Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:38

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:38 [21-08-2020 om 15.26 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:38 [27-01-2021 om 11.21 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-====== 38. Over het laatste oordeel ======+====== Het laatste oordeel ======
  
 ==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ==== ==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ====
  
   - Oordelen betekent in het algemeen gevoelen, denken, menen. Het woord ‘oordeel’ betekent dus het gevoelen of de mening van het hart.   - Oordelen betekent in het algemeen gevoelen, denken, menen. Het woord ‘oordeel’ betekent dus het gevoelen of de mening van het hart.
-  - Vanuit het tegenovergestelde kan men goed begrijpen wat het woord betekent. Oordelen staat immers tegenover behouden. ‘Behouden’ betekent beschermen, verlossen of uit het verderf bevrijden en tot de zaligheid brengen. Daarom betekent ‘oordelen’ veroordelen, verderven en verdoemen of de oorzaak van de verdoemenis bewerkstelligen. In die zin wordt het gebruikt in Johannes 3 vers 17: “Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele – dat is verdoemen of de oorzaak van hun verdoemenis zijn – maar opdat de wereld door Hem behouden worde.” Daarom wordt het oordeel gelijkgesteld met de oorzaak van de verdoemenis, zoals uit vers 19 van hetzelfde hoofdstuk blijkt: “Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht.” Ook oordeel en verdoemenis vallen dan samen. “Die Mijn woord hoort, en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, doe heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis” (SV).+  - Vanuit het tegenovergestelde kan men goed begrijpen wat het woord betekent. Oordelen staat immers tegenover behouden. ‘Behouden’ betekent beschermen, verlossen of uit het verderf bevrijden en tot de zaligheid brengen. Daarom betekent ‘oordelen’ veroordelen, verderven en verdoemen of de oorzaak van de verdoemenis bewerkstelligen. In die zin wordt het gebruikt in Johannes 3:17: “Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele – dat is verdoemen of de oorzaak van hun verdoemenis zijn – maar opdat de wereld door Hem behouden worde.” Daarom wordt het oordeel gelijkgesteld met de oorzaak van de verdoemenis, zoals uit Johannes 3:19 blijkt: “Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht.” Ook oordeel en verdoemenis vallen dan samen. “Die Mijn woord hoort, en gelooft in Hem Die Mij gezonden heeft, doe heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis” (SV).
   - Oordelen of rechter-zijn betekent ook regeren, heersen zoals blijkt uit Richteren 3:10 en andere hoofdstukken. Daarom wordt het woord ‘oordeel’ of ‘gerecht’ gebruikt voor het heersen, de macht((gheweldt)) en de rechtspraak van de vorst; en ook wel voor rechtvaardigheid of datgene wat recht en billijk is.((*Lucas 11:42)) Het woord ‘richter’ of ‘rechter’ wordt gebruikt als men de overheid bedoelt.((*Exodus 2:14)) Als het woord aan God wordt toegeschreven, gelden de volgende betekenissen:   - Oordelen of rechter-zijn betekent ook regeren, heersen zoals blijkt uit Richteren 3:10 en andere hoofdstukken. Daarom wordt het woord ‘oordeel’ of ‘gerecht’ gebruikt voor het heersen, de macht((gheweldt)) en de rechtspraak van de vorst; en ook wel voor rechtvaardigheid of datgene wat recht en billijk is.((*Lucas 11:42)) Het woord ‘richter’ of ‘rechter’ wordt gebruikt als men de overheid bedoelt.((*Exodus 2:14)) Als het woord aan God wordt toegeschreven, gelden de volgende betekenissen:
       - De algehele heerschappij en besturing waardoor heel de wereld bestaat, in stand gehouden en geleid wordt.((*Johannes 5:22,30 *Genesis 18:25))       - De algehele heerschappij en besturing waardoor heel de wereld bestaat, in stand gehouden en geleid wordt.((*Johannes 5:22,30 *Genesis 18:25))
Regel 21: Regel 21:
   - Het oordeel en de opstanding zijn zo innig met elkaar verbonden dat het niet zó kan zijn dat God al de doden gaat oordelen zonder dat Hij hen tegelijk van de doden opwekt. En het doel van de opstanding kan niet anders worden geformuleerd dan dat God alle mensen ten oordeel roept. Dan scheidt Hij de schapen van de bokken, het koren van het kaf, en de vromen van de goddelozen.((*Matteüs 25:33))   - Het oordeel en de opstanding zijn zo innig met elkaar verbonden dat het niet zó kan zijn dat God al de doden gaat oordelen zonder dat Hij hen tegelijk van de doden opwekt. En het doel van de opstanding kan niet anders worden geformuleerd dan dat God alle mensen ten oordeel roept. Dan scheidt Hij de schapen van de bokken, het koren van het kaf, en de vromen van de goddelozen.((*Matteüs 25:33))
