Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
institutie:38 [22-07-2025 om 09.54 uur] – Cornelis Bregman | institutie:38 [04-09-2025 om 23.16 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 47: | Regel 47: | ||
- God zal al zijn vijanden vóór Zich stellen én voor de bijeengekomen gemeente.((*Joël 3:2)) | - God zal al zijn vijanden vóór Zich stellen én voor de bijeengekomen gemeente.((*Joël 3:2)) | ||
- De apostelen zullen de wereld oordelen op grond van de leer die zij verkondigd hebben. Zij weten hoe het oordeel van Christus zal zijn, en zijn oordeel zullen alle godzalige gelovigen ook ondertekenen. | - De apostelen zullen de wereld oordelen op grond van de leer die zij verkondigd hebben. Zij weten hoe het oordeel van Christus zal zijn, en zijn oordeel zullen alle godzalige gelovigen ook ondertekenen. | ||
- | - De godzalige vromen zullen de goddelozen ook oordelen vanwege het voorbeeld van hun geloof en hun bekering. Het geloof van de apostelen zal bij de Joden alle onschuld wegnemen. In deze bewoordingen spreekt Christus ook over de koningin van het Zuiden en over Ninevé.((Lucas 11:31,32)) Zij zullen in het oordeel opstaan en het menselijk geslacht veroordelen dat niet werd bewogen door de prediking van Christus. | + | - De godzalige vromen zullen de goddelozen ook oordelen vanwege het voorbeeld van hun geloof en hun bekering. Het geloof van de apostelen zal bij de Joden alle onschuld wegnemen. In deze bewoordingen spreekt Christus ook over de koningin van het Zuiden en over Ninevé.((*Lucas 11:31,32)) Zij zullen in het oordeel opstaan en het menselijk geslacht veroordelen dat niet werd bewogen door de prediking van Christus. |
==== 9. Wie zullen geoordeeld worden? ==== | ==== 9. Wie zullen geoordeeld worden? ==== | ||
- | - Alle mensen, niemand uitgezonderd, | + | - Alle mensen, niemand uitgezonderd, |
- De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6). | - De engelen die gezondigd hebben en die God niet gespaard heeft, “maar hen (…) aan de krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren” op de grote dag (2 Petrus 2:4 en Judas:6). | ||
- Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Here zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daarom spreken we ook over zijn heerlijke toekomst. | - Met name ook de mens der zonde, het kind des verderfs, de antichrist.((*1 Tessalonicenzen 2:3 *Openbaring 20:10)) De Here zal hem wel in het bijzonder verderven door de Geest van zijn mond, dat is: door de verkondiging van het Evangelie, en ten slotte zal Hij hem tot niets doen worden als Hij in zijn heerlijkheid ten oordeel zal komen. Daarom spreken we ook over zijn heerlijke toekomst. | ||
Regel 64: | Regel 64: | ||
We kunnen niet goed zeggen op welke manier dit zal gebeuren, maar wel maakt de Schrift ons duidelijk dat dit oordeel of gericht een heel rechtvaardig gebeuren zal zijn vol heerlijkheid en majesteit.((*Matteüs 24:30,31 *Matteüs 25:31 *Marcus 13:26 *1 Tessalonicenzen 4:16)). Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: | We kunnen niet goed zeggen op welke manier dit zal gebeuren, maar wel maakt de Schrift ons duidelijk dat dit oordeel of gericht een heel rechtvaardig gebeuren zal zijn vol heerlijkheid en majesteit.((*Matteüs 24:30,31 *Matteüs 25:31 *Marcus 13:26 *1 Tessalonicenzen 4:16)). Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: | ||
- | - Christus zal onverwachts, | + | - Christus zal onverwachts, |
- Hij zal op de troon van zijn heerlijkheid en majesteit gaan zitten.((*Matteüs 19:28)) Wat voor soort troon dat zal zijn, moet men niet nauwkeurig [willen] onderzoeken. Het is echter wel duidelijk dat Hij lichamelijk en voor ieder zichtbaar op de wolken van de hemel zal verschijnen om door allen gezien te worden. "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken" | - Hij zal op de troon van zijn heerlijkheid en majesteit gaan zitten.((*Matteüs 19:28)) Wat voor soort troon dat zal zijn, moet men niet nauwkeurig [willen] onderzoeken. Het is echter wel duidelijk dat Hij lichamelijk en voor ieder zichtbaar op de wolken van de hemel zal verschijnen om door allen gezien te worden. "Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken" | ||
- Hij zal door de dienst van de engelen alle volken vóór Zich verzamelen, zodat niemand – hoe goddeloos en machtig ook – zich zal kunnen verbergen, kan achterblijven, | - Hij zal door de dienst van de engelen alle volken vóór Zich verzamelen, zodat niemand – hoe goddeloos en machtig ook – zich zal kunnen verbergen, kan achterblijven, | ||
Regel 86: | Regel 86: | ||
- Het vonnis van de dood dat vóór de val van onze voorouders is uitgesproken over degenen die Gods gebod overtreden.((*Genesis 2:17)) | - Het vonnis van de dood dat vóór de val van onze voorouders is uitgesproken over degenen die Gods gebod overtreden.((*Genesis 2:17)) | ||
- | - Datzelfde vonnis wordt ook in de wet door de stem van God uitgesproken.((*Deuteronomium | + | - Datzelfde vonnis wordt ook in de wet door de stem van God uitgesproken.((*Deuteronomium |
- Het handschrift van God in het geweten van de mensen: “terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen, | - Het handschrift van God in het geweten van de mensen: “terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen, | ||
- De voorbeelden van Gods straf, zoals we die zagen in de zondvloed waardoor de hele mensheid behalve het huisgezin van Noach verging; | - De voorbeelden van Gods straf, zoals we die zagen in de zondvloed waardoor de hele mensheid behalve het huisgezin van Noach verging; |