Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:38

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
institutie:38 [21-07-2025 om 17.20 uur] Cornelis Bregmaninstitutie:38 [22-07-2025 om 09.54 uur] (huidige) Cornelis Bregman
Regel 62: Regel 62:
 ==== 11. Op welke wijze zal het oordeel worden uitgevoerd? ==== ==== 11. Op welke wijze zal het oordeel worden uitgevoerd? ====
  
-We kunnen niet goed zeggen op welke manier dit zal gebeuren, maar wel maakt de Schrift ons duidelijk dat het dit oordeel of gericht een heel rechtvaardig gebeuren zal zijn vol heerlijkheid en majesteit.((*Matteüs 24:30,31 *Matteüs 25:31 *Marcus 13:26 *1 Tessalonicenzen 4:16)). Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: de voorbereiding, het eigenlijke vonnis en de uitvoering ervan. De uitvoering gaat als volgt:+We kunnen niet goed zeggen op welke manier dit zal gebeuren, maar wel maakt de Schrift ons duidelijk dat dit oordeel of gericht een heel rechtvaardig gebeuren zal zijn vol heerlijkheid en majesteit.((*Matteüs 24:30,31 *Matteüs 25:31 *Marcus 13:26 *1 Tessalonicenzen 4:16)). Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: de voorbereiding, het eigenlijke vonnis en de uitvoering ervan. De uitvoering gaat als volgt:
  
-  - Christus zal onverwachts, zoals een dief in de nacht, zichtbaar aan de hemel verschijnen. Daar krijgen we het bevel om Hem in Zijn majesteit en heerlijkheid, te verwachten. Hij zal dus komen in goddelijke kracht, in hemelse glans en een verheerlijkt lichaam. Hij zal in het gezelschap van al Zijn engelen en omringd door een vlammend vuur macht hebben om te oordelen.((*1 Tessalonicenzen 1:8)) “Vuur verteert voor zijn aangezicht” (Psalm 50:3). Hij zal dus niet in ootmoed als een verachtelijk Mens komen om gekruisigd te worden, zoals bij Zijn eerste komst.((*Matteüs 11:29 *Jesaja 53:5)) +  - Christus zal onverwachts, zoals een dief in de nacht, zichtbaar aan de hemel verschijnen. Daar krijgen we het bevel om Hem in zijn majesteit en heerlijkheid, te verwachten. Hij zal dus komen in goddelijke kracht, in hemelse glans en een verheerlijkt lichaam. Hij zal in het gezelschap van al zijn engelen en omringd door een vlammend vuur macht hebben om te oordelen.((*1 Tessalonicenzen 1:8)) “Vuur verteert voor zijn aangezicht” (Psalm 50:3). Hij zal dus niet in ootmoed als een verachtelijk Mens komen om gekruisigd te worden, zoals bij zijn eerste komst.((*Matteüs 11:29 *Jesaja 53:5)) 
-  - Hij zal op de troon van Zijn heerlijkheid en majesteit gaan zitten.((*Matteüs 19:28)) Wat voor soort troon dat zal zijn, moet men niet nauwkeurig [willen] onderzoeken. Het is echter wel duidelijk dat Hij lichamelijk en voor ieder te zien op de wolken van de hemel zal verschijnen om door allen gezien te worden. "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken" (Openbaring 1:7).((*Handelingen 1:11))+  - Hij zal op de troon van zijn heerlijkheid en majesteit gaan zitten.((*Matteüs 19:28)) Wat voor soort troon dat zal zijn, moet men niet nauwkeurig [willen] onderzoeken. Het is echter wel duidelijk dat Hij lichamelijk en voor ieder zichtbaar op de wolken van de hemel zal verschijnen om door allen gezien te worden. "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken" (Openbaring 1:7).((*Handelingen 1:11))
   - Hij zal door de dienst van de engelen alle volken vóór Zich verzamelen, zodat niemand – hoe goddeloos en machtig ook – zich zal kunnen verbergen, kan achterblijven, kan ontkomen of verzet kan bieden.   - Hij zal door de dienst van de engelen alle volken vóór Zich verzamelen, zodat niemand – hoe goddeloos en machtig ook – zich zal kunnen verbergen, kan achterblijven, kan ontkomen of verzet kan bieden.
-  - Hij zal hen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. De schapen – dat wil zeggen: die Zijn stem gehoord hebben en onschuldig als een lam geweest zijn – zal Hij aan Zijn rechterhand plaatsen. De bokken daarentegen – dat wil zeggen: zij die deze Herder veracht hebben en als bokken hun lichtzinnige begeerten en hartstochten hebben uitgeleefd((haer dertelheyt / wulpschheydt ende begeerlickheyt (…) sullen gevolght hebben)) – zullen aan Zijn linkerhand staan. +  - Hij zal hen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. De schapen – dat wil zeggen: die zijn stem gehoord hebben en onschuldig als een lam geweest zijn – zal Hij aan zijn rechterhand plaatsen. De bokken daarentegen – dat wil zeggen: zij die deze Herder veracht hebben en als bokken hun lichtzinnige begeerten en hartstochten hebben uitgeleefd – zullen aan zijn linkerhand staan. 
-  - Hij zal in twee opzichten een onherroepelijk vonnis uitspreken. Het eerste zal een aangenaam vonnis zijn ten opzichte van alle uitverkorenen, want “dan zal de Koning tot hen, die aan Zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” (Matteüs 25:34). Hij heeft het oog op hen vanuit Zijn zeer bijzondere en nooit te peilen liefde en genade. Hun verdienste is niet in het geding, maar alleen de genade van God en hun genadige aanneming tot kinderen, hun eeuwige verkiezing en gezegend-zijn in Christus. Daarna pas zal Hij er de reden aan toevoegen: dat zijn de vruchten van het geloof, namelijk de werken van barmhartigheid die ze bewezen hebben aan de leden van Christus’ lichaam. “Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven” (Matteüs 25:35 en verder). Het tweede zal heel verschrikkelijk zijn, want “dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is” (Matteüs 25:41). Ook nu zal Hij de reden eraan toevoegen: “Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven” (Matteüs 25:42 en verder). +  - Hij zal in twee opzichten een onherroepelijk vonnis uitspreken. Het eerste zal een aangenaam vonnis zijn ten opzichte van alle uitverkorenen, want “dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af” (Matteüs 25:34). Hij heeft het oog op hen vanuit zijn zeer bijzondere en nooit te peilen liefde en genade. Hun verdienste is niet in het geding, maar alleen de genade van God en hun genadige aanneming tot kinderen, hun eeuwige verkiezing en gezegend-zijn in Christus. Daarna pas zal Hij er de reden aan toevoegen: dat zijn de vruchten van het geloof, namelijk de werken van barmhartigheid die ze bewezen hebben aan de leden van Christus’ lichaam. “Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven” (Matteüs 25:35 en verder). Het tweede zal heel verschrikkelijk zijn, want “dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is” (Matteüs 25:41). Ook nu zal Hij de reden eraan toevoegen: “Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven” (Matteüs 25:42 en verder). 
-  - Na het uitspreken van het vonnis zal direct de uitvoering ervan volgen. De verworpenen zullen namelijk door de engelen van voor het aangezicht van de Heere en Zijn majesteitelijke kracht verstoten worden, en ze zullen gedwongen worden – of ze nu willen of niet – de eeuwige straf te ondergaan.((*1 Tessalonicenzen 1:8,9)) De in God gezaligden zullen opgenomen en de Heere in de lucht tegemoet gevoerd worden. Dan mogen zij met Christus het eeuwige leven en de gelukzalige onsterfelijkheid genieten.((*1 Tessalonicenzen 4:17))+  - Na het uitspreken van het vonnis zal direct de uitvoering ervan volgen. De verworpenen zullen namelijk door de engelen van voor het aangezicht van de Here en zijn majesteitelijke kracht verstoten worden, en ze zullen gedwongen worden – of ze nu willen of niet – de eeuwige straf te ondergaan.((*1 Tessalonicenzen 1:8,9)) De in God gezaligden zullen opgenomen en de Here in de lucht tegemoet gevoerd worden. Dan mogen zij met Christus het eeuwige leven en de gelukzalige onsterfelijkheid genieten.((*1 Tessalonicenzen 4:17))
  