   - Een argument is ook een principe waar we vanuit onze natuur besef van omdragen. Dat principe leert ons dat God rechtvaardig is en dat het daarom de goeden goed en de slechten tot in eeuwigheid slecht moet gaan. Dit vindt niet in dit leven plaats, want er zijn veel goddelozen die allerlei slechts bedrijven en door God toch niet in dit leven gestraft worden. Er zijn ook veel godvrezende mensen die God oprecht dienen maar hier op aarde alleen maar verdriet kennen, laat staan dat ze nú al in dit leven door God beloond worden. Hieruit kan dus niets anders volgen dan dat er beslist een oordeel zal komen. Daarin zal het met de slechten slecht aflopen en de goeden zullen het loon van hun godzalig leven ontvangen.   - Een argument is ook een principe waar we vanuit onze natuur besef van omdragen. Dat principe leert ons dat God rechtvaardig is en dat het daarom de goeden goed en de slechten tot in eeuwigheid slecht moet gaan. Dit vindt niet in dit leven plaats, want er zijn veel goddelozen die allerlei slechts bedrijven en door God toch niet in dit leven gestraft worden. Er zijn ook veel godvrezende mensen die God oprecht dienen maar hier op aarde alleen maar verdriet kennen, laat staan dat ze nú al in dit leven door God beloond worden. Hieruit kan dus niets anders volgen dan dat er beslist een oordeel zal komen. Daarin zal het met de slechten slecht aflopen en de goeden zullen het loon van hun godzalig leven ontvangen.
-  - Het wordt echter nog veel stelliger bewezen door de getuigenissen in de Heilige Schrift. Zie Psalm 9 vers 8: “Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet, ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, Hij richt de natiën in rechtmatigheid.” En in Psalm 50:1 lezen we: “De God der goden, de HERE, spreekt en roept de aarde vanwaar de zon opgaat tot waar zij ondergaat (…). Onze God komt en zal niet zwijgen” om alle mensen te oordelen. “Ziet, de HERE zal komen als vuur” (Jesaja 66:15). Zie ook Mattheüs 25:31, waarna vervolgens de hele gang van zaken in het oordeel wordt weergegeven. “Want er is niets verborgen, dat niet aan het licht zal komen” (Lukas 8:17). “Het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage” (Johannes 12:48). “Ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt” (Romeinen 2:16). “Ieders werk zal aan het licht komen” (1 Korinthe 3:13). “En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel …” (Hebreeën 9:27). “Ook over hen heeft Henoch, de zevende van Adam af, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Here is gekomen met zijn heilige tienduizenden, om over allen de vierschar te spannen en alle goddelozen te straffen voor al hun goddeloze werken” (Judas, vers 14).+  - Het wordt echter nog veel stelliger bewezen door de getuigenissen in de Heilige Schrift. Zie Psalm 9:8: “Maar de HERE zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet, ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, Hij richt de natiën in rechtmatigheid.” En in Psalm 50:1 lezen we: “De God der goden, de HERE, spreekt en roept de aarde vanwaar de zon opgaat tot waar zij ondergaat (…). Onze God komt en zal niet zwijgen” om alle mensen te oordelen. “Ziet, de HERE zal komen als vuur” (Jesaja 66:15). Zie ook Mattheüs 25:31, waarna vervolgens de hele gang van zaken in het oordeel wordt weergegeven. “Want er is niets verborgen, dat niet aan het licht zal komen” (Lukas 8:17). “Het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage” (Johannes 12:48). “Ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt” (Romeinen 2:16). “Ieders werk zal aan het licht komen” (1 Korinthe 3:13). “En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel …” (Hebreeën 9:27). “Ook over hen heeft Henoch, de zevende van Adam af, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Here is gekomen met zijn heilige tienduizenden, om over allen de vierschar te spannen en alle goddelozen te straffen voor al hun goddeloze werken” (Judas 1:14).
   - In de apostolische geloofsbelijdenis belijden we dat Christus zal komen om te oordelen de levenden en de doden.   - In de apostolische geloofsbelijdenis belijden we dat Christus zal komen om te oordelen de levenden en de doden.
  
