Institutie van Bucanus

de christelijke leer in vragen en antwoorden


institutie:39

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
institutie:39 [24-05-2020 om 21.42 uur] Arieinstitutie:39 [03-09-2024 om 00.52 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-===== 39. Het eeuwige leven =====+=====Het eeuwige leven ======
  
-  -+==== 1. Hoe spreken theologen over het (eeuwige) leven? ====
  
-===== 1. Hoe veel soorten of onderscheiden van leven stellen de theologie dat er zijn? =====+Ze onderscheiden:
  
-Drie: 1. het leven dat de apostel //het zieleleven//  noemt omdat de ziel het beste van de mens is waardoor goeden en kwaden hier op aarde kunnen levenbemint wordenvoelen en verstaan: dat ook wel genoemd wordt het lichamelijke, tijdelijkenatuurlijke of tegenwoordige leven. Hier tegenover wordt gesteld de eerste of natuurlijke dood die ontbinding is van ziel en lichaam.+  - Het leven van de ziel. De apostel Paulus noemt het zo omdat de ziel het meest wezenlijke van de mens iswaardoor goede en slechte mensen hier op aarde kunnen samenlevenelkaar kunnen liefhebbenaanvoelen en begrijpen. Dit leven wordt ook wel het lichamelijke, tijdelijke of natuurlijke leven genoemdHiertegenover staat de eerste of natuurlijke dood die de scheiding is van ziel en lichaam
 +  - Het leven der genade. Alleen kinderen van God verkrijgen dit leven als ze inwoners zijn van het geestelijk koninkrijk van Christus in deze wereld. Dit leven wordt door zijn voortreffelijkheid ook wel “het leven uit God” genoemd. Het komt, net als alle leven, van God. De gelovigen hebben er deel aan en ervaren het als een groot voorrecht. Om dezelfde reden wordt het ook wel het “leven van Christus” genoemd. Christus leeft door het geloof en door Zijn Heilige Geest in Zijn kinderen, waardoor ze een leven leiden dat met de wil van God overeenkomt. Omdat het innerlijk van de mens wordt vernieuwd, het verstand verlicht en de wil en het gevoel worden bewogen, wordt het ook wel het “nieuwe christelijke leven” genoemd. We kunnen dan spreken van een “nieuw schepsel”; een nieuwe mens met een bovennatuurlijk en geestelijk leven. Dit leven staat tegenover de oude mens, die dood is in de zonde. 
 +  - Het leven der heerlijkheid. Wanneer de ziel in het toekomende weer met het lichaam verenigd is, zal het een eenheid zijn die de apostel beschrijft als een “geestelijk lichaam”. Het gaat dan niet om de essentie, maar om de uiterlijke verschijningsvorm zoals verklaard wordt in 1 Korintiërs 15:44 : "Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam." Hierdoor zullen de gelovigen in eeuwigheid leven; dit leven is in Christus verkregen en zal wanneer het einde van de wereld er is, geopenbaard worden. In dit verband spreekt men ook wel over de “tweede dood”, die ook eeuwig genoemd wordt. We zullen er hierna nog meer over zeggen.
  
-2. //Het leven der genade//, dat de kinderen Gods alleen in het geestelijk koninkrijk van Christus in deze wereld ervaren dat door haar uitnemendheid ook wel 'het leven uit God' te zijn. Niet zo zeer omdat het van God komt (net als de andere) maar omdat het in de Zijnen leeft die dat voor goed ervaren. Het heet ook wel het leven van Christus om dezelfde reden omdat Christus door het geloof en een bovennatuurlijke geest in de Zijnen leeft die hun leven vormen naar Zijn wil. Ook wordt het wel genoemd het nieuwe leven of het christelijke leven. En: de vernieuwing van het gemoed, van het verstand, van de wil en de genegenheden. Of: de nieuwe creatuur, de nieuwe mens, het bovennatuurlijk en geestelijk leven. Dit wordt gezet tegenover de dood in de zonden en de oude mens.+==== 2. Op hoeveel manieren kan men over het eeuwige leven spreken? ====
  
-3. //Het leven der heerlijkheid//  waardoor de ziel die weer met het lichaam verenigd is een leven zal leiden dat de apostel ook wel beschrijft als een geestelijk leven. Niet ten aanzien van het wezen maar van de hoedanigheden zoals verklaard in 1 Korintiërs 15:44 : " Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam". Hierdoor zullen de gelovigen in eeuwigheid leven, dit leven is in Christus verkregen en zal in het einde van de wereld geopenbaard worden. Dit wordt ook gezegd de tweede dood te zijn (???) en wordt eeuwig genoemd waarvan wij hier verder zullen handelen.+Op twee manieren:
  
-  *+  - Door er in overdrachtelijke [metonymische] zin over te spreken. In die zin is het een weg, een manier om het hemelse leven te verkrijgen; zoals beschreven wordt in Johannes 3:16: "Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe" en in Johannes 17:3: "Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt." Hierbij moeten we ons realiseren dat de woorden "U” en “Jezus Christus, die Gij gezonden hebt" in dit tekstgedeelte de onderwerpen zijn, en de woorden "de enige ware God" verklaren wie deze twee zijn, en dat deze woorden door Christus zelf worden uitgesproken. 1 Johannes 5:20: "Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven." Dit is een werkende oorzaak in zoverre Hij God is. Maar als méns is Hij voor ons gestorven. Op die manier is Hij mens voor ons geworden, en is de zonde, (die een oorzaak van de dood is) in Zijn vlees verzoend. Anderzijds is Hij de werkende oorzaak door Zijn voorbede, Zijn wil en de kracht van Zijn offer; omdat Hij ons zijn vlees heeft gegeven en mét dit vlees de vergeving van de zonden en het eeuwige leven. Het is ook een instrument waardoor God ons levend maakt en aan Zijn Beeld gelijkvormig. In deze zin begint het eeuwige leven in de gelovigen al in dit leven. 
 +  - Door gelovige toe-eigening van de belofte dat gelovigen op aarde en degenen die de zaligheid al genieten, deel zullen hebben aan het eeuwige leven. We lezen daarover in Johannes 3:16: "Opdat een ieder, die in Hem (Christus) gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe." En in Titus 3:7: "Opdat wij (…) erfgenamen zouden worden overeenkomstig de hope des eeuwigen levens."
  
-===== 2 Op hoeveel manieren wordt het eeuwige leven gezegd te zijn=====+==== 3. Hoe kan men bewijzen dat er een eeuwig leven is? ====
  
-Op tweeëei wijze1. door een overnoeming(???) dat wil zeggen voor de weg, dat wil zeggen de wijze en de manier om tot het hemelse te komen zoals beschreven in Johannes 3:16: " Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe" en Johannes 17:3: " Dit nu is het eeuwige levendat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt"Hierbij moeten wij ons realiseren dat de woorden "U…en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt" in dit tekstgedeelte de onderwerpen zijn en de woorden "de enige ware God" verklaard wie deze twee zijn maar dat deze woorden door Christus zelf worden uitgesproken. 1 Johannes 5:20 "… Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven". Dit is een werkende oorzaak daarvan in zoverre Hij God is. Maar zoverre hij als mens voor ons gestorven is zo is Hij enerzijds materie waarbij de zonde een oorzaak van de dood is en in Zijn vlees is verzoend: en anderzijds is Hij ook de werkende oorzaak , te weten door Zijn voorbiddenZijn wil en de kracht van Zijn offerrandeOmdat Hij ons Zijn vlees heeft gegeven en met dit vlees de vergeving van de zonden en het eeuwige leven: het is ook een instrument waardoor de God om de persoonlijke gelijkmaking ons door het vlees levend maakt. En in deze zin begint het eeuwige leven in de gelovigen reeds in dit leven. (vanaf de laatste het laatste bijbelcitaat is het(???), veel interpretatie mijnerzijds..)+  - Uit de natuur van GodOmdat God onveranderlijk is en eeuwig leefttrekken we de logische conclusie dat er een eeuwig leven is. 
 +  - Het volgt uit wat de ziel in wezen is. Omdat ze onsterfelijk isvolgt daaruit dat er na dit leven nog een leven is waar de ziel, hoewel van het lichaam gescheidenzelfstandig voortleeft en God daar kenteert en dient. 
 +  - Uit de opstanding der doden. Het zou niet nodig zijn dat er een opstanding is als er geen leven zou zijn waarin men zal voortleven. En nog belangrijker zijn de uitspraken van God de Vader en Christus over de voorzienigheidover de rechtvaardigheid van God, over de onsterfelijkheid van de ziel, over de opstanding van de lichamen en over het laatste oordeel. Die uitspraken kunnen niet waar zijn als het eeuwige leven er niet werkelijk is. 
 +  - Uit het “handschrift van God” dat hij in het verstand van ieder mens heeft geschreven; want ons verstand zegt ons dat er een laatste oordeel zal zijn. Goddelozen worden daardoor met een bange vrees bevangen en christenen die “in hope zalig worden” verkwikt en verheugd. 
 +  - Uit de bewijstekst die we in 1 Corinthiërs 15:19 vinden: "Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebbenzijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.” Het geloof steunt dus niet op de dingen van dit tijdelijke leven. 
 +  - Uit de getuigenissen in de Schrift. Bijvoorbeeld in Daniël 12:2: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen." Ook in Matteüs 25:46: "En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven." In Johannes 10:28: "en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven.” In Hebreeën 13:14: "Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige." En in 1 Johannes 2:25: "En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven." 
 +  - Uit de voorbeelden die de Schrift geeft. Henoch, en later Elia, zijn zonder te sterven in dit eeuwige leven opgenomen en zijn daarmee onderpanden en voorbeelden geweest van de zekere hemelvaart van Christus: "Wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.” In Johannes 14:3 en 17:24 staat ten slotte: “Ik wil, dat waar Ik ben, ook zij (de gelovigen) bij Mij zijn." 
 +  - Het is ten slotte een artikel van onze Apostolische Geloofsbelijdenis“Ik geloof een eeuwig leven.
  
-2Toe-eigenend, het vooruitzicht van de gelovigen en gelukzaligen op het eeuwig leven na dit leven (???) daar men van leest in Johannes 3:16: " … opdat een ieder, die in Hem (Christus) gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe." En in Titus 3:7: " wij.. (zijn).. erfgenamen… overeenkomstig de hope des eeuwigen levens".+==== 4Hoe wordt het eeuwige leven in de Schrift ook wel genoemd? ====
  
-===== 3 Waarmee bewijst u dat er een eeuwig leven zal zijn? =====+  * Het wordt wel een lofprijzing genoemd: het Koninkrijk van God, het Koninkrijk van de Vader of het Koninkrijk der hemelen. 
 +  * In metaforische zin wordt het eeuwige leven ook de “schoot van Abraham” genoemd. Van ouders wordt immers wel gezegd dat zij hun kinderen in hun schoot dragen. Zo worden de gelovigen als lieve kinderen in de armen van hun aller Vader uit het moeizame bestaan van deze wereld opgenomen, gekoesterd en verkwikt, en van alle gevaren, onheil en levensmoeiten verlost en bevrijd. Ook is het de plaats waar Christus ons een woning bereid heeft, zoals Hij dat uitlegt in Matteüs 8:11: “Ik zeg udat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen.” Augustinus schrijft dat hij het niet weet, maar is toch van oordeel dat dit koninkrijk “een oord van hemelse rust” zal zijn en dat de zielen of geesten van de gelukzaligen daar leven en Gods aanschijn zien en genieten. 
 +  * Bij wijze van gelijkenis wordt het Koninkrijk der hemelen ook wel het paradijs genoemd, of een lusthof, zoals die in Eden geplant was. Hoewel het duidelijk is dat de gehele aardbodem door de zondvloed verwoest is, wordt er desondanks kinderachtig gedisputeerd waar deze hof gelegen was.
  
-1Uit de natuur van God, want omdat er een God is die eeuwig dezelfde zal zijn en leeft volgt daaruit vanzelf de conclusie dat er een eeuwig leven is waardoor God leeft en eeuwig is.+Het eeuwige leven wordt ook wel aangeduid als: 
 +  * Het huis van de Vader (Johannes 14:2). 
 +  * Een overvloed van vreugde (Psalm 16:11). 
 +  * De vreugde van uw heer (Matteüs 25:21). 
 +  * De nieuwe, welgebouwde, heilige en toekomende stad Jeruzalem (Hebreeën 13:14; Openbaring 21:10). 
 +  * De onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u (1 Petrus 1:4). 
 +  * De heerlijkheid van God. Het eeuwige leven is het delen in Gods heerlijkheid. "Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23). 
 +  * Onze heerlijkheid. Omdat het dit alleen is waarop wij veilig en gerust zonder zorg mogen steunen en die verwachten. “Wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid” (1 Corinthiërs 2:7). 
 +  * Een verkwikking (2 Thessalonicenzen 1:7). 
 +  * Een tijd van verademing (Handelingen 3:19). 
 +  * De weg des vredes (Lucas 1:79). 
 +  * Een grote gelukzaligheid. Er is niets wat met het eeuwige leven vergeleken kan worden. Geen oog heeft het gezien, geen oor heeft het gehoord en het is nimmer in een mensenhart opgekomen (1 Corinthiërs 2:9; Psalm 31:20; Jesaja 64:4).
  
-2Uit de aard van de ziel: want omdat dat zij onsterfelijk is zo volgt daaruit dat er na dit leven nog een leven is waar de ziel hoewel van het lichaam gescheiden zelfstandig voortleeft en God daar kent, eert en dient.+==== 5Maar waarom wordt dit leven eeuwig genoemd? ====
  
-3Uit de verrijzenissen van lichamen; want het zou niet nodig zijn dat de lichamen opstonden als er geen leven zou zijn waarvoor zij zóuden opstaanJa, wat nog meer is: de uitspraken van de God van Christus, over de voorzienigheid, van de rechtvaardigheid Gods, van de onsterfelijkheid van de zielen, van de opstanding van de lichamen, van het jongste oordeelkunnen niet waar zijn, tenzij dat deze uitspraak van het eeuwige leven ook daadwerkelijk plaats vind.+Omdat dit leven niet tijdelijk is of een eindige periode beslaatTe midden van alles wat verandert zal het onveranderlijk zijn. Hoewel het een begin heeftzal het nimmer ontnomen worden aan wie het eenmaal gegeven is. Het zal in alle eeuwigheid zonder einde voortduren.
  
-4Uit het 'handschrift van God' dat hij in het verstand van ieder mens heeft ingeplant: want ons verstand leert ons dat er een oordeel zal zijn. Door de vrees hiervoor worden de goddelozen gepijnigd worden en de godzaligen door hoop verkwikt en verheugd.+==== 6Wat is het eeuwige leven? ====
  
-5. Uit een bewijstekst daar anders enige ongerijmdheid uit zou moeten volgen overmits dat :" Indien wij alleen voor dit leven" (dat isin de genade alleen van dit leven) "onze hoop op Christus gebouwd hebben" (zodat het geloof nergens anders op steunt dan op dít leven) , "zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen" 1 Korintiërs 15:19(ik begrijp wat bedoelt wordt maar volg de redenering niet (??? dus))+Het is een zich bevinden in een staat van heerlijkheid waarin de uitverkorenen na de toekomende opstanding van de doden met Christus hun Hoofd volkomen verenigd zullen zijn. In de hemel zullen ze God en de engelen kennen op een wijze die we niet in woorden kunnen uitdrukken of hier op aarde kunnen genieten. Maar wij zullen het hoogste goed dat ons door Christus bereid is, eeuwig loven en prijzen, en met lichaam en ziel Zijn beeld gelijkvormig worden.
  
-6. Uit de getuigenissen van de Schrift: Daniël 12:2: " Velen van hen die slapen in het stof der aardezullen ontwakendezen tot eeuwig leven en genen tot versmadingtot eeuwig afgrijzen", Matteüs 25:46: " En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven", Johannes 10:28:" en Ik geef hun (mijn schapen) eeuwig leven….." Hebreeën 13:14:" Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige" 1 Johannes 2:25:" En dit is de belofte, die Hij zelf ons beloofd heeft: het eeuwige leven".+Men kan ook zeggen dat het eeuwige leven de toestand van de gezaligden is waarin ze een volmaakte kennis van God en Zijn rechtvaardigheid zullen hebben. Een leven in volkomen vreugde waar geen verdriet en moeitezonde en doodpijn en droefheidsmart en verzuchting zijn zal. SamengevatHet eeuwige leven is een volmaaktheid van ziel en lichaam waarin niets onvolmaakts zal zijnOnder Zijn heerschappij en welbehagen zullen alle dingen de wil van onze Schepper en Verlosser volkomen dienen.
  
-7. Uit de voorbeelden: want Enoch en later Elia zijn in dit eeuwige leven overgezet en zijn daarmee als zekere zekerheden en voorbeelden geweest zoals ook Christus ten hemel is opgevaren zeggend: " wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben " *Johannes 14:3 en *Johannes 17:24: "… Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn…". ,+==== 7. Wat zijn de oorzaken van het eeuwige leven? ====
  
-8. Het is een artikel van onze Apostolische Geloofsbelijdenis… ik geloof een eeuwig leven.+De voornaamste oorzaak is God. Hij schenkt ons naar Zijn barmhartigheid en genadige goedheid en naar Zijn wil een aandeel aan het eeuwige leven, door onze Middelaar Christus (Johannes 6:40; 1 Johannes 5:11 . De verdienende en werkende oorzaak is Christus alleen (Johannes 14:6). Het evangelie is de instrumentele oorzaak omdat het deze genade openbaart en toepast.
  
-===== 4 Wat zijn uitdrukkingen die in de Schrift ook wel worden gebruikt? =====+De werkende oorzaak is het geloof (1 Petrus 1:9).
  
-Het wordt genoemd:+De verzegelende oorzaak is de Heilige Geest. Onze goede werken en onze verdrukkingen zijn geen verdienende oorzaak, maar een weg tot het Koninkrijk, zegt Bernardus van Clairvaux. En wij moeten door veel verdrukkingen het Koninkrijk van God binnengaan (Handelingen 14:22).
  
-1op een wijze van lofprijzing op een aantal manieren: het Koninkrijk van God, b. Het Koninkrijk des Vaders, c. Het Koninkrijk der hemelen.+==== 8Waarom zegt Christus in Matteüs 7:14 dat de poort nauw is en de weg smal die tot het leven leidt? ====
  
-2Bij wijze van gelijkenis: de schoot van AbrahamEen gelijkenis wordt gemaakt met de schoot van ouders waarvan gezegd wordt dat zij de kinderen in haar schoot heeft of de kinderen in haar te dragen, omdat de gelovigen als kinderen in de armen van de Vader van alle gelovigen uit het moeizame bestaan van deze wereld worden verzameldgekoesterd en verkwikt wordenOok worden zij van alle gevarenonheil en de moeite van het leven verlost en bevrijd.+  - Omdat de toegang tot het eeuwige leven voor het menselijke verstand onbekend en niet te doorgronden isMaar Christus heeft het ons verklaard. 
 +  - Omdat de toegang tot dit leven alleen door Christus is. 
 +  - Omdat betrekkelijk weinig mensen door die nauwe poort gaan en die smalle weg bewandelen. We kunnen de weg van de deugd vergelijken met de weg die de zondaren gaan; weinigen leiden een deugdzaam leven. 
 +  - Omdat het leven van het geloof voor het menselijk vlees niet aangenaam is, en zwaar valt vanwege het kruis en het verloochenen van zichzelf tegenover degenen die het geloof tegenstaanDaarom is de weg van het geloof eng en smal. Niet voor alle mensenwant voor de uitverkorenen is die weg breed en zelfs weids.
  
-En het is de plaats waar Christus ons een woning bereid heeft zoals hij dat uitlegt in Matteüs 8:11 : " Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen ". Augustinus schrijft enerzijds dat hij het niet weet, maar toch stelt hij anderzijds dat hij denkt dat het "een woonplaats van hemelse rust" zal zijn en zegt "dat de zielen of geesten van de gelukzaligen daar leven en Gods aanschijn genieten en zien".+==== 9. Hoe kunnen we ons het eeuwige leven voorstellen? ====
  
-3. Door overeenkomst wordt het wel het Paradijs genoemdals een lusthof van het paradijs dat in Eden is geschapenOver de plaats waar dit heeft gelegen zijn nog steeds verhitte discussies, maar zekere is dat het door de zondvloed van de aardbodem is verdwenen.+In materiële zin is God het eeuwige leven, in formele zin is het de kennis Gods zelf; voor zover we het zien op Hem en onze aanneming tot kinderen zullen kunnen doorgrondenWant hoewel we met zeer veel blijdschap van het gezelschap, het voorkomen en de gesprekken met de engelen en gezaligden zullen genieten, zullen we daarmee tóch niet tevreden zijn en erin berusten, maar alleen in het zeer aangename aanschouwen en genieten van God om Christus wil (Matteüs 5:8; 1 Johannes 3:2).
  
-4. Het huis des Vaders+Ook de zaligheid van de engelen bestaat uit het genieten en aanschouwen van God. Het is als het geluksgevoel van een hoveling aan het hof van de koning wanneer deze, om zijn waardering te laten blijken, hem vriendelijk en welwillend aankijkt en belangstellend naar zijn welbevinden vraagt. Zo zullen wij ook al in dit leven Christus kennen als de bewerker van onze zaligheid, en Hem volgen waar Hij ook heengaat. We zullen Hem volgen en nooit meer van Hem afdwalen.
  
-5. in beeldspraak: de verzadiging der vreugden+==== 10Maar we genieten God toch al in dit leven en ons geloofsoog ziet Hem toch op deze aarde? ====
  
-6. de vreugde des Heren+JazekerWe belijden daarom dat het eeuwige leven nu al in ons begonnen is. Het is echter wel een raadsel; de geschapen werkelijkheid ligt er als een duistere sluier overheen. Wij komen daardoor niet tot een helder aanschouwen. Paulus verklaart daarom in 1 Timoteüs 6:16 dat Hij, de Here der heren, “onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan.”
  
-7. de nieuwe en heilige, vaste en toekomende stad Jeruzalem.+Wat wij zien van God komt ten eerste door ons natuurlijk inzicht in de geschapen werkelijkheid; we zien Hem als in een spiegel waarin een zekere glans van de Godheid oplicht.
  
-8. de onverderfelijkeonbevlekkelijke en onverwelkelijke plaats die in de Hemel bewaard is.+Ten tweede zien we Hem in die spiegel op een figuurlijke wijzeZijn Goddelijke heerlijkheid wordt bijvoorbeeld in Jesaja 6:1-2 uitgebeeld: “In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon en zijn zomen vulden de tempel. Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezichtmet twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij.” En Mozes heeft de Here slechts van achteren gezien en niet zijn aangezicht, Gods eigen majesteit zag hij niet (Exodus 33:23).
  
-9. De heerlijkheid van Godomdat het eeuwige leven bestaat in het laten meedelen in Gods heerlijkheid naar Romeinen 3:23:" Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods" .+En ten derde kunnen we door ons geloofsinzicht de wil en de werken van de Vader en de Zoon herkennen en kennen. Christus spreekt daarover in Johannes 14:9: “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Maar eens, in de heerlijkheid, als onze lichamen opgewekt zijn, zullen we God zien zoals Hij is (1 Johannes 3:2). Op een wijze die wij nu nog niet kunnen begrijpen, zullen we zijn grootheid en heerlijkheid zien. Niet bedekt, maar veel helderder dan Mozes Hem op de berg van aangezicht tot aangezicht heeft gezien (Exodus 33:11). Veel heerlijker dan onze eerste voorouders God vóór de zondeval hebben gezien (Openbaring 22:3).
  
-10Onze heerlijkheid omdat dit het alleen is waar wij veilig en gerust zonder zorg op mogen steunen en dit verwachten, naar 1 Korintiërs 2:7:" wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid."+==== 11Zullen we elkaar in het eeuwige leven herkennen? ====
  
-11 de rust+Jazeker, want we zullen vervuld zijn van de Heilige Geest en wijsheid, we zullen als Adam voor de val zijn toen hij de zuiverheid van Gods beeld nog droeg. Hij herkende Eva hoewel hij haar nog nooit gezien had en niet wist hoe ze tot aanzien was geroepen (Genesis 2:23). Zo heeft Petrus op de berg, toen hij nog bekleed was met zijn sterfelijk lichaam, alleen maar een indruk gekregen van het eeuwige leven van Mozes en Elia. Hij had ze tevoren nooit gezien maar hen door een innerlijke openbaring herkend (Matteüs 17:3,4).
  
-12. de verkoeling+==== 12. Wie zijn er voorbestemd tot het eeuwige leven? ====
  
-13. de vrede+Een bepaald aantal mensen uit verschillende landen en volkeren zijn persoonlijk voorbestemdIn de Bijbel wordt gezegd: “Hetgeen Israël najaagt, heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen, en de overigen zijn verhard” (Romeinen 11:7). Alleen de gezegenden van de Vader (Matteüs 25:34), ofwel de uitverkorenen, dus degenen die in Christus geloven, zullen zalig worden. Gelovigen, die doen wat Zijn Vader wil en die hun geloof door de werken bewijzen, zowel mannen als vrouwen, zijn mede-erfgenamen van de genade van het eeuwige leven.
  
-14zo grote gelukzaligheid, als zijns gelijke nooit met de ogen gezien, noch met de oren gehoord, noch ooit in een mensenhart is opgekomen.+==== 13Wat kunnen we zeggen over de aard van het eeuwige leven?  ====
  
-===== 5Maar waarom wordt het eeuwig genoemd? =====+Ons verduisterd verstand kan het wezenlijke van het eeuwige leven niet bevatten. De volkomen kennis ervan zullen we pas in het eeuwige leven zelf verkrijgen; het is nu nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen (1 Johannes 3:2)Laten we tevreden zijn met wat de Heilige Schrift meedeelt over wat het eeuwige leven is en de heerlijkheid ervan:
  
-Omdat het niet tijdelijk zal zijn of een eindige periodeook zal er geen verandering zij zoals die er in telkens is. En hoewel het een begin heeftnochtans zal het nimmermeer van degenen afgenomen worden die het eenmaal zal gegeven zijn maar het zal tot in alle eeuwigheid zonder einde voortduren.+  - In het eeuwige leven zal het functioneren van lichaam en ziel in alle opzichten volmaakt zijn; want de zonde van zowel de ziel als het lichaam zal geheel teniet zijn gedaan. We zullen verlost zijn van de dood, verdorvenheid en ellende. Er zal geen ouderdom of sterfelijkheid zijn, geen droefheid, smart, ziekte of pijn, geen armoede of gebrek en geen klacht zal meer gehoord worden. “Er zal een gezonde eeuwigheid en een eeuwige gezondheid zijn," zegt Bernardus. De rechtvaardigen beërven het land en wonen daarin voor immer” (Psalm 37:29). Hun zaligheid zal in de Heere zijn. Dat volkomen leven zal moeiteloos zijn, want ons lichaam en ziel zullen van de Heilige Geest ontvangen wat nodig is. Er zal een volmaakte kennis zijn van alle dingen, want wij zullen verkeren in het eeuwig licht van de Vader der Lichten, en de wijsheid van God zelf zal ons verklaard worden. 
 +  - In dat gelukzalige eeuwige leven zal men geen enkel gebrek ervaren. Want er zullen geen hulpmiddelen als rust, voedsel, drank, kleding, het licht en de warmte van de zon of de koelte van de maan nodig zijn. Deze dingen zullen in het toekomende leven onnodig zijn, want El Shaddai, de almachtige God, zal dan alles en in allen zijn en met Zijn goedheid alles als een mantel bedekken. De genade van God zal ons genoeg zijn, we zullen voor Hem leven en door Hem verzadigd worden uit Zijn volheid en heerlijkheid, en Hij zal ons laven uit de Fontein van leven en vreugde (1 Corinthiërs 15:28). 
 +  - Het zal een bijzonder heerlijk leven zijn, want we zullen niets anders zien dan de heerlijkheid en de verheerlijking van de enige ware drie-enige God. We zullen heilig zijn zoals God heilig is; want wij zullen Hem gelijk zijn, hoewel niet even-gelijk. (1 Johannes 3:2). En de gemeente zal zonder vlek of rimpel zijn, geheel heilig en onbesmet (Efeziërs 5:27). 
 +  - Het eeuwige leven zal zeer aangenaam zijn. De uitverkorenen zullen alles bezitten wat zij wensen – want, zegt Bernardus: “Al wat wij liefhebben zal er zijn en wat er niet is zullen wij niet wensen.” We zullen door het voortdurend aanschouwen van God en de tegenwoordigheid van Christus, naar lichaam en ziel met een “overvloed van vreugde” vervuld zijn (Psalm 16:11). Voor de reeds gestorvenen geldt: “Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht aanschouwenen bij het ontwaken mij verzadigen met uw beeld” (Psalm 17:15). Hoe groot zal het genieten van de zaligheid zijn in het aanschouwen van het hoogste goed waarin alle geestelijke goederen en liefelijkheden samenvallen. De Heilige Geest zal in de uitverkorenen een voortdurende en onuitsprekelijke vreugde verwekken. Een eeuwige blijdschap zal hierdoor ontstaan die niemand ons ontnemen kan. 
 +  - We zullen deel krijgen aan de Goddelijke natuur. Niet door de instorting van iets van het Goddelijk wezen, maar door het ontvangen van Goddelijke eigenschappen als onsterfelijkheid, eerlijkheid, deugdzaamheid, wijsheid en rechtvaardigheid. Ze vormen de witte, lange, zijden, zuivere en blinkende klederen waarmee de uitverkorenen bekleed zullen worden. 
 +  - We moeten in dit verband ook letten op de eigenschappen van ons verheerlijkte lichaam. Het zal bekleed worden met een zeer grote schoonheid en majesteit. Ons vernederde lichaam zal gelijkvormig zijn aan het verheerlijkte lichaam van Christus (Filippenzen 3:21). De rechtvaardigen zullen stralen als de zon en blinken als de glans van het uitspansel (naar Daniel 12:3). 
 +  - De uitverkorenen zullen de overwinning behaald hebben op duivel, dood en hel. Ze zullen in volmaakte vrede verenigd worden met alle heiligen, omgang hebben met de heilige engelen en volkomen liefde beoefenen met God en hun naaste. Want ze zullen geen eigen wil hebben; hun wil zal volkomen samenvallen met de wil van God. Alles zal met hun wil in overeenstemming zijn. Er zal ook een zoet gezang klinken, want ze zullen zingen met de engelen en God zonder ophouden loven en prijzenEr zal een overvloed zijn van wat voor lichaam en ziel nodig is. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgeklommen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben” zal daar zijn (1 Corinthiërs 2:9). Wie zou niet wensen door de dood in te gaan en met Christus te zijn?
  
-===== 6 Wat is het eeuwige leven =====+==== 14. Zullen de uitverkorenen in een gelijke mate delen in de eeuwige heerlijkheid? ====
  
-Het is een verheerlijkte toestand in welke de uitverkorenen na de toekomende opstanding van de doden met Christus als hun Hoofd volkomen verenigd zullen zijnGod in de hemel met de engelen zullen kennen op een wijze die wij nu niet in woorden kunnen uitdrukken of in de tegenwoordige tijd genietenMaar wij zullen in de eeuwigheid loven en prijzen, het opperste goed dat ons van Christus bereid is verwerven en bekomen en met lichaam en ziel Zijn beeld en zoverre Hij mens is gelijkvormig worden.+Neen, maar zoals als God in dit leven Zijn gaven aan de uitverkorenen niet in gelijke mate schenktzo zal Hij zijn gaven in de hemel aan zijn uitverkorenen ook niet in gelijke mate schenkenChristus spreekt er in het bijzonder tot Zijn apostelen over (Matteüs 19:28). En Paulus is er zeker van dat er een bijzondere kroon voor hem is weggelegd voor zijn arbeid (1 Thessalonicenzen 2:19). Zie ook Daniël 12:3. De Schrift belooft de gelovigen niet alleen het eeuwige levenmaar een ieder daarbij een bijzonder loon naar werken. Deze evenredigheid kan men waarschijnlijk ook betrekken op het verderf als het tegendeel van het eeuwige leven. In dit verband wijzen we op de woorden van Paulus in 1 Corinthiërs 15:41.
  
-Of het is een stand der gelukzaligen na dit leven in welke een volkomen Godskennis zal zijn en rechtvaardigheid, zonder zonde en dood, een volkomen vreugde waar geen verdriet, moeite, pijn droefenis, smart noch zuchting zijn zal. Samengevat: Het eeuwige leven zal een volmaaktheid zijn van ziel en van lichaam in welk niets berispelijk zal zijn, maar alle dingen zullen volkomen naar Gods regering en believen, de wil van de Schepper en de Verlosser dienen.+==== 15. Wanneer begint het eeuwige leven? ====
  
-===== 7Welke zijn de oorzaken van het eeuwige leven? =====+Het eeuwige leven vangt al tijdens dit leven in het hart van de gelovigen aan als de Heilige Geest, door de verkondiging van het Woord, hun verstand verlicht met de ware kennis van God en hun wil ombuigt om Zijn geboden nauwgezet na te levenJa, zij gevoelen het onderpand van het toekomende leven en hebben er een voorsmaak van (Efeziërs 1:4). Daaruit ontstaat een hoop, die de gelovigen niet kan bedriegen (Romeinen 5:2-5). Door het geloof in Christus zijn we overgegaan van de dood in het leven. We zullen dit leven door hoop erfelijk bezitten (Romeinen 8:24). Dit is zo zeker alsof het nu al werkelijk is gegeven. Evenwel zullen we het volle bezit en de volkomenheid ervan pas verkrijgen op de tijd die God alleen bekend is. Christus zelf zal dan vanuit de hemel verschijnen om ons te verlossen, en het getal van degenen die zalig zullen worden, vol maken.
  
-De voornaamste oorzaak is God die ons dat uit Zijn barmhartigheid en genadige goedheid door Christus onze Middelaar en om Zijn wil schenkt en geeft*Johannes 6:40 en *1Johannes 5:11 . De verdienende en werkende oorzaak is Christus alleen, *Johannes 14:6 .De aanbiedende en openbarende werktuiglijke oorzaak is het evangelie.+==== 16Genieten de zielen van de gelovigen direct na hun sterven al de volmaakte en volkomen zaligheid? ====
  
-De aannemende werktuiglijke oorzaak is het geloof *1Petrus 1:9.+Laten we tevreden zijn met de wetenschap dat direct na de scheiding van lichaam en ziel de zielen van de gelovigen zullen terugkeren tot God die ze hun gegeven heeft (Prediker 12:7). En ook omdat de ziel, nadat zij van het lichaam losgemaakt is, met Christus in het paradijs zal zijn; in de vrede, in de rust, in de vertroosting, in de verkoeling, zonder vrees of zorg. Geborgen in Gods hand zal hen geen leed meer worden aangedaan. Ze zullen deelnemen aan de verheerlijking van de Naam van God. Hoewel niet gezegd mag worden dat het meteen al een volmaakte gelukzaligheid zal zijn. Het is slechts het begin van de zaligheid, want de zielen der gelovigen verwachten de opstanding van het lichaam en de volkomen genieting van alle hemelse goederen die God beloofd heeft aan degenen die Hem liefhebben (2 Timoteüs 4:8; Openbaring 6:9-11). Daartegenover staat wat Petrus in 2 Petrus 2:9 zegt: De onrechtvaardigen zullen gestraft worden door het ontnemen van hun leven of door andere straffen. Ze zullen bewaard worden tot het laatste oordeel, om dan gepijnigd te worden met veel zwaardere straffen en kwellingen, te weten: eeuwige, naar lichaam en ziel.
  
-De verzegelende oorzaak is de Heilige Geest. De goede werken als daar zijn verdrukkingen zijn geen oorzaak van de regering, maar een weg tot het Koninkrijk, zegt Bernardus (van Clairvaux ??). En in *Handelingen14:22 staat: Door veel verdrukking moeten wij in het Koninkrijk Gods ingaan.+====  ====
  
-===== 8Waarom wordt er gezegd dat de poort nauw is en de weg smal die tot het leven leidt(Mattheus 7:14). =====+==== 17Waar zullen we eeuwig leven? ====
  
-1. Overmits dat ze het menselijke verstand onbekend en ondoorgrondelijk was, maar Christus heeft ons dit verklaard.+Niet op de aarde zoals die nu is, niet in de wolkenlucht of in de “hemelse gewesten” waar nog dood, angst en verschrikking, zonde, machten van de duisternis en boze geesten heersen; want die zullen smelten en vergaan, maar de gezaligden zullen leven in de hemel der hemelen, in de hoogste hemel, waarnaar Christus als mens is opgevaren en “hoger geworden is dan de zichtbare hemelen”. Dit is de “derde hemel” waarin Paulus werd opgenomen en die hij in 2 Corinthiërs 12:2-4 als het paradijs aanduidt. Maar ná het laatste oordeel of de “wederoprichting aller dingen” zal de plaats waar de gezaligden eeuwig zullen wonen niet alleen in de hemel, maar ook op de nieuwe aarde zijn. Want Petrus zegt: “Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” (2 Petrus 3:13). Zie ook Jesaja 65:17 en Openbaring 21:1.
  
-2Omdat er alleen een toegang tot het Leven door Christus is.+==== 18Wat is het doel van het eeuwige leven? ====
  
-3. Omdat er weinig door dezelve ingaan.Wij kunnen dit vergelijken zoals men leeft in de wereld: de weg van de deugd wordt vergeleken met de weg van de kwaden: er zijn weinig mensen die zo leven op een goede wijze.+  - Het eerste doel is dat God zijn genade daadwerkelijk aan zijn uitverkorenen wil bewijzen. 
 +  - De gelovigen zullen verder de volle vrucht van het lijden en de dood van Christus genieten. 
 +  - Ze zullen loon naar werken verkrijgen. 
 +  - Ze zullen in het eeuwige leven Gods onmetelijke barmhartigheid erkennen en Hem eindeloos aanschouwen. Hij is immers de vervulling van hun hartstochtelijk en vurig verlangen. Ze zullen Hem zonder vermoeid te worden eeuwig loven en prijzen.
  
-4Omdat het voor het vlees niet aangenaam is en zwaar valt vanwege het kruis en de verzaking van zichzelf tegenover degenen die haar tegenstanders zijn. Daarom is zij eng en smal, niet dát zij het is, maar anders; want voor de uitverkorenen is zij breed en zelfs weids.+==== 19Wat zijn de vruchten van het eeuwige leven? ====
  
-===== 9 Wat is de voorstelling van het eeuwige leven? =====+  - We zullen als de engelen zijn; niet wat hun wezen betreft, maar wel voor wat betreft de bijzondere kenmerken van hun dienst. 
 +  - De gelovigen zullen deel krijgen aan de verheerlijkte menselijke natuur van Christus. We zullen met Hem als priesters, profeten en koningen regeren, hoewel Zijn heerlijkheid op een voor ons nog verborgen wijze de onze onuitsprekelijk ver zal overtreffen.
  
-De materiele voorstelling is de ware God, maar het formele is de kennis Gods zelf in zoverre wij deze zullen kunnen begrijpen, aanschouwen van Hem en de aanneming tot kinderen. Want alhoewel wij zeer lieflijk zullen kunnen genieten van het gezelschap, het gezicht en de samensprekingen van alle engelen en gelukzaligen, nochtans zullen wij ons niet tevreden houden en berusten in het genoeglijk aanschouwen van dezen in haar goedwilligheid en omgang of de gemeenzaamheid, maar alleen in het genoeglijk en goedwillig aanschouwen en genieten van God om Christus wil *Mattheus 5:8 en *1Johannes 3:2+==== 20. Wat is het nut van de leer over het eeuwige leven? ====
  
-Gelijk ook der engelen gelukzaligheid gelegen is in dat genieten en aanschouwen van God alleen: niet anders dan het de gelukzaligheid van een hoveling aan het hof van de koning is als de koning zelf hem met een liefelijke en goedwillige blik aanziet, beminnelijk naar hem informeert en lust en behagen in hem heeft. En aan de andere zijde zullen wij Christus erkennen een auteur van zodanig groot goed te zijn en Hem volgen waar Hij gaat, Hem aanhangen en nimmer meer van hem wijken. +  Deze leer zal ons troost bieden wanneer we in dit leven gebukt gaan onder allerhande ellende en ongerechtigheid
- +  Ze matigt de droefheid om geliefden die ons door de dood ontvallen
-===== 10. Maar genieten wij nu niet van God en zien wij Hem niet hier op deze aarde? ===== +  - Ze vermindert de angst en de schrik voor de dood omdat we geloven dat wij na ons verscheiden een beter leven verkrijgen zullen. We mogen denken aan wat geschreven staat in Openbaring 14:13"Zalig zijn de doden, die in de Here sterven van nu aan. Jazegt de Geestdat zij rusten van al hun moeiten…" 
- +  Deze leer zet ons aan om God in alles te gehoorzamente dienen en liefde te bewijzen aan onze medegelovigen met wie wij in de hemel altijd zullen verkeren.
-Jazeker: (om welke reden het eeuwige leven ook nu al in ons begonnen is) maar alleen door een raadsel, dat wil zeggen een donkere en door tussenkomende versluierende dingen, geschapen dingen, die ons voorkomen als een deksel of een kleed en daarom komen wij niet tot een helder aanschouwen: Daarom zegt Paulus in *1Timotheüs 6:16: +
- +
-Zo zien wij God dan 1. door het natuurlijk gezicht in de geschapen dingen als in een spiegel in welke een zekere glans van de Godheid verschijnt. 2. Door een gezicht in een spiegel op figuurlijke wijze door sommige afbeeldingen en tekenen van Zijn Goddelijke eerlijkheid waar men van leest in *Jesaja 6:1-2… Gelijk ook gezegd wordt dat Mozes het achterste van God gezien heeft en niet Zijn aangezicht, dat is Gods eigen majesteit naar *Exodus 33:23 +
- +
-3. Door het gezicht van het geloof waardoor wij uit de leer en de werken van de Zoon de wil van de Vader ontwaren, kennen en weten waar Christus van spreekt in *Johannes 14:9 Maar eens in de heerlijkheid, als de lichamen opgewekt zijn, zullen wij God door en in Hem zelf zien gelijk Hij is *1 Johannes 3:2. Op een wijze die wij nu niet kunnen begrijpen: niet groot als Hij nu is, maar hoedanig hij is. Niet door een deksel (verborgenheid) en veel helderder zoals Mozes Hem op de berg van aanschijn tot aanschijn heeft gezien, *Exodus 33:11. En op veel heerlijker wijze dan onze voorouders God vóór de val hebben gezien, *Openbaring 22:3. +
- +
-===== 11. Zullen de mensen in het eeuwige leven elkaar kennen? ===== +
- +
-Jazeker, want zij zullen vol van de Heilige Geest en Wijsheid zijn, gelijk zoals Adam voor de val, toen hij de oprechtheid van Gods beeld nog had, Eva kende die hij nog nooit gezien had en dat er niemand was die hem zei vanwaar hij was voortgekomen *Genesis 2:23. Zo heeft Petrus op de berg toen hij nog in zijn sterfelijk lichaam was en alleen maar een indruk kreeg van het eeuwige leven Mozes en Elia die hij nooit tevoren gezien had door inwendige openbaring herkend *Mattheus 17:3,4+
- +
-===== 12 Wie zijn voor het eeuwige leven geordineerd? ===== +
- +
-Een aantal zielen van welk land en volk dat ze ook mogen zijn, maar met onderscheid zoals er in de Bijbel gezegd wordt, *Romeinen 11:7 :daarom alleen de gezegenden van de Vader ofwel de uitverkorenen en dus degenen die in Christus geloven. Zij, die doen hetgeen Zijn Vader wil en die hun geloof door de werken in hun leven bewijzen, zowel mannen als vrouwen zijn mede-erfgenamen van de genade des levens. +
- +
-===== 13 Wat zal de hoedanigheid of stand van het eeuwige leven zijn? ===== +
- +
-Dat kunnen wij in de verduistering van ons verstand ook met gedachten niet begrijpen, maar de volkomen kennis van deze zaak wordt opgeschort en uitgesteld tot in het eeuwige leven: want *1Johannes 3:2 . Nochtans zo leren wij uit de duidingen die de Schrift het eeuwige leven toeschrijft wat ons hier voldoende is te weten welke hoedanigheid, hoe groot dat is, hoe uitnemend de stand van het leven zal zijn. +
- +
-1. De bediening en de werking van de delen en krachten van ons lichaam en ziel zal volmaakt zijn: want de zonde, zowel van de ziel als van het lichaam zal ten enenmale teniet zijn gedaan. Wij zullen verlost zijn van de dood en van alle ellendigheden want daar zal noch dood, noch droefheid, noch klagen, noch roepen, noch smart en pijn meer zijn. Daarom zal alle zwakheid, ziekte, pijn, droefheid, ouderdom, verdorvenheid, gebrek en armoede daar niet zijn. Want "daar zal een gezonde eeuwigheid en een eeuwige gezondheid zijn" zegt Bernardus omdat de rechtvaardigen in de eeuwigheid zullen leven en dat hun zaligheid in de Heere zal zijn, *Psalm 37:29. En het zal ook zeer licht toegaan want beide ons lichaam en ziel zullen het van de Heilige Geest ontvangen wat nodig is en het zal zijn het volkomen leven en bezigheden. Zo zal er een volkomen kennis wezen van alle dingen want wij zullen zijn in het eeuwig licht van de Vader der Lichten en de wijsheid van God zelf zal ons verklaard worden+
- +
-2. Het zal een volle genoegzaamheid hebben in het gelukzalige leven: want er zullen  geen hulpmiddelen van dit leven zijn zoals voedsel, drank, kleding, het licht of de warmte van zon of de koude van de maan, rust en andere soortgelijke zaken. Deze zullen  daar niet zijn om te onderhouden, gevoed en gekoesterd te worden of haar werk te doen. Want de almachtige God, Schaddai, zal dan alles en in allen zijn en met Zijn goedheid alles ten enenmale verhullen *1Korinthe 15:28. Want de genade Gods zal ons genoeg zijn, wij zullen Gode leven en wij zullen van God verzadigd worden uit de volheid heerlijkheid van God en God zal ons laven uit de Fontein van het leven en vreugde. +
- +
-3. Het zal zeer heerlijk zijn want wij zullen nergens anders op zien dan op de heerlijkheid en grootmaking van de enige ware God door Christus. Want wij zullen heilig zijn gelijk God heilig is: Want wij zullen Hem gelijk zijn, alhoewel niet even-gelijk. *1Johannes 3:2 . En de gemeente zal zonder rimpel en vlek zijn, ten volle heilig en onsterfelijk, *Efeziërs 5:27. +
- +
-4. Het zal zeer genoeglijk zijn want de uitverkorenen zullen alles hebben wat zij wensen (want, zegt Bernardus, al wat wij lief zullen hebben dat zal er zijn en wat er niet is zullen wij niet wensen,) en zullen in haar voelen een overgrote en zuivere wellust, zowel naar het lichaam als naar de ziel door de tegenwoordigheid van Christus en het gedurig aanschouwen van God, *Psalm 16:11 . En *Psalm 17:15 (van de doden). Hoe groot zal het genot zijn in het aanschouwen van dat opperste goed waarin dat alle goederen en genoeglijkheden ineen gesmolten zijn. Hieruit zal de eeuwige blijdschap ontstaan ofwel de gedurige en onuitsprekelijke vreugde die de Heilige Geest in de uitverkorenen verwekken zal en die niemand van ons kan afnemen. *Johannes 16:2 +
- +
-5. De gemeenschap of gemeenmaking van de goddelijke natuur, dat is niet de instorting van het Goddelijk wezen in ons maar van de Goddelijke hoedanigheden.Dat is van de onsterfelijkheid, eerlijkheid, deugd, wijsheid, rechtvaardigheid en van het beeld Gods. Hetgeen de witte, lange, zijden, zuivere en blinkende kleding zal zijn waar de uitverkorenen zullen bekleed worden. +
- +
-6. Hier zal nog bijkomen de verklaring (???) van de lichamen, de overgrote schoonheid en majesteit waardoor zij het verheerlijkte lichaam van Christus gelijkvormig gemaakt worden. *Philippensen 3:21 En de rechtvaardigen zullen blinken gelijk de Zon en zullen blinken als de glans van het uitspansel. *Daniel 12:3 +
- +
-7. Daar zal wezen de triomf van de uitverkorenen over de duivel, dood en hel. Gemeenschap met alle heiligen, de omgang met de heilige engelen, de volkomen liefde Gods en die van de naaste, eendracht met allen en de volmaakste vrede: Want zij zullen daar alleen een wil hebben die aan God gelijk is omdat zij geen eigen wil hebben. En daarom dat het gebeuren zoals zij het willen. Daar zal ook een zoet gezang zijn, want wij zullen zingen met de engelen, God zonder ophouden loven en prijzen. En ten laatste zullen daar alle goederen voor het lichaam en de ziel in overvloed zijn, *1 Korinthe 2:9 . Wie zou niet wensen daar met Christus door de dood in te gaan! +
- +
-===== 14 Zal de heerlijkheid van het eeuwige leven alle uitverkorenen in een even-gelijke mate deelachtig zijn? ===== +
- +
-Neen, maar gelijk als God Zijn gaven de uitverkorenen in dit leven ongelijk verdeeld, zo zal Hij ook in een ongelijke verdeling Zijn heerlijkheid , Zijn gaven in de hemelen in zijn uitverkorenen schenken. Want Christus spreekt in het bijzonder tot Zijn apostelen *Mattheus 19:28. En Paulus twijfelt ook niet of voor hem is een bijzondere kroon weg gelegd voor zijn arbeid, *1Thessalonicenzen 2:19. Zo ook *Daniel 12:3. en de Schrift belooft niet alleen de gelovigen het eeuwige leven, maar een ieder daarbij een bijzonder loon en prijs. Hetzelfde kan men waarschijnlijk ook genoeg opvatten over het tegendeel. Hier kan men nog bij voegen de woorden van Paulus in *1 Korinthe 15:41 +
- +
-===== 15 Wanneer zal het eeuwige leven beginnen? ===== +
- +
-Het begint nu al in dit leven in de harten van de gelovigen als de Heilige Geest door de verkondiging van het Woord haar verstand verlicht met de ware kennis Gods en haar wil beweegt om Zijn geboden vlijtig na te komen. Ja, zij voelen het onderpand van deze en hebben er een oprechte smaak van *Efeziers 1:4. Waar uit ontstaat die hoop, die de gelovigen niet kan bedriegen, *Romeinen 2:2-5 +
- +
-Ten andere zijn wij nu door het geloof in Christus over gegaan van de dood tot het leven, want hetgeen wij door hoop bezitten in erfenis, weten wij dat het zo zeker wezen zal alsof het nu al in de daad gegeven is. De volle bezitting nochtans en de volmaking ervan zullen wij eindelijk verkrijgen ten tijde die van God bekend is; als Christus wanneer het getal dergenen die zalig zullen worden vervult zal zijn Zelf vanuit de hemel zal verschijnen om ons te verlossen. +
- +
-===== 16 Maar genieten de zielen van de godzaligen die nu van de lichamen gescheiden zijn de volmaakte en volkomen gelukzaligheid niet? ===== +
- +
-Laat het ons genoeg zijn dat wij weten dat terstond na het afscheiden van het lichaam de geest weerkeert tot God die haar gegeven heeft. *Prediker 12:7. En dat de ziel nadat zij uit het lichaam ontbonden is met Christus is in het paradijs, in de vrede, in de rust, in de vertroosting, in de verkoeling of rust, buiten vrees of zorg, in Gods hand zodat haar daar geen leed kan worden aangedaan, en in de heerlijkmaking van de Naam van God. +
- +
-Nochtans omdat ze de verrijzenis van het lichaam verwachten en de volkomen genieting aller goederen die God aan degenen belooft die Hem liefhebben mogen ze dan niet gezegd worden in de volkomen en volmaakte maar in de begonnen gelukzaligheid te zijn. *2Timotheus 4:8 . En *Openbaring 6:9-11, daarentegen zegt Petrus in *2Petrus 2:9 dat de onrechtvaardige zo gestraft en gepijnigd worden òf door de beroving van dit leven of door andere tormenten zodat ze op de dag van het oordeel over gehouden worden om met nog veel zwaardere, te weten eeuwige straffen en pijnen aan lichaam en ziel gekweld en gepijnigd te worden. +
- +
-===== 17 Waar is de plaats van het eeuwige leven? ===== +
- +
-Niet op deze aarde of in de lucht ofwel in het elementaire (???) deel van de hemel waar geen wonen, geen dood, schrik en angst, de zonde, geen machten van de duisternis en boze geesten zullen zijn die ook eindelijk vergaan en versmelten. Maar in de hemel der hemelen of ook wel de hoogste hemel waarheen Christus opgevaren is inzoverre Hij mens is 'hooger geworden zijnde dan de zichtbare hemelen', ofwel de derde hemel in welke Paulus is opgenomen geweest die hij voor zijn manier van uitleggen in 2 Korintiërs 12: 2-4 noemt het paradijs. Maar na het grote oordeel of de weder oprichting aller dingen zal het eeuwige leven of de woning en plaats der gelukzaligen niet alleen in de hemelen maar ook op de aarde zijn, *2Petrus 3:13. Dat is die de woonplaats van de rechtvaardigen zullen zijn. *Psam 65:2, *2Petrus 3:13 *Openbaring 21:1 +
- +
-===== 18 Welk is het doel van het eeuwige leven? ===== +
- +
-1. Opdat God zijn genade metterdaad zelf aan zijn uitverkorenen bewijst. +
- +
-2. Opdat de godzaligen de volle vrucht van de dood en het lijden van Christus genieten. +
- +
-3. Opdat zij loon verkrijgen naar hun werken +
- +
-4. Opdat zij Gods onmetelijke barmhartigheden erkennenDegene zonder einde aanschouwen die het einde is van alle begeerten, lust en verlangen, en Hem in der eeuwigheid zonder vermoeid te worden loven en prijzen. +
- +
-===== 19 Welke zijn de vruchten van het eeuwige leven? ===== +
- +
-1. onze gelijkheid met de engelenniet in wezen maar in zoveel dit nodig is de eigenlijke condities (???) en en gestalten of standen van dit leven. +
- +
-2. de mede-deelachtigmaking aan de waardigheid van de mens Christus: want Hij zal ons dan met Hem ware koningen, priesters en profeten maken, doch onder deze voorwaarde dat hij op onuitsprekelijke wijze ons al tesamen overtreft en boven ons uitmunt. +
- +
-===== 20 Welk is de nuttigheid of het gebruik van deze leer van het eeuwige leven? ===== +
- +
-1. Het is een troost tegen alle ellendigheden en ongerechtigheden die ons in dit leven aangedaan worden. +
- +
-2. Het matigt de droefenis die wij scheppen uit degenen die ons afsterven. +
- +
-3. Het vermindert de angst en de schrik van de dood dewijl wij geloven dat wij een beter leven na deze dood verkrijgen zullen en wel overleggen hetgeen geschreven staat in *Openbaring 14:13 +
- +
-4. Het maakt ons zorgvuldig en vaardig om God te gehoorzamen en te dienen en de liefde te vereffenen aan onze even-naasten met welke wij in de hemelen altijd zullen omgaan. +
- +
-===== 21 Wat strijdt hiertegen? ===== +
- +
-1. De ongerijmde wanen van Democritus, Epicurius, Plinius, Galenus en anderen die de Heere van het eeuwige leven belachten en houden vast dat alle dingen met het lichaam vergaan. +
- +
-2. de nieuwgierige vragen en beschrijvingen van de roomsen aangaande de trappen der heiligen in het eeuwige leven, als dat degenen die zuiver in de huwelijken leven dertigvoudige vruchten zullen gegeven worden, de weduwen en de weduwnaars die haar onthouden zestigvoud en de maagden honderdvoud of de gouden kronen. +
- +
-3. Evenzo  degenen die voor haar tijd begeren te weten wat men in de hemel doet en de weg verzuimen waarlangs men ten hemel gaan moet. +
- +
-4. De wanen van sommige oudvaders zoals Ireneus, Tertullianus en anderen die van mening waren dat de zielen van de godzaligen niet ten hemel opvoeren dan na de verschijning van Christus: maar dat ze in een zekere plaats, oort of wijk voor een tijd zijn, alhoewel niet in de hemel nochtans hoger dan de hel alwaar zij in haar verkoeling zijn tot de verrijzenis toe. +
- +
-5. De dwaling van Johannes XX, Paus van Rome (Jhs XX die nooit bestaan heeft, moet zijn: Paus Johannes XXII, kniesoor die er op let...) die meende dat de zielen Gods aangezicht niet zullen zien tot de laatste dag van de wederkomst. +
- +
-6. Strijd alle eeuwen door, regelrecht tegen het eeuwige leven van droefenis, angst, roepen, wenen, koude, vermoeidheid, de slaap, ziekte, de dood, honger, dorst, armoede, de listige lagen, bekoringen des satans, smart en pijn, de schrik der zielen etc. +
- +
-=====   =====+
  
 +==== 21. Wat is strijdig met de leer van het eeuwige leven? ====
  
 +  - De ongerijmde denkbeelden van Democritus, Epicurus, Plinius, Galenus en andere wijsgeren die de leer van het eeuwige leven belachelijk maken en leren dat alle dingen met het sterven van ons lichaam vergaan.
 +  - De nieuwsgierige vragen van de roomsen, die ze opwerpen in hun veronderstellingen over de rangorde waarin de heiligen in het eeuwige leven zullen staan. Van hen komt ook het verzinsel dat wie kuis zijn in het huwelijksleven dertig vruchten zullen verkrijgen, de weduwen en de weduwnaars die zich van het huwelijk onthouden zestig en de maagden honderd, of zelfs gouden kronen.
 +  - De dwalingen van hen die vooruitlopend op het toekomende leven willen weten wat men in de hemel doet, maar tegelijk verzuimen de weg te bewandelen waarlangs men in de hemel komt.
 +  - De waandenkbeelden van sommige kerkvaders als Ireneüs, Tertullianus en anderen, die van mening waren dat de zielen van de vromen pas ten hemel zullen opvaren na de wederkomst van Christus, en dat ze tot aan de opstanding vertoeven op een zekere plek, die niet de hemel is maar wel hoger dan de hel.
 +  - De dwaling van paus Johannes XX((Vermoedelijk bedoelt Bucanus paus Johannes XIX, daar Johannes XX nooit heeft bestaan.)) die meende dat de zielen Gods aangezicht niet zullen zien tot aan de dag van de wederkomst.
 +  - Tegen het eeuwige leven pleit vooral het bestaan van de eeuwige dood. Ook droefheid en angst, kou en vermoeidheid, klagen en wenen, ziekte en dood, honger, dorst en armoede. En niet in het minst de ergernissen, de verleidingen van de satan en zielsangsten van de gelovigen.


Paginahulpmiddelen