortte, maar dat Hij als rechtvaardig Rechter hun zijn genade onthield. Zo geeft Hij hen over aan de satan en hun eigen begeerten om hen meer en meer te verblinden. Paulus heeft dit ook geleerd; zie Romeinen 11:8.+      - tot vertroosting voor het kleine getal van de gelovigen, tegenover al het woeden en razen van de kinderen der wereldzoals Christus leert.((*Matteüs 11:25,26)) Daarom konden ze niet geloven, omdat Jesaja gezegd heeft: “Hij heeft hun ogen verblind.”((*Matteüs 13:14 *Johannes 12:39,40)) Dat betekent niet dat God dat gebrek van verblinding in hun hart stortte, maar dat Hij als rechtvaardig Rechter hun zijn genade onthield. Zo geeft Hij hen over aan de satan en hun eigen begeerten om hen meer en meer te verblinden. Paulus heeft dit ook geleerd.((*Romeinen 11:8))
   - Deze leer versterkt tegen de verzoeking van de satan en al zijn vurige pijlen, want ze houdt voor zeker waar dat geen enkel schepsel ons kan scheiden van de liefde Gods.((*Romeinen 8:38,39)) Ze versterkt ook tegen alle verdrukking, omdat alles – zowel voorspoed als tegenspoed – ten goede komt aan hen die volgens Gods voornemen geroepen zijn.((*Romeinen 8:28))   - Deze leer versterkt tegen de verzoeking van de satan en al zijn vurige pijlen, want ze houdt voor zeker waar dat geen enkel schepsel ons kan scheiden van de liefde Gods.((*Romeinen 8:38,39)) Ze versterkt ook tegen alle verdrukking, omdat alles – zowel voorspoed als tegenspoed – ten goede komt aan hen die volgens Gods voornemen geroepen zijn.((*Romeinen 8:28))
   - Deze leer is ook tot onderwijs, en wel:   - Deze leer is ook tot onderwijs, en wel:


Paginahulpmiddelen