Regel 30: Regel 30:
 ==== 5. Welke werkende oorzaken ven het toekomende oordeel zijn er? ==== ==== 5. Welke werkende oorzaken ven het toekomende oordeel zijn er? ====
  
-Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:9 en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16:8). De //bewegende//  oorzaak in de ongelovigen wordt gevormd door de erfzonde, de daadwerkelijke zonde die tegen Gods wet wordt begaan, en het verachten van het Evangelie. En in God is de bewegende oorzaak Zijn volkomen rechtvaardigheid, die de ongerechtigheid straft en de godzaligheid naar Zijn eeuwig besluit verdedigt en handhaaft. Wat echter de manier betreft waarop het oordeel wordt uitgevoerd, is Christus, de Zoon van God, als de Mens of de Zoon des mensen de //uitvoerende//  oorzaak van het oordeel, oftewel: Hij zal de Rechter zijn. Híj zal Rechter zijn Die voor de rechter gestaan heeft. Híj zal oordelen, Die veroordeeld is geweest. Zo zullen de goddelozen Zijn heerlijkheid moeten zien, waar ze eerst Zijn nederigheid veracht hebben. “De Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven” (Johannes 5:22). “Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.” (Johannes 5:27). “Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden” (Handelingen 10:42). “Hij [heeft] een dag bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken” (Handelingen 17:31). “Ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus” (Romeinen 2:16). “Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap” (2 Timotheüs 4:1). De engelen zullen Christus’ dienaars zijn. Ze zullen Hem ten dienste staan om het oordeel uit te voeren. Zij zullen immers alle volkeren voor Hem bijeen laten komen. Zij zullen de uitverkorenen scheiden van de verworpenen. Ze zullen de uitverkorenen opnemen in de lucht, Christus tegemoet; en de verworpenen zullen ze met de duivel en al zijn engelen in het eeuwige vuur werpen.+Allereerst de eeuwige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de ene God – Hij heeft de macht om recht te spreken, en bezit de heerschappij over alle dingen. Hij heeft het gezag om te oordelen en besluit daar Zelf toe. “Een Oude van dagen zette Zich neder (…) De vierschaar zette zich neder, en de boeken werden geopend” (Daniël 7:9 en 10). Als de Heilige Geest zal gekomen zijn, “zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel” (Johannes16:8). De //bewegende//  oorzaak in de ongelovigen wordt gevormd door de erfzonde, de daadwerkelijke zonde die tegen Gods wet wordt begaan, en het verachten van het Evangelie. En in God is de bewegende oorzaak Zijn volkomen rechtvaardigheid, die de ongerechtigheid straft en de godzaligheid naar Zijn eeuwig besluit verdedigt en handhaaft. Wat echter de manier betreft waarop het oordeel wordt uitgevoerd, is Christus, de Zoon van God, als de Mens of de Zoon des mensen de //uitvoerende//  oorzaak van het oordeel, oftewel: Hij zal de Rechter zijn. Híj zal Rechter zijn Die voor de rechter gestaan heeft. Híj zal oordelen, Die veroordeeld is geweest. Zo zullen de goddelozen Zijn heerlijkheid moeten zien, waar ze eerst Zijn nederigheid veracht hebben. “De Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven” (Johannes 5:22). “Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is.” (Johannes 5:27). “Hij heeft ons geboden het volk te prediken en te betuigen, dat Hij het is, die door God is aangesteld tot rechter over levenden en doden” (Handelingen 10:42). “Hij [heeft] een dag bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een man, die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken” (Handelingen 17:31). “Ten dage, dat God het in de mensen verborgene oordeelt volgens mijn evangelie, door Christus Jezus” (Romeinen 2:16). “Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap” (2 Timoteüs 4:1). De engelen zullen Christus’ dienaars zijn. Ze zullen Hem ten dienste staan om het oordeel uit te voeren. Zij zullen immers alle volkeren voor Hem bijeen laten komen. Zij zullen de uitverkorenen scheiden van de verworpenen. Ze zullen de uitverkorenen opnemen in de lucht, Christus tegemoet; en de verworpenen zullen ze met de duivel en al zijn engelen in het eeuwige vuur werpen.
  