 ==== 12. Naar de norm van welke wet zal Christus het vonnis uitspreken? ==== ==== 12. Naar de norm van welke wet zal Christus het vonnis uitspreken? ====
Regel 80: Regel 80:
  
   - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Sefanja 1:15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid.” Deze omschrijving geldt in het bijzonder voor de goddelozen, omdat het voor hen die God vrezen een dag van blijdschap en vreugde zal zijn.   - Hij noemt het een dag van toorn of van wraak, omdat God Zich zal wreken op allen die het Evangelie in dit leven niet geloofd zullen hebben. Zie ook Sefanja 1:15: “Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van angst, een dag van vernieling en van vernietiging, een dag van duisternis en van donkerheid.” Deze omschrijving geldt in het bijzonder voor de goddelozen, omdat het voor hen die God vrezen een dag van blijdschap en vreugde zal zijn.
-  - Het is een dag van openbaarmaking, omdat de dingen die hier verborgen blijven, daar door de goddelijke en almachtige kracht van de Rechter, hoe verborgen ze ook waren, geopenbaard zullen worden. Dat geldt voor alle gedachten, woorden en daden van alle goddelozen. “En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken” (Openbaring 20:12). Maar van de uitverkorenen zegt de Heere: “Hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken” (Hebreeën 10:17, vgl. ook Jeremia 31:33). +  - Het is een dag van openbaarmaking, omdat de dingen die hier verborgen blijven, daar door de goddelijke en almachtige kracht van de Rechter, hoe verborgen ze ook waren, geopenbaard zullen worden. Dat geldt voor alle gedachten, woorden en daden van alle goddelozen. “En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken” (Openbaring 20:12). Maar van de uitverkorenen zegt de Here: “Hun zonden en ongerechtigheden zal Ik niet meer gedenken” (Hebreeën 10:17, vgl. ook Jeremia 31:33). 
-  - Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen.+  - Het is een dag van rechtvaardig oordeel, zodat niemand mag denken, zoals Chrysostomos zegt, dat Gods oordeel uit een vertoornd hart voortkomt en ook niet zal denken dat de Rechter op deze manier wraak zal nemen. Nee, gerechtigheid zal in dit oordeel leidend zijn. Deze dag wordt in het bijzonder de dag des Heren genoemd en dag van Christus, waarop Hij in heerlijkheid en majesteit zal terugkomen.((*Lucas 17:30 *1 Korintiërs 5:5 *Filippenzen 1:6)) Ook is het de dag van het oordeel((*Matteüs 10:15 *Matteüs 12:36)) en de jongste dag.((*Johannes 6:39,40)) Dat wil zeggen: de allerlaatste dag, wat de tijd betreft. De dingen die het laatst gebeuren, zijn voor ons de jongste gebeurtenissen.
  
