Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:37 [18-07-2025 om 09.45 uur] – Cornelis Bregman | institutie:37 [04-09-2025 om 23.10 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 12: | Regel 12: | ||
==== 2. Wat is de opstanding? ==== | ==== 2. Wat is de opstanding? ==== | ||
- | Het is de wederopstanding tot het leven van hetzelfde menselijke lichaam in dezelfde gedaante, echter zonder sterfelijkheid. Deze opstanding vindt plaats op de jongste dag door de almachtige kracht van en tot eer van God. Men ook zeggen dat het een nieuwe geboorte is of een weer-opnieuw-één-worden, | + | Het is de wederopstanding tot het leven van hetzelfde menselijke lichaam in dezelfde gedaante, echter zonder sterfelijkheid. Deze opstanding vindt plaats op de jongste dag door de almachtige kracht van en tot eer van God. Men kan ook zeggen dat het een nieuwe geboorte is of een weer-opnieuw-één-worden, |
+ | |||
+ | //Hoeveel opstandingen kunnen wij onderscheiden?// | ||
- De zoon van de weduwe in Sarepta, die door Elia is opgewekt.((*1 Koningen 17:22)) | - De zoon van de weduwe in Sarepta, die door Elia is opgewekt.((*1 Koningen 17:22)) | ||
Regel 46: | Regel 48: | ||
- door de verkondiging van het Evangelie. | - door de verkondiging van het Evangelie. | ||
- | - door de overeenstemming, | + | - door de overeenstemming, |
- | - naar analogie van dingen die hieraan gelijk zijn; zie 1 Korinthe | + | - naar analogie van dingen die hieraan gelijk zijn.((*1 Korintiërs |
- door de almachtige kracht van de Zaligmaker Christus.((*Filippenzen 3:21)) | - door de almachtige kracht van de Zaligmaker Christus.((*Filippenzen 3:21)) | ||
- door het wonen van de Heilige Geest als Pand van Christus in alle godzaligen (Romeinen 8: | - door het wonen van de Heilige Geest als Pand van Christus in alle godzaligen (Romeinen 8: | ||
- vanwege het alomvattende van het Rijk van Christus; denkend aan de verhouding van het geheel tot het deel, zullen al de overwonnen vijanden aan Christus onderworpen worden, en daarom zullen ook de doden opstaan.((*1 Korintiërs 15:25-27)) | - vanwege het alomvattende van het Rijk van Christus; denkend aan de verhouding van het geheel tot het deel, zullen al de overwonnen vijanden aan Christus onderworpen worden, en daarom zullen ook de doden opstaan.((*1 Korintiërs 15:25-27)) | ||
- | - vanuit een bewijsvoering waar ongerijmde dingen uit voortkomen. Paulus volgt zo’n redenering: “Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof” (1 Korinthe | + | - vanuit een bewijsvoering waar ongerijmde dingen uit voortkomen. Paulus volgt zo’n redenering: “Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof” (1 Korintiërs |
Ten tweede rust het geloof in de algemene opstanding uit de doden op de almacht van God bij wie mogelijk is, wat bij mensen onmogelijk is (Lukas 18:27), die het niet zijnde tot aanzijn roept (Romeinen 4:17), en door wie geen woord krachteloos zal wezen (Lukas 1:37). Bovendien is Hij bij machte om te volbrengen hetgeen Hij beloofd had (Romeinen 4:21). Deze uitspraken stellen we als een schild op tegen ons verstand, onze zintuigen en al de onbetekenende spitsvondigheden die wij mensen aandragen. Hij die ons het toekomende leven beloofd heeft, is immers machtig om ons wat wij in Hem hebben, ook te bewaren en het ons te geven (2 Timotheüs 1:12 en 4:8). God heeft alles uit niets kunnen scheppen en de mens kunnen maken uit het stof van de aarde. Waarom zou Hij dan de doden niet weer levend kunnen maken? Tertullianus zegt dat hij die iets gemaakt heeft, het ook opnieuw kan maken. “Waarover verwonderen wij ons? Waarom geloven we niet? God is het die het doet. Zie de Maker aan, en twijfel niet langer”, zegt Augustinus. Dit argument, ontleend aan de macht van God, is heel sterk als het samengevoegd wordt – want anders kan God wel veel wat Hij niet doet – met het krachtige getuigenis van zijn wil, die we dan ook als eerste genoemd hebben. Het