Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:38

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:38 [16-09-2020 om 15.29 uur] ds. J.H. Zwartinstitutie:38 [27-01-2021 om 11.21 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-====== Over het laatste oordeel ======+====== Het laatste oordeel ======
  
 ==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ==== ==== 1. Wat wordt er in de Heilige Schrift onder het woord ‘oordeel’ verstaan? ====
Regel 54: Regel 54:
   - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6).   - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6).
   - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst.   - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Heere zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van Zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in Zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daardoor spreken we ook over Zijn heerlijke toekomst.
-  - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, en Romeinen 8:21,22: “Wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is”, maar “in hope, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods”. En Handelingen 3:21 belooft “de wederoprichting aller dingen”; zo ook Psalm 102:27,28: “[Aarde en hemel] zullen vergaan, maar Gij houdt stand, zij alle zullen verslijten als een kleed, Gij verwisselt ze als een gewaad, en zij verdwijnen”, dat wil zeggen: in een betere toestand gewijzigd worden. Openbaring 21:1 zegt: “Ik zag een nieuwe hemel.” Ook in Jesaja 65:17 en $Jesaja 66:22 worden een nieuwe hemel en een nieuwe aarde beloofd, dat wil zeggen: ze zullen vernieuwd worden. Daarom zegt Petrus na de al aangehaalde woorden in 2 Petrus 3:13: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” Hoe echter deze oprichting tot nieuwe dingen zal toegaan, wordt in de Schrift niet geopenbaard.+  - De onredelijke schepselen, de dieren, zullen op een manier die bij hen past geoordeeld worden, als de hemel en de aarde en alles wat daarin is zullen vergaan. Zie 2 Petrus 3:7-12: “Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel en van de ondergang der goddeloze mensen (…). Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan – dus van veranderlijkheid tot onveranderlijkheid en onverderfelijkheid gebracht worden – en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.” Dat betreft niet zozeer het wezenlijke daarvan, alsof die heerlijke schepping totaal vernietigd zou worden, want waar zou Christus dan het oordeel moeten uitspreken? Maar wel wat betreft de aan het verderf onderworpen elementen daarin. Al datgene wat onvolkomen en vergankelijk is, wordt weggenomen als vuil en onreinheid dat weggeveegd wordt. Het wordt door vuur gelouterd, zoals goud in de oven gezuiverd wordt waardoor het een hogere graad van zuiverheid bereikt. In 1 Korintiërs 7:31 wordt het als volgt onder woorden gebracht: “Het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen”, en Romeinen 8:21,22: “Wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is”, maar “in hope, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods”. En Handelingen 3:21 belooft “de wederoprichting aller dingen”; zo ook Psalm 102:27,28: “[Aarde en hemel] zullen vergaan, maar Gij houdt stand, zij alle zullen verslijten als een kleed, Gij verwisselt ze als een gewaad, en zij verdwijnen”, dat wil zeggen: in een betere toestand gewijzigd worden. Openbaring 21:1 zegt: “Ik zag een nieuwe hemel.” Ook in Jesaja 65:17 en ~Jesaja 66:22 worden een nieuwe hemel en een nieuwe aarde beloofd, dat wil zeggen: ze zullen vernieuwd worden. Daarom zegt Petrus na de al aangehaalde woorden in 2 Petrus 3:13: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” Hoe echter deze oprichting tot nieuwe dingen zal toegaan, wordt in de Schrift niet geopenbaard.
  
 ==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? ==== ==== 10. Over welke zaken zal het oordeel worden uitgesproken? ====
Regel 125: Regel 125:
 ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ==== ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ====
  
-Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30 en $Johannes 7:16. Daar zegt Hij: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”en ook: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”+Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”en in Johannes 7:16: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”
  
 ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ==== ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ====


Paginahulpmiddelen