 ==== 6. Zal dan de Zoon Rechter zijn en het oordeel uitvoeren zónder de Vader en de Heilige Geest? ==== ==== 6. Zal dan de Zoon Rechter zijn en het oordeel uitvoeren zónder de Vader en de Heilige Geest? ====
Regel 54: Regel 54:
   - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6).   - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6).
   - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst.   - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst.
-  - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, en Romeinen 8:21,22: “Wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is”, maar “in hope, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods”. En Handelingen 3:21 belooft “de wederoprichting aller dingen”; zo ook Psalm 102:27,28: “[Aarde en hemel] zullen vergaan, maar Gij houdt stand, zij alle zullen verslijten als een kleed, Gij verwisselt ze als een gewaad, en zij verdwijnen”, dat wil zeggen: in een betere toestand gewijzigd worden. Openbaring 21:1 zegt: “Ik zag een nieuwe hemel.” Ook in Jesaja 65:17 en $Jesaja 66:22 worden een nieuwe hemel en een nieuwe aarde beloofd, dat wil zeggen: ze zullen vernieuwd worden. Daarom zegt Petrus na de al aangehaalde woorden in vers 13: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” Hoe echter deze oprichting tot nieuwe dingen zal toegaan, wordt in de Schrift niet geopenbaard.+  - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, en Romeinen 8:21,22: “Wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is”, maar “in hope, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods”. En Handelingen 3:21 belooft “de wederoprichting aller dingen”; zo ook Psalm 102:27,28: “[Aarde en hemel] zullen vergaan, maar Gij houdt stand, zij alle zullen verslijten als een kleed, Gij verwisselt ze als een gewaad, en zij verdwijnen”, dat wil zeggen: in een betere toestand gewijzigd worden. Openbaring 21:1 zegt: “Ik zag een nieuwe hemel.” Ook in Jesaja 65:17 en ~Jesaja 66:22 worden een nieuwe hemel en een nieuwe aarde beloofd, dat wil zeggen: ze zullen vernieuwd worden. Daarom zegt Petrus na de al aangehaalde woorden in 2 Petrus 3:13: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” Hoe echter deze oprichting tot nieuwe dingen zal toegaan, wordt in de Schrift niet geopenbaard.
  
 ==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? ==== ==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? ====
Regel 79: Regel 79:
 De apostel noemt er in Romeinen 2:5 drie: De apostel noemt er in Romeinen 2:5 drie:
  
-  - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Zefanja1 vers 15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid.” Deze omschrijving geldt in het bijzonder voor de goddelozen, omdat het voor hen die God vrezen een dag van blijdschap en vreugde zal zijn.+  - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Sefanja 1:15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid.” Deze omschrijving geldt in het bijzonder voor de goddelozen, omdat het voor hen die God vrezen een dag van blijdschap en vreugde zal zijn.
   - Het is een dag van openbaarmaking, omdat de dingen die hier verborgen blijven, daar door de goddelijke en almachtige kracht van de Rechter, hoe verborgen ze ook waren, geopenbaard zullen worden. Dat geldt voor alle gedachten, woorden en daden van alle goddelozen. “En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken” (Openbaring 20:12). Maar van de uitverkorenen zegt de Heere: “Hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken” (Hebreeën 10:17, vgl. ook Jeremia 31:33).   - Het is een dag van openbaarmaking, omdat de dingen die hier verborgen blijven, daar door de goddelijke en almachtige kracht van de Rechter, hoe verborgen ze ook waren, geopenbaard zullen worden. Dat geldt voor alle gedachten, woorden en daden van alle goddelozen. “En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken” (Openbaring 20:12). Maar van de uitverkorenen zegt de Heere: “Hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken” (Hebreeën 10:17, vgl. ook Jeremia 31:33).
   - Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen.   - Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen.
Regel 125: Regel 125:
 ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ==== ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ====
  
-Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30 en $Johannes 7:16. Daar zegt Hij: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”en ook: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”+Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”en in Johannes 7:16: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”
  
 ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ==== ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ====
Regel 139: Regel 139:
 ==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ==== ==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ====
  
-De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.((*2 Kronieken 20:26)) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3 vers 2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken.+De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.((*2 Kronieken 20:26)) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3:2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken.
  
 ==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ==== ==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ====
Regel 146: Regel 146:
   - Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat Zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten.   - Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat Zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten.
   - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld((de Burgerlicke ende Kerkelicke regeeringhe alsdan ophoudende)), en dan zal ook blijken dat Hij het ambt dat Hem door de Vader is opgelegd, ten volle heeft uitgevoerd.((*1 Korintiërs 15:24)) Dit alles zal zó gebeuren dat Hij met de Vader tot in eeuwigheid zal heersen en dat de Vader samen met de Zoon aan Wie de overwinning is, zal triomferen.   - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld((de Burgerlicke ende Kerkelicke regeeringhe alsdan ophoudende)), en dan zal ook blijken dat Hij het ambt dat Hem door de Vader is opgelegd, ten volle heeft uitgevoerd.((*1 Korintiërs 15:24)) Dit alles zal zó gebeuren dat Hij met de Vader tot in eeuwigheid zal heersen en dat de Vader samen met de Zoon aan Wie de overwinning is, zal triomferen.
-  - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid.((Romeinen 8:20,21))+  - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid.((*Romeinen 8:20,21))
  
 ==== 23. Wat is het nut van deze leer over het laatste oordeel? ==== ==== 23. Wat is het nut van deze leer over het laatste oordeel? ====


Paginahulpmiddelen