geloof in de opstanding berust ook op Gods rechtvaardigheid. Omdat God rechtvaardig is, is het noodzakelijk dat Hij de godzaligheid beloont en de goddeloosheid straft. Dat gebeurt niet in dit leven. Hij stelt het uit, opdat het een getuigenis zal zijn in de opstanding. Het is “recht bij God, aan uw verdrukkers verdrukking te vergelden, en aan u, die verdrukt wordt, verkwikking” (2 Thessalonicenzen 1:6,7). Daarom is het nodig dat goede én slechte mensen opstaan en voor Christus’ rechterstoel gesteld worden, “opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad” (2 Korinthe 5:10). En Damascenus voegt eraan toe: “Opdat het vlees vanwege de gehoorzaamheid die het aan de ziel bewezen heeft, de beloning ontvangt voor de bewezen dienst; want dat is rechtvaardig.” De opstanding berust ook op Gods wijsheid. Een wijs man streeft ernaar niet beroofd te worden van het resultaat van zijn werk. God is de Alwijze die de mens niet tevergeefs heeft geschapen. Hij heeft de mens naar zijn beeld geschapen en daardoor ook om in zijn goedheid, wijsheid, rechtvaardigheid en onsterfelijkheid te delen. De mens is geschapen om God altijd te dienen, en daartoe is nodig dat hij ook altijd zal leven. Er is in God nooit iets van spijt om wat Hij gedaan heeft, en daarom volvoert God de raad die Hij ten aanzien van ons aanvankelijk had besloten. Daaruit moet dus volgen dat wij opnieuw in onverderfelijkheid gesteld zullen worden; en dat kan niet gebeuren zonder de opstanding van de doden. | Ten tweede rust het geloof in de algemene opstanding uit de doden op de almacht van God bij wie mogelijk is, wat bij mensen onmogelijk is (Lukas 18:27), die het niet zijnde tot aanzijn roept (Romeinen 4:17), en door wie geen woord krachteloos zal wezen (Lukas 1:37). Bovendien is Hij bij machte om te volbrengen hetgeen Hij beloofd had (Romeinen 4:21). Deze uitspraken stellen we als een schild op tegen ons verstand, onze zintuigen en al de onbetekenende spitsvondigheden die wij mensen aandragen. Hij die ons het toekomende leven beloofd heeft, is immers machtig om ons wat wij in Hem hebben, ook te bewaren en het ons te geven (2 Timotheüs 1:12 en 4:8). God heeft alles uit niets kunnen scheppen en de mens kunnen maken uit het stof van de aarde. Waarom zou Hij dan de doden niet weer levend kunnen maken? Tertullianus zegt dat hij die iets gemaakt heeft, het ook opnieuw kan maken. “Waarover verwonderen wij ons? Waarom geloven we niet? God is het die het doet. Zie de Maker aan, en twijfel niet langer”, zegt Augustinus. Dit argument, ontleend aan de macht van God, is heel sterk als het samengevoegd wordt – want anders kan God wel veel wat Hij niet doet – met het krachtige getuigenis van zijn wil, die we dan ook als eerste genoemd hebben. Het geloof in de opstanding berust ook op Gods rechtvaardigheid. Omdat God rechtvaardig is, is het noodzakelijk dat Hij de godzaligheid beloont en de goddeloosheid straft. Dat gebeurt niet in dit leven. Hij stelt het uit, opdat het een getuigenis zal zijn in de opstanding. Het is “recht bij God, aan uw verdrukkers verdrukking te vergelden, en aan u, die verdrukt wordt, verkwikking” (2 Thessalonicenzen 1:6,7). Daarom is het nodig dat goede én slechte mensen opstaan en voor Christus’ rechterstoel gesteld worden, “opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad” (2 Korinthe 5:10). En Damascenus voegt eraan toe: “Opdat het vlees vanwege de gehoorzaamheid die het aan de ziel bewezen heeft, de beloning ontvangt voor de bewezen dienst; want dat is rechtvaardig.” De opstanding berust ook op Gods wijsheid. Een wijs man streeft ernaar niet beroofd te worden van het resultaat van zijn werk. God is de Alwijze die de mens niet tevergeefs heeft geschapen. Hij heeft de mens naar zijn beeld geschapen en daardoor ook om in zijn goedheid, wijsheid, rechtvaardigheid en onsterfelijkheid te delen. De mens is geschapen om God altijd te dienen, en daartoe is nodig dat hij ook altijd zal leven. Er is in God nooit iets van spijt om wat Hij gedaan heeft, en daarom volvoert God de raad die Hij ten aanzien van ons aanvankelijk had besloten. Daaruit moet dus volgen dat wij opnieuw in onverderfelijkheid gesteld zullen worden; en dat kan niet gebeuren zonder de opstanding van de doden. | ||