 ==== 14. Wat zijn de waarschuwingen die aan het toekomende oordeel vooraf gaan? ==== ==== 14. Wat zijn de waarschuwingen die aan het toekomende oordeel vooraf gaan? ====
Regel 109: Regel 109:
   - In de hemel; zie Marcus 13:7-24. “De zon [zal] verduisterd worden”, wat inhoudt dat er dikwijls een zonne-eclips zal zijn. “En de maan zal haar glans niet geven. En de sterren zullen van de hemel vallen”, wat wil zeggen dat het erop //lijkt//  dat ze uit hun baan vallen. “En de machten der hemelen zullen wankelen.” Het is duidelijk dat deze dingen letterlijk moeten opgevat worden, en niet als beeldspraak.   - In de hemel; zie Marcus 13:7-24. “De zon [zal] verduisterd worden”, wat inhoudt dat er dikwijls een zonne-eclips zal zijn. “En de maan zal haar glans niet geven. En de sterren zullen van de hemel vallen”, wat wil zeggen dat het erop //lijkt//  dat ze uit hun baan vallen. “En de machten der hemelen zullen wankelen.” Het is duidelijk dat deze dingen letterlijk moeten opgevat worden, en niet als beeldspraak.
   - Op de aarde, waar grote aardbevingen zullen plaatsvinden en oorlogen en revoluties plaatsvinden. “Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk”.((*Lucas 21:9,10)) Er zal geen plek op de aarde zijn waar geen oorlog is, de pest zal uitbreken, het zal een dure tijd zijn, een tijd vol verschrikkingen, er zal angst en wanhoop onder de volken zijn want niemand weet een uitweg.((*Marcus 12:7,8))   - Op de aarde, waar grote aardbevingen zullen plaatsvinden en oorlogen en revoluties plaatsvinden. “Volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk”.((*Lucas 21:9,10)) Er zal geen plek op de aarde zijn waar geen oorlog is, de pest zal uitbreken, het zal een dure tijd zijn, een tijd vol verschrikkingen, er zal angst en wanhoop onder de volken zijn want niemand weet een uitweg.((*Marcus 12:7,8))
-  - In de zeeën. Schrikaanjagende donderende watermassa’s((schrickelick gerommel, geraes en getier)) zullen vloedgolven veroorzaken in de zee en in de rivieren.((*Lucas 21:26))+  - In de zeeën. Schrikaanjagende donderende watermassa’s zullen vloedgolven veroorzaken in de zee en in de rivieren.((*Lucas 21:26))
   - In de lucht, waar vreselijk en angstaanjagend noodweer zal zijn. Om kort te gaan: de hemel, de aarde en alle elementen zullen op hun manier het aangezicht van de vertoornde Rechter laten zien. Als de zondaren dat zien, is dat een aansporing zich te bekeren, behalve wanneer ze het gevaar zoeken en onverhoeds ten onder willen gaan.   - In de lucht, waar vreselijk en angstaanjagend noodweer zal zijn. Om kort te gaan: de hemel, de aarde en alle elementen zullen op hun manier het aangezicht van de vertoornde Rechter laten zien. Als de zondaren dat zien, is dat een aansporing zich te bekeren, behalve wanneer ze het gevaar zoeken en onverhoeds ten onder willen gaan.
   - Hier kan de bekering van het hele volk Israël nog aan worden toegevoegd. Het gehele Israël zal zich bekeren tot de gemeente van Christus, nadat de volheid van de heidenen zal zijn binnengegaan. Daar leest men van in Jesaja 59:20 en Romeinen 11:25,26. Maar hoe en wanneer dit zal gebeuren, weet men niet.   - Hier kan de bekering van het hele volk Israël nog aan worden toegevoegd. Het gehele Israël zal zich bekeren tot de gemeente van Christus, nadat de volheid van de heidenen zal zijn binnengegaan. Daar leest men van in Jesaja 59:20 en Romeinen 11:25,26. Maar hoe en wanneer dit zal gebeuren, weet men niet.
  
