Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:38 [21-08-2020 om 10.56 uur] – ds. J.H. Zwart | institutie:38 [27-01-2021 om 11.21 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | ====== | + | ====== |
==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ==== | ==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ==== | ||
- Oordelen betekent in het algemeen gevoelen, denken, menen. Het woord ‘oordeel’ betekent dus het gevoelen of de mening van het hart. | - Oordelen betekent in het algemeen gevoelen, denken, menen. Het woord ‘oordeel’ betekent dus het gevoelen of de mening van het hart. | ||
- | - Vanuit het tegenovergestelde kan men goed begrijpen wat het woord betekent. Oordelen staat immers tegenover behouden. ‘Behouden’ betekent beschermen, verlossen of uit het verderf bevrijden en tot de zaligheid brengen. Daarom betekent ‘oordelen’ veroordelen, | + | - Vanuit het tegenovergestelde kan men goed begrijpen wat het woord betekent. Oordelen staat immers tegenover behouden. ‘Behouden’ betekent beschermen, verlossen of uit het verderf bevrijden en tot de zaligheid brengen. Daarom betekent ‘oordelen’ veroordelen, |
- | - Oordelen of rechter-zijn betekent ook regeren, heersen zoals blijkt uit Richteren 3:10 en andere hoofdstukken. Daarom wordt het woord ‘oordeel’ of ‘gerecht’ gebruikt voor het heersen, de macht((gheweldt)) en de rechtspraak van de vorst; en ook wel voor rechtvaardigheid of datgene wat recht en billijk is.((*Lucas 11:42)) Het woord ‘richter’ of ‘rechter’ wordt gebruikt als men de overheid bedoelt.((Exodus 2:14)) Als het woord aan God wordt toegeschreven, | + | - Oordelen of rechter-zijn betekent ook regeren, heersen zoals blijkt uit Richteren 3:10 en andere hoofdstukken. Daarom wordt het woord ‘oordeel’ of ‘gerecht’ gebruikt voor het heersen, de macht((gheweldt)) en de rechtspraak van de vorst; en ook wel voor rechtvaardigheid of datgene wat recht en billijk is.((*Lucas 11:42)) Het woord ‘richter’ of ‘rechter’ wordt gebruikt als men de overheid bedoelt.((*Exodus 2:14)) Als het woord aan God wordt toegeschreven, |
- De algehele heerschappij en besturing waardoor heel de wereld bestaat, in stand gehouden en geleid wordt.((*Johannes 5:22,30 *Genesis 18:25)) | - De algehele heerschappij en besturing waardoor heel de wereld bestaat, in stand gehouden en geleid wordt.((*Johannes 5:22,30 *Genesis 18:25)) | ||
- De regering en onderhouding((wel-ghestelden standt)) van de gemeente, waardoor de Vader het Evangelie door de Zoon openbaart, de dienst van Zijn Woord onderhoudt, de Heilige Geest geeft, de doden levend maakt, het Koninkrijk (dat is Zijn gemeente) door het Woord bijeenhoudt vanaf het begin van de wereld. “Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen” (Mattheüs 12:18). | - De regering en onderhouding((wel-ghestelden standt)) van de gemeente, waardoor de Vader het Evangelie door de Zoon openbaart, de dienst van Zijn Woord onderhoudt, de Heilige Geest geeft, de doden levend maakt, het Koninkrijk (dat is Zijn gemeente) door het Woord bijeenhoudt vanaf het begin van de wereld. “Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen” (Mattheüs 12:18). | ||
Regel 21: | Regel 21: | ||
- Het oordeel en de opstanding zijn zo innig met elkaar verbonden dat het niet zó kan zijn dat God al de doden gaat oordelen zonder dat Hij hen tegelijk van de doden opwekt. En het doel van de opstanding kan niet anders worden geformuleerd dan dat God alle mensen ten oordeel roept. Dan scheidt Hij de schapen van de bokken, het koren van het kaf, en de vromen van de goddelozen.((*Matteüs 25:33)) | - Het oordeel en de opstanding zijn zo innig met elkaar verbonden dat het niet zó kan zijn dat God al de doden gaat oordelen zonder dat Hij hen tegelijk van de doden opwekt. En het doel van de opstanding kan niet anders worden geformuleerd dan dat God alle mensen ten oordeel roept. Dan scheidt Hij de schapen van de bokken, het koren van het kaf, en de vromen van de goddelozen.((*Matteüs 25:33)) | ||