Regel 64: | Regel 66: | ||
- veel kleine vogeltjes liggen in de tijd van de winter als dood op de grond van moerassen en andere plaatsen, maar in de lente komen ze tot nieuw leven. | - veel kleine vogeltjes liggen in de tijd van de winter als dood op de grond van moerassen en andere plaatsen, maar in de lente komen ze tot nieuw leven. | ||
- de bomen en planten die er ’s winters kaal en dor als dood bij staan, maar in de [lente en] zomer weer tot leven komen en uitbotten.((*Job 14:7)) | - de bomen en planten die er ’s winters kaal en dor als dood bij staan, maar in de [lente en] zomer weer tot leven komen en uitbotten.((*Job 14:7)) | ||
- | - het zaad dat in de aarde gestrooid wordt, sterft en daarna wordt het weer levend en komt er groei in.((*1 Korintiërs 15:36-38)) Daarom zegt Augustinus: “Hij Die de zaadjes die dood en verteerd zijn, weer levend maakt waardoor u in het levend | + | - het zaad dat in de aarde gestrooid wordt, sterft en daarna wordt het weer levend en komt er groei in.((*1 Korintiërs 15:36-38)) Daarom zegt Augustinus: “Hij Die de zaadjes die dood en verteerd zijn, weer levend maakt waardoor u in het leven wordt onderhouden, |
- de regelmaat in alle dingen, zoals de op- en ondergang van de zon, slapen en wakker worden, werken en rusten, nacht en dag. “De dag sterft in de nacht, en toch wordt hij over heel de wereld weer levend, zodat er gewerkt kan worden”, zegt Tertullianus in zijn boek over de opstanding van het vlees. Daarom zegt Job in hoofdstuk 17 vers 12: “De nacht willen zij maken tot dag”. | - de regelmaat in alle dingen, zoals de op- en ondergang van de zon, slapen en wakker worden, werken en rusten, nacht en dag. “De dag sterft in de nacht, en toch wordt hij over heel de wereld weer levend, zodat er gewerkt kan worden”, zegt Tertullianus in zijn boek over de opstanding van het vlees. Daarom zegt Job in hoofdstuk 17 vers 12: “De nacht willen zij maken tot dag”. | ||
Regel 84: | Regel 86: | ||
==== 7. Wie zullen er opstaan? ==== | ==== 7. Wie zullen er opstaan? ==== | ||
- | Alle mensen, welk geslacht en welke leeftijd ze ook hebben; allen die vanaf het begin van de wereld tot aan het einde gestorven zijn; alle mensen of ze nu godzalig of goddeloos zijn geweest – ze zullen opstaan, maar wel met een heel verschillend einde. “Allen die in de graven zijn, [zullen] naar zijn stem horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel” (Johannes 5:28). “En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden” (Mattheüs 23:32). In Handelingen 24:!5 verwacht Paulus “dat er een opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen zal zijn.” Daardoor zal er ook van tweeërlei opstanding sprake zijn. De een wordt de opstanding ten leven genoemd, waarop het eeuwige leven zal volgen; alsof men zegt: de levendmakende opstanding. De ander is de opstanding ten oordeel of ter verdoemenis, | + | Alle mensen, welk geslacht en welke leeftijd ze ook hebben; allen die vanaf het begin van de wereld tot aan het einde gestorven zijn; alle mensen of ze nu godzalig of goddeloos zijn geweest – ze zullen opstaan, maar wel met een heel verschillend einde. “Allen die in de graven zijn, [zullen] naar zijn stem horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel” (Johannes 5:28). “En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden” (Matteüs 25:32). In Handelingen 24:15 verwacht Paulus “dat er een opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen zal zijn.” Daardoor zal er ook van tweeërlei opstanding sprake zijn. De een wordt de opstanding ten leven genoemd, waarop het eeuwige leven zal volgen; alsof men zegt: de levendmakende opstanding. De ander is de opstanding ten oordeel of ter verdoemenis, |