-Er zijn nog tekenen die zullen volgen op het laatste oordeel: het gejammer van alle geslachten op de aarde, het teken van de Zoon des mensen dat men aan de hemel zal zien, als de Heere op de wolken zal terugkomen.((*Matteüs 24:30)) Sommigen zijn van mening dat dit het teken van het kruis zal zijn, en anderen denken dat het een verschijnsel zal zijn dat de hoogste heerlijkheid en majesteit [van Christus] weergeeft en dat te kennen geeft dat Christus komt om de wereld te oordelen.+Er zijn nog tekenen die zullen volgen op het laatste oordeel: het gejammer van alle geslachten op de aarde, en het teken van de Zoon des mensen dat men aan de hemel zal zien, als de Heere op de wolken zal terugkomen.((*Matteüs 24:30)) Sommigen zijn van mening dat dit het teken van het kruis zal zijn, en anderen denken dat het een verschijnsel zal zijn dat de hoogste heerlijkheid en majesteit [van Christus] weergeeft en dat te kennen geeft dat Christus komt om de wereld te oordelen.
  
 ==== 16. Wanneer zal het [laatste] oordeel plaatsvinden? ==== ==== 16. Wanneer zal het [laatste] oordeel plaatsvinden? ====
  
-Dat is een ongerijmde vraag, zegt Augustinus, want de Heere zegt in Matteüs 24:36: “Van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, maar de Vader alleen.” Marcus 13:32 voegt er nog aan toe: “ook de Zoon niet.” In Handelingen 1:7 lezen we: “Het is niet uw zaak de tijden (//kairos//, uren, gelegenheden of bepaalde tijdstippen) te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft.” Ook wordt gesteld dat de komst van de Heere onverwachts en als het ware als een dief in de nacht zal plaatsvinden.((*Matteüs 24:4 *1 Tessalonicenzen 5:2 *2 Petrus 3:10)) Het is dus wel zo dat dag en uur onzeker is, zodat we daarnaar verder geen onderzoek kunnen en evenmin mogen doen. Maar toch hebben we genoeg bewijzen uit de al genoemde tekenen – die ook nu nog dagelijks gebeuren –, uit de goddeloosheid en uit de verdorvenheid van alle zedelijk leven die nu tot een hoogtepunt gekomen zijn, dat de dag van Christus niet meer ver weg kan zijn.((*1 Petrus 4:7 *Jakobus 5:8)) Het is net als bij de bomen: als die gaan uitbotten en de bladeren gaan komen, is dat een bewijs dat de zomer dichtbij is. En als de boer ziet dat de aren geel worden, trekt hij daaruit de conclusie dat de oogst voor de deur staat. Al die tekenen zijn als het ware herauten die de mensen voor de rechterstoel van Christus dagen, al is het waar dat wij daarvan niet het jaar, de maand, de dag en het uur kunnen weten, omdat het ons niet in de Schrift is geopenbaard. Augustinus zegt dat de ‘jongste tijd’ van een mens – dat wil zeggen: zijn ouderdom – niet in een bepaald aantal jaren kan worden vastgelegd, zoals dat wel kan bij de perioden dat hij klein kind was, als ouder kind opgroeide, zijn jeugdjaren beleefde en de jaren van zijn volwassen mannelijke leeftijd doormaakte. Zo kan ook de ‘jongste tijd’ van de wereld niet exact worden begrensd. Chrysostomus zegt dat het einde van een jaar niet alleen de laatste dag ervan is, maar ook de laatste maand van dertig dagen lang.((Preek 33 over Johannes.)) Zo zal men ook niet dwalen als men een tijdvak van bijvoorbeeld vierhonderd jaar ‘het einde’ noemt.+Dat is een ongerijmde vraag, zegt Augustinus, want de Here zegt in Matteüs 24:36: “Van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, maar de Vader alleen.” Marcus 13:32 voegt er nog aan toe: “ook de Zoon niet.” In Handelingen 1:7 lezen we: “Het is niet uw zaak de tijden (//kairos//, uren, gelegenheden of bepaalde tijdstippen) te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft.” Ook wordt gesteld dat de komst van de Here onverwachts en als het ware als een dief in de nacht zal plaatsvinden.((*Matteüs 24:4 *1 Tessalonicenzen 5:2 *2 Petrus 3:10)) Het is dus wel zo dat dag en uur onzeker is, zodat we daarnaar verder geen onderzoek kunnen en evenmin mogen doen. Maar toch hebben we genoeg bewijzen uit de al genoemde tekenen – die ook nu nog dagelijks gebeuren –, uit de goddeloosheid en uit de verdorvenheid van alle zedelijk leven die nu tot een hoogtepunt gekomen zijn, dat de dag van Christus niet meer ver weg kan zijn.((*1 Petrus 4:7 *Jakobus 5:8)) Het is net als bij de bomen: als die gaan uitbotten en de bladeren gaan komen, is dat een bewijs dat de zomer dichtbij is. En als de boer ziet dat de aren geel worden, trekt hij daaruit de conclusie dat de oogst voor de deur staat. Al die tekenen zijn als het ware herauten die de mensen voor de rechterstoel van Christus dagen, al is het waar dat wij daarvan niet het jaar, de maand, de dag en het uur kunnen weten, omdat het ons niet in de Schrift is geopenbaard. Augustinus zegt dat de ‘jongste tijd’ van een mens – dat wil zeggen: zijn ouderdom – niet in een bepaald aantal jaren kan worden vastgelegd, zoals dat wel kan bij de perioden dat hij klein kind was, als ouder kind opgroeide, zijn jeugdjaren beleefde en de jaren van zijn volwassen mannelijke leeftijd doormaakte. Zo kan ook de ‘jongste tijd’ van de wereld niet exact worden begrensd. Chrysostomus zegt dat het einde van een jaar niet alleen de laatste dag ervan is, maar ook de laatste maand van dertig dagen lang.((Preek 33 over Johannes.)) Zo zal men ook niet dwalen als men een tijdvak van bijvoorbeeld vierhonderd jaar ‘het einde’ noemt.
  