- Een argument is ook een principe waar we vanuit onze natuur besef van omdragen. Dat principe leert ons dat God rechtvaardig is en dat het daarom de goeden goed en de slechten tot in eeuwigheid slecht moet gaan. Dit vindt niet in dit leven plaats, want er zijn veel goddelozen die allerlei slechts bedrijven en door God toch niet in dit leven gestraft worden. Er zijn ook veel godvrezende mensen die God oprecht dienen maar hier op aarde alleen maar verdriet kennen, laat staan dat ze nú al in dit leven door God beloond worden. Hieruit kan dus niets anders volgen dan dat er beslist een oordeel zal komen. Daarin zal het met de slechten slecht aflopen en de goeden zullen het loon van hun godzalig leven ontvangen. | - Een argument is ook een principe waar we vanuit onze natuur besef van omdragen. Dat principe leert ons dat God rechtvaardig is en dat het daarom de goeden goed en de slechten tot in eeuwigheid slecht moet gaan. Dit vindt niet in dit leven plaats, want er zijn veel goddelozen die allerlei slechts bedrijven en door God toch niet in dit leven gestraft worden. Er zijn ook veel godvrezende mensen die God oprecht dienen maar hier op aarde alleen maar verdriet kennen, laat staan dat ze nú al in dit leven door God beloond worden. Hieruit kan dus niets anders volgen dan dat er beslist een oordeel zal komen. Daarin zal het met de slechten slecht aflopen en de goeden zullen het loon van hun godzalig leven ontvangen. | ||
- | - Het wordt echter nog veel stelliger bewezen door de getuigenissen in de Heilige Schrift. Zie Psalm 9 vers 8: “Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet, ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, | + | - Het wordt echter nog veel stelliger bewezen door de getuigenissen in de Heilige Schrift. Zie Psalm 9:8: “Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet, ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, |
- In de apostolische geloofsbelijdenis belijden we dat Christus zal komen om te oordelen de levenden en de doden. | - In de apostolische geloofsbelijdenis belijden we dat Christus zal komen om te oordelen de levenden en de doden. | ||
Regel 30: | Regel 30: | ||
==== 5. Welke werkende oorzaken ven het toekomende oordeel zijn er? ==== | ==== 5. Welke werkende oorzaken ven het toekomende oordeel zijn er? ==== | ||
- | Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:9 en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16: | + | Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:9 en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16: |
==== 6. Zal dan de Zoon Rechter zijn en het oordeel uitvoeren zónder de Vader en de Heilige Geest? ==== | ==== 6. Zal dan de Zoon Rechter zijn en het oordeel uitvoeren zónder de Vader en de Heilige Geest? ==== | ||
Regel 54: | Regel 54: | ||
- De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6). | - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6). | ||
- Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst. | - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst. | ||
- | - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, | + | - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, |
==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? | ==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? | ||
Regel 79: | Regel 79: | ||
De apostel noemt er in Romeinen 2:5 drie: | De apostel noemt er in Romeinen 2:5 drie: | ||
- | - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Zefanja1 vers 15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, | + | - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Sefanja 1:15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, |
- Het is een dag van openbaarmaking, | - Het is een dag van openbaarmaking, | ||
- Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen. | - Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen. | ||
Regel 98: | Regel 98: | ||
- De zorgeloosheid en lichtzinnige levenswandel die nu al lange tijd de overhand gekregen heeft, zoals het in de dagen van Noach toeging vóór de zondvloed. | - De zorgeloosheid en lichtzinnige levenswandel die nu al lange tijd de overhand gekregen heeft, zoals het in de dagen van Noach toeging vóór de zondvloed. | ||
- De afval van de gezonde leer, waar Paulus over spreekt in 1 Timoteüs 4:1: “De Geest zegt nadrukkelijk, | - De afval van de gezonde leer, waar Paulus over spreekt in 1 Timoteüs 4:1: “De Geest zegt nadrukkelijk, | ||
- | - De vreselijke verdorvenheid van de zeden en gewoonten in het leven(( | + | - De vreselijke verdorvenheid van de zeden en gewoonten in het leven.((*1 Timoteüs |