==== 8. Maar volgt uit de woorden van Paulus in Romeinen 8:20 en 21 niet dat ook de redeloze dieren zullen opstaan? Daar staat immers: “De schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, | ==== 8. Maar volgt uit de woorden van Paulus in Romeinen 8:20 en 21 niet dat ook de redeloze dieren zullen opstaan? Daar staat immers: “De schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, | ||
Regel 99: | Regel 101: | ||
- Alleen het fysieke lichaam valt in de dood, en daarom staat het ook alleen weer op. Omdat de ziel onsterfelijk is, wordt alleen in oneigenlijke zin van haar gezegd dat ze door de wedergeboorte weer opstaat uit de dienstbaarheid van de zonde waarin ze was.((*Efeziërs 2:1 *Kolossenzen 2:13)) | - Alleen het fysieke lichaam valt in de dood, en daarom staat het ook alleen weer op. Omdat de ziel onsterfelijk is, wordt alleen in oneigenlijke zin van haar gezegd dat ze door de wedergeboorte weer opstaat uit de dienstbaarheid van de zonde waarin ze was.((*Efeziërs 2:1 *Kolossenzen 2:13)) | ||
- | - De zielen van de godzaligen die in de Here sterven, worden door Christus in de hemel opgenomen.((*Lucas | + | - De zielen van de godzaligen die in de Here sterven, worden door Christus in de hemel opgenomen.((*Lucas |
==== 11. Zullen dezelfde lichamen opstaan, of zullen dat nieuwe lichamen zijn? ==== | ==== 11. Zullen dezelfde lichamen opstaan, of zullen dat nieuwe lichamen zijn? ==== | ||
Regel 106: | Regel 108: | ||
- Opdat “een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad” (2 Korinthe 5:10). | - Opdat “een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad” (2 Korinthe 5:10). | ||
- Omdat God de lichamen van de gelovigen voor Zich tot een tempel geheiligd heeft.((*1 Korintiërs 3:16,17 *1 Korintiërs 6:15,19)) | - Omdat God de lichamen van de gelovigen voor Zich tot een tempel geheiligd heeft.((*1 Korintiërs 3:16,17 *1 Korintiërs 6:15,19)) | ||
- | - Omdat “dit vergankelijke onvergankelijkheid [moet] aandoen” (1 Korinthe | + | - Omdat “dit vergankelijke onvergankelijkheid [moet] aandoen” (1 Korintiërs |
- Omdat de lichamen van de goddelozen onderworpen zijn aan de straf in de hel.((*Matteüs 10:28)) | - Omdat de lichamen van de goddelozen onderworpen zijn aan de straf in de hel.((*Matteüs 10:28)) | ||
- Omdat allen die in de graven zijn, Gods stem zullen horen (Johannes 5:28). Er zullen dus geen nieuwe mensen opstaan, die vanuit de vier elementen tot een nieuwe materie gemaakt zijn. Dan zou het zijn alsof de kracht van het voortbestaan niet hoort bij de materie van het menselijk lichaam, maar alleen bij het formele aspect, dat is de ziel, zoals sommige wargeesten beweren((Bucanus heeft hier een opmerking in de kantlijn: “Alber. oratio, de resurrect.”)). Zij zeggen daarom dat dezelfde mens zal opstaan door kracht die van de ziel uitgaat … Nee, het moet worden vergeleken met een zegel in was gedrukt, dat daarna met het schrijven wordt opgerold. Als dezelfde afbeelding dan niet in de was blijft, mag niet gezegd worden dat het hetzelfde zegel is. Maar als het teken daarna weer in de was gedrukt wordt, ja dan is het weer hetzelfde zegel. Zo is het ook met het menselijk lichaam. Dat verteert in het graf, maar omdat de materie blijft met de eigenschappen die juist dát lichaam vormen, wordt het op Gods bevel weer opgewekt – en zo staat dus hetzelfde lichaam op uit de dood.((*1 Johannes 5:18)) | - Omdat allen die in de graven zijn, Gods stem zullen horen (Johannes 5:28). Er zullen dus geen nieuwe mensen opstaan, die vanuit de vier elementen tot een nieuwe materie gemaakt zijn. Dan zou het zijn alsof de kracht van het voortbestaan niet hoort bij de materie van het menselijk lichaam, maar alleen bij het formele aspect, dat is de ziel, zoals sommige wargeesten beweren((Bucanus heeft hier een opmerking in de kantlijn: “Alber. oratio, de resurrect.”)). Zij zeggen daarom dat dezelfde mens zal opstaan door kracht die van de ziel uitgaat … Nee, het moet worden vergeleken met een zegel in was gedrukt, dat daarna met het schrijven wordt opgerold. Als dezelfde afbeelding dan niet in de was blijft, mag niet gezegd worden dat het hetzelfde zegel is. Maar als het teken daarna weer in de was gedrukt wordt, ja dan is het weer hetzelfde zegel. Zo is het ook met het menselijk lichaam. Dat verteert in het graf, maar omdat de materie blijft met de eigenschappen die juist dát lichaam vormen, wordt het op Gods bevel weer opgewekt – en zo staat dus hetzelfde lichaam op uit de dood.((*1 Johannes 5:18)) | ||
Regel 116: | Regel 118: | ||
==== 12. Wat zal de manier van opstanding zijn? ==== | ==== 12. Wat zal de manier van opstanding zijn? ==== | ||
- | Als de jongste dag gekomen is, zal Christus met haast en onverwacht in de zichtbare gestalte waarmee Hij ten hemel gevaren is, wederkomen. Hij zal op de wolken komen met zijn vele duizenden heiligen (Judas | + | Als de jongste dag gekomen is, zal Christus met haast en onverwacht in de zichtbare gestalte waarmee Hij ten hemel gevaren is, wederkomen. Hij zal op de wolken komen met zijn vele duizenden heiligen.((*Judas 1:14)) Hij zal komen met de stem van de archangel en de bazuin Gods. Dan zullen de bazuinen klinken (Mattheüs 24:31), zoals dat op de berg Sinaï gebeurde toen de Wet gegeven werd.((*Exodus 19:16)) Dan zullen eerst zij opgewekt worden die in het stof van de aarde slapen, en dan zullen ze hun lichaam weer aannemen. Deze daad waarbij de ziel en het lichaam na de dood weer samengevoegd worden, of ook wel: de terugkeer van de ziel op Gods bevel in haar eigen lichaam, is de manier waarop de opstanding plaatsvindt. En degenen die nog levend zijn bij de wederkomst in zijn toekomst, zullen veranderd worden in een ondeelbaar ogenblik.((*1 Korintiërs |
==== 13. Wanneer zal de opstanding plaatsvinden? | ==== 13. Wanneer zal de opstanding plaatsvinden? | ||
Regel 131: | Regel 133: | ||
- Men zal geheel en al door de Heilige Geest geregeerd worden. | - Men zal geheel en al door de Heilige Geest geregeerd worden. | ||
- Men zal zich geheel en al overgeven aan de invloedsfeer van de Geest. | - Men zal zich geheel en al overgeven aan de invloedsfeer van de Geest. | ||
- | - Omdat men door Gods kracht wordt onderhouden, | + | - Omdat men door Gods kracht wordt onderhouden, |
- | Kracht; want mensen die ziek en zwak waren of onderworpen aan veel ellende, ziekte en pijn, zullen sterk, snel, vol kracht en onvatbaar voor lijden zijn. Zo zal de ziel volkomen heersen over het lichaam. De zwaarte van het lichaam zal niet in de weg zitten, en daardoor zullen wij door de snelle beweging van onze lichamen de Here in de lucht tegemoet gaan om door Hem te worden opgenomen (1 Thessalonicenzen 4:17). Volmaaktheid; | + | Kracht; want mensen die ziek en zwak waren of onderworpen aan veel ellende, ziekte en pijn, zullen sterk, snel, vol kracht en onvatbaar voor lijden zijn. Zo zal de ziel volkomen heersen over het lichaam. De zwaarte van het lichaam zal niet in de weg zitten, en daardoor zullen wij door de snelle beweging van onze lichamen de Here in de lucht tegemoet gaan om door Hem te worden opgenomen (1 Thessalonicenzen 4:17). Volmaaktheid; |
==== 15. Wat zal de toestand van de zielen der godzaligen zijn? ==== | ==== 15. Wat zal de toestand van de zielen der godzaligen zijn? ==== | ||
Regel 139: | Regel 141: | ||
Het heerlijke beeld van God zal in hen schijnen. | Het heerlijke beeld van God zal in hen schijnen. | ||
- | - Hart en verstand zullen vol zijn van Gods wijsheid en kennis, die God hun zal bekendmaken zonder de hulp van mensen of engelen in te schakelen, want God zal alles in allen zijn (1 Korinthe | + | - Hart en verstand zullen vol zijn van Gods wijsheid en kennis, die God hun zal bekendmaken zonder de hulp van mensen of engelen in te schakelen, want God zal alles in allen zijn.((*1 Korintiërs |
- De wil zal vol rechtvaardigheid zijn, vol heiligheid en volkomen liefde tot God en de naaste. En ze zal tot in eeuwigheid van harte bereid en ook vol ijver zijn om God te dienen.((*Ezechiël 11:19)) | - De wil zal vol rechtvaardigheid zijn, vol heiligheid en volkomen liefde tot God en de naaste. En ze zal tot in eeuwigheid van harte bereid en ook vol ijver zijn om God te dienen.((*Ezechiël 11:19)) | ||
- Voor alle gevoelens en genegenheden geldt dat ze niet grof en lomp en evenmin onrein zijn. Ze zullen integendeel heel zuiver en rein zijn. Ze zullen ook het hart niet benauwen, het niet in verwarring brengen of onrustig maken. Ten slotte zullen alle vermogens en krachten van de ziel volmaakt zijn. Bernardus zegt daarvan: “Dan zal God de redelijke ziel van Zijn kinderen vervullen met het licht van de wijsheid, de begeerten met rechtvaardigheid, | - Voor alle gevoelens en genegenheden geldt dat ze niet grof en lomp en evenmin onrein zijn. Ze zullen integendeel heel zuiver en rein zijn. Ze zullen ook het hart niet benauwen, het niet in verwarring brengen of onrustig maken. Ten slotte zullen alle vermogens en krachten van de ziel volmaakt zijn. Bernardus zegt daarvan: “Dan zal God de redelijke ziel van Zijn kinderen vervullen met het licht van de wijsheid, de begeerten met rechtvaardigheid, | ||
Regel 160: | Regel 162: | ||
- De dwaling van atheïstische en goddeloze geesten, die de dood het einde van alle dingen noemen; de hele mens gaat gewoon teniet. Dit is ook de dwaling van de sadduceeën geweest, die ook al beweerden dat er geen opstanding van de doden is, en zelfs dat de zielen sterfelijk zijn. | - De dwaling van atheïstische en goddeloze geesten, die de dood het einde van alle dingen noemen; de hele mens gaat gewoon teniet. Dit is ook de dwaling van de sadduceeën geweest, die ook al beweerden dat er geen opstanding van de doden is, en zelfs dat de zielen sterfelijk zijn. | ||
- Het opnieuw geboren worden en het overgebracht worden van de ziel in een ander; dit is de leer van de pythagoreeërs, | - Het opnieuw geboren worden en het overgebracht worden van de ziel in een ander; dit is de leer van de pythagoreeërs, | ||
- | - De mening van dwaalgeesten en neuswijzen, van wie sommigen fantaseren dat de hele mens [, dus lichaam | + | - De mening van dwaalgeesten en neuswijzen, van wie sommigen fantaseren dat de hele mens [met lichaam |
- De leer van Hymeneüs en Filetus, die geen onderscheid maken tussen de geestelijke en lichamelijke opstanding van het lichaam. Zij zeiden dat de opstanding nu al heeft plaatsgevonden (2 Timotheüs 2:18). | - De leer van Hymeneüs en Filetus, die geen onderscheid maken tussen de geestelijke en lichamelijke opstanding van het lichaam. Zij zeiden dat de opstanding nu al heeft plaatsgevonden (2 Timotheüs 2:18). | ||
- De dwaling van hen die leren dat de lichamen door de opstanding wezenlijk zullen veranderen in geestelijke wezens. | - De dwaling van hen die leren dat de lichamen door de opstanding wezenlijk zullen veranderen in geestelijke wezens. | ||
- De dwaling van Origenes, die orakelde dat er geen vleselijk lichaam zal opstaan, maar een etherisch of hemels lichaam. | - De dwaling van Origenes, die orakelde dat er geen vleselijk lichaam zal opstaan, maar een etherisch of hemels lichaam. | ||
- De mening van de islamaanhangers en de Saracenen die zich inbeelden dat de gelukzaligen in overvloed over eten en drinken zullen beschikken en dat ze een leven zullen leiden in een overmaat van vleselijke wellust. Ook zijn ze van mening dat de onredelijke dieren uit de dood zullen opstaan. | - De mening van de islamaanhangers en de Saracenen die zich inbeelden dat de gelukzaligen in overvloed over eten en drinken zullen beschikken en dat ze een leven zullen leiden in een overmaat van vleselijke wellust. Ook zijn ze van mening dat de onredelijke dieren uit de dood zullen opstaan. |