-==== 17. In 1 Petrus 4:7 wordt nadrukkelijk gezegd dat het einde van alle dingen nabij is, en in Jakobus 5:8 staat de toekomst des Heren nabij is. Gaat wat Paulus zegt hier niet tegenin als hij in 2 Tessalonicenzen 2:2,3 zegt dat de dag van de Here nog niet voor de deur staat? ====+==== 17. In 1 Petrus 4:7 wordt nadrukkelijk gezegd dat het einde van alle dingen nabij is, en in Jakobus 5:8 staat dat de toekomst des Heren nabij is. Gaat wat Paulus zegt hier niet tegenin als hij in 2 Tessalonicenzen 2:2,3 zegt dat de dag van de Here nog niet voor de deur staat? ====
  
 Nee, want dezelfde dingen worden niet op dezelfde manier gezegd, met dezelfde optiek en op dezelfde tijd. Paulus ontkende namelijk dat de dag des Heren nabij is voor wat zijn eigen tijd betreft, terwijl hij nog leefde. Daarmee ging hij in tegen de valse profeten die een bepaalde dichtbij zijnde tijd noemden. Maar hij ontkent niet dat de komst van de Here nadert, en evenmin dat hij de laatste tijden beleeft ten opzichte van de voorgaande eeuwen en vanwege het feit dat Christus in het vlees gekomen is. Op deze laatste tijdsperiode zal geen nieuwe meer volgen. Het zal ook niet zo lang duren als het geduurd heeft vanaf de schepping van de wereld tot aan de geboorte van Christus. Ten slotte is de dag van Christus aanstaande vanuit God gezien, want bij Hem zijn duizend jaren als een dag.((*Psalm 90:4 *2 Petrus 3:8)) Nee, want dezelfde dingen worden niet op dezelfde manier gezegd, met dezelfde optiek en op dezelfde tijd. Paulus ontkende namelijk dat de dag des Heren nabij is voor wat zijn eigen tijd betreft, terwijl hij nog leefde. Daarmee ging hij in tegen de valse profeten die een bepaalde dichtbij zijnde tijd noemden. Maar hij ontkent niet dat de komst van de Here nadert, en evenmin dat hij de laatste tijden beleeft ten opzichte van de voorgaande eeuwen en vanwege het feit dat Christus in het vlees gekomen is. Op deze laatste tijdsperiode zal geen nieuwe meer volgen. Het zal ook niet zo lang duren als het geduurd heeft vanaf de schepping van de wereld tot aan de geboorte van Christus. Ten slotte is de dag van Christus aanstaande vanuit God gezien, want bij Hem zijn duizend jaren als een dag.((*Psalm 90:4 *2 Petrus 3:8))
Regel 125: Regel 125:
 ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ==== ==== 18. Waarom wordt van de Zoon gezegd dat Hij de dag van het oordeel niet weet (Marcus 13:32)? ====
  
-Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit Zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit Zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het Zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit Zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan Zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”, en in Johannes 7:16: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”+Het is niet zo, zegt Augustinus, dat Hij het voor Zichzelf niet weet, maar wel dat Hij het niet weet //voor ons//. Dat betekent dat Hij zó handelt dat wij het niet weten. Hij maakt het ons dus niet bekend, omdat het ons niet toekomt het te weten. Het kan ook zijn dat Hij het niet vanuit zijn menselijke natuur weet. Die natuur weet hiervan niet meer dan haar vanuit zijn goddelijke natuur getoond wordt. Ook is het mogelijk dat Hij het niet weet voor zover het zijn vernederde staat betreft. Als Hij vanuit zijn vernedering spreekt, schrijft Hij gewoonlijk de goddelijke werken aan zijn Vader toe, zoals Hijzelf zegt in Johannes 5:30: “Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik”, en in Johannes 7:16: “Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft.”
  
 ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ==== ==== 19. Waarom heeft God de jongste dag voor ons verborgen gehouden? ====
Regel 131: Regel 131:
 God wil dat wij Hem elke dag en elk uur zullen verwachten en zullen waken, want die dag mag ons niet overrompelen. Ook moeten we onze nieuwsgierigheid in het onderzoeken van Gods verborgenheden in toom houden. God wil dat wij Hem elke dag en elk uur zullen verwachten en zullen waken, want die dag mag ons niet overrompelen. Ook moeten we onze nieuwsgierigheid in het onderzoeken van Gods verborgenheden in toom houden.
  
-==== 20. Waarom stelt de Heere het laatste oordeel uit? ====+==== 20. Waarom stelt de Here het laatste oordeel uit? ====
  
-  - De Heere wil dat het getal van de uitverkorenen vervuld zal worden. God heeft van eeuwigheid van hen geweten en besloten hen te roepen. Degenen die nog geroepen moeten worden, zullen Zijn roepstem horen door het Evangelie. Zo zullen degenen die vanaf het begin van de wereld geroepen zijn, en nu voor een deel in de hemel en voor een deel op de aarde leven, ten slotte vergaderd worden.((*1 Petrus 3:9 *Openbaring 6:11)) +  - De Here wil dat het getal van de uitverkorenen vervuld zal worden. God heeft van eeuwigheid van hen geweten en besloten hen te roepen. Degenen die nog geroepen moeten worden, zullen zijn roepstem horen door het Evangelie. Zo zullen degenen die vanaf het begin van de wereld geroepen zijn, en nu voor een deel in de hemel en voor een deel op de aarde leven, ten slotte vergaderd worden.((*1 Petrus 3:9 *Openbaring 6:11)) 
-  - Hij wil hiermee onze hoop, onze lijdzaamheid, het aanroepen van Zijn Naam en ons geloof beproeven, en ons aansporen tot een boetvaardig leven.+  - Hij wil hiermee onze hoop, onze lijdzaamheid, het aanroepen van zijn Naam en ons geloof beproeven, en ons aansporen tot een boetvaardig leven.
   - Hij wil de onschuld ontnemen aan de goddelozen. Zij hebben immers Gods goedertierenheid en verdraagzaamheid veracht, en dat geldt ook voor de tijd die Hij hun zo mild gegeven heeft om zich te bekeren.((*Romeinen 2:4,5 *2 Petrus 3:8,9))   - Hij wil de onschuld ontnemen aan de goddelozen. Zij hebben immers Gods goedertierenheid en verdraagzaamheid veracht, en dat geldt ook voor de tijd die Hij hun zo mild gegeven heeft om zich te bekeren.((*Romeinen 2:4,5 *2 Petrus 3:8,9))
  
 ==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ==== ==== 21. Waar zal het oordeel gehouden worden? ====
  
-De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.((*2 Kronieken 20:26)) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3:2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken.+De Joden beweren dat het zal gehouden worden in het dal van Josafat, dat dichtbij Jeruzalem lag, buiten de Oostpoort van de tempel. Het dal werd zo genoemd vanwege de glorierijke overwinningen die God aan koning Josafat gaf in zijn strijd tegen de Ammonieten en Moabieten.((*2 Kronieken 20:26)) De Joden leiden deze plaats af uit Joël 3:2: “[Ik zal] alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden.” Dit is echter heel ongerijmd, want zoals God gewild heeft dat Hij alleen de tijd van het oordeel weet, zal Hij ook wel een plaats vinden die geschikt is om over alle bijeen verzamelde mensen het oordeel uit te spreken.
  
 ==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ==== ==== 22. Wat is het doel van het laatste oordeel? ====
  
   - Wat de mensen betreft, wordt het oordeel gehouden opdat ieder mens verantwoording zal afleggen van wat hij met zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad. Dat is iets wat tijdens zijn leven in de wereld niet is gebeurd.   - Wat de mensen betreft, wordt het oordeel gehouden opdat ieder mens verantwoording zal afleggen van wat hij met zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad. Dat is iets wat tijdens zijn leven in de wereld niet is gebeurd.
-  - Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat Zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten. +  - Wat God betreft, vindt het oordeel plaats opdat Hij over allen het definitieve en altijd durende vonnis uitspreekt en opdat zijn heerlijkheid tot in alle eeuwigheid zal getoond worden vanwege de rechtvaardigheid die Hij in het oordeel zal betrachten. 
-  - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld((de Burgerlicke ende Kerkelicke regeeringhe alsdan ophoudende)), en dan zal ook blijken dat Hij het ambt dat Hem door de Vader is opgelegd, ten volle heeft uitgevoerd.((*1 Korintiërs 15:24)) Dit alles zal zó gebeuren dat Hij met de Vader tot in eeuwigheid zal heersen en dat de Vader samen met de Zoon aan Wie de overwinning is, zal triomferen.+  - De voltooiing van het Koninkrijk van Christus. Daarna zal Christus het Rijk van God aan de Vader overgeven. Dat zal Hij doen als Hij de satan en al de goddelozen tot de allerlaatste toe overwonnen, de dood verslonden, en de uitverkorenen verzoend zal hebben. Dan zal Hij hen aan de Vader overgeven om met eeuwige heerlijkheid gekroond te worden. Hij zal dan niet meer hoeven te regeren over kerk en wereld, en dan zal ook blijken dat Hij het ambt dat Hem door de Vader is opgelegd, ten volle heeft uitgevoerd.((*1 Korintiërs 15:24)) Dit alles zal zó gebeuren dat Hij met de Vader tot in eeuwigheid zal heersen en dat de Vader samen met de Zoon aan wie de overwinning is, zal triomferen.
   - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid.((*Romeinen 8:20,21))   - De bevrijding van de schepping uit de dienstbaarheid van de verdorvenheid.((*Romeinen 8:20,21))
  
Regel 151: Regel 151:
  
   - Deze leer dient tot onderwijs, want hierdoor worden we vermaand dat we steeds berouw en verdriet moeten hebben over onze zonden, en dat we ons moeten bekeren. Ze wekt ons ook op om te bidden en waakzaam te zijn, om rechtvaardig en matig te zijn en om God te vrezen.((*Lucas 21:36 *Titus 2:12,13 *2 Petrus 3:11,12))   - Deze leer dient tot onderwijs, want hierdoor worden we vermaand dat we steeds berouw en verdriet moeten hebben over onze zonden, en dat we ons moeten bekeren. Ze wekt ons ook op om te bidden en waakzaam te zijn, om rechtvaardig en matig te zijn en om God te vrezen.((*Lucas 21:36 *Titus 2:12,13 *2 Petrus 3:11,12))
-  - Deze leer vertroost de godzaligen, want hierdoor geloven zij dat alle ellende in deze wereld eenmaal tot een einde zullen komen. Ze geloven dat Christus zal weerkomen om Zijn en onze vijanden te overwinnen en Zich op hen te wreken. Ze geloven dat Hij hen uit de handen van hun vijanden zal verlossen. Wij zijn broeders van de Rechter en ledematen van Zijn lichaam. Hij heeft ons als onze Jezus zeer lief, en omdat Hij Jezus is, is Hij onze Zaligmaker, onze Advocaat, onze Verlosser en onze Voorbidder. Hij heeft Zijn leven voor ons gegeven, en heeft al degenen die in Hem geloven met een eed het eeuwige leven beloofd. “Wie zal veroordelen? Christus Jezus is het (…) die ook voor ons pleit” (Romeinen 8:34). Daarom mogen wij terecht naar die dag verlangen, zoals Christus Zelf zegt: “Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt” (Lucas 21:28). Daarom stemt het tot verwondering dat Tertullianus in zijn verantwoording (hoofdstuk 38) schrijft dat de christenen gewoonlijk baden om uitstel van de oordeelsdag, terwijl we toch dagelijks bidden of God Koninkrijk spoedig mag komen.+  - Deze leer vertroost de godzaligen, want hierdoor geloven zij dat alle ellende in deze wereld eenmaal tot een einde zal komen. Ze geloven dat Christus zal weerkomen om zijn en onze vijanden te overwinnen en Zich op hen te wreken. Ze geloven dat Hij hen uit de handen van hun vijanden zal verlossen. Wij zijn broeders van de Rechter en ledematen van zijn lichaam. Hij heeft ons als onze Jezus zeer lief, en omdat Hij Jezus is, is Hij onze Zaligmaker, onze Advocaat, onze Verlosser en onze Voorbidder. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven, en heeft al degenen die in Hem geloven met een eed het eeuwige leven beloofd. “Wie zal veroordelen? Christus Jezus is het (…) die ook voor ons pleit” (Romeinen 8:34). Daarom mogen wij terecht naar die dag verlangen, zoals Christus zelf zegt: “Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt” (Lucas 21:28). Daarom stemt het tot verwondering dat Tertullianus in zijn verantwoording (hoofdstuk 38) schrijft dat de christenen gewoonlijk baden om uitstel van de oordeelsdag, terwijl we toch dagelijks bidden of God Koninkrijk spoedig mag komen.
  
 ==== 24. Welke zaken zijn met een laatste oordeel in strijd? ==== ==== 24. Welke zaken zijn met een laatste oordeel in strijd? ====
  
   - Het gevoelen van de heidenen die geloven in een eeuwig voortbestaan van de wereld.   - Het gevoelen van de heidenen die geloven in een eeuwig voortbestaan van de wereld.
-  - De leer van Origenes en de chiliasten die geloven dat ze na hun opstanding in een duizendjarig rijk zalig zullen zijn((datse alle sullen saligh werden / duysent jaer nae de Verrijssenisse)).+  - De leer van Origenes en de chiliasten die geloven dat ze na hun opstanding in een duizendjarig rijk zalig zullen zijn.
   - De dwaling van hen die van mening zijn dat er alleen geoordeeld zal worden in dit leven en dat er geen ander voor allen geldend oordeel zal zijn. En ook de dwaling van hen die denken dat de zielen van de gelovigen in de hemel niet beloond en de zielen van de goddelozen in de hel niet gestraft zullen worden.   - De dwaling van hen die van mening zijn dat er alleen geoordeeld zal worden in dit leven en dat er geen ander voor allen geldend oordeel zal zijn. En ook de dwaling van hen die denken dat de zielen van de gelovigen in de hemel niet beloond en de zielen van de goddelozen in de hel niet gestraft zullen worden.
-  - De goddeloze mening van de spotters die het laatste oordeel ontkennen of er hun schouders over ophalen((verachten)). Ze vragen met een spotlach wanneer het zal komen, want het wordt nogal lang uitgesteld … (2 Petrus 3:3 en 4). Zodra deze mensen over een laatste oordeel horen, drijven ze er de spot mee, zoals de epicuristen en de stoïcijnen deden in Handelingen 17:32. Daarin waren zij volgelingen van Manilius, die zegt: //Non alium videre Patre, aliumne Nepotes aspicient//, dat is: Onze vaderen hebben geen andere wereld gezien, en onze nakomelingen zullen evenmin een andere wereld in het oog krijgen. +  - De goddeloze mening van de spotters die het laatste oordeel ontkennen of er hun schouders over ophalen. Ze vragen met een spotlach wanneer het zal komen, want het wordt nogal lang uitgesteld … (2 Petrus 3:3 en 4). Zodra deze mensen over een laatste oordeel horen, drijven ze er de spot mee, zoals de epicuristen en de stoïcijnen deden in Handelingen 17:32. Daarin waren zij volgelingen van Manilius, die zegt: //Non alium videre Patre, aliumne Nepotes aspicient//, dat is: Onze vaderen hebben geen andere wereld gezien, en onze nakomelingen zullen evenmin een andere wereld in het oog krijgen. 
-  - De nieuwsgierigheid van hen die vanuit een ingebeelde openbaring hun opvattingen verkondigen, zoals de dwaalgeesten((Lantloopers)), de wederdopers en de geestdrijvers doen. Zij beroemen zich bij eenvoudige lieden op hun profetieën en voorspellingen, waarbij ze durven zeggen in welk jaar, in welke maand en op welke dag het laatste oordeel zal plaatsvinden. Ze kunnen zich ook beroepen op de stand van sterrenbeelden of op het verzonnen gegoochel((verdichte reeckeningen)) met getallen en tijden zoals de volgelingen van Plato doen, de sterrenwichelaars en de schrijvers van almanakken. Ze vermoeien zich met allerlei voorspellingen met behulp van rondwarende en algemeen gangbare profetieën of ze beroepen zich op de autoriteit van bepaalde mensen die de tijd van het oordeel durven aangeven en die ook nader omschrijven. Ze hebben altijd de mond vol over het verzinsel van ik weet niet welke rabbi, dat uit een zogenaamd goddelijk antwoord van Elia is voortgekomen. Dat luidt: //Zesduizend jaar zal de wereld bestaan; tweeduizend jaar vóór de wet, tweeduizend jaar onder de wet, tweeduizend jaar na de wet; en daarna zal het einde zijn.//  Van deze uitspraak kan men heel gemakkelijk het dwaze en leugenachtige aantonen en onder kritiek stellen, want vóór de wet zijn er 2513 jaren geweest, en onder de wet veel minder dan 2000. Deze opvatting strijdt ook heel duidelijk tegen de uitspraak van Christus in Handelingen 1:7. Het einde van de wereld is niet afhankelijk van natuurwetten of het verloop van natuurverschijnselen. Het hangt van geen enkele andere oorzaak af, maar het is alleen de regering en de verborgen wil van God die [de tijd van het oordeel bepaalt]. +  - De nieuwsgierigheid van hen die vanuit een ingebeelde openbaring hun opvattingen verkondigen, zoals de dwaalgeesten, de wederdopers en de geestdrijvers doen. Zij beroemen zich bij eenvoudige lieden op hun profetieën en voorspellingen, waarbij ze durven zeggen in welk jaar, in welke maand en op welke dag het laatste oordeel zal plaatsvinden. Ze kunnen zich ook beroepen op de stand van sterrenbeelden of op het verzonnen gegoochel met getallen en tijden zoals de volgelingen van Plato doen, de sterrenwichelaars en de schrijvers van almanakken. Ze vermoeien zich met allerlei voorspellingen met behulp van rondwarende en algemeen gangbare profetieën of ze beroepen zich op de autoriteit van bepaalde mensen die de tijd van het oordeel durven aangeven en die ook nader omschrijven. Ze hebben altijd de mond vol over het verzinsel van ik weet niet welke rabbi, dat uit een zogenaamd goddelijk antwoord van Elia is voortgekomen. Dat luidt: //Zesduizend jaar zal de wereld bestaan; tweeduizend jaar vóór de wet, tweeduizend jaar onder de wet, tweeduizend jaar na de wet; en daarna zal het einde zijn.//  Van deze uitspraak kan men heel gemakkelijk het dwaze en leugenachtige aantonen en onder kritiek stellen, want vóór de wet zijn er 2513 jaren geweest, en onder de wet veel minder dan 2000. Deze opvatting strijdt ook heel duidelijk tegen de uitspraak van Christus in Handelingen 1:7. Het einde van de wereld is niet afhankelijk van natuurwetten of het verloop van natuurverschijnselen. Het hangt van geen enkele andere oorzaak af, maar het is alleen de regering en de verborgen wil van God die [de tijd van het oordeel bepaalt].
- +


Paginahulpmiddelen