- De toekomende verschijning van de antichrist; de dag van Christus zal nu nog niet komen, want “eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander”. “Kinderen, | - De toekomende verschijning van de antichrist; de dag van Christus zal nu nog niet komen, want “eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander”. “Kinderen, | ||
- | - De vervolging en het gevangennemen van godvrezende mensen omwille van de naam van Christus((Mattheüs | + | - De vervolging en het gevangennemen van godvrezende mensen omwille van de naam van Christus.((*Matteüs |
- | - De openlijke ergernissen((Mattheüs | + | - De openlijke ergernissen.((*Matteüs |
- | - De valse christussen en de valse profeten die beweren: “Ik ben Christus.” Dat zijn mensen die van zichzelf zeggen dat ze door Christus gezonden zijn, of die zich door middel van tekenen en wonderen voordoen als Christus. Dat doen ze om zo mogelijk de uitverkorenen te verleiden((Lukas 21:8, Mattheüs | + | - De valse christussen en de valse profeten die beweren: “Ik ben Christus.” Dat zijn mensen die van zichzelf zeggen dat ze door Christus gezonden zijn, of die zich door middel van tekenen en wonderen voordoen als Christus. Dat doen ze om zo mogelijk de uitverkorenen te verleiden.((*Lucas |
- | - De verkilling van de liefde (Lukas 24:12) en het ontbreken van geloof. | + | - De verkilling van de liefde (Lucas 24:12) en het ontbreken van geloof. |
Sommige gaan eveneens aan het laatste oordeel vooraf, hoewel ook dan het einde niet direct zal volgen. | Sommige gaan eveneens aan het laatste oordeel vooraf, hoewel ook dan het einde niet direct zal volgen. | ||
- | - In de hemel; zie Markus | + | - In de hemel; zie Marcus |
- | - Op de aarde, waar grote aardbevingen zullen plaatsvinden en oorlogen en revoluties plaatsvinden. “Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk” | + | - Op de aarde, waar grote aardbevingen zullen plaatsvinden en oorlogen en revoluties plaatsvinden. “Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk”.((*Lucas |
- | - In de zeeën. Schrikaanjagende donderende watermassa’s((schrickelick gerommel, geraes en getier)) zullen vloedgolven veroorzaken in de zee en in de rivieren.((Lukas 21:26.)) | + | - In de zeeën. Schrikaanjagende donderende watermassa’s((schrickelick gerommel, geraes en getier)) zullen vloedgolven veroorzaken in de zee en in de rivieren.((*Lucas |
- In de lucht, waar vreselijk en angstaanjagend noodweer zal zijn. Om kort te gaan: de hemel, de aarde en alle elementen zullen op hun manier het aangezicht van de vertoornde Rechter laten zien. Als de zondaren dat zien, is dat een aansporing zich te bekeren, behalve wanneer ze het gevaar zoeken en onverhoeds ten onder willen gaan. | - In de lucht, waar vreselijk en angstaanjagend noodweer zal zijn. Om kort te gaan: de hemel, de aarde en alle elementen zullen op hun manier het aangezicht van de vertoornde Rechter laten zien. Als de zondaren dat zien, is dat een aansporing zich te bekeren, behalve wanneer ze het gevaar zoeken en onverhoeds ten onder willen gaan. | ||
- | - Hier kan de bekering van het hele volk Israël nog aan worden toegevoegd. Het gehele Israël zal zich bekeren tot de gemeente van Christus, nadat de volheid van de heidenen zal zijn binnengegaan. Daar leest men van in Jesaja59:20 en Romeinen 11:25-26. Maar hoe en wanneer dit zal gebeuren, weet men niet. | + | - Hier kan de bekering van het hele volk Israël nog aan worden toegevoegd. Het gehele Israël zal zich bekeren tot de gemeente van Christus, nadat de volheid van de heidenen zal zijn binnengegaan. Daar leest men van in Jesaja 59:20 en Romeinen 11:25,26. Maar hoe en wanneer dit zal gebeuren, weet men niet. |
- | Er zijn nog tekenen die zullen volgen op het laatste oordeel: het gejammer van alle geslachten op de aarde, het teken van de Zoon des mensen dat men aan de hemel zal zien, als de Heere op de wolken zal terugkomen((Mattheüs | + | Er zijn nog tekenen die zullen volgen op het laatste oordeel: het gejammer van alle geslachten op de aarde, het teken van de Zoon des mensen dat men aan de hemel zal zien, als de Heere op de wolken zal terugkomen.((*Matteüs |
==== 16. Wanneer zal het [laatste] oordeel plaatsvinden? | ==== 16. Wanneer zal het [laatste] oordeel plaatsvinden? | ||
- | Dat is een ongerijmde vraag, zegt Augustinus, want de Heere zegt in Mattheüs | + | Dat is een ongerijmde vraag, zegt Augustinus, want de Heere zegt in Matteüs |
- | ==== 17. In 1 Petrus 4:7 wordt nadrukkelijk gezegd dat het einde van alle dingen nabij is, en in Jakobus 5:8 staat de toekomst des Heren nabij is. Gaat wat Paulus zegt hier niet tegenin als hij in 2 Thessalonicenzen | + | ==== 17. In 1 Petrus 4:7 wordt nadrukkelijk gezegd dat het einde van alle dingen nabij is, en in Jakobus 5:8 staat de toekomst des Heren nabij is. Gaat wat Paulus zegt hier niet tegenin als hij in 2 Tessalonicenzen |
- | Nee, want dezelfde dingen worden niet op dezelfde manier gezegd, met dezelfde optiek en op dezelfde tijd. Paulus ontkende namelijk dat de dag des Heren nabij is voor wat zijn eigen tijd betreft, terwijl hij nog leefde. Daarmee ging hij in tegen de valse profeten die een bepaalde dichtbij zijnde tijd noemden. Maar hij ontkent niet dat de komst van de Here nadert, en evenmin dat hij de laatste tijden beleeft ten opzichte van de voorgaande eeuwen en vanwege het feit dat Christus in het vlees gekomen is. Op deze laatste tijdsperiode zal geen nieuwe meer volgen. Het zal ook niet zo lang duren als het geduurd heeft vanaf de schepping van de wereld tot aan de geboorte van Christus. Ten slotte is de dag van Christus aanstaande vanuit God gezien, want bij Hem zijn duizend jaren als een dag (Psalm 90:4 en 2 Petrus 3:8). | + | Nee, want dezelfde dingen worden niet op dezelfde manier gezegd, met dezelfde optiek en op dezelfde tijd. Paulus ontkende namelijk dat de dag des Heren nabij is voor wat zijn eigen tijd betreft, terwijl hij nog leefde. Daarmee ging hij in tegen de valse profeten die een bepaalde dichtbij zijnde tijd noemden. Maar hij ontkent niet dat de komst van de Here nadert, en evenmin dat hij de laatste tijden beleeft ten opzichte van de voorgaande eeuwen en vanwege het feit dat Christus in het vlees gekomen is. Op deze laatste tijdsperiode zal geen nieuwe meer volgen. Het zal ook niet zo lang duren als het geduurd heeft vanaf de schepping van de wereld tot aan de geboorte van Christus. Ten slotte is de dag van Christus aanstaande vanuit God gezien, want bij Hem zijn duizend jaren als een dag.((*Psalm 90:4 *2 Petrus 3:8)) |
- | ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Markus | + | ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus |
- | Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor// //ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30 en 7:16. Daar zegt Hij: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”; en ook: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.” | + | Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”, en in Johannes 7:16: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.” |
- | ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag [voor ons] verborgen gehouden? ==== | + | ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ==== |
God wil dat wij Hem elke dag en elk uur zullen verwachten en zullen waken, want die dag mag ons niet overrompelen. Ook moeten we onze nieuwsgierigheid in het onderzoeken van Gods verborgenheden in toom houden. | God wil dat wij Hem elke dag en elk uur zullen verwachten en zullen waken, want die dag mag ons niet overrompelen. Ook moeten we onze nieuwsgierigheid in het onderzoeken van Gods verborgenheden in toom houden. | ||
Regel 133: | Regel 133: | ||
==== 20. Waarom stelt de Heere het laatste oordeel uit? ==== | ==== 20. Waarom stelt de Heere het laatste oordeel uit? ==== | ||
- | - De Heere wil dat het getal van de uitverkorenen vervuld zal worden. God heeft van eeuwigheid van hen geweten en besloten hen te roepen. Degenen die nog geroepen moeten worden, zullen Zijn roepstem horen door het Evangelie. Zo zullen degenen die vanaf het begin van de wereld geroepen zijn, en nu voor een deel in de hemel en voor een deel op de aarde leven, ten slotte vergaderd worden.(( Petrus 3:9, Openbaring 6:11.)) | + | - De Heere wil dat het getal van de uitverkorenen vervuld zal worden. God heeft van eeuwigheid van hen geweten en besloten hen te roepen. Degenen die nog geroepen moeten worden, zullen Zijn roepstem horen door het Evangelie. Zo zullen degenen die vanaf het begin van de wereld geroepen zijn, en nu voor een deel in de hemel en voor een deel op de aarde leven, ten slotte vergaderd worden.((*1 Petrus 3:9 *Openbaring 6:11)) |
- Hij wil hiermee onze hoop, onze lijdzaamheid, | - Hij wil hiermee onze hoop, onze lijdzaamheid, | ||
- | - Hij wil de onschuld ontnemen aan de goddelozen. Zij hebben immers Gods goedertierenheid en verdraagzaamheid veracht, en dat geldt ook voor de tijd die Hij hun zo mild gegeven heeft om zich te bekeren (Romeinen 2:4 en 5, 2 Petrus 3:8 en 9). | + | - Hij wil de onschuld ontnemen aan de goddelozen. Zij hebben immers Gods goedertierenheid en verdraagzaamheid veracht, en dat geldt ook voor de tijd die Hij hun zo mild gegeven heeft om zich te bekeren.((*Romeinen 2:4,5 *2 Petrus 3:8,9)) |
==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ==== | ==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ==== | ||
- | De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten(( Kronieken 20:26.)). De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3 vers 2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken. | + | De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.((*2 Kronieken 20:26)) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3:2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken. |
==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ==== | ==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ==== | ||
Regel 145: | Regel 145: | ||
- Wat de mensen betreft, wordt het oordeel gehouden opdat ieder mens verantwoording zal afleggen van wat hij met zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad. Dat is iets wat tijdens zijn leven in de wereld niet is gebeurd. | - Wat de mensen betreft, wordt het oordeel gehouden opdat ieder mens verantwoording zal afleggen van wat hij met zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad. Dat is iets wat tijdens zijn leven in de wereld niet is gebeurd. | ||
- Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat Zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten. | - Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat Zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten. | ||
- | - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld((de Burgerlicke ende Kerkelicke regeeringhe alsdan ophoudende)), | + | - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld((de Burgerlicke ende Kerkelicke regeeringhe alsdan ophoudende)), |
- | - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid((Romeinen 8:20,21.)). | + | - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid.((*Romeinen 8:20,21)) |
- | ==== 23. Wat is het nut van deze leer [over het laatste oordeel]? ==== | + | ==== 23. Wat is het nut van deze leer over het laatste oordeel? ==== |
- | - Deze leer dient tot onderwijs, want hierdoor worden we vermaand dat we steeds berouw en verdriet moeten hebben over onze zonden, en dat we ons moeten bekeren. Ze wekt ons ook op om te bidden en waakzaam te zijn, om rechtvaardig en matig te zijn en om God te vrezen.((Lukas 21:36, Titus 2:12 en 13, 2 Petrus 3:11 en 12.)) | + | - Deze leer dient tot onderwijs, want hierdoor worden we vermaand dat we steeds berouw en verdriet moeten hebben over onze zonden, en dat we ons moeten bekeren. Ze wekt ons ook op om te bidden en waakzaam te zijn, om rechtvaardig en matig te zijn en om God te vrezen.((*Lucas |
- | - Deze leer vertroost de godzaligen, want hierdoor geloven zij dat alle ellende in deze wereld eenmaal tot een einde zullen komen. Ze geloven dat Christus zal weerkomen om Zijn en onze vijanden te overwinnen en Zich op hen te wreken. Ze geloven dat Hij hen uit de handen van hun vijanden zal verlossen. Wij zijn broeders van de Rechter en ledematen van Zijn lichaam. Hij heeft ons als onze Jezus zeer lief, en omdat Hij Jezus is, is Hij onze Zaligmaker, onze Advocaat, onze Verlosser en onze Voorbidder. Hij heeft Zijn leven voor ons gegeven, en heeft al degenen die in Hem geloven met een eed het eeuwige leven beloofd. “Wie zal veroordelen? | + | - Deze leer vertroost de godzaligen, want hierdoor geloven zij dat alle ellende in deze wereld eenmaal tot een einde zullen komen. Ze geloven dat Christus zal weerkomen om Zijn en onze vijanden te overwinnen en Zich op hen te wreken. Ze geloven dat Hij hen uit de handen van hun vijanden zal verlossen. Wij zijn broeders van de Rechter en ledematen van Zijn lichaam. Hij heeft ons als onze Jezus zeer lief, en omdat Hij Jezus is, is Hij onze Zaligmaker, onze Advocaat, onze Verlosser en onze Voorbidder. Hij heeft Zijn leven voor ons gegeven, en heeft al degenen die in Hem geloven met een eed het eeuwige leven beloofd. “Wie zal veroordelen? |
==== 24. Welke zaken zijn met een laatste oordeel in strijd? ==== | ==== 24. Welke zaken zijn met een laatste oordeel in strijd